writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

DAg, Bron en...opgedeelde versie 13

door katrijn

Hij zit op zijn hurken naast de bank en kijkt bezorgd in zijn gezicht. De opluchting doet hem gloeien. Hij is duidelijk al een poosje tegen hem aan het praten. Dag probeerde te lachen maar het gaat hem moeilijker af dan verwacht.
'Nee, die hillbilly's schoten me zomaar overhoop. Bende lomperiken. Waar was je?'
Bron kijkt zorgelijk en gaat met zijn handen door zijn haar. Hij heeft donkere kringen onder zijn ogen, een groene bizarre tint, een opgezette lip en een beurse plek op zijn kaakbeen. Zijn haren zijn duidelijk al dagen niet nauwkeurig in piekjes gezet en hangen er nu wat slap en troosteloos bij, wat toch wel uniek is voor Bron.
'Sorry,' Dag haat het als Bron er zo kwetsbaar uitziet. Zijn broer was de grote, de sterke, eeuwige optimist. Dit hoort niet.
''Laat maar. Mag ik slapen?' Bron fronst.
'Nee, je knijpt er tussen uit. Ogen open houden en tegen me praten, broertje.'
'Ik zal proberen.' Dag heeft niets te vertellen. Hij is moe, wil naar huis, zielig doen in een hoekje, een dag mokken over de kwaden van het menselijke ras en zijn lichaam laten helen. Of zijn lichaam laten helen door Aix, dat klinkt nog beter.
'Denk er niet aan, joch, je bloost er van.' Humt Bron tussen zijn tanden door en Dag verjaagt met pijn in het hart en in de rest van zijn lijf het beeld dat hij voor ogen had. Rust en vrede, dat heeft hij nodig. Bij nader inzien was hij beter wat langer in die kist gebleven. Bron schudt aan zijn arm.
'Dag, ik meen het. Je bent daar vorige week nog maar geweest, ze hebben je sporen vast opgepikt. Je kan nog niet terug, beloof het.'
'Jaja, goed, ik slaap. Niet dood, slapen. En haal verdorie dat lood uit mijn lijf, het brandt.'
'Alweer? Lap, ik dacht dat je de vorige keer je lesje wel had geleerd.' Bron trekt wit weg bij het vooruit zicht van het klusje dat hem te wachten staat.
'Ik heb er niet om gevraagd, Bron…'
De vier jongens gaan bij de deur staan en volgen het zachte gekibbel met grote ogen. Ze proberen te vatten wat ze horen en te koppelen bij datgene wat ze al weten. Dag ziet het gepuzzel, hoort hun brein bijna knetteren
'Ze blokkeren de deur,' fluistert Dag, met een heimelijk blik op de vier. Het gemurmel stopt. ' je kunt niet weg.'
'Je? Dag, ik ga nergens heen. Ik laat je hier niet achter, heb je die mensen al eens bezig gehoord?' Bron fluistert gejaagd, hij is bang. Dag kan het zien en hij weet dat hij zich zorgen mag beginnen maken, maar hij heeft het zo koud, ook al voelt hij het zweet op zijn gezicht, hij kan niet ophouden met rillen. ' Het zijn echte, ze weten veel. Ze lynchen je, broertje, zodat je zelfs thuis 4 eeuwen nodig hebt om al je vel weer bij elkaar te krijgen. Ik laat je hier niet achter, het is een heksenjacht.'
'Bron, we zijn de 21ste eeuw, in een beschaafde wereld. Mensen worden hier niet…' Dag zwijgt. Bron kijkt hem met één opgetrokken wenkbrauw aan. ' Juist', zegt zijn gezicht, ' en de kerstman bestaat echt.' Droom maar verder.
'Een executie, dat wordt het. En ze komen er mee weg omdat ze elkaar dekken. Ik laat je niet afslachten omdat zij…'
'Niet mijn eerste keer en ook niet de eerste waar we niets aan kunnen doen. Je moet weg, dit zijn geen debielen, Bron, als ze jou ook…'
'Zwijg erover, Dag, jij bent niet in staat om ergens, waar dan ook, naar toe te gaan en ik laat je niet achter. Einde discussie.'
'Maar…' Dags oren suizen. Hij weet dat het geen zin heeft om Bron te overtuigen, ze hebben dit gesprek keer op keer voordat hij terecht staat. Meestal vanachter tralies van één of andere stinkende, donkere kerker terwijl hij de handen van de rechter nog op zijn vel voelde. Of het stinkende zweet van zo'n viezerik kan ruiken in de kleren van Bron, omdat zijn broer een wederdienst moest doen voor die gesprekjes.
Dit is hier eigenlijk een verbetering. Niemand valt hem lastig of doet onkuise zaken.
Het gesprek is meer een gewoonte geworden. Dag weet dat Bron hem niet zal achterlaten en hij zou ferm ontgoocheld zijn mocht zijn broer hem zomaar in plan laten, maar ooit keert dit tegen hen en lopen ze allebei tegen de lamp. En dit zijn geen wereldvreemde middeleeuwers, dit zijn moderne mensen, met internet en de hele wereld ter beschikking. Dit zou wel eens zo'n dag kunnen zijn waarop alles gewoon misloopt. Bron staart somber naar buiten, alsof hij zonet ook dezelfde berekening heeft gemaakt en tot dezelfde slotsom is gekomen.

 

feedback van andere lezers

  • Annelies
    Oeioei, als dat maar goed afloopt. x
    katrijn: Uiteraard niet... :)
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 3

Uitstekend: 1 stem(men), 50%
Goed: 1 stem(men), 50%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 2 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .