writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Het geschrift van de melanoom. (2)

door toetast

Ergens in de verte hoort hij een vogel zingen. Hij luistert en glimlacht. Zijn ogen doet hij nog niet open, want hij wil ten volle kunnen genieten van dit gelukzalige ogenblik. Voor hem zijn dit de beste momenten van de dag. Hij zou nog liever dagelijks een uur afgeven dan deze minuten te moeten missen. Zeker in de winter. Koud en kil buiten, maar onder zijn dons ligt hij zalig en denkt hij aan zijn thuisland: Brazilië.

België is voor hem inderdaad al een hemel op aarde geweest. Naar een job heeft hij niet moeten zoeken en velen stonden als het ware in de rij om hem als vriend te leren kennen. Maar toch zijn er ook dingen die hij erg mist. Brazilië is een tropisch land. Warm, eigenlijk heet, zowel qua temperatuur als mentaliteit. Iedereen is steeds luchtig gekleed. Niemand loopt daar in das en pak rond. Het hoort niet bij het weer maar nog minder bij de cultuur.

Niet alleen de hoge temperaturen maar vooral de warmte van de mensen zelf, de passie en het vuur van de Brazilianen, maar ook hun puurheid, hun recht-toe-recht-aan mentaliteit, is hetgeen hem vaak doet smachten naar zijn thuisland.

Die Belgen zijn wel vriendelijk maar niet echt openhartig. Ze komen zo moeilijk los. En al zeker niet op de werkvloer. Het is hem hier vaak een beetje te formeel. Kan je echt beter werken met een das aan? Moeten die mensen echt altijd zo gemaakt vriendelijk doen? In Brazilië, nee, daar is iedereen echt.

Dat is het: die westerse maatschappij is niet echt, het is gemaakt.

Gemaakt door ondingen als prestige en jaloezie, goed opgeklopt door de media. Die vorm van - blijkbaar voor velen verslavende - media probeert hij dan ook zo veel mogelijk te vermijden.

Hij kan zich er zo in ergeren als mensen zeggen dat ze geen tijd hebben terwijl ze als halve idioten drie uur per dag gehypnotiseerd voor dat bakje liggen. Uren van hun leven tikken voorbij. Beseffen zij dan niet dat ze slechts één leven krijgen en het daarna gedaan is?
Nee, TV komt er bij hem nooit in.

Over die 'levenswijsheden' durft hij dan al eens filosoferen in die goddelijke minuten 's morgens vroeg terwijl hij op de achtergrond een vogel zijn lied hoort zingen. Zo'n vrolijk gefluit doet hem vandaag nog meer aan zijn bananen- en koffieland denken en hij beslist dan maar om zich nog even om te draaien en zich nog een paar minuten in de waan te laten dat hij zo meteen wordt gewekt door zijn zingende moeder in plaats van door de krijsende wekker.

Elke morgen zong ze haar zoon letterlijk een nieuwe dag tegemoet. Een dag die voor haar vol van hard labeur zou zijn, maar wel zou uitmonden in een gezellig avondmaal met het ganse dorp. Een feest waar de zogenaamde Belgische gastvrijheid nog wat van kan leren.

Heel haar leven werkte zij, samen met haar man, net zoals de meesten van het dorp, op de bananenplantage. Het verdiende genoeg om rond te komen maar een extraatje kan er voor hen nog steeds slechts heel zelden af. Ze hebben een hutje met twee kamertjes en dat is voldoende. De Belgische luxe kennen ze er niet, maar daar hebben ze geen nood aan om gelukkig te zijn.

En gelukkig, dat zijn ze, zeker nu, nu ze een leeftijd hebben bereikt waarop de rest van de gemeenschap voor hen zorgt, net zoals zij dat voor hun ouderen hebben gedaan.

Xavier heeft een heel goede band met zijn beide ouders, maar zijn moeder is hem toch het meest genegen. Zeggen dat hij veel karaktereigenschappen van haar heeft geërfd kan hij niet, want hij is geadopteerd, maar toch is het opvallend hoeveel ze gemeen hebben en hoe weinig woorden ze nodig hebben om elkaar te verstaan.

Net zoals hij is zij zeer intelligent en had ze - net als hij wel heeft gedaan - een mooie carrière kunnen maken in de westerse wereld. In de familie - de gemeenschap - de wereld - waar zij is opgegroeid was in die tijd geen plaats voor studeren, zeker niet voor vrouwen. Enkel fysieke arbeid kon eten op de plank brengen. Naarmate ze ouder werd, begon ze dat te beseffen en heeft ze er zich uiteindelijk bij neergelegd dat ze met die wetenschappelijke gave niets zou kunnen doen. Dat maakt het feit dat Xavier wel iets is gaan doen met die gave, des te specialer en hun band des te inniger.

Al bij al mag ze niet echt klagen. Een zoon die haar dromen waarmaakt en een man uit de duizend. Hij is intellectueel gezien niet echt haar evenknie, maar hij heeft wel alles voor haar over. Zoals het een iets te slimme Braziliaanse vrouw betaamt, houdt ze zich dan ook vaak van de domme. In Brazilië hoort het niet dat de man minder intelligent is / lijkt dan de vrouw.

Er zijn vrouwen die worden geslagen door hun man en het maar moeten redden met het beetje aandacht dat ze van hun vriendinnen krijgen. Haar man is tenminste een rots in de branding die het steeds voor haar opneemt, zelfs toen hij besefte dat hun huwelijk kinderloos zou blijven.

In Brazilië was het in die tijd de gewoonte te denken dat de vrouw de oorzaak was van het kinderloos blijven en daardoor kon een kinderloos huwelijk door haar man zonder problemen worden ontbonden. In sommige gevallen werd de vrouw zelfs verbannen uit de gemeenschap.

Maar haar man had haar nooit iets verweten, zelfs niet onrechtstreeks laten blijken. Daar was ze hem ontzettend dankbaar voor. In dat opzicht was hij dan toch wel een wijs persoon. Voor een Braziliaanse vrouw is het verschrikkelijk te denken je man geen kinderen te kunnen geven, maar het verzacht wel de wonde als hij daarmee schijnt te kunnen leven.

Toen ze reeds een 5-tal jaren getrouwd waren en de omgeving al - bijna openlijk - vragen begon te stellen, ging haar grote droom echter bijna in vervulling: ze voelde dat ze zwanger was, ze wist gewoon al na enkele dagen dat ze een nieuw leven in zich droeg. Beiden waren ze door het dolle heen, maar hun geluk heeft niet mogen blijven duren.

In haar zesde maand begon het mis te gaan. Ze voelde zich elke dag slechter worden en moest vanaf het begin van de zevende maand het bed houden. Twee weken heeft ze daar zo gelegen, veel nagedacht en heel wat boeken gelezen over zwangerschappen en complicaties, om dan de zwaarste beslissing van haar leven te maken. Ze besefte toen pas dat er geen andere uitweg mogelijk was. Ze moest dit doen voor haar man.

Ettelijke weken had ze al niet kunnen meewerken op de plantage. Haar man deed dubbele shiften en had nauwelijks tijd om op adem te komen, waardoor hij reeds vroeg op de avond insliep en niet is wakker geworden, toen ze is vertrokken.

Ze had een beetje geld opzij kunnen houden tijdens de eerste maanden van haar zwangerschap om haar toekomstig kind toch een beetje luxe, naast oneindig veel liefde, te kunnen geven. Ze besefte dat ze dit geld niet meer ging nodig hebben, dus stapte ze ermee naar de dorpsdokter.

Ze vertelde hem dat ze ondraaglijke pijn had en dat ze niet wist of ze dit nog lang kon volhouden. Ze veinsde dat ze geregeld flauwviel en moeilijk eten kon binnenhouden. De dokter concludeerde hieruit dat de mogelijkheid bestond dat de foetus in gevaar was en dat zelfs op korte termijn zijzelf haar leven zou gaan riskeren. De foetus moest weg.

Met het gespaarde geld, speciaal voor haar kind bijeengesprokkeld, moest ze nu de rit naar het ziekenhuis en de uitdrijving van de baby betalen. Het is toen dat ze is begonnen met rekenen en denken over de grote vraagstukken uit het leven. Ze wou het niet bewust meemaken dat haar tweede leven letterlijk uit haar werd weggerukt. Ze blokte haar geest van haar lichaam af door te tellen, door te denken over het waarom, door zoveel mogelijk namen van mensen te herinneren, door zich proberen voor te stellen hoe andere landen eruit moeten zien, hoe daar de zon opkomt, hoe daar de mensen leven.

Voor ze het goed en wel besefte was alles voorbij. Ze was terug alleen in haar eigen lichaam en liet haar geest weer toe zich met haar lichaam te connecteren. Het was voorbij, voor eens en voor altijd. Ze zal de woorden die de dokter zei nooit vergeten: 'Er zijn een aantal complicaties opgetreden na de uitdrijving. U zal daardoor nooit meer kinderen kunnen krijgen.'

Haar man heeft ze het nooit verteld. Ze maakte hem wijs dat ze een miskraam had gehad en dat ze binnenkort wel een ander kind zou op de wereld zetten. Maar in zijn ogen zag ze dat hij haar niet geloofde. Nooit hebben ze het er nog over gehad, maar ook nooit heeft ze kinderen op de wereld kunnen zetten.

Wat er uiteindelijk met het uitgedreven kind is gebeurd weet ze niet. Ze had gehoopt dat het het beste was om het nooit te zien en zelfs geen gedenksteen of iets dergelijks voor te voorzien. Daar nu op terugkijkend heeft ze spijt van die beslissing. Het is niet omdat je je kind niet hebt zien opgroeien in deze wereld, maar enkel in je eigen wereld, in je lichaam hebt voelen ontstaan, dat je het niet kan liefhebben, er geen dromen voor kan koesteren.

Het is na dit miskraam dat de maandelijkse pijnen zijn begonnen. Ze weet dat ze dan gedurende een dag of drie ontzettend veel last zal hebben van haar regels. Ze vertelt haar man dan altijd weer dat ze even moet gaat liggen. Hij weet wat ze bedoelt en weet tevens wat hij moet doen: haar met rust laten.

Elke maand, als ze weer dagen moest stilliggen, denkt ze er weer aan terug, aan die moeilijke periode in haar leven. Ze put daar kracht uit. Ze beseft dat ze zelf geen kinderen op de wereld kan zetten, maar dat neemt niet weg dat ze geen andere kinderen kan liefhebben.

Iedereen, niet alleen in hun dorp, maar ook ver daarbuiten, wist al van voor haar miskraam dat zij de perfecte moeder is voor alle kinderen die niet het geluk hebben van fantastisch zorgzame ouders te hebben. In die tijden was het vooral aids die deze kinderhartjes ziek maakten. Meestal werden zij niet ouder dan een jaar of twee voor ze aan longinfecties of dergelijke bezweken.

In de loop der jaren zijn er zo vele kindjes de revue gepasseerd, maar één is haar altijd bijgebleven: Rubii .

Op een dag, niet zo'n lange tijd na haar miskraam, lag er een mandje met dit kindje in voor haar deur met een briefje in het Engels.

Er stond slechts één zin in: 'Koester dit kind en heb het lief, ik weet dat u het verdient'.

Ze kende voldoende Engels om te weten wat dit wou zeggen. Geef ook een stuk van uw hart aan deze kleine, want hij kan nergens anders terecht.

Maar deze ene was helemaal anders. Er zat veel te veel leven in dit jongetje. Ze schatte hem een maand of drie, duidelijk de jongste baby die ze ooit had vertroeteld, maar hij maakte zelfs dan al veel meer kabaal, bewoog veel meer dan eender welk ander kind dat ze had ontvangen. Van wie de jongen is weet niemand, maar aan zijn te lichte huidskleur ziet iedereen dat hij niet van twee tropische ouders komt.

Voor vele dorpelingen was het in het begin moeilijk te aanvaarden dat er zo'n donkerblond kind tussenliep. Ze wisten allemaal dat hij waarschijnlijk het verstoten kind is van een Braziliaanse en een buitenlander, een toerist, die zijn vaderschapsplicht wenste te ontlopen. Het kind was echter veel te vrolijk, opgewekt en vol energie om te kunnen negeren. Hij zorgde er gewoon zelf voor dat iedereen hem graag ging zien.

Dit kind werd niet zieker en zieker, in tegendeel, het groeide als elk ander kind, begon te lopen, te spreken, te ravotten. Dit was een gezond kind.

Uiteindelijk is hij 18 volle jaren bij haar gebleven. Hij beschouwde haar als zijn moeder. Rond zijn tiende begon hij te beseffen dat het genetisch niet kon dat zij zijn ouders waren, maar nooit heeft hij het hun gevraagd. Het heeft echter tot zijn 15de geduurd vooraleer zijn moeder de moed had om het briefje, dat bij zijn geboortemand had gelegen, aan hem te geven. Er waren bij deze handeling geen woorden nodig. Hij las het, keek haar aan en omhelsde haar. Hij wilde helemaal niet weten hoe het juist allemaal zat. Zij was zijn moeder, genetisch of niet, hij zou haar altijd mama noemen en niemand anders.

Rubii was niet alleen gezond, maar ook nog eens beduidend slimmer dan de meeste kinderen van zijn leeftijd. Hij was dan ook de eerste uit de gemeenschap die een beurs te pakken heeft gekregen om in Rio de Janeiro te gaan studeren. Vier jaar heeft hij daar heel hard afgezien, nauwelijks iets van het leven gehad, maar wel altijd met schitterende resultaten naar huis gekomen.

Zijn grootste drijfveer was zijn moeder. Hij wist dat ze nooit de kans had gehad om iets met haar intellectueel vermogen te kunnen doen, dus wou hij haar laten zien dat ze toch wel aan iemand die interesse, die nieuwsgierigheid had gegeven om tot het uiterste te gaan om dingen bij te leren.

Zij was dan misschien wel eerder wetenschappelijk ingesteld, hij had naast een redelijk wetenschappelijk inzicht vooral een voorliefde voor talen. Na zijn studies sprak hij vloeiend Portugees, Engels en Frans, waardoor hij zo goed als overal in de wereld terecht kon.

Met zijn diploma van wetenschappelijke tolk op zak ging hij op ontdekkingsreis. Al snel vond hij het land waar hij wel een tijdje zich wilde nestelen. Na een paar maanden Amerika, waar hij snel gedegouteerd was van de grootheidswaanzin, en een paar maanden Engeland, kwam hij in België aan, een nat land aan de Noordzee ergens in het rijke West-Europa. Om zijn Braziliaanse achtergrond nog meer te verdoezelen - hij had al gemerkt dat zijn origine geen voordeel was bij sollicitaties - veranderde hij al snel zijn naam in de Franse versie. Hij gaat nu door het leven als Xavier.

 

feedback van andere lezers

  • Wee
    Prachtig geschreven en wát een mooi verhaal!
    x
    toetast: Thanks ! Is een belangrijk stuk voor de rest van het boek ...
  • joplin
    vlot verteld
    xx
    toetast: Thanks !
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .