writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Charlie 2

door GoNo2


Op m'n vraag om verder te vertellen, kijkt hij me aan met een nietszeggende blik. Plots herken ik die blik. Het is de blik van iemand die teveel heeft meegemaakt. Ik zie in z'n ogen hetzelfde leed dat ik ondergaan heb. Ik voel me een zielsverwant, een gelijkgestemde ziel. Na een lichte aarzeling vertelt hij verder…

Ik werd gepest op die katholieke school. Ik was wel enkele centimeters groter geworden, maar tegen die pestkoppen van het middelbare kon ik niet op. 't Waren allemaal heiligen, tot de meester op de speelplaats zich omdraaide. Dan vlogen ze als strontvliegen op me af. Aan m'n haren trekken, pootje-lap, in m'n maag stompen. Enfin, je kon het zo gek niet bedenken of ze deden het. Weet je dat ze een hondendrol op m'n stoel in de refter gelegd hebben? De meester zei:- ga nu allemaal zitten. Ik bleef natuurlijk rechtstaan, wat moest ik anders doen? Maar onze meester was gewend dat z'n orders direct uitgevoerd werden. Dus vloog hij naar mij en duwde me met geweld op die stoel. Zonder de reden te vragen waarom ik recht bleef staan. Ik kan je verzekeren dat op een hondendrol zitten helemaal niet leuk is. 't Is op den duur een plakkerig gedoe. Zeker in de zomer. Na een kwartier kon ik m'n eigen niet meer uitstaan. Ik moest bijna kotsen van de stank. Ik zag dat die twee van 't middelbare geweldig veel lol hadden. Ze zaten te zingen van: " er heeft er ene in z'n broek gescheten…" Dat liedje kon me niet schelen, maar dat ze op de koop toe nog vals zongen, dat was er teveel aan. Ik heb de soepterrine van de tafel genomen, ben naar die twee onnozelaars gegaan en heb ze over hun hoofden uitgekieperd. 'k Moet eerlijk zeggen dat het een opluchting was. Een schoon zicht was het ook. De vermicelli met slierten groenten hing als een gordijn voor hun verbouwereerde tronies. De refter stond op z'n kop, de meester ook. Maar die was yoga aan 't doen in de keuken…

Ik zie het zo voor m'n ogen. Een moegetreiterde jongen die door het lint gaat. Ik heb dat ook meegemaakt. De pesters werden niet gestraft, ik wel dus. Zo zal het bij hem ook wel gegaan zijn. Hij neemt een slok van z'n whisky, zet z'n glas voor m'n neus. Als een goede gastheer weet ik wat me te doen staat. Vullen is de boodschap. En waarom niet hé? Die fles staat hier toch maar te verkommeren. De inhoud is al blij dat ze buiten de fles mag, om te verdwijnen door een droge keel. Daar dient ze tenslotte voor. M'n ajuinsoep is bijna klaar, de niertjes mogen eruit. Om af te koelen voor de bazin in huis. M'n kat dus…

Weet je dat het geleden is van bij tante Prudence dat ik nog ajuinsoep gelepeld heb, vraagt hij me. Ajuinsoep met stukjes gebakken brood, des croutons, zei m'n tante altijd en daarop gemalen kaas. Dan een paar minuten in de oven. Als die soep op tafel kwam, moest ik moeite doen om niet de tafel onder te kotsen. De geur alleen al hé? Hij kijkt me aan om te zien wat ik hierop te zeggen heb. Uitdagend. Is hij mij aan het testen, vraag ik me af. Ik begin eraan te denken hem met z'n klieken en klakken buiten te gooien. M'n vrienden kies ik zelf en niet andersom. Om mij te testen moet ge minstens een paar diploma's hebben in de psychologie en op de hoogte zijn van brainwashing. Anders kunt ge bij mij niets komen doen. Maar voorlopig zwijg ik nog. Waarom? 'k Weet het zelf niet. Vertel verder, vraag ik met enige aandrang, z'n opmerking over ajuinsoep negerend…

En weet je waarom ik die soep zo haatte? Nee, dat weet ik niet. Zeg het me, zodat ik het ook weet. Omdat ik die geur associeerde met m'n ouders. Ze stonken niet alleen naar de sterke drank, maar ook nog naar ajuinsoep. Als m'n vader een scheet liet, vielen de kaders van de muren. En als m'n moeder er ene liet vliegen, klopten de buren op de muur om te vragen of het niet wat stiller kon. Nu zit ik hier gezellig bij jou aan tafel en wat ruik ik? Ajuinsoep. Is het toeval? Daarboven is er ene die mij niet graag ziet, denk ik…

'k Zal hem maar niet voorstellen een kommetje soep mee te drinken, zo'n sadist ben ik nu ook weer niet. Ik neem de spuitbus uit de wc, spuit overvloedig de geur van lavendel in de keuken. Zo beter, vraag ik. Te laat, veel te laat, zegt hij. Mag ik je erop wijzen dat je hier te gast bent, vraag ik fijntjes. Ik begin er zo stilletjes genoeg van te krijgen. In mijn kiekenkot ben ik de baas, na m'n kat wel te verstaan. Hij schrikt op. Heeft duidelijk m'n reactie niet verwacht. Ik krijg al spijt van m'n uitval. Moet ik opkrassen, vraagt hij. Nee, je hoeft niet op te krassen, maar een beetje respect is toch niet teveel gevraagd, mag ik hopen. Sorry, 't was zo niet bedoeld, zegt hij deemoedig. 't Is al goed, drink nog een borrel en we zwijgen erover, zeg ik hem. Soms ben ik echt vergevensgezind hé? Hoe is het afgelopen in die school?

In die school? Niet goed hé. De meester is tussenbeide gekomen, z'n yogaoefeningen konden schijnbaar wachten tot later. Nu oefende hij z'n vingers door ze tegen m'n kaak te plakken. Hij sleurde me bij m'n haren naar de directeur. Ondertussen kreeg ik wat stampen onder m'n gat. De gang naar de directeur is nog nooit zo lang niet geweest. Er kwam maar geen einde aan. Razend was die vent. Niet meer normaal. Ik heb de schoppen geteld. Tweeënveertig in totaal. Strafschoppen, noemde ik dat toen. En iedere keer raak hé. Er is een goeie voetballer aan hem verloren gegaan. De directeur belde naar tante Prudence. Of ze eventjes langs kon komen. We woonden toen op amper tien minuten van de school, dus zou ze er rap staan. 't Kon me niets schelen. Ik zat onder de blauwe plekken en dat deed meer pijn dan een toekomstig sermoen van m'n tante. Ik werd van school gestuurd wegens te agressief. Ze hebben me nooit gevraagd wat de aanleiding was. Die pestkoppen konden op zoek naar een andere slachtoffer. Tante Prudence zat met de handen in het haar. Ze bleef daar maar zitten in het salon, met haar handen in het haar. Haar hoofd gebogen, zich afvragende wat ze verkeerd had gedaan. Bidden, veel bidden zou de pastoor zeggen. En hopen dat God of één van z'n heiligen je hoort. Wat moet ik met je aanvangen, vroeg ze me. Ja, dat wist ik ook niet zo gauw. Misschien moet je terug naar m'n broer gaan? Gaat niet, zei ik, ze zijn hun ouderlijke macht kwijt. Jezus, was ik vergeten, zei tante Prudence. Hoe kan je nu Jezus vergeten, vroeg ik haar. Ze begreep me niet…

Ik stel voor om even de benen te strekken. We gaan op het balkon staan. We roken een sigaret. De avond is aan 't vallen. Het schemerduister komt opzetten. De vogels maken zich klaar om hun nesten op te zoeken. 't Wordt stil buiten. De wind ruist door de takken, de eerste druppels vallen. Ik geniet van 't uitzicht en ook van de stilte. Charlie is plots z'n tong verloren. Ik zie dat hij aan het denken is. vraagt zich waarschijnlijk af waarom hij me dit alles verteld heeft. Per slot van rekening kennen wij elkaar nog maar pas hé? Maar de meeste mensen die bij mij over de vloer komen luchten hun gemoed. Ik had biechtvader moeten worden. 'k Heb er aanleg voor…

't Is hier 's avonds wel stil hé, vraagt Charlie. Ja, meestal wel, behalve als ze bbq doen. Ze doen hier allemaal tegelijk hun bbq. Dan sta ik hier op m'n balkon te zeveren dat het niet mooi meer is. Al die verschillende geuren, om gek van te worden. M'n onderbuur heeft nog nooit gevraagd of ik mee aan wil schuiven. Zal niet mogen van z'n Filippijnse, denk ik. Mooi meisje en zeker als ze in bikini ligt te zonnen. En ze weet verdomd goed dat ik naar haar sta te kijken. Maar mij uitnodigen doet ze niet. Haren vent zit nochtans veel op z'n boorplatform, maar schijnbaar is ze niet eenzaam genoeg hé? Kijk, zie je die kat? Ja? Die heeft maar drie poten. En toch slaagt die erin om vogels te vangen. Ze sluipt als een panter naar een vogel en springt met drie poten even hoog als een normale kat. Wat dus wil zeggen dat die kat zich aangepast heeft aan haar handicap…

Na deze beschouwing is het even stil bij Charlie. Hij vraagt zich nu hoogstwaarschijnlijk af wat ik hiermee bedoel. Niets. Misschien wil ik hem erop wijzen dat iedere mens moet roeien met de riemen die hij heeft. Maar ik veronderstel dat hij daar al lang achter gekomen is. Wil je echt geen kommetje soep? Ik kan het niet laten hé? De pot op met je verdomde soep, zegt hij. Je wilt toch niet dat ik je muren wegblaas als ik een scheet laat? 't Zit in m'n genen, geërfd van m'n ouders. Ik laat me niet van de wijs brengen. Z'n façade is langzaam maar zeker aan 't afbrokkelen. Ik steek de citronellakaars aan. De regendruppels vallen op de balustrade. Tik, tik, tik. Het lijkt wel een onzichtbare klok. Ik zeg tegen Charlie dat ik op het balkon blijf zitten. Er zit niet anders op voor Charlie om mij gezelschap te houden. Ik haal de fles whisky en een emmer ijsblokjes. 't Is lang geleden dat ik een gast nog zo verwend heb. Maar ergens heb ik er voldoening van. Charlie zegt niets meer, staart naar de volle maan. Mijn maan, de maan die ik probeer aan te raken. Ben er nog nooit in geslaagd. Zo dicht en toch zo ver weg…

©GoNo

 

feedback van andere lezers

  • ivo
    wow knap geschreven ...
    GoNo2: Dank u wel!
  • andremoortgat
    Leuke lezing.
    Mijn dag begint goed
    GoNo2: Dank u wel!
  • dorus
    knap
    GoNo2: Dank u wel!
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 6

Uitstekend: 3 stem(men), 100%
Goed: 0 stem(men), 0%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 3 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .