writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

De ongecensureerde Marcus Antonius (12)

door Mephistopheles

Wat de reactie in Rome zou zijn op het naderende gevaar uit het oosten viel af te wachten, al kende Antonius Cicero goed genoeg om te weten dat zijn loyaliteit bij Brutus en Cassius lag. Wat Octavianus zou doen was een raadsel. De soldaten van de gesneuvelde Pansa waren naar zijn leger overgelopen omdat hij wederom diep in de geldbuidel getast had en ook enkele van Hirtius' voormalige legionairs vonden hun weg haar hem. Daarmee kreeg hij de beschikking over een aanzienlijke troepenmacht, wat de grootste reden was waarom Cicero hem op een zonnige namiddag vroeg of hij het commando wilde opnemen in de strijd tegen de legers van Antonius en Lepidus.

'En Brutus en Cassius dan?' was Octavianus' eerste vraag geweest, 'wie zal er dan tegen hen optrekken?'
'Ik zie niet in waarom we de strijd zouden moeten aangaan met hen,' redeneerde Cicero, 'onze belangen zijn er veel meer mee gediend als we met hen samenwerken. Antonius is diegene die de republikeinse belangen in de weg staat. Brutus en Cassius willen deze slechts dienen.'
'Brutus en Cassius zijn moordenaars,' spuwde Octavianus, 'en ik zal nooit met hen samenwerken.'
'Om een politiek staatsbestel overeind te houden moet je bereid zijn compromissen te sluiten,' zei Cicero op schoolmeesterlijke toon, 'je moet bereid zijn om je persoonlijke vetes op te offeren en je moet over de kundigheid beschikken niet te veel in de voorkeuren van je eigen ego verwikkeld te geraken. Je moet offerandes kunnen maken aan het hogere goed, omdat je een dienaar bent van de staat. Je individuele belang is ondergeschikt aan het algemeen belang.'
'En wat is het algemeen belang dan, Cicero?' vroeg Octavianus nors, 'die van de Romeinse oligarchie?'
'De senaat is representatief voor heel Rome,' reageerde Cicero patriarchaal, 'in haar lichaam worden alle belangen verenigd tot één groot collectief belang. Dat is het streefdoel en dat, mijn jongen, is de essentie van onze republiek.'
'Desalniettemin zal ik Brutus en Cassius niet de hand schudden, noch zal ik het zelfs maar verdragen als zij in mijn buurt zijn.'

'Probeer dat van je af te zetten,' zei Cicero, 'en denk eens aan de gevolgen! We zijn er veel meer mee gediend door met Brutus en Cassius samen te werken dan met Antonius, en we kunnen het ons niet permitteren met beide kampen in oorlog te zijn. We zullen partij moeten kiezen met iemand en na wat hij in Mutina gedaan heeft is niemand nog bereid om met Antonius in zee te gaan.'
'Dat heb je me al vaker gezegd,' antwoordde Octavianus geagiteerd, 'maar als jij wilt dat ik die twee verraders de hand schud wens ik in ruil daarvoor een compensatie terug te krijgen.'
'Ik luister.'
'Het consulaat.'
'Daar hebben we het al over gehad,' protesteerde Cicero onmiddellijk, 'en ik zal je nu zeggen wat ik toen al zei: je bent te jong voor het consulschap. Je moet minstens veertig jaar oud zijn.'
'Dan wil ik dat je een uitzondering voor me maakt, Cicero,' zei Octavianus, 'ik zal alleen vrede sluiten met Brutus en Cassius en ten strijde trekken tegen Antonius als u mij kan garanderen dat ik eerste consul van Rome wordt.'
'Zoiets hangt niet alleen van mij af,' weersprak Cicero, 'zoals ik al zei, je bent veel te jong. Zelfs als ik mijn uiterste best deed je als kandidaat voor het consulschap voor te stellen zou er te veel tegenstand zijn.'
'Dan weiger ik het commando over de strijd tegen Antonius te aanvaarden,' antwoordde Octavianus flegmatisch.

En zo kwamen ze er niet uit. Niet toen, niet ooit, want in de plaats van te wachten tot Cicero op de één of andere miraculeuze wijze toch nog van gedacht zou veranderen, nam Octavianus het besluit om zijn oude rivaal te gaan opzoeken. Waar Antonius zich precies bevond wist hij niet, maar volgens de geruchtenmolen was het ergens in het noorden, waar hij geduldig doch angstvallig het geschikte ogenblik afwachtte om terug te keren naar het politieke strijdtoneel. Wat er precies van in huis zou komen van zo'n geheime ontmoeting tussen hen kon Octavianus slechts naar gissen, maar het begon hem te dagen dat ze mekaar misschien nog goed van pas konden komen. Althans voor een poosje.

 

feedback van andere lezers

  • koyaanisqatsi
    Octavianus en Antonius... Schoon koppel... :-) Salve!
    Mephistopheles: hand in hand langs de Adriatische kust zullen ze wel niet wandelen nu ze verenigd zijn
  • Dora
    Ik word al moe van de gedachten ... Wat een dilemma's en wat een gekonkelefoes ... goed dat ik me er niet over hoef te buigen.
    Mephistopheles: ze moesten zich met iets bezig houden hé. Facebook en the bold and the beautifull bestonden toen nog niet
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .