|
< terug
vrijdag 9 december en tien 2011
10h: dit lijkt een zomerdag te zijn. Moest het vandaag geen winter zijn? Zelfs geen natte kus.
Gemoed: kleeft aan de aarde. Morgen zal het nog beter zijn. De bomen zijn niet helemaal kaal.
16h45: dagtaak gedaan. Weeral zekerheid voor meer dan brood op tafel. We doen het met twee. Duiven in de lucht.
In het park praat een vrouw tegen haar hond. Niet "met", want het beest verstaat het niet eens. Af en toe vergooit ze een stok. Hij apporteert. Hond met eierschaalvacht. Ik zie ook een man met een scheper die stokstijf duidelijk afgericht blijft staan.
17h: De schemer komt eraan. Ik kijk nog even om me heen. Daarna handschoenen aan. Wat heeft dit woord met schoenen te maken? De uitvinder had er een reden voor. Het is vanavond windstil en morgen gaat het regenen.
Wablieft?
Ik wil straks als het donker is sterren zien.
Dat bezien we nog wel.
18h: vollemaan verlicht de weg naar huis.
20h: dit is ondergrondse ruimte met twee.
Ochtend nadien rond vijf uur verbeter en schrijf ik mijn kladschrift met een klavier. Oorzaak en gevolg...een schreeuw om gelezen te zijn.
10 h: ik word geil. Het is imaginair zonder een redelijk getal. Cé is bijna gelijk aan a plus b-i en abc staat voor R! Neem mij niet kwalijk smeek ik niet. Soms moet ik nu eenmaal DIT schrijven. Wilt u het in mijn plaats voordragen want ik heb podiumangst.
Buiten zonlicht alsof het onmogelijk zou kunnen zijn. Ik voel haar lichaam in deze werkelijkheid nog.
Geen wespen of bijen meer. Ook vlinders zijn voorlopig verdwenen. Men noemt dit in dit land wintertijd. Waar is mijn hol? Het is stipt middag nu.
20h45: We gaan ondergronds.
|
