writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Dag, Bron en...opgedeelde versie

door katrijn

'Ha, zie je wel dat ik gelijk had,' sist de dame triomfantelijk en Bron kijkt verstoord op.
'Wanneer is ze vertrokken?'
'Rond half acht, ze moest Matthias afhalen van de muziekschool.'
'Haar kleine broer dus. Hmm, ze is nooit bij de muziekschool geraakt. Heb je iets vreemds gemerkt?'
'Nee, meneer, ik ben meegewandeld tot aan de kerk, heb de licht van haar fiets nog nagekeken en toen is ze gewoon vertrokken Ik ben samen met Leo daarna gaan helpen in het café op het pleintje. We zijn de zaal aan het herschilderen.' Bron zucht diep. ' Als ik had geweten dat…'
'Nee, jongen, je kon het niet weten dus maak jezelf maar geen enkel verwijt. Nog iets?' Bron schudt zijn hoofd.
'Nee, meneer, niet dat ik weet.'
'Goed zo, dank je wel. En wat is je naam?'
'Bron.'
'Bron? Gewoon B-R-O-N?' De man spelt de naam en lijkt in de war van de 4 letters.
'Ja meneer.'
'Euh, goed dan.'
Ze lopen het hele rijtje af. Iedereen had Ada gisteren wel ergens gespot. Al die tijd lijkt de vader van Ada op springen te staan.
De agent probeert het de negeren maar kan het niet langer houden als de man met zijn voeten meermaals hard tegen de tafelpoot schopt.
'Mark!' zijn vrouw kijkt geschrokken op en Magda laat bijna de derde kan koffie vallen van schrik.
'Is er iets, meneer?'
'Hij heeft het gedaan!' Mark, Ada's vader veert overeind als een losgelaten veer. Zijn vingers priemt naar Dag, die voor het eerst opkijkt. ' HIJ HEEFT MIJN DOCHTER VERMOORD!' brult de vader en voordat de agent hem kan tegenhouden, stormt hij de kamer door, plukt Dag van de vensterbank en pint hem in één beweging tegen de muur. Dag snakt naar adem als de lucht uit zijn longen wordt geslagen. Het gezicht van Mark is op nauwelijks 2 cm van het zijne. Hij staart recht naar de talloze zwarte puntjes op de neus, vlak onder 2 donkere kringen.
'Hé!', De agent veert overeind. ' Laat hem los, meneer, zo los je niets op. Komaan, je doet hem pijn. Ga zitten en dan klaren we dit op.' Mark snuift minachtend.
'Wat heb je met mijn Ada gedaan, jij stuk…'
Dag doet amper een poging om los te komen. Hij staart langs het vertrokken gezicht van Mark naar Bron. En ziet het zelfde verwijt in de ogen van zijn broer.'
'Bron, alsjeblieft.' Mark laat hem onthutst los, kijkt over zijn schouder naar Bron en ziet een bondgenoot. Dag trekt zijn shirt los. ' ik heb niets…'
'Ik weet het, Dag.' Het klinkt standaard, alsof Bron het moet zeggen. Dag kent de echte gedachten van zijn broer en het doet hem duizelen.
Niet jij persoonlijk, maar je hebt er iets mee te maken. Je hebt er altijd iets mee te maken. Dag voelt het verwijt tot in het diepste van zijn ziel. Hij staart Bron aan, heeft niet door dat iedereen naar hem staart .Ooit had Bron hem beloofd om hem nergens de schuld van te geven, zolang hij er niets aan kon doen. Vandaag lijkt het moment om die belofte te breken.
'Dat meen je niet?' Bron kijkt weg.
'Je meent het wel. O, God, je meent het wel. Ik zweer het je, Bron, ik heb hier niets, niets en niets mee te maken.' Magda legt haar hand op Brons arm en de ouders van Ada kijken van de één naar de ander.
Al de andere gasten hebben vaag het ongemakkelijke gevoel dat er iets afspeelt waar ze buiten staan. Ze staren gretig naar de tweeling om niets te missen.
'Heb je er meer gespot, Dag? Hier in Vijfwegen en niets gezegd? Zijn er jagers ons op het spoor?'
'Bron, alsjeblieft.'
'Ik weet dat je hier graag bent, maar 13 weken op 1 plaats is te lang voor ons. Hebben ze ons gevonden maar heb je verzwegen omdat je gewoon bent geraakt aan je leventje? Eventjes moe van het reizen en dan maar iedereen in gevaar brengen die rondom je leeft, is dat het, Dag?'
Dag staat met zijn rug tegen de muur.
'Bron, wat bezielt je? Ik zou nooit…' Hij zwijgt en ziet Bron aan hetzelfde denken.
'Parijs en Louise, zegt je dat iets, broertje?' Dag slaat zijn ogen neer. De stilte hangt tussen hen in als een levend iets. Louise, Dag haat het meisje uit de grond van zijn hart ook al is ze dood en dat min of meer door zijn toedoen. Zo ziet Bron het tenminste.
Ze is datgene wat zo nu en dan zorgt voor hoogoplopende ruzies tussen de broers en ook al doet Bron heel hard zijn best om haar zelden als verwijt te gebruiken, soms flapt het er gewoon uit. En daarmee wrijft hij Dag keer op keer in wat hij opoffert om het leven van Dag veilig te stellen. Dag haat Louise en de premiejagers die haar zo bruut vermoord hebben nog net iets meer. Waarom moest dat stomme kind nu net in de buurt zijn???
Bron staat intussen recht voor Dag, waardoor het fysieke verschil enorm wordt. Dag krimpt in elkaar als hij de afkeer op het gezicht van zijn broer ziet. Brons hand duwt hard op zijn borst en houdt hem tegen de muur.
'Zijn ze hier, Dag? Wees mans genoeg en geef een antwoord. Ja of nee.' Bron sist in zijn oor. Dag voelt de lucht knetteren. ' Als ze hier geweest zijn, broertje, en ze hebben haar mee omwille van jouw lijf, dan vergeef ik het je nooit. Heb je dat verstaan?'
'Bron, ze zijn hier niet geweest. Ik ben het zeker, ik heb geen ene meer gezien. Geloof me, alsjeblieft. Ik heb hier niets mee te maken. Bron, zeg dat je het niet meent, zeg alsjeblieft dat je het niet meent.' Brons hand duwt nog harder en zijn ogen staan kil.
Dag schudt zich los van Bron, slikt iets weg en haalt diep adem. Hij richt zich tot de agent, die de ruzie met de grootste aandacht had gevolgd.' Ik heb Ada gisteren niet gezien, meneer. En dat kan Magda bevestigen. vanaf een uur of zeven lag ik in haar zetel, daar zo,' Dag wijst naar de zetel, waar zijn boek nog open ligt op dezelfde pagina als toen het gisteren uit zijn handen gevallen was, ' en ik heb geslapen tot 21u. Daarna heeft Bron me wakker gemaakt, ben ik naar mijn eigen bed gegaan en heb ik geslapen tot Magda ons wakker maakte, nu tien minuten geleden. Ik kan nog geen hele dag in de running zijn omdat ik…' en hij kijkt naar Mark, die duidelijk niet vergeten was dat hij Dag overhoop had geschoten, ' een ongeval heb gehad.'
'Niemand beschuldigt je ergens van, jongen.' De agent kijkt naar Magda die met een knikje Dags verhaal bevestigd. ' Hij is rond 17u binnengekomen, heeft een tas soep gegeten en is in de zetel gaan zitten om te lezen. Toen ik een kwartier later niets meer hoorde ben ik gaan kijken en lag hij al te slapen. Ik heb hem laten slapen tot zijn broer thuis kwam van zijn werk in het café. Deze mensen hebben ingecheckt terwijl Dag hier was, dus ook zij kunnen het weten.' Ze wijst naar een koppeltje in de hoek.
Dag hoort de rest niet meer. Hij sluipt de kamer uit en ploft op zijn bed. Zijn hoofd is te klein voor al zijn gedachten.
Hij mag Ada, echt waar. Ze is een schat van een meid, eerlijk en volledig toegewijd. En ze mag hem, wat de eerste maal is voor een liefje van Bron. Hij voelt zich volledig op zijn gemak met Ada in de buurt en alleen al daarvoor zou hij het meisje met zijn leven beschermen. Bron zou dat moeten weten. Het idee dat hij misschien verantwoordelijk is voor haar verdwijning, was het eerste wat in hem opkwam toen hij de ouders had zien zitten.
Maar het feit dat Bron dit ook had gedacht, had hem murw geslagen. Bron heeft hem nooit ergens voor veroordeeld ( behalve misschien voor Louise, maar ook daar waren ze min of meer eens dat het vooral de premiejagers waren en niet Dag die de bijl had gehanteerd die een nogal traag en bloederig einde aan haar leven had gemaakt. Er was gewoon een kwestie van een kleine persoonsverwisseling geweest) en er waren wel meer mensen per toeval om het leven gekomen omdat ze tussen Dag en premiejagers stonden. Op de verkeerde plek, op het verkeerde moment.
Bron had hem nooit de schuld gegeven.
Tot vandaag.

 

Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 2

Uitstekend: 1 stem(men), 100%
Goed: 0 stem(men), 0%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 1 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .