writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Dan, Bron en...opgedeelde versie 27

door katrijn

'Vergeet het.'
'Hoe bedoel je, vergeet het. Je hebt zonet verkondigd dat ik zowaar de oorzaak ben van alle ellende op de wereld en dan moet ik het…'
'Je overdrijft, Dag. Ik zeg gewoon dat als jij in de buurt bent er regelmatig wel eens iemand in een ongemakkelijke situatie komt.' Ze kijken elkaar met gloeiende ogen aan. Dag is furieus.
'O, is dat zo? Bedankt om mij daar nog eens op te wijzen. Wil je dat ik ga? Je moet het maar zeggen hé, als je in vrede oud wilt worden.' Bron zucht.
'Je stelt je aan, Dag. Hou er over op.' Sissend gaan ze in de clinch. Er wordt een hele ruzie uitgevochten met kwade blikken alleen. Alleen het meisje heeft oog voor de ruzie, waar de onderhuidse spanning van af knettert.
'Hallo mensen.' De oudste agent, een vriendelijk ogende man van vooraan in de vijftig wijst naar een aantal lege plaatsten. De anderen gaan zitten en Dag houdt zijn mond. Dit is nog niet over.' Het spijt ons voor het ongemak, het zal niet lang duren.' Hij kijkt naar het gezin van vier, waarvan de moeder extreem misprijzend rondkijkt en korte zinnen wisselt met haar al even zuurkijkende man.
De vader van Ada kijkt strak naar Dag.
'Sinds gisterenavond 20 uur is Ada verdwenen. Nog niets om in paniek te slaan maar ik heb vernomen dat enkele van jullie haar kort daarvoor nog gezien hebben. Als jullie je naam willen opgeven en gewoon vertellen waar en wanneer jullie gisteren Ada spraken of zagen, dan kunnen jullie weer naar bed. ' hij glimlacht naar de kleinste van het gezin, een joch van 12 die hem strijdlustig aanstaart. Het computerspel in zijn hand.
'Is Ada dat meisje met haar bruine vlecht en paarse bril?' de dochter fronst. ' Ik ben gisteren naar de toeristische dienst geweest. Ze was daar ook. Ze heeft me geholpen met een stadsplan. En onze wandeling.'
'En wanneer was dat? De andere agent noteert alles netjes.
Het meisje denkt na, puzzelt haar dag in elkaar. ' Zo rond 15u denk ik, want om 15.30 zijn we vertrokken.' Alle gezinsleden knikken naarstig.
'Dank u wel…en uw naam is, juffrouw?'
'O, Julie.'
'Dank u Julie.' De agent knikt en het meisje gaat tevreden zitten.
'Nog iemand?'
Het ouder koppel, die op het eind van de gang slaapt, bespreekt de foto waar Ada opstaat. Ze vitten enkele seconden met elkaar tot de vrouw het haalt.
'Ik denk dat ik haar gisteravond nog gezien heb.' Zegt ze vastberaden.
'Maar ze is het niet zeker,' kaatst haar echtgenoot terug, ' het kan eender welk meisje geweest zijn.'
'Nee, zij was het.'
'Hoe kan jij dat nu weten, je ziet bijna niets en…'
'Mevrouw, meneer…' de agent komt zacht tussenbeide voordat er een echtelijke ruzie ontstaat. Ze kijken allebei kwaad op. ' misschien moet mevrouw gewoon vertellen wat ze zag. Dan zien we wel.'
'Zie je wel, Marcel, zelfs meneer de agent gelooft me.' Marcel doet er wijselijk het zwijgen toe. ' Wel, ik zag haar gisteren zo rond een uur of zeven, net voor de soep, in het parkje hierachter. Ze was daar met die jongeman.' Haar vinger wijst naar Bron. Dag schudt ongelovig zijn hoofd. Ha, meneer verkondigt hier dat hij de oorzaak is van alle miserie maar hijzelf was wel heel dicht bij geweest. Dag wil er net een opmerking over maken maar Brons strakke gezicht houdt hem tegen. Hij zwijgt en kijkt naar zijn handen. Nu is duidelijk niet het moment. ' Ze waren bezig…wel, euh, ze zagen er verliefd uit en ik had het gevoel dat ik stoorde dus ik ben teruggegaan.'
'Jij hebt nooit het gevoel dat je stoort,' mompelt Marcel kattig maar iedereen negeert hem en kijkt naar Bron. Bron slaat zijn ogen neer.
'Jongeman?'
'Ja, meneer?' Dag staart naar de grond. Hij krijgt het niet over zijn hart om zijn broer aan te kijken en de gekwetste uitdrukking op zijn gezicht te zien. Hij weet hoe Bron kijkt als hij zo stil klinkt.
De agent kijkt hem vriendelijk en vaderlijk aan. Van Bron naar Dag en terug. De gelijkenis is des te treffender aangezien ze er allebei verward, net uit bed en zo goed als identiek gekleed bijzitten; De armen gekruist voor de borst, de voeten bij de enkels gekruist en met een bedachtzame blik. In een identieke pose. Ook al was het verschil in smaak en het bijhorende karakter overduidelijk, de agent had maar zelden 2 personen gezien die zo op elkaar leken.
'Zijn jullie broers?' Hij wijst vaag van Dag naar Bron en terug. Ze knikken gelijktijdig en de man glimlacht om dat gebaar.
'Een tweeling?'
'Ja meneer.' Dag kijkt naar de agent en dan naar Bron. Bron ontwijkt zijn blik en de agent fronst. Duidelijk een kink in de broederliefde.
'En jij hebt Ada nog gezien?' Hij richt zich tot de grootste van de 2, met wilde haren, vreemd uitziende tatoeages en tal van piercings. Maar de groene ogen zijn groot en onschuldig en hij straalt een rust uit die de agent niet zou toeschrijven aan de uiterlijk van de jongen. Dit is een degelijke vriend voor een deftig meisje als Ada. De kleine ziet er, ondanks zijn verwarde charme en grote ogen een heel gevaarlijk, listig en slim gastje uit. Een elegante charmeur met een verborgen agenda. Zijn eigen dochter zou niet met hem moeten thuiskomen.
'Vertel het maar gewoon, goed?' Bron zucht.
'Goed. Euh…Ada en ik hebben sinds een aantal weken iets met elkaar. ' hij glimlacht vaag, ' ze is een prachtige, stralende meid. ' de agent knikt met een warme blik. Bron is bij deze geschrapt van zijn lijstje. 'Gisteren hadden we een kleine picknick aan het beekje.'

 

Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 2

Uitstekend: 1 stem(men), 100%
Goed: 0 stem(men), 0%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 1 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .