writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Dag,Bron en...opgedeelde versie 31

door katrijn

Waarin jij weer een beetje wijzer wordt in het leven van Dag en Bron en mijn hersenkronkels.

12 januari 1424
Bron blaast in zijn handen en propt ze onder zijn oksels. Hij staat bij het gloeiende vuur van Jacob, de smid, maar slaagt er niet in zich te verwarmen. De vermoeidheid lijkt hem eindelijk te kelen.
'Ziek, Bronwald?' De smid kijkt hem aan en Bron schudt zijn hoofd. ' Nee, moe, dat is alles.'
'Gaat het nog niet beter met hem?'
'Bron gromt ontkennend en hoest tegen de rook.
'Nee, en ik heb geen idee wat ik nog meer kan doen.' De smid maakt een medelevend keelgeluid, dat nogal haperige klinkt door de hoeveelheid roet in zijn longen en klopt verder.
Bron kijkt naar de ritmische slagen. Heel het dorp weet het intussen. Hij heeft hier min of meer een leven opgebouwd, eentje waar hij tevreden mee was. Had mooi geld verdiend, als enige in het dorp kon hij lezen en schrijven. Ze kwamen van heel ver om hem te zien.
Maar zeven weken geleden was hij te weten gekomen hoe het Dag was vergaan nadat hij was teruggekeerd naar zijn thuisland, nu meer dan 50 jaar geleden. Zijn thuisland, Bron noemde het altijd zo, in gedachten. Ze hadden afscheid genomen, met een zwaar feestje, op hun 18de verjaardag. De volgende ochtend was hij alleen wakker geworden, van Dag geen spoor. Zijn broer was voorgoed verdwenen. Dat was toch het plan. Bron had drie jaar gerouwd om het deel van zichzelf dat hij kwijt was en was toen langzaam beginnen opbouwen, voor zichzelf. Een echt leven.
Tot enkele weken geleden.
Het was in een kroeg geweest, met een bard die liederen zong. Het was een opzwepend wild nummer, met een trommel en een luit.
Bron was een vriend gaan opzoeken in de stad. Hij was er 2 weken gebleven en de laatste avond brachten ze door in de herberg. Hij danste met een meisje, een pul bier in zijn andere hand en genoot van ieder moment. Het leven in zijn dorpje was net niet zo boeiend.
Na drie strofes had Bron het door dat het lied over het Oude Volk ging. En Dag.
De liederen waren wild geweest, van oorlogen en veldslagen en zijn kleine broer als volksheld. Bron had trots geluisterd. Zijn ogen glinsterend van het bier terwijl hij zijn beker ophief in een stille toost voor zijn broer.
En toen kwam er dat deel van de overgave. En de straf van Dag en zijn kompanen.
Het had hem misselijk gemaakt. Hij had de bard aan de tand gevoeld, maar de man had gestameld dat iemand hem de tekst had bezorgd. Hij had hem wel mooi klinken gevonden en hup, het lied was geboren.
Bron had zijn actie goed voorbereid. Informatie gesprokkeld, beetje bij beetje. Mensen gesproken, andere wisselkinderen opgespoord en steegje per steegje die andere wereld heel nauwkeurig in kaart gebracht. En 2 maanden later had hij zijn eerste trip gemaakt en voor het eerst kennisgemaakt met Aix. Een vreemd, verwilderd wezen dat ergens menselijke trekjes vertoonde en hem heel erg aan Dag deed denken.
Aix sprak toen de taal van de Mens nog niet. Ze was jong, gewelddadig en nogal explosief in de omgang. Maar één ding hadden ze gemeenschappelijk: hun zorgen voor Dag.
Ze vormden een vreemd, opzienbarend duo in de wereld van Dag. Hij, groot, slank en strijdlustig tegen al wie zijn plan wilde dwarsbomen, met aan zijn zijde een meisje dat amper tot aan zijn borst kwam. Met een steelse, soepele tred en onmiskenbaar bloeddorstig.
Ze zaten uren bij elkaar om een plan te bedenken, een veilige route te vinden. En intussen bereikten de roddels over de zitting ook de buitengrenzen van het Rijk.
Bron en Aix waren klaar.
Aix leidde hem naar Hoogstad.
Net tijdens de openbare zitting, het enige moment waarin Dag niet omringd was door metersdikke muren.
Het was een kermisvertoon geweest.
Met een onwillig, gedwongen publiek. Iedereen had naar de grond gestaard en Bron had zich moeiteloos tussen het volk gemengd. Aix was ergens buiten de stad achter gebleven. Haar Volk had het niet zo op steden. Bron had zich een weg gebaand tot op de eerste rij. En toen pas had hij opgekeken.
Recht voor hem had er een meisje gestaan. Lang, slank, met een witte huid en lang los bruin haar. Ze had een rood jurkje gedragen en een rode bloem in haar haren. Ze stond op blote voeten.
Bron had naar haar gestaard, met een haat die hij niet eens van zichzelf herkende. Moran.
Het meisje sprak de toehoorders toe, niemand waagde het haar aan te kijken. Bron voelde de angst in de lucht.
'…bij deze, mijn trouwe mensen, zullen wij beslissen wat er met hem moet gebeuren. Zijn gedrag van de afgelopen jaren was dit land onwaardig. Hij verdient het niet langer om zichzelf een lid te noemen van dit trotse volk. Vanavond nog, voordat het helemaal donker is zullen wij hem verbannen. Maar eerst, dames en heren, gun ik jullie een blik op de verrader, zodat jullie nooit vergeten hoe verraad er uit ziet.'

 

Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 1

Uitstekend: 0 stem(men), 0%
Goed: 1 stem(men), 100%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 1 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .