writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Mijn bundeltje 5

door Hoeselaar

Mijn jeugd verliep heel anders dan door mijn ouders gepland. De eerste levensjaren werden gekenmerkt door grote armoede maar ook geborgenheid. Tot mijn vijfde verliep alles normaal, in zoverre men van normaal spreken kan in het Duitsland van net voor de oorlog. Met het begin van de oorlog en daarna de bombardementen werd opeens alles anders. Van toen af aan bleek elke dag een gevecht te worden tegen angst en het zinloze geweld dat maar geen einde wilde nemen.
Dagdagelijks schuilkelder in en uit, het geschreeuw van kinderen en volwassenen in veel te kleine ruimtes met maar een lampje van twintig watt. De verstikkende stank van zoveel mensen die zich uit vrees hadden ontlast. De luchtdruk die bommen verspreidden en die de mensen heen en weer deed slingeren op willekeurig neergeplante matrassen of kale kille stenen. Het gejammer van moeders om hun niet begrijpende kroost. het waren deze beelden met de daarbij behorende geluiden en de beklemdheid die ik nooit of te nimmer vergeten zal, al word ik honderd jaar.

Mama wat zijn dat voor geluiden,
moet ik daarvoor bang zijn.
Is het onweer of zijn dat bommen?
Mama blijf bij me
voel ik me zo klein.

Op m'n zesde werd ik vanwege de steeds erger wordende bombardementen door mijn tante en haar man een militair, per trein naar Neder Selezië een van de oostelijk gelegen deelstaten gebracht. Mijn moeder kon zich niet vrij maken omdat men haar opzadelde met verplicht vertalingwerk bij de Wehrmacht. Na een reis van meer dan twee dagen en nachten, steeds weer oponthoud door de vele bombardementen op spoorwegen kwam ik geheel onvoorbereid bij wildvreemde boeren terecht die in het zuidoosten van derde rijk en tegen de toenmalige Tsjecho-Slovaakse grens aan woonden. Tante had me mee door een leugen zover kunnen krijgen, want bij mama weggaan wilde ik zeker niet. De daarop volgende twee en half jaar bleken achteraf gezien de meest afschuwelijke van heel mijn jeugd te worden. Moeder had me een koffer vol met kleren meegegeven en zou me ook schoeisel en speelgoed in latere zendingen laten toekomen. Niets van dit alles werd me overhandigd, men verkocht alles nog voor dat het goed en wel uitgepakt werd. Het waren boeren die hun enige zoon moesten missen omdat der Führer hem aan het oostfront nodig had. Dus ik kwam juist op het goede moment bij hen aankloppen om na schooltijd zonder mijn eigen schoeisel in pantoffels en lappen rond mijn voeten op het land te werken
Toen na 'n jaar de enige zoon van die familie gehandicapt terug van het oostfront kwam, kon hij het niet aanvaarden dat er een vervanger voor hem gevonden werd.
Zijn frustraties wat dat betrof mocht ik uitbaden. Ik verbleef meer in de aardappelkelder dan dat ik het zonlicht zag, zijn ouders hadden niets in te brengen en moesten lijdzaam toezien hoe dat ik gekoeioneerd werd. Maar gelukkig kwam ook hier een einde aan al duurde het naar mijn gevoel veel te lang.

Telkens ik me eenzaam voelde
hield ik de pols tegen mijn lippen.
Dacht mama te ruiken voelde haar mond
niets of niemand kon me iets
zag haar kleed met rode stippen.

Zie me nog als klein uk
gezeten op haar schoot
kon mijn hoofdje vleien
voelde me klein en zeer in nood.

De aarden kelder was klein en stonk
naar rottende aardappelen en zuurkool.
Geen licht noch klank kwam tot hier
kon huilen niemand die het hoorde,
mijn kwelgeest vond weer zijn idool.

Zie me nog als kleine uk
mama's omarmingen heel ver weg
kon me niet aan haar wenden
toonde geen tranen dat was zijn pech.

Telkens weer moest ik het bekopen
hij had geen been werd afgeschoten.
Ik was de doorn in 's mans ogen
slaag en vernederingen werden mijn lot
al heel vroeg werd ik op appel ontboden.

Zie me nog als kleine uk
van niemand kreeg ik hulp nog lief.
Mama's handen bestonden niet
Was een vreemde geen hartendief.


17




Halverwege 1944 kon moeder me langs veel omwegen naar mijn grootmoeder en tante brengen, die ook voor de bombardementen gevlucht en in een plaatsje nabij Dresden en op een boerenerf vertoefden. Daar verbleef ik enkele weken samen met oma en m'n tante Gertrud en met haar zoon Peter totdat we hoorden dat het Russische front op nog maar twintigtal kilometers van ons af lag; De habbekrats we bezaten werd op een houten trekkar geladen en zo vertrokken we westwaarts. Omdat mijn tante ondertussen weduwe en aantrekkelijke was van lijf en leden, sloten zich twee Belgische ontvluchtte krijgsgevangen niet geheel zonder eigenbelang zich bij ons samengesteld gezinnetje aan. Ze zouden ons door alle barrières heen loodsten. Onderweg werd van alles wat eetbaar bleek gestolen om zes mensen heelhuids en gezond naar hun eindbestemming te loodsen. Deze voetreis duurde ongeveer zes weken en liep over een afstand van 830 kilometer. Hoe en waar deze ex gevangenen afscheid van ons namen is me ontgaan, achteraf waren we wel blij dat ze ons tot aan de rand van Keulen hadden bijgestaan.

Nog in de moederschoot was ik
geborgen naar morgen en verder.
Jij droeg me je was m'n herder
je was blij bij mijn allereerste kik.

Allereerste schreeuw enkel gold jou
je had al teveel geleden, pijn gehad.
Bij mijn eerste lachje zei je gevat
dit kereltje staat nooit nog in de kou.

Er kwamen veel slechte dagen waarin
je dacht ach was je maar nooit geboren.
Je had me door de oorlog bijna verloren
dit was de tijd van de grootste waanzin.

Verenigd met je zoon je enige kind
kon het leven nu pas echt beginnen
Je leerde me het leven te beminnen
dat alles in het leven met liefde begint

 

feedback van andere lezers

  • Danvoieanne
    KNAP geschreven.
    Hoeselaar: Dank je wel lieve Anne

    Willy
  • GoNo2
    Knap!
    Hoeselaar: Dank je wel Noël, fijn dat je me blijft volgen

    Willy
  • Wee
    Je raakt me, Willy.
    Wat een zware tijden, en je was nog zo jong ...
    x

    Hoeselaar: Het waren zware tijden die men als kind gemakkelijker weg steekt maar toch hangen blijven en je als mens vormen.
    Weer bedankt dat je me las.

    Willy
  • andremoortgat
    Als jonge snaak tussen 5 en 10 jaar thuis meegemaakt die oorlog
    Vader en twee broers in duitse werkkampen.
    Ik zag de duitsers in 1940 binnenkomen en later bij de bevrijding in 1945 de polen, canadezen, onze bevrijders
    Jouw relaas roept vele indentieke herinneringen op
    Hoeselaar: Ik geloof je beste Andre we zijn waarschijnlijk even oud, ik ben van 36
    Bedankt dat je me las en reageerde.

    Willy
  • joplin
    hoe aangrijpend, hoe hard
    hoe wreed tegenover een kind
    amper te vatten voor ons die geen oorlog kennen.
    xx
    Hoeselaar: En dan te weten dat er kinderen zijn die nog veel ergere dingen meemaakten en nog steeds meemaken zoals in Afrika of Azië, denk maar aan de kindsoldaatjes, waarover ik een gedicht maakte nadat ik een verslag zag dat me razend van woede maakte.

    Willy
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .