writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Dag, Bron en...opgedeelde versie 16 intussen

door katrijn

Hij was niet meer in staat om zijn menselijke deel te negeren, om mensen te laten opdraven als speeltjes en slaven. De inwoners van het Rijk, vooral de lagere klassen zworen hem trouw. Hij ronselde ook bij anderen. En deed iets wat op zich al legendarisch was: Dag verenigde stammen die al duizenden jaren oorlog met elkaar voerden. Het werd een guerrilla oorlog, met kleine snelle doordachte acties. Moran verloor steeds meer gezag en terrein. De bevolking boekte de ene overwinning na de andere. Dag was overal, leidde de acties en gaf mensen hoop. Hij belichaamde hun verlangens, deed datgene wat ze altijd al hadden willen doen: Moran wegwerken. De verliezen waren groot, Moran had een ware klopjacht op poten gezet. Ze executeerde in ieder dorp willekeurige mensen tot iemand wilde zeggen waar Dag en zijn vrienden waren. Dag gaf zichzelf uiteindelijk over om het bloedvergieten te stoppen …en hij eindigde in de kerker tot Bron hem kwam halen.'
Het blijft minuten lang stil in ' In den droge hoest' als Marjolein zwijgt en haar glas leegdrinkt. Een uniek moment voor het café. Iedereen kauwt bedachtzaam op de aangeleverde nootjes en kijkt naar buiten terwijl ze de geschiedenis van hun niet zo welkome gast verwerken. Het is de dokter die de stilte doorbreekt met een kuchje. Ze kijken allemaal op, blij dat iemand iets beslist.
'Dus ze komen jou niet halen, meisje.' Marjolein lacht, een sprankelend geluid waardoor de sfeer uitklaart, ' Ik denk dat Dag de laatste persoon ter wereld is die me zou uitleveren. Kom, Leo, dan gaan we kennis maken.'
'Dat is alles wat we moesten weten.' De dokter maakt zich los van de toog, zet zijn hoed op zijn grijze haren en samen met Marjolein en het hele gastenaantal van het café , steekt hij de straat over, richting te bank.

Trouw tot de dood of iets gelijkaardigs ons scheidt.

Dag schrikt op van het lawaai. Hij heeft geslapen. Maar het kan een uur geweest zijn, 400 jaar of slechts een fractie van een seconde. Hij is het besef van tijd kwijt. Hij tast naar zijn mes, dat onder zijn kussen moet liggen maar vindt niets. De wereld smelt samen in een kroes van pijn en stemmen als hij overeind komt. Oeps, vergeten.
Bron zit tegen de grote vensters, zijn rug naar de wereld gekeerd, zijn knieën opgetrokken. Hij kijkt tegelijk met Dag op, maar de oprukkende massa buiten. De broers wisselen een blik. Bron komt overeind en gaat tussen Dag en deur staan, zijn vuisten gebald. Dags hart slaat een tel over. Hij was al zoveel maal doodgegaan dat het hem niet echt ongerust maakte. Maar nu het voor het eerst in al die tijd voor echt lijkt te zijn, trekt zijn maag samen van zenuwen. Hij is bang.
Hij komt moeizaam overeind, negeert de pijn en het gevoel van uiteengereten te zijn en gaat achter de bank staan, zijn rug tegen de muur, klaar om zijn vel duur te verkopen.
'Doe niets doms, Bron, deze mensen menen het.' Dag staart naar de stevige schouders van zijn broer. Hoe lang kan hij hen op afstand houden? En wat mag hij vragen van Bron?
'Je kunt niet terug en daarmee uit,' sist zijn broer tussen zijn opeengeklemde kaken. ' Ik ga niet toekijken hoe die idioten jouw naar de vergetelheid sturen, terug naar die feeks.'
'Bron, alsjeblieft…'
'Hou je mond, Dag, en zorg dat je klaar bent om te rennen.'
Dag kijkt naar zijn blote voeten. Hij is niet klaar om te rennen, niet om te vluchten. Het belletje rinkelt vrolijk als de eersten binnenkomen. Volk!
De kleine ruimte stroomt vol met gapende, fluisterende en starende mensen. Bron schuift nu helemaal voor Dag. Dag ziet niets meer en concentreert zich op de stemmen.
'Jullie raken hem niet aan, begrepen. Laat ons gaan en we komen nooit meer terug,beloofd.' Ze zwijgen en staren. 'Alsjeblieft?' Bron klinkt smekend. ' Laat ons gewoon gaan. Jullie hebben je deel gedaan.' Bron kan heel oprecht smeken als hij inziet dan vechten geen optie is.
'Dag?' Dag gaat op zijn tenen staan en gluurt over de schouder van Bron. In het midden, achter de dokter en de priester en een bende bouwvakkers, staat er een meisje. Ze kijkt hem stralend aan. Dag fronst. Dit is niet volgens de gewone gang van zaken. Niemand kijkt zo opgelaten naar hem. Ze is mooi.
Met een schoonheid die hij herkent. Eentje van thuis. Hij verslikt zich bijna.
Ze willen hem uitmoorden terwijl ze zelf onderdak bieden aan eentje? Hij weet zeker dat iedere inwoner van dit verrekte boerendorp het weet. Wat ze is, waar ze vandaan komt.
'Bron, wat is er aan de hand? Wie is ze?' Bron gromt iets, niet van plan zich uit zijn concentratie te laten brengen door eender welke verschijning dan ook.
'Ik ben zo blij om je te mogen ontmoeten.' Helder, melodieus. Bron draait zich om naar Dag, de verbazing druipt van zijn gezicht. Een list, vragen zijn ogen. Dag haalt zijn schouders op.
'Ok, euh, dank je wel, denk ik.' Man, waarom kijkt dat wicht hem zo aan. Ze klapt nog net niet in haar handen van opwinding.
Bron recht zijn rug. Iedereen zet een stap naar achter. Er klinkt gemor als de eerste rij op de tenen van de anderen gaat staan. Bron schuift wat op zodat Dag naast hem kan staan.
'Goed, ik geef het op. Eerst maken jullie gehakt van hem en nu staan jullie hem aan te staren alsof hij het Lam Gods in persoon is. Wat is hier aan de hand?'
'Zij,' Dag wijst naar het meisje, 'komt van bij mij en al de anderen weten dat.' Brons ogen worden groot.
'Bedoel je dat ze jou wilden afmaken terwijl zij hier mag rondhuppelen? Hoe hypocriet is dat…' ongelovig schudt hij zijn hoofd. In Brons wereld zijn alle mensen even eerlijk en oprecht als hijzelf. En telkens is hij teleurgesteld als het een leugen blijkt te zijn.
Dag bekijkt het meisje goed. ' En ze is hier gebleven. Ha, Bron, ze is hier gebleven. Voor een mens. Man, daar zal Moran pist om geweest zijn.'
Bron bekijkt het meisje nu ook. Ze is best een schattig meisje. Zoals Dag onder de noemer 'schattig' valt. Maar dit meisje mist de wildheid die van Dag afstraalt. Daar waar mensen automatisch bang voor zijn, en geheel terecht. Ze is mooi, schattig en straalt liefelijk en charmant.
'Je meent het?' stamelt hij ongelovig. ' Nog zo'n gek zoals jij. Wat hebben ze met jou gedaan, kind, ook in stukjes…'
'Bron!' Dag klinkt scherp en Bron zwijgt. Daar wordt nooit over gesproken.

 

Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 4

Uitstekend: 2 stem(men), 100%
Goed: 0 stem(men), 0%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 2 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .