writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Pauze

door ERWEE

Ik ben een man die niet over het gras van een nacht ijs wandelt. Ik wandel sowieso niet. Rustig vertoeven in de strikt persoonlijke, eenvoudige maar knusse werkmanswoning is mijn grootste dada. Ook al blaft de hond van de overbuurvrouw meer dan nodig. Ook al ligt een andere overbuurvrouw protserig te zonnen op een grasperk zodat ik ergens tijdens de oogstmaand reeds denk: wat is Halloween dit jaar vroeg? Oké, medegeweten mag worden dat donderdag 16 april 1981 mijn tienduizendste dag in dit leven was. Dat het etmaal merkwaardig verlopen zou was bij het ontwaken niet te bevatten. De deurbel rinkelde. Ik trok een joggingbroek aan, liep de trap af, opende de deur en riep 'Hallo!' naar de twee mannen die alweer op weg waren naar de stuurcabine van een kleine verhuiswagen. De oudste kerel, tattoo's over de armen waarvan ik pijn aan de ogen kreeg, gaf aan een nieuwe antieke kast te komen afleveren. Enige discussie volgde. Wat kon ik doen? Die gozer wilde deze Knöll-kast absoluut niet terugbrengen naar de vorige bezitter die totaal uitgekeken was op het ding. Daar stond ze dus. In een voorheen lege hoek in de werkkamer. Speciaal aan de kast, zo bleek, was dat je het meubel ook omgekeerd kon neerzetten. Zonder dat iemand daar ook maar iets van merkte. Elke dag met een oneven cijfer op de kalender, en die kast moest worden gekanteld. Op de even dagen diende ze opnieuw in de originele stand geplaatst te worden. Een perpetuum mobile zonder einde. Krankjorum werd ik ervan. Stel je even voor: iedere ochtend al die planken demonteren, de zaak op zijn kop zetten, planken wederom in elkaar klikken. 's Anderendaags meer van hetzelfde, maar vice versa. Spuugzat was ik de toestand. Omstreeks Nieuwjaar 1982 dacht ik: dit gedoe heeft lang genoeg geduurd. Ik doe het bizarre geval van de hand. Telefoon naar een antiekzaak in de buurt. Afspraak over drie dagen. Twee uur later dan verwacht hun verhuiswagen voor de deur. Twee mannen belden aan. Zegt de oudste van het duo: ''t Is voor die achttiende-eeuwse kast van Friedrich Knöll dat we komen.' 'Heinrich Knöll... Heinrich!,' zei ik. Die mannen plaatsten de kast in hun bestelwagen, betaalden mij de telefonisch overeengekomen som. Bedrag dat ik liever voor mezelf hou. Ik ondertekende een bestelformulier. De kerels verlieten de strikt persoonlijke woning. Niet echter eer de tweede knakker, voorzien van oorringen waar een gemiddelde goudvis doorheen zou kunnen zwemmen, mij groette met: 'Het moge u verder goed gaan, meneer Knöll.' Worst zou het mij verder wezen. Laat mij thans even een schrijfpauze inlassen om te genieten van een stuk of wat Finse radijzen. Die knolletjes smaken bijzonder heerlijk. Driemaal daags verbruik ik er vier. Ze zorgen er mede voor dat ik steeds de man blijf die niet over het gras van een nacht ijs wandel. En rustig mijn tijd kan blijven doorbrengen in de ongekunstelde sfeer van het optrekje dat door toedoen van een simpele erfenis het mijne werd.

 

feedback van andere lezers

  • Wee
    Je verhaal graag gelezen :)
    x
    ERWEE: Zeer bedankt om het gelezen te hebben. Meer ERWEE is te vinden op de site schrijverspunt.nl (Eventueel meer uitleg via mail)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .