writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

sigaarvrouw

door warket

Sigaarvrouw

Een vrouw met kortgeknipt haar, gekleed in grijs mannenkostuum. In haar linkerhand een zwartlederen aktetas. Ze staat op het perron aan een doodlopend spoor. De locomotief die daar stilstaat, is met graffiti beschilderd.
Onbewogen als een marmeren beeld staart ze voor zich uit. Alleen de aktetas wordt van hand verwisseld met een regelmaat alsof ze de seconden innerlijk telt. Ik probeer me voor te stellen wat ze daar doet. Ze moet toch weten dat deze locomotief zonder wagon nooit vertrekt. Of wilt ze helemaal niet weg en wacht ze op iemand, haar minnaar of een vriendin?
Net wanneer ik wil weggaan, haalt ze een dunne sigaar uit haar binnenzak en tast ze zoekend naar een aansteker in haar zakken. Opeens kijkt ze mijn richting uit. Aarzelend wacht ik op een gebaar. Haar blik volstaat. Om van hieruit bij haar te komen moet ik de trappen af, twintig meter de tunnel door en dan terug naar boven. Hopelijk is ze er nog. Moest ze weggaan zou ik haar op mijn weg wel tegenkomen. Ik zorg ervoor mij niet te haasten, want dat zou ze tijdtellend merken. Ik wil niet overkomen als een hond die naar zijn baasje loopt.
Ze staat er nog. De sigaar heeft ze in een mondstuk geplaatst.
'Wilt u een vuurtje?'
Terwijl ik haar de vlam aanreik, vouwt ze nonchalant zoals sommige vrouwen dat kunnen, haar vingers rond mijn hand. Heel even raken haar ogen om zich daarna terug af te wenden naar het doodlopende spoor.
'Hij is niet komen opdagen. De vallei is nochtans oneindig mooi.' Voor het eerst hoor ik haar diepe en toch zachte stem, alsof het van buiten zichzelf komt.
'U maakt me nieuwsgierig.'
'Je hoeft niet u tegen mij te zeggen. De vallei ligt veraf. Je kunt ze alleen met deze trein bereiken. Wil jij me vergezellen? '
Ofwel is dit een grap of zweeft deze vrouw tussen fantasie en werkelijkheid. Alsof ze mijn gedachten kon voelen draait ze zich om. 'Dit voertuig is van mijn werkgever. Ik mag er gebruik van maken. Alles is gratis.'
Voorzichtig haalt ze uit haar aktetas een met de hand beschreven blad papier tevoorschijn. 'Je hoeft enkel dit contract te tekenen als je meewilt.' Ze kijkt me zo uitdagend aan, dat ik vergeet de inhoud aandachtig te lezen. Deze locomotief zonder bestuurder zal toch nooit vertrekken. Ze speelt en ik doe voorzichtig mee.
Ineens gaat de cabinedeur traag open, gedreven door een onzichtbare hand. De binnenruimte is gehuld in blauw gedempt licht. Pas nu valt het mij op dat het rijtuig geen glasramen heeft. Alles is blauw, ook de draperieën tegen de wanden. In het midden staat een glazen tafel met geurkaarsen en twee lederen zetels.
'Zet u. De trein vertrekt zo meteen. Je wordt bediend. Ik moet even weg.'
Nog voor ik iets kan vragen verdwijnt ze langs een haast onzichtbare deur en zet de wagon zich in beweging. Gek genoeg geraak ik niet in paniek. Integendeel, een euforisch gevoel maakt zich van mij meester.
Na enige tijd, al kan ik deze moeilijk schatten, komt een butler, keurig witgekleed de tafel dekken. Hij kijkt me opzettelijk niet aan, ook wanneer ik vraag waar de vrouw naartoe is en waar ze blijft. Nadat ik meerdere keren uitdrukkelijk aandring, vertelt hij, nog steeds zonder opkijken, dat ik alleen zal eten. Mevrouw komt later.
De maaltijd in het zilveren bord is me onbekend. Het proeft naar zee zonder zout. Hier hoeven geen sauzen bij. Ook de bubbels in het kristal zijn volmaakt.
Net voor wanhoop en eenzaamheid in me toeslaan komt ze terug in dit compartiment, omgekleed in een nachtjapon van zwart satijn en een hoed versierd met grijs-witte veren.
'Ik heb voor jou ook nieuwe kleren meegebracht. Trek die aan. Ik zal dansen voor jou. We zijn er bijna.'
Door dit nachtkleed heen zie ik de jukbeenderen van haar lichaam in een uitbundig dans. Net voor ik haar wil aanraken stopt de trein. De deur gaat open. Het dal ziet rood. Zwavelgeur. Boven geen hemel meer. We zitten ondergronds.
'Ik wil hier weg.'
'Dat kan nu niet meer. Je hebt een reis geboekt zonder retour.'
'Waar ga je heen?'
'Naar het doodlopend spoor.'

Donderdag 29 december 2011 vier uur 's morgens: ik word opnieuw wakker in de realiteit.

 

feedback van andere lezers

  • Wee
    Wonderlijk, zoals dromen veelal zijn. Gelukkig werd je wakker op de juiste bestemming.
    x
  • Mistaker
    Knap stukje.

    Groet,
    Greta
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .