writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Dag,Bron en...opgedeelde versie 21

door katrijn

'Gaat het wel?' Het is Augustin die de stilte doorbreekt. Dag knikt en gaat recht zitten.
Zijn haren zijn bezweet en in de war en hij knippert overdreven met zijn ogen. Marcus moet bijna de neiging onderdrukken om de haren plat te strijken en zijn hand tegen het voorhoofd te houden. Hij staat versteld van zichzelf, zorgzaamheid is niet zijn sterkste kant.
'Sorry, ik draag normaal lenzen.' Hij klinkt zoals Marcus dacht dat hij zou klinken. Warm en zacht, ouder dan zijn gezicht. Met vaag nog het melodieuze ritme die eigen is aan de Oude Taal. ' maar ik heb ze niet ingestoken deze morgen. Ik word snel duizelig zonder lenzen maar ik had geen tijd. Nu moet ik het maar weten hé. Ik ben onmiddellijk weer weg..' Hij wuift hun bezorgdheid weg en perst een glimlach op zijn gezicht. Een heel vluchtige glimlach.
'Nee, blijf gerust zitten tot het weer beter gaat.' Glimlacht Jorik en Marcus kijkt hem vragend aan. Dit is niet de persoon waarmee je spelletjes wilt spelen, seint hij.
'Dank u…o lap,' het komt er zo hulpeloos uit dat Marcus' hart bijna breekt. Dag ademt diep in en uit in een poging de duizeligheid te overwinnen. Hij beweegt voorzichtig, doordacht. Alsof bewegen hem moeite kost.
'Dag!' ze schrikken op. Dag kreunt en kijkt op. ' Dus je bent eindelijk ontsnapt.'
Een oudere man duikt op en Marcus beseft dat ze plots wel heel hard opvallen nu iedereen aan zijn tafeltje komt. En dat was niet de bedoeling.
De man kijkt hen beschuldigend aan alsof zij de oorzaak zijn van de toestand van hun tafelgast en gaat ongevraagd op de stoel naast Marcus zitten, tussen Marcus en Dag in.
'Wat doe jij hier?'
Streng. Dag gromt iets.
'Gewoon een luchtje scheppen, dokter.'
'Gewoon een luchtje scheppen?' aapt de man hem ongelovig na. ' Hoe is dat nu toch mogelijk? Had ik niet gezegd dat je…'
'Ik werd gek in dat bed, ik moest er even uit.'
'Juist,' de man zijn wenkbrauwen trekken samen. ' En voel je je nu veel beter?'
Dag zwijgt.
Zijn bleke, bezwete gezicht en trillende handen zijn genoeg als antwoord. Dag oogt miserabel en de man knikt, min of meer tevreden met deze kleine overwinning. Hier was er duidelijk al een ferme strijd om gestreden en de dokter had een slag thuis gehaald.
'Dat dacht ik al,' zegt de man vaderlijk. ' De gewone manier, jongen, vraagt tijd en geduld. Blijf nog even in de zon zitten, doe wat frisse lucht op en dan zend ik binnen 10 minuten je broer om je op te halen, ok wijsneus?'
Dag humt iets. Duidelijk in zijn wiek geschoten omdat hij de man gelijk moet geven.
'Heren,' de vijf kijken verrast op als de dokter het woord tot hen richt, ' stoort het niet als hij nog even blijft zitten. Dag denkt dat hij onbreekbaar is, maar hoort in zijn bed. Iemand komt hem straks ophalen maar ik zou een geruster hart hebben als ik weet dat hij hier, op deze stoel blijft zitten.' De dokter klopt nadrukkelijk op de leuning van de stoel, alsof het een heel speciale stoel is.
Marcus slikt iets weg, het is niet eigen aan het menselijke ras om zich zorgen te maken over één van hen.
'Euh, natuurlijk kan hij blijven zitten.' De oudere man knikt vriendelijk, woelt in het weggaan door Dags haar en laat hen achter. Het wordt stil aan tafel.
Marcus en zijn mannen gluren naar elkaar en zo nu en dan eens naar de roerloze, witgetrokken jongen voor hen. Dag zit kaarsrecht in de stoel, met zijn handen om de leuning gekneld en zijn ogen dicht.
'Ze hebben op me geschoten.' Marcus kijkt hem verrast aan.
'O, dat is euh…'
'Omdat ze dachten dat ik Marjolein kwam halen om naar Moran terug te brengen.' Hij opent zijn ogen. ' Ze weten wie en wat ik ben. Zijn jullie hier voor haar of voor mij?' De vraag overrompelt Marcus. ' Want nu is het moment. Ik ben tot niet veel meer in staat, die mensenmanier om iemand op te lappen is één grote marteling.' Dag kijkt hen één voor één aan. Marcus kijkt als eerste weg.
'Voor geen van beide, heer. Wij zijn hier per toeval geland.' Het is Jorik die antwoordt. Dag glimlacht.
'Mooi zo, hoewel thuis nu heel aanlokkelijk lijkt, heb ik geen zin om in zo'n conditie Moran te eren met een bezoekje.'
Het meisje verschijnt opnieuw aan hun tafeltje.
'Dag?'
Dag kijkt op.
'Is alles in orde?' Haar ogen glijden over de 5 mannen. ' Marjolein zegt dat je beter naar binnen komt omdat…'
'Ik denk, Veerle, dat ik beter blijf zitten of je mag mij opvegen. En niet vergeten: verantwoording afleggen aan de goede dokter. Ik heb zo mijn orders.' Ze lacht om zijn luchtige, onbezorgde manier van praten, ' en zeg Marjolein maar dat het in orde is. Niets aan de hand.' Het meisje kijkt bedenkelijk.
'Maar die mannen zijn…'
'Ik weet het, Veerle, maar ik denk niet dat we ons zorgen moeten maken. Weet je toevallig niet waar mijn broer is.' Marcus volgt met stijgend ongeloof het gesprekje. Dit is iets nieuws. Hij had liever gehad dat Dag 5 kinderen aan het oppeuzelen was in plaats van deze vriendelijke, zelfzekere jongen waar iedereen oprecht bezorgd om was.
'Hij is in aantocht, Dag, geen paniek.' Dag ontspant en Veerle knijpt in zijn hand voordat ze hen, met een duistere blik op de 5 Grijze Slapers, alleen laat.
Haar ogen zeggen genoeg, als ze Dag een haar krenken, dan mogen ze rekenschap bij haar geven. Marcus glimlacht en knikt. Boodschap overgekomen.
'Ze geven echt om je.' Augustin kijkt het dienstertje na.
'Ja,' Dag klinkt een stuk stiller. ' verrassend hé.'

 

feedback van andere lezers

Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 3

Uitstekend: 1 stem(men), 50%
Goed: 1 stem(men), 50%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 2 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .