writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Mermaphilia

door ovlijee

Wat doe ik hier in de maag van Jona's walvis? Me vrijwillig laten opslokken door een baarlijke zeeduivel, een goddeloos monster, zinneloos zeilend op een Noordelijke zee van draaikolken en misselijk makende baren. Zuchtend en kreunend en puffend en draaiend en kerend, slapeloze nachten als een geklutst, gedeukt, gebeukt, vermassacreerd ei. Dit kan slechts de hel zijn, een ratelende hongerige draak vuurspuwend aan de deur buiten mijn kerker. Meters naar boven, links, rechts, onder. Gedrukt in je matras, dan weer zwevend. Verlos mij uit dit krankjorum makende inferno. Reïncarneer me in Dante's Divina Commedia, herschilder me in Bosch's waanzin, geef me vleugels en smeltende was, laat me te pletter storten op de klippen van de Bosporus, maar bevrijd me uit deze ijzeren maag, immer luidruchtig verterend en blazend, nooit ophoudend, de smaak van bloed en braaksel in mijn keel : geen honger en dorst, of juist wel: verwarring in de aangebrande hersenpan. De duffe, muffe geur van zuurstofloos asemen, zurig, ferment, tot wanhoop drijvend, en een allesomvattend verlangen naar bewegingloze vlakte: gras en de geur van een meisjeshanddoek. En lopen met je ogen toe, klimmen in een ruwe boom, de schors en het mos dat je handen groen kleurt, en in de verte aan de horizon het klokken luiden van een kerktoren, pompeus, klaterend als zoet water, de zee is de hoer van de duivel, de bruid, de nemesis van elk landdier. Dit zijn waarlijk de barensweeën van het doodsverlangen, de zwangerschapsstriemen van een demon. Mijn ziel voor een strohalm. Pollen van goudkleurige gierst vermalen zich in de stroom van onevenwichtige nachtmerries. Met beide voeten op de Grond, aardkluiten tussen mijn overspannen tenen, verlangen naar stabiliteit, een horizon die roerloos de hemel verheft. In de peilloze diepte verzaakt mijn moed de hoop op redding. Wat rest is drijven, stuurloos, en fataal zinken, zinken, zinken. Naar de haaien, vergankelijk als rozeblaadjes, zwart als de inkt van een reuze-octopus met een papegaaienmuil, en giftige tentakels van een Portugees Oorlogsschip die je snijdend wurgen, en een onvervulbaar verlangen om nog één keer Manet's Déjeuner sûr l'herbe te kunnen aanschouwen, de zoete dauw op grassprietjes en de aardse geur van vers gemaaid hooi, een spelend veulen in de wei, ja, dat wijdse platteland, le plat pays, en het gegons van insecten, ja, in vruchtbare valleien en dalen, de wind aflandig, droog, vast en zeker, vastberaden als een landmeter die grenzen trekt en wegen scheidt. Meer nog dan water is zee wispelturige gepekelde wind. Water is een prostituee die lijf en leden geeft aan de hoogste bieder, zoals ieder vormloos wezen dat geen grenzen kent. Die van gedaante en hoedanigheid wisselende kameleon zonder huid, schubben of uiterlijk. Verraadt karakter zich dan werkelijk oppervlakkig omdat begrenzing vorm geeft? Wij lijden aan lichamelijkheid: aan zoveel diepgang gaan wij ten onder, met geheven hoofden. Wij zijn zeemannen.

 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .