writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

'HET' verdubbelt"

door Dora

Verderop schuift een stel jongelui aan bij een viertal vrienden. Allemaal zo rond de dertig. Met een schat van een baby plus de vrijgevochten, twee turven hoge, blonde krullenkop, die iedereen frank bespeelt. Alle ogen zijn gericht op Kwatta. Eugenie heeft van kinds af aan graag geobserveerd en het verveelt nooit. Er is overal, altijd wel wat aan mens of dier te beleven. Het liefst bestudeert ze klein grut, dat weet wat het wil. Nee, corrigeert ze meteen, dat NOG precies weet wat het wil. Ongeremd laten peuters zichzelf kennen, niet gehinderd door beleefdheidsregels of zogenaamd verstandig advies. Voor wie het ziet schemert in een kind van drie reeds de volwassene die het worden kan, mits... Hoe ouders zich daarbij mede-etaleren, vaak zonder het zich bewust te zijn, is verhelderend wat betreft hun inlevingsvermogen, geduld, machtsbesef en/of tolerantie, etc. Ook hier.

Paul is snel terug. Opgefokt bestelt hij koffie, maar ziet eruit of hij beter een borrel kan nemen.
"Goed dat ik keek. Weet je nog, dat collegaatje met huwelijksmoeilijkheden?" Ze fronst de denkrimpel, graaft door vergetelheden. Nederland is uit haar direct oproepbare bewustzijn verdwenen op wat associaties en onherroepelijke gedachtenflitsen na. Ze vergeet de omgeving, alleen Paul bestaat nog.
"Ze huurt mijn huis! Mailde dat ik onmiddellijk moest bellen. Kijk, dat komt ervan dat wij die dingen niet aan hebben." Pauls hoofd lijkt één groot ongerust verwijtend uitroepteken.
"Ik heb meteen gebeld. Houd je vast Eus. Ik word door de politie gezocht."
Ze slaat haar hand voor de mond en zakt onthutst tegen de stoelleuning. Aan overrompelende verwikkelingen gewend schiet dit toch een gapend gat in haar voorstellingsvermogen.
"Jij? Gezocht? Waarvoor in Godsnaam? Le Grand?"
"Een raar verhaal. Iets met de inbraak in mijn huis. Ik heb het haar drie keer laten vertellen en nog kan ik er geen soep van koken. De politie moet proces verbaal opmaken en daarvoor dien ik persoonlijk op te draven." Eugenie vraagt hem het hemd van zijn lijf, maar veel wijzer wordt ze er niet van. Het kan niet per mail geregeld worden en ook telefonisch overleg met de politie zal niet voldoen, volgens een kwade Paul. Het heeft dus niets met onze Le Grand te maken, stelt ze gerustgesteld vast. Ze rekenen af en verlaten verslagen het trendy restaurant, dat inmiddels vol zit met jonge managers, gelikt modieuze excutives met Blackberry's, I Pads en wat er aan vliegensvlugge communicatiemiddelen te koop is. Eugenie voelt zich daartussen af en toe een over de datum geraakt zandtaartje... Zoals het hoort op deze leeftijd, vergeeft ze zichzelf goedmoedig.

"En wat nu Paul?"
"Ik zal erheen moeten."
"Op stel en sprong?"
"Ik bel morgen en maak een afspraak met de Nederlandse politie."
"Maar ga dan pas als we in ons vakantiehuisje zitten." Vanonder het hoog opgetrokken dekbed volgt ze hoe hij bedachtzaam met zijn pyjama naar de badkamer verdwijnt. Het voorstel is plausibel, maar hij lijkt te twijfelen. Het is of hij iets voor me verbergt, fleemt het in haar. Sinds die middag aan de haven is hij anders, al lijkt het tussen ons volkomen ontspannen. Ik kan er de vinger niet achter krijgen.
Een stekend vermoeden belaagt haar, maar ze weigert negatief te denken. Paul zet de wekker, zakt soepel onder zijn dekbed en knipt meteen zijn bedlamp uit. "Morgen regel ik alles. Nu ga ik slapen."
Verbeeldt ze het zich dat hij haar iets kwalijk neemt? Wat dan? Is hij alleen voor zichzelf bezig met dat ik-regel-alles-verhaal?

Eugenie kan hem niet bewegen onbezorgd te genieten. Hij doet wel erg zijn best beleefd te blijven, maar hun samenzijn voelt ongemakkelijk strak en zolang hij haar nergens in betrekt is ze machteloos. Zij moet zichzelf geweld aan doen om hem niet op de vingers te tikken, een preek af te steken over het gevaar van afwezig gedrag. Zij heeft die knop leren hanteren om in het nu te leven. Menigeen veroordeelt dat als gevoelloos, maar daardoor verdwijnt geleden leed naar de achtergrond totdat je eraan toe bent en ze kent zichzelf: als de ander zich afsluit krijgt zij het benauwd.
Ze maken een uitstapje naar een geheel gerestaureerd kasteel, twintig kilometer verderop, alsof ze in afzonderlijke zeepbellen langs elkaar zweven. Het bijzondere waarderen, ervaren en delen lijkt te zijn uitgezet. Hun gezonnebrilde schaduwers dragen beiden een vuurrood shirt, als gedoodverfde tweeling, maar de gebruikelijke kwinkslagen daarover blijven uit. Alarmerend. Paul lijkt volkomen in beslag genomen door onzichtbare besognes en blijheid beklijft niet. Het is dat ze hem beter kent maar anders zou ze er snel klaar mee zijn. Wat moeten ze hier samen als ze langs elkaar leven?

Je kijkt ze wel tegen, maar niet in de kop, roept haar vader weer herhaaldelijk. De man is al bijna dertig jaar dood, notabene. Nu ze erover nadenkt is Paul al veel langer akelig stil. Hij lacht te weinig. Eugenie wordt ook keihard met zichzelf geconfronteerd. Daar heeft ze he-le-maal géén zin in. Niet nu. Deze toestand roept nare déjà vues op van veel dat verkeerd afliep. Haar mateloze vertrouwen dat werd geschaad. Afwijzingen, lasterlijke streken die haar reputatie bezoedelden. Achteraf bleek telkens dat ze te positief had gedacht. Het hele scala van gevoelens overrompelt haar opnieuw, of ze het wil of niet. Ze wil dat alles het zwijgen opleggen. Het mag niet in de weg zitten, maar de goede stemming en hun plan lijkt te strak omzwachteld, verzuipt in het schijnbaar onafwendbare gevaar van verandering. De situatie is nu echter totaal anders, drukt ze twijfels de kop in. Ze moet het loslaten: Die verdomde nacht mag niet alles kapot maken, vindt ze. Waar herkauwt hij op? Op haar, iets van zichzelf, de situatie of iets ongrijpbaar wazigs. Of is het juist te verschrikkelijk? Maakt hij haar er dáárom geen deelgenoot van? Niets kan ze ertegen beginnen, verdorie. Uiteindelijk berust ze in het vertrouwen dat het proces vanzelf tot oplossing komt en dat ze dan 'ad hoc' weet hoe erop te reageren... Ze voelt zich alleen. Hij ook? Het komt zoals het komt.

 

feedback van andere lezers

  • koyaanisqatsi
    Ik vertrouw dat Paultje niet (meer).
    Dora: Dan heb ik toch iets goed gedaan. Dank je voor je doorzettingsvermogen. Leuk om steeds weer iets van je te horen... Tot je aan het eind bent en dan? Dank je wel
  • bessy

    we waren een paar dagen weg{zingen in Trier wijnproeven en doorzakken!!!Wel lekker, ook een voordeeltje si dat ik hier en nu op dit punt meteen door kan lezen'tis spannend .... tot zo bessy

    Dora: Geen kater overgehouden? Tot zo Beske, zeg ik dan maar...
  • Wee
    Oef, is het wel waar dat Paul terug moet, of strakt hij zo zijn eigen plan?
    Je laatste alinea scalaat mijn emoties.
    x
    Dora: Paul moet wel weg, dat is zeker.
    Jaja, sommige dingen kun je niet voorkomen,,, Zij zijn geen robots... Dank je Wee
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .