writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Dag,Bron en...opgedeelde versie 3

door katrijn

De gil gaat door merg en been, door muren en deuren. Zelfs door glas en oordoppen. Iedere gast van het motel wordt op brute wijze gewekt. Alle zeven de gasten besluiten op dat eigenste moment om nooit meer in het motel te overnachten. Bron vloekt. Luid, duidelijk en in zeven talen, waarvan er drie al niet meer gesproken worden. Hij staat buiten, ver genoeg van het gebouw om nog even ongezien te blijven. De koude ochtendlucht bijt door zijn trui en hij zet zijn kap op. Hij wrijft rillend in zijn handen en blaast warme lucht op zijn verkleumde vingers. Het afdakje waar hij onder staat is duidelijk een fietsstalling en biedt nauwelijks bescherming tegen de motregen. Waarom zijn stagiairs altijd vroeger dan de anderen? Dat meisje heeft Dag gevonden, dat is duidelijk.
Een sirene scheurt de stilte van de ochtend aan flarden. Bron duikt nog dieper weg onder het afdakje en kijkt naar de ambulance die hem voorbij scheert. Dag zal niet echt gelukkig zijn.
Zijn broer was niet wakker te krijgen. Bron had hem door elkaar geschud, geroepen, de radio luid gezet, een ijskoud blikje cola op zijn buik gezet en hem als laatste poging zelfs helemaal onder de douche gesleept. Maar niets had geholpen.
Hij was met geen stokken terug te halen. Dat was op zich niet zo zorgelijk, integendeel, Dag zou uitgerust zijn. Maar het feit was dat hij het aan niemand kon verklaren waarom er een dode in het bed ligt, zonder zelf de hulpdiensten te bellen. Dus had hij zich uit de voeten gemaakt.
Om half zeven, nog zo vroeg, had hij de eerste meisjesstemmen op de gang gehoord. Stagiairs. Dag en hij hadden zich de avond ervoor nog vrolijk over gemaakt. En toen had die vriendelijke oude dame gevraagd of dat ze lang wilden uitslapen.
'Nee, mevrouw,' had Dag monter geantwoord, zijn ogen blonken van het bier dat ze net binnen hadden en de gezellige warmte maakte hen een beetje overmoedig. Eerst doen, dan denken, was typisch iets voor Dag. Maar ze bleven nooit lang slapen dus waarom zou het nu anders zijn?
De meisjes van de hotelschool zouden hun kamer moeten opmaken en meer van dat…rond een uur of zeven, had de vrouw voorzichtig gezegd.
Geen probleem? De broers hadden een blik gewisseld en hun schouders opgehaald, in een identieke beweging waarmee de vrouw moest lachen.
Nee, uiteraard niet, ze zouden al weg zijn. Hadden een trein te halen en meer van die onzin. De vrouw had dankbaar hun kamernummer genoteerd op het blad en het blad aan de muur geprikt met een gele punaise. Bij de lijst andere taakjes.
Bron was het helemaal vergeten. De stemmen en het gegiechel aan zijn deur hadden hem ruw gewekt. Klaarwakker had hij liggen luisteren . Een seconde of vijf, terwijl hij zijn plannen in zijn hoofd op een rijtje zette. Hij was heel stil te werk gegaan, had zich aangekleed, Dag proberen te wekken en was nadien uit het raam naar beneden geklommen. Bron had ervaring in het wegsluipen uit kamers. Hij was kalm naar het afdakje gewandeld en staat nu als de eerste beste gluurder naar het venster te turen. Het licht brandt al. Een lijk in een kamer zorgt nogal voor herrie. En papierwerk. Bron heeft geen zin in één van die twee.
Hij hoopt nu alleen maar dat Dag wegblijft tot deze avond. Of tot op zijn minst op een kalmer moment. Als hij nu…
De tweede kreet is nog scheller dat de vorige. Bron weet al wat er gebeurd is. Het is nog wel eens voorgekomen. Maar zelden waren ze zoveel getuigen bij. En als er al getuigen bij waren, dan stuiven ze meestal gillend weg. Maar de wereld is veranderd, de mensen erin zijn meer gewoon. Niemand rent nu nog weg, nee, mensen bellen de hulpdiensten en blijven vervolgens staan.
Dag is terug van weggeweest. Bron gromt misnoegd, slentert naar de eerste bakker die hij vindt en koopt een nog warme croissant. Hij moet Dag ophalen, hoewel hij hoopt dat Dag fris en uitgerust is. Dan babbelt hij zich er zelf wel uit. Dag is een charmeur en mensen zijn meestal nogal naïef als het over zijn broertje gaat. Schattigheid is zijn sterkste troef. Bron wandelt al etend naar de kerk en gaat in het portaal zitten.
Hun vaste afspraakplek als ze elkaar uit het oog verliezen. Ze wachten per definitie een halfuur op elkaar. En dan is het duidelijk dat de ander in de problemen zit, als hij niet opdaagt. Bron vist een krijtje uit zijn broekzak en tekent doelloos lijntjes op de kinderkopjes voor de kerkdeur. De tijd gaat nu in…

 

feedback van andere lezers

  • Wee
    Dit stuk leest lekker, en niet te lang!
    Top, Katrijn!
    x
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 4

Uitstekend: 2 stem(men), 100%
Goed: 0 stem(men), 0%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 2 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .