|
< terug
Dan liever de kou
'Alleen nog in het Noorden.'
Op Nederland 1 spreekt de weerman. Een nationale beroemdheid. Functiehalve moet hij van heel het land houden. Hij lijkt niet het intens denigrerende van zijn opmerking te vatten. Het is lullig voor de Randstad of Limburg om met rukwinden, winters hozen en omgewaaide schuttingen te maken te krijgen, maar Noordelingen zou het niet deren. Ze zien hen als een ondersoort. Vikingen. Stormkracht 12: peanuts.
'Mogelijk zon in het Zuiden.'
Eenmaal voor het raam echter trekt de wrevel over en looft David de voorspelling om zijn inhoud.
Het leven in de stad is van gemengde zegen. Woon je daar altijd in de buurt van het hoerenkwartier of ligt dat aan hem? Hij woonde aangenaam op de Stille Veerkade, op de Ruysdaelkade, later op het schilderachtige Bergschild in Deventer. Nu bewoont hij met zijn gezin een pracht van een monument in Grunn, maar ze kijken, midden in de hoerenbuurt residerend, aan de achterkant uit op een wildplassersparadijs. Staat de wind verkeerd dan irriteert de stank. Het zuur tast de fundamenten van het nationaal erfgoed aan. De mannen (en een enkele spetterende vrouw) gaan zonder enig historisch besef hun smerige gang. David mist de juffrouw van de retirade zeer.
Zijn zwager woont op het Schuitendiep. Het voordeel daar is de gracht. Het is leuker om op water te plassen dan in een donker hoekje. Dat klatert zo vrolijk in de bierkesdronken schemer van de valavond. Zwagers probleem is het moeten aankijken tegen de bungelende delen van studenten, Stadjers en Ommelanders. Bekwaam amateurfotograaf en in het bezit van een forse telelens zoekt hij nu een multimediaal podium om de smeerlappen te kakken te zetten. David bouwt graag websites, met de blokkendoosmethode, en ontwierp www.viezerik.eu voor hem. Dat wordt een succes, niets doet het beter op het net dan kutten en pikken.
Tijdens tafelgesprekken bij hen thuis is het al gauw: weg met die piscultuur, de overheid moet ingrijpen. Wat dan? De milieudienst reinigt het straatje smorgens en de straatverlichting is onlangs met 15% verbeterd. Je kunt moeilijk naast iedere potentiële barbaar blauw posteren. De misdaad vies maar zo gepiept. Je zou wat bordeelhoudende sportschooljongens kunnen inhuren, als nachtwaker, als vigilante, als paramilitaire reinheidssoldaat. Ook zij hebben belang bij een propere buurt, maar zijn zelf, een wijk verderop, actieve leden van het pisgilde (beter niets zeggen, geen steelse blik). Een oplossing is er niet, we leven pat.
Hun enige beklijvende hoop is dan ook het weer. Hoe natter en guurder en kouder hoe beter. Worden er winterse buien aangekondigd dan gaat er bij hen thuis een hoeraatje op. Wordt er harde oostenwind en gemene vorst voorspeld, dan roepen zijn vrouw en dochters en David in koor en om de moed erin houden in pseudo-Duits of met een zachte g: 'Die pikken gaan bevriezen!' Ook de jongsten in dit huishouden weten dat piesen met een stijve niet kan.
Met het hele gezin voor het raam. Het is weer waar de honden geen brood van lusten. De regen hard en gestaag en loodrecht naar beneden. Een vlagerige, ijskoude wind. Door de steeg schuift laveloos een drinkebroer, hoerenloper, gajes. Waar zo een bij normaal weer een en al Wil is, draalt hij nu en sleept verder zonder een spoor achter te laten. Al wat klatert, is een bescheiden applausje achter het raam.
|
