writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Sorane 2 Delos - hoofdstuk 23/26

door Jelsi

De dood van Idar
Intussen diep onder de oppervlakte.
'Welkom. Wij verwachten u,' zegt een van de insectachtigen, die rechtop lopen, in het Lemurisch.
'Wijs ons de weg. We hebben weinig tijd om onze opdracht te volbrengen,' zegt één van de commando's, terwijl hij met een ernstige blik, het insectwezen van het ras der Vors, aankijkt.
De drie Vors haasten zich, op de voet gevolgd door de commando's van Jakira steeds dieper het ondergronds complex in. Plots blijven ze staan.
'We naderen de sector waar alleen Vors toegelaten zijn.'
'Geen probleem. Onze meesteres heeft dit voorzien, zoals je weet.'
Een van de Vors staart de man even aan en knikt dan.
'Zeker, Orac Berin.'
De Orac(Kapitein) geeft zijn zes mensen een teken en allen schakelen ze hun komfla in waardoor ze langzaam het uiterlijk van een Vor krijgen.
De Vors knikken, iets wat ze van mensen geleerd hebben. Een van hen drukt een 'vinger' op een contactplaat. Een glazen deur schuift geruisloos open en de groep van tien 'Vors' haast zich verder. Sommigen aanwezigen kijken even naar hen, maar gaan dan verder met hun werk. De luxueuze gebouwen boven, moeten hun energievoorraden krijgen. De Goden zouden hen zwaar straffen moest dat in het gedrang komen.
Ongeveer twee uur later bereiken ze hun doel. De commando's schakelen hun komfla uit en gaan snel aan het werk. De drie Vors kijken toe hoe de mensen verschillende apparaten openen en enkele energiedraden aan een klein toestel koppelen en verschillende energiebanen omleiden. Wat deze mensen doen weten ze niet, omdat ze alleen opgeleid zijn om de apparatuur te bedienen.
Plots klinkt een signaal.
Een van de Vors haast zich naar een schakelpaneel toe en drukt enkele knoppen in.
'Ar-ven, waarom zijn jullie in de centrale regelsector aanwezig.'
'Her Darson. Het was noodzakelijk om een van de regelpanelen te resetten. Maar dat kan alleen van hieruit gebeuren.'
De groenhuidige man op het beeldscherm kijkt de Vor even nadenkend aan. Dan knikt hij.
'In orde. Je hebt mijn toestemming, Ar-ven. Meld je alle drie om 18u om rapport uit te brengen.'
De Vor schrikt innerlijk. Hij heeft angst van de telepathische controle, die hen alle drie wacht. De zwarte wacht zal dan te weten komen wat ze hier werkelijk deden. Even speelt hij met de gedachte om alarm te slaan, maar dat zou hun echter niet veel helpen. De goden zullen hun daden als onvergeeflijk beschouwen en hen zwaar straffen. Hij moet moeite doen om er uiterlijk niets van te laten merken
'Zeker, Her Darson,' antwoordt hij.
Dan drukt de Vor nog met trillende handen een paar toetsen in en het beeldscherm wordt donker.
Orac Berin heeft het echter gemerkt en beseft dat de Vor, omdat hij rapport moet uitbrengen, angst heeft.
'Vrees niets, Ar-ven. Onze meesteres zal jullie beschermen.'
'Tegen Her Vranlar, onze almachtige god, kan zelfs de machtige Jakira ons niet beschermen.'
Even kijkt Berin de Vor glimlachend aan.
'Onze meesteres is veel machtiger dan Vranlar. Zijn tijd is gekomen, Ar-ven.'
'Wat? Dat is onmogelijk, Enuroon. Iedereen weet dat ze maar een kloon is. De echte Jakira is allang dood.'
'Zeker. De echte is dood, maar in Hera Jakira huist een oeroude kracht, die ooit de machtigste in het heelal was.'
De Vors kijken Orac Berin verbaasd aan.
'Dank zij die kracht weten wij dat de Vors miljoenen jaren geleden tot de machtigste volkeren behoorden. Na de grote oorlogen werden ze van hun gaven beroofd en werden slaven van de nieuwe goden. Toch bleven de Vors het oude geloof in hun eigen middens uitvoeren. Wij zijn hier om de Vors hun oude glorie terug te bezorgen.'
'Wat bedoel je, Orac Berin. Wie is die oude kracht uit het verleden.'
'Wij dienen Hera Jakira. De naam van de oude kracht is ons onbekend, maar hij was jullie oude meester, die jullie nog steeds aanbidden.'
'Her Morduno. Is dat mogelijk, na al die tijd,' stamelt de Vor, de Orac verbaast aankijkend, maar die draait zich om.
De taak van de commando's is te belangrijk. Samen met zijn mensen zet hij hun werk verder en minder dan een uur later worden de laatste panelen weer op zijn plaats vastgemaakt.
'Nu is het jou beurt, Tcon.'
De blonde man knikt even en opent zijn laptop. Enkele programma's flitsen aan en uit, tot het programma verschijnt die het peiltoestel moet testen. Tcon tipt enkele commando's in en de data worden dadelijk doorgezonden naar het toestel. Het peiltoestel begint een licht blauwe gloed uit te stralen. Dadelijk verschijnen de eerste gegevens op het scherm van de laptop.
Een van de vrouwen drukt enkele commando's in op een kleine laptop computer en het pas geïnstalleerde toestel, dat op de centrale console staat wordt geactiveerd. De drie Vors krimpen op hetzelfde moment in elkaar van de pijn. Het apparaat zendt een straling uit die voor de Vors zeer pijnlijk is, maar uiteindelijk leidt tot hun ontwaken. Tevreden kijkt de Orac toe, hoe de drie insectachtigen met opengesperde mond in elkaar zakken.
'Dat zal ook het lot zijn van de anderen, die zich te dichtbij wagen,' zegt een van de mannen.
'Klopt, Avon. Dat was de bedoeling van onze meesteres. De Vors zijn de enige die hier toegang hebben. Hera Jakira heeft de Vors nodig.'
'Orac. Er naderen veiligheidsagenten.'
'Wat?' zegt Berin en haast zich naar de vrouw toe.
Op het beeldscherm van haar kleine computer ziet hij verschillende stippen die hun sector naderen.
'Verspreid jullie, we moeten hen verrassen. Ze mogen geen enkel bericht versturen.'
'Dat zal niet eenvoudig zijn, Berin. Onze Yomons kunnen ons hier niet helpen en er is hier niets om ons achter te verbergen.'
Berin kijkt de jongeman even aan.
'Hoever zijn ze nog?'
'Heer, het gebied is afgesloten. Ze zijn afgesloten van hun hoofdkwartier,' zegt een Vor, terwijl ze alle drie licht wankelend opstaan.
Verbaasd kijkt de Orac de Vor, die nu blauwe stralende ogen heeft, aan.
'Hoe? Wat bedoel je?'
'Dank zij de wil van onze meester en de straling van dat vreemde apparaat is mijn volk weer wat het vroeger was. Wij wachten alleen nog op de terugkeer van onze heer een meester. Samen zullen wij zijn oude macht herstellen en opnieuw over het heelal heersen. Jij bent ook een dienaar, die naar macht streeft. Ik voel het.'
'Wie is je meester?'
Voor de Vor kan antwoorden, roept iemand, terwijl de deur openschuift:
'Daar zijn ze.'
'Wat doen jullie hier?' vraagt de kapitein.
Berin draait zich om.
'Wij zijn hier in opdracht van Hera Jakira.'
'Hera Jakira. Daar heeft die kloon geen toestemming voor. Jullie staan onder arrest. Wapens neer.'
'Kapitein Orvan. In naam van mijn meester gebied ik u om uw eigen wapens neer te leggen.'
Verbaasd kijkt de kapitein de Vor aan en voelt dadelijk zijn grote innerlijke kracht. Ook hij is een getrainde esper. De Kapitein staart naar de ogen van het insectwezen, die een blauwe gloed uitstralen.
'Ik herhaal het niet, Kapitein.'
'Jullie maar gewone dienaren, Ar-ven. Experts dat wel, maar toch sta ik ver boven jullie.'
'Dat was tot een paar uur geleden, Orvan, maar dat is voor eeuwig voorbij. Wij gehoorhamen alleen onze oude meester.'
'Jullie oude meester; Wie bedoel je?
'Morduno.'
'Wie is..'
'Dat is onmogelijk, Vor. Die is allang dood,' roept een de mensen van de kapitein.'
'Onze goddelijke meester kan niet sterven, man. Hij is eindelijk na vele miljoenen jaren teruggekeerd. Door hem hebben wij onze krachten terug.'
'Jullie krachten. Laat me niet lachen. Jullie zullen alle drie samen met die daar in de cel belanden, Vors,' roept de kapitein uit, terwijl hij zijn wapen heft.
Ook Orac Berin en de anderen trekken hun wapen, maar dan krimpt de kapitein in elkaar van de pijn. Orac Berin en zijn mensen kijken verschrikt toe, hoe de beveiligingsofficieren met trillende schokkende lichamen langzaam tot stof vergaan. Ook hij voelt de kracht, die uit verschillende richtingen lijkt te komen. Als de kracht na een paar seconden afneemt, hij Ar-ven aan.
'Was dat nodig.'
'Zeker Orac Berin. Blokkade opgeheven. Jullie kunnen gaan. Jullie meesteres zal snel een nieuwe opdracht voor jullie hebben.'
Even is het stil, dan kijkt Berin naar een van zijn mensen en knikt.
'Orac. Ik heb het peilsignaal verstuurd,' meldt de vrouw even later.
De Orac werpt nog een blik op de Vors, maar op hetzelfde moment zijn ze verdwenen. In de Katar materialiseren ze een paar seconden later.
'Opdracht met succes volbracht, commandant,' meldt de Orac.
De zwarthuidige commandant kijkt op, van het beeldscherm, waarop de nieuwe binnenkomende gegevens snel over heen scrollen. Hij knikt.
'Jullie opdracht is een volledig succes. Onze meesteres zal jullie belonen. Geniet voorlopig maar van een rustperiode. Maar zorg wel dat jullie paraat zijn. Je kan nooit weten of we tegenslag hebben en er problemen opduiken.'
'Yes, Sir,' zegt de Orac en geeft de anderen een teken.
Het groepje volgt Berin naar de uitgang van de centrale. Op dat moment materialiseert Jakira.
'Ik moet mijn plannen lichtjes wijzigen,' klinkt haar stem, terwijl iedereen haar verbaasd aankijkt, 'Vranlar staat in mijn weg om van Olandar het nieuwe centrum van mijn machtsgebied te maken. Orac Berin, u en uw team hebben jullie taak tot mijn tevredenheid perfect uitgevoerd.'
'Uw wens is een bevel, meesteres,' antwoordt Berin, terwijl verschrikt naar haar ogen kijkt die een vreemde blauwe gloed uitstralen.
Jakira knikt.
'Ga, jullie hebben twee dagen om van jullie beloning te genieten.'
Dan wend ze zich tot de commandant.
'De Katar blijft in een baan om de planeet, maar op nieuwe coördinaten.'
De blondine heeft intussen al telepathisch contact opgenomen met de centrale computer en de nieuwe koersgegevens doorgegeven.
'Uw bevelen worden uitgevoerd, Hera Jakira,' zegt de commandant, na een vluchtige blik op de schermen voor hem.
'Breng het schip in de grootste staat van paraatheid. Iedereen moet zich klaar houden om hun geplande taken uit te voeren.'
De commandant knikt. Hij ziet niet, meer dat Jakira zich met moeite kan bewegen. Ze zweet van de inspanning. Plots is ze verdwenen. Diep onder de grond en een grote onderaardse grot materialiseert ze. Ze wankelt moeizaam tot bij een rots en gaat zitten. De strijd in haar innerlijk is hevig. Heel haar lichaam trilt van de pijn. Zelfs haar Yomon wordt door de krachten beïnvloed en verliest zijn controle. De kledij van Jakira lost langzaam schokkend op in het niets, terwijl op de rotsbodem neerzakt. Heel haar naakte lichaam lijkt te pulseren. Verschillende uren gaan voorbij. Plots verschijnen elf Vors en kijken neer op het naakte bezwete lichaam van de blondine. Als op een commando concentreren ze zich en langzaam maar zeker verheft een gedaante zich uit het schokkend lichaam. Door de krachten van de Vors neemt de gedaante langzaam de vorm van een man aan. Er gaat meer dan een dag voorbij voor de man gestabiliseerd is.
Dan kijkt Morduno naar zijn trouwe volgelingen die zijn oude gedaante terug opgebouwd hebben. Wankelend knielen de Vors voor hun oude meester.
'Beveel en wij gehoorzamen, Her Morduno.'
Morduno kijkt echter even naar het naakte, misvormde lichaam van Jakira.
'Vernietig dat nutteloze lichaam. Ar-ven, Ik heb tijd nodig om mijn krachten te beheersen.' beveelt hij, terwijl hij naar het lichaam wijst.
Ar-ven knikt. Morduno en acht Vors dematerialiseren dadelijk. Ar-ven en de twee anderen richten hun blik op het lichaam van de blondine. Ze concentreren zich diep en langzaam begint het lichaam van de vrouw te trillen en te schokken. Dan vallen deeltjes op de rotsbodem en plots is er niets meer, alsof de blondine hier nooit geweest was. Ar-ven kijkt even nadenkend naar de plaats waar ze lag. Er is zelfs geen stof overgebleven. Dat vindt hij vreemd, want hun krachten hebben het lichaam verpulverd. In een bijna menselijk gebaar trekt hij zijn schouders op en geeft zijn twee ondergeschikten een teken. Even later zijn ze alle drie verdwenen.
Nog geen minuut later materialiseert het zwaar misvormde lichaam van Jakira echter opnieuw. De identiteit in het lichaam moet zich tot het uiterste concentreren om het kloonlichaam opnieuw een vaste vorm te geven. Maar het lukt niet volledig. Ze beseft dat ze hulp nodig heeft. Haar gedachten scannen de planeet op zoek naar Taxala of Aveyana en plots lost ze op in het niets.
Aveyana schrikt op als ze een paar meter voor haar een zwaar toegetakelde gedaante, die op een jonge vrouw lijkt, ziet materialiseren. Ze verstart als ze de telepathische stem hoort.
'Morduno is teruggekeerd. Zijn dienaars hebben.... hun krachten…. opnieuw…'
Dan herkent ze de gedaante en beseft op dat moment wat de telepathische boodschap betekend.
'Jakira, ben jij dat?' vraagt ze snel.
Maar wat eens een mooie blondine was, antwoordt niet meer. Toch voelt Aveyana dat er nog leven schuilt in het misvormde kloonlichaam. Snel steekt ze een hand uit naar het lichaam en zodra ze contact maakt zijn ze beiden verdwenen. Als ze aan boord van haar schip een de ziekenboeg materialiseren, klinken haar bevelen. Enkele minuten later zweeft het lichaam in een speciale doorzichtige tank, gevuld met genezende stoffen.
Nadenkend kijkt Aveyana naar het bijna levenloze lichaam en moet plots denken aan de telepathische boodschap. Zijn dienaars hebben hun krachten opnieuw. Wie bedoelde Jakira met zijn dienaars. Ze schrikt plots als ze beseft wie het zijn. De Vors. En er zijn miljoenen van die insectwezens onder oppervlakte te werk gesteld. Het dringt dadelijk tot haar door welk gevaar voor hun heerschappij hier gevormd wordt. Maar zullen ze haar geloven.
'Zorg dat deze kloon weer levensvatbaar is. Dat is van het allergrootste belang,' beveelt ze streng.
Haar volgelingen kijken haar verbaasd na. Hun meesteres kan toch niet verlangen dat zij dit misvormde lichaam weer kunnen genezen. Ze weten zelfs niet hoe ze eruit zag. Een paar uur later staren ze echter opgelucht naar het lichaam van een mooie blondine, dat uit zichzelf aan het genezen is. Een van hen merkt echter verschrikt op.
'Dat is die Jakira kloon, die op Enuron de macht gegrepen heeft.'
'Zou Aveyana dat weten,' zegt een andere.
'Zeker weet onze meesteres dat, Ovarn. De goden weten alles.' glimlacht een vrouwelijke dokteres.
'Ik ook, Renca. Al is je liefde nog zo oud, toch hou je nog steeds van Ovarn,' hoort de dokteres in haar hoofd.
De vrouw kijkt verbaasd om zich heen. Dan valt haar blik op de doorzichtige tank en schrikt. De blonde vrouw kijkt recht in haar ogen. Renca merkt dat haar lichaam bijna genezen is.
'De genezende stoffen in deze tank en mijn krachten doen wonderen, Renca,' denkt ze telepathisch.
'Ze geneest wel snel, Renca. Ik denk dat we het best onze meesteres op de hoogte brengen,' merkt Ovarn op.
'Niet nodig, ik laat het haar wel weten.'
Verbaasd kijkt hij de genezende vrouw aan.
'Kan jij dat dan, kloon.'
'Zeker, Tairoon. Dit lichaam is een kloon van mijn vroegere vriendin en medestrijdster, maar mijn bewustzijn is al duizenden jaren oud. En nu ik bevrijd ben van de macht van Morduno is de tijd gekomen om mijn strijd tegen die misdadige machtige uit het verleden te beginnen.'
'Jouw strijd. Ik denk niet dat Aveyana dat zal toelaten, Jakira.'
"Mijn was Quana, Tairoon. Vele duizenden jaren geleden was ik een medestrijdster van Jakira. Hoe ik in dit lichaam terecht gekomen ben, weet ik echter niet.'
'Dat kan allemaal wel waar zijn, maar toch denk ik niet dat..'
'Ik wel, want jullie goden zullen alle hulp, die ze kunnen krijgen, nodig hebben. Door de lange samensmelting met Morduno, zijn mijn krachten veel sterker geworden. En de kennis van de plannen die ik hierbij opgedaan heb, kan van groot nut zijn.'
'Misschien, Quana, maar wie zegt dat we jou kunnen vertrouwen. Misschien werk je wel met hem samen.'
'Het is onze enige kans, Tairoon. Zijn doel is om alle goden in een klap te vernietigen? Hij wil de macht over alles wat leeft in deze sector. Alleen samen hebben we een kans om hem te verslaan.'
Op dat moment materialiseert Aveyana opnieuw in het vertrek.
'Is het waar? Ben jij werkelijk Quana.'
'Zeker.'
'Er gebeuren de laatste tijd vreemde dingen. Eerst Sorane die zegt dat ze vroeger Jakira was. En nu verschijn jij, Quana, in het kloon lichaam van Jakira. Dat is moeilijk te geloven,' zegt de godin, terwijl telepathisch Taxala op de hoogte brengt.
'Aveyana. Morduno wil de dood van al diegene die dezelfde status als jij hebben. En daarna de heerschappij over alles wat jullie beheersen.'
De godin kijkt even nadenkend naar Quana. Dan dringt ze met al haar telepathische kracht in het lichaam van de kloon. Voor het innerlijke van de kloon kan reageren, dringt ze diep in haar binnenste door. Als Aveyana zich terugtrekt beseft ze dat Quana het eerlijk meent. Ze heeft geen enkele invloed kunnen vinden van Morduno.
Op dat moment materialiseert Taxala. Zij kijkt de blondine geconcentreerd aan. Quana ziet haar oude tegenstandster terug en stelt zich volledig open voor de telepathische krachten van Taxala.
'Jij bent dus toch Quana, die ik ooit met de grootste moeite versloeg.'
'Dat is juist, Taxala. Nog steeds vind ik dat ik toen juist gehandeld heb. Wij waren vijanden tot de dood, Taxala. Maar nu ben ik een bondgenote, want het gevaar dat op ons toe komt zou heel het heelal in het verderf storten.'
'Daar heb ik nog steeds spijt van, Quana. Daardoor werden mijn banden met Jakira en je andere vrienden verbroken voor zeer lange tijd.'
'Wat voorbij is kan niet meer verandert worden, ook al denk je een godin te zijn, Taxala.'
'Juist, Quana. Maar nu spreek jij van Morduno, die al vele miljoenen jaren geleden gedood werd. Ben je zeker.'
'Zo zeker als ik hier sta, Taxala. Je hebt mijn innerlijk gedachten gescand, dus weet je dat ik de waarheid spreek.'
Even blijft de 'godin' staan en knikt dan naar Aveyana.
'Ik geloof haar, al was ze ooit mijn tegenstandster. Ik denk dat we vandaag aan dezelfde kant staan.'
Aveyana kijkt Taxala en Quana even aan en richt zich dan tot haar ondergeschikten.
'Jullie moeten ervoor zorgen dat Quana niets overkomt. Haar kennis kan van groot nut zijn om onze nieuwe vijand het hoofd te bieden.'
'Zeker, Onasce,' zegt Tairoon, maar schrikt als hij de kloon, achter hun meesteres ziet opduiken.
'Dat is niet nodig, Aveyana. Ik ben alweer in orde,' zegt Quana achter de 'godin'.
Aveyana draait zich langzaam en kijkt de naakte Quana even aan. Quana glimlacht en vormt snel dezelfde kledij om haar lichaam als de mensen van Sorane dragen. De 'godin' wend haar blik af.
'Ook goed, Quana. Tairoon, jij en je ondergeschikten zijn vanaf nu de lijfwacht van onze bondgenote.'
'Yo, Onasce.'
Intussen vergaderen de 'goden' in de grote tempel. Tot Aveyana's verbazing staat Taxala voor, om Jakira het bevel over de vier volkor vloten te geven. Mede door haar invloed besluiten de drongs om hun legers ter beschikking te stellen van Jakira. Het gevaar dat van Sorane uitgaat is veel te groot. Ze moeten haar een halt toeroepen. Morduno die de gedaante van de kloon Jakira aangenomen heeft, om zijn rol zo goed mogelijk te spelen, kijkt triomfantelijk om zich heen.
'Ik dank u voor uw vertrouwen, Vranlar. Moge jullie nog een lange heerschappij te wachten staan. Ik verlang maar één voor mij belangrijk ding in ruil voor het hoofd van Sorane. Als ik haar hoofd hier op deze tafel neerzet, zal ik mijn wens kenbaar maken,' zegt hij en draait zich om naar zijn ondergeschikten.
Idar en zijn vier ondergeschikten volgen hun meesters als zij de zaal verlaat. Morduno is zo tevreden dat zijn plan geslaagd is. Hij beschikt nu over het grootste leger in het heelal. Als Sorane eindelijk dood is, dan kan hij een greep naar de ultieme macht doen. Even moet hij aan zijn vroegere partner Jinga denken, maar die is al vele duizenden jaren geleden in de eeuwige vergetelheid beland. Toen ze zij aan zij over het heelal heersten kenden ze vele duizenden jaren een zeker geluk in dienst van de zwarte machten. Maar dan veranderde er iets in zijn gezellin Jinga. Een gruwelijk oorlog volgde, die heel hun rijk vernietigde. Niemand kan hem nu weerstaan in zijn zucht naar macht.
Even later materialiseren ze aan boord van het vlaggenschip van Jakira. Grijnzend kijkt hij Idar en de vier anderen aan.
'Het einde van de weg voor jullie,' horen ze hem verbaasd zeggen.
Idar kijkt de vrouw voor hem verbaasd aan, als hij zich omdraait. Voor hij kan reageren schieten vuurbollen uit zijn handen. De vier Droaks die hen vergezelden worden tot stof verpulvert.
Terwijl Idar haar ontsteld aanstaart, zegt Jakira spottend:
'Jij dacht toch niet dat ik een minderwaardige Droak als dienaar zou willen.'
'Dat kan je niet menen, Hera Jakira.'
'Haha. Jakira. Je noemt mij Hera Jakira. Mij de heerser over heel het heelal. Weet je nu nog niet wie ik ben, Droak,' roept de blondine woedend uit, terwijl ze langzaam van gedaante verandert in een atletisch gebouwde man van een jaar of dertig.
'Wie ben jij?'
'Mijn naam is Morduno.'
'Wie...'
'Heb je nog nooit van mij gehoord, Droak. Dat kan ik begrijpen, want jou volk verraadde mij, toen het zich achter Jinga schaarde.'
'Jinga, die naam is mij ook onbekend.'
'Dat is mogelijk, Droak. In een tijd lang geleden bestreden onze legers elkaar tot het bittere einde. Jinga viel in de vergetelheid. Ik kon mij redden, maar dwaalde duizenden jaren doelloos door het heelal, zonder geheugen. Langzaam kwamen de herinneringen terug en mijn verlangen naar macht begon zich weer te roeren. Nu op deze dag is mijn tijd gekomen. Met mijn leger zal ik Sorane verslaan en dan zal Vranlar met zijn lotgenoten ten onder gaan. Alleen ik zal heersen.'
Idar herinnert de verhalen die in zijn jeugd verteld werden over de gruwelijke oorlog in het verre verleden, die bijna alle levende wezens uitroeide.'
Nee, dat niet,' roept hij uit en concentreert zich.
Morduno kijkt hem glimlachend aan en voelt zijn kracht. Geen kans heeft hij, want ik ben duizenden malen sterker dan die nietige Droak. Idar legt al zijn kracht in een vernietigende aanval en schiet verschillende energiebollen op Morduno af. Die blijft lachend staan en trekt de energiebollen aan. Boven zich hand voegen ze zich samen. Opnieuw vuurt Idar nieuwe energiebollen op zijn tegenstander toe. Deze maal zijn er negatief aan de eerste, als ze elkaar raken, dan… Maar Morduno heeft zijn gedachten geobserveerd en kent zijn bedoeling. Hij vangt de nieuwe bollen op met zijn andere hand en beide groepen houdt hij ver uit elkaar, terwijl ze in kracht toenemen. Idar kijkt ontsteld toe, terwijl hij beseft dat hij gefaald heeft. Als de laatste bol zich bij de anderen gevoegd heeft, ziet de Droak de bollen steeds groter worden, als hij door de krachten van Morduno gevoed wordt. Plots maakt de man een snelle beweging en beide bollen veranderen in een energiegolf, die dadelijk op de Droak toeschiet.
Bliksemsnel bouwt hij zijn energiescherm op, maar het mag niet baten. Als beide bollen elkaar raken volgt een hevige geruisloze ontploffing. Idar schreeuwt het uit van de pijn als zijn lichaam uit elkaar gerukt wordt en tot stof vergaat. Morduno kijkt even naar de restjes stof die op de vloer neerdwarrelen. Dan glimlacht hij en verlaat de ruimte. Als hij weer in de centrale aankomt, heeft hij weer de gedaante van Jakira aangenomen. Zijn ondergeschikten kijken haar afwachtend aan.
Als de blondine niets zegt, brengt een man verslag uit.
'Meesteres, er zijn duizenden schepen omheen het stelsel gematerialiseerd.'
'Dat weet ik, Commandant. Ik heb van de Drongs het bevel over al hun vloten gekregen. We hebben de opdracht om Sorane en haar volgelingen uit het heelal te vagen.'
Morduno merkt dat de mensen in de centrale elkaar even aankijken, maar dan gaan ze verder met hun werk.
Op de beeldschermen van de tempel zien de Drongs hun vloot onder leiding van Morduno het stelsel verlaten.
'Taxala. Het wordt tijd dat je ons meedeelt waarom wij het bevel van onze volledige vloot aan Jakira moesten overdragen.'
'Dat kan ik niet, Vranlar. Ik weet alleen dat het moest gebeuren en vreemde stem deelde mij dit mee.'
'Is dat alles, Taxala. Weet jij wel wat er zal gebeuren als Jakira met de vloten Sorane in de pan gehakt heeft. We hadden je nooit mogen vertrouwen.'
'Ik weet dat ik goed handelde, Vranlar. De tijd zal dit wel uitwijzen.'
Op dat moment materialiseren Aveyana, de kloon en enkele anderen. De aanwezige Drongs staren de kloon verbaasd aan.
Aveyana die het merkt, zegt snel:
'Dit is Quana, die het kloonlichaam van Jakira beheerst. Zij kan ons helpen om de komende crisis het hoofd te bieden.'
'Quana, wat bedoel je, Aveyana. Ik hoop dat je niet gek geworden bent.'
'Nee, je had gelijk,. Her Vranlar. De identiteit die het kloon lichaam tot voor enkele dagen beheerste was Morduno, zwarte heerser uit het verleden. Quana, die lange tijd in het kloon lichaam gevangen zat, kent een groot deel van zijn plannen.'
'Er staat Morduno een verrassing te wachten. Het gevaar dat van Sorane en haar bondgenoten uitgaat is nog veel groter dan Morduno denkt. Duizenden jaren geleden trok de witte symbiont zich terug uit de strijd tegen de zwarte machten. Hij had maar een doel, zijn krachten bundelen om zijn van het pad afgeweken lotgenoten te bevrijden uit de handen van de zwarte machten. Jakira die Sorane werd, is door Delos als gebieder herkend en hierdoor werd de witte symbiont haar bondgenoot.
'Delos, het controle centrum, dat niemand kon vinden. Ben je zeker, Aveyana.'
'Aveyana heeft gelijk, Her Vranlar. Ik kende als enige onder ons de weg naar Delos, maar ik wist dat niemand van ons ooit door het controle centrum zou herkend worden. Dus zette ik al mijn hoop op Jakira, maar zij stierf door een ziekte. Als Sorane slaagde ze erin op het nippertje Delos te bereiken en bond na haar terugkeer dadelijk de strijd aan met de kloon Jakira.'
Even is het stil in de zaal.
'Het wordt tijd dat we ons voorbereiden op de terugkeer van Morduno, Her Vranlar. Ik heb een idee, dat ons een kans moet geven,' zegt Quana plots.
Eerst klinken kreten van afkeer, maar gesteund door Taxala en Aveyana luisteren ze toch naar haar woorden. De ideeën worden op tafel gelegd en sommigen worden even later weer verworpen, omdat de kans tot slagen te klein is.
Maar wat ze niet weten is dat diep onder hen, anderen meeluisteren. De Vors.

 

feedback van andere lezers

  • julien_maleur
    met belangstelling gelezen.
    JM
  • Wee
    Probeer me 'bij' te lezen maar ben er nog lang niet hoor.
    Pluk elke keer een stukje van je verhalen.
    Graag gelezen, enne ... mooie profielfoto :)
    x
    Jelsi: Bedankt voor het lezen..
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .