writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

loslopend wild

door yvespfgoudket

Loslopend wild!

Twaalf jaar was hij al buschauffeur. Leon had daarvoor op een bureau gewerkt als bediende en heel lang geleden nog als magazijnier en receptionist in een groot warenhuis.
Maar steeds was er de druk van de baas, 'is dat al klaar?'waarom doe je dat niet eerst?', 'ga je nu al naar huis?', 'je hebt weer fouten gemaakt' waren standaard opmerkingen in die periode.
Het was nooit goed en Leon wilde graag een job met veel verantwoordelijkheid, veel vrijheid en veel menselijk contact.
Vandaar dat hij buschauffeur werd.
Al twaalf jaar werkte hij bij de maatschappij. Dagelijks deed hij ritten van Lier naar de Rooseveltplaats en terug.
Twaalf jaar had hij, dankzij onze multiculturele samenleving en de laksheid van onze politiekers het nodige moeten slikken; gespuw, alle mogelijke beledigingen, bedreigingen, respectloos gedrag en meer van dat fraais.
Twaalf jaar was hij er in geslaagd een soort 'je m'en fou' houding te hanteren, hij had een olifantenvel gekweekt maar de laatste tijd, hij naderde de zestig, werd het hem moeilijker en moeilijker om al die verwensingen te slikken van vooral niet-Belgen.
'Het is crisis verdorie en die mannen worden niet geraakt, mijn ouders verdorie, hebben 45 jaar voor dit apenland gewerkt en krijgen als dank een pensioentje van 1000 euro per maand, zovele Belgen zitten in armoede terwijl de poorten wijd open blijven om al die niet-Belgen hier al het nodige te geven zonder dat ze ook maar één cent hebben afgedragen aan de economie van dit land' peinsde hij vaak onder het rijden.
En neen, hij vertikte het, om zoals zovelen een racist te worden, maar het werd moeilijker en moeilijker om niet zijn geduld te verliezen wanneer hij ze weer eens zonder iets te zeggen of zonder te betalen op zijn bus moest toelaten.
'Oh ja, de maatschappij ging meer kontrole doen op zwartrijden' hadden de bazen gezegd.
Die controle was ver te zoeken.
Men ging ook het migratiebeleid harder aanpakken, dit durfde men te zeggen nadat men net nog eens extra zes moskeeen ging subsidieren.
Leon werd misselijk soms van heel dat politiek spel. De werkende Belg mocht betalen voor de crisis en niemand anders.
Maar desondanks bleef Leon zijn job graag doen. Steeds zij hij tegen elke reiziger een goedendag alhoewel hij nauwelijks een goedendag terugkreeg. Het verkeer werd drukker, automobilisten agressiever, mensen nerveuzer en vlugger opgehitst. Het was moeilijk.
Die avond had was Leon bezig aan zijn voorlaatste rit richting Rooseveltplaats.
Hij had enkele sociale gevallen op de bus en een vreemdeling of drie toen hij het Sint-Jansplein naderde. Aan de halte stopte hij.
Zoals gewoonlijk geen Belg te zien, het was immers al elf uur 's avonds. De vreemdelingen stapten af en tegelijkertijd stapten er enkele anderen op.
'Weeral zonder te betalen' dacht Leon nog en waarschijnlijk had hij gelijk ook.
Dan reed hij traagjes naast de stoep naar het stoplicht.







Hij keek wat rond en voelde de depressiviteit weer toenemen. Dit was zijn stad, waar hij geboren was en het liep er vol vreemden. Daar een kebabzaak, daar een pitta-bar, enkele nachtwinkels en heel veel groepjes vreemdelingen die zoals gewoonlijk zomaar wat rondhingen op het plein.
Plots stond er een kleurling voor de busdeur en hij deed teken om de deur open te doen.
Leon knikte en deed dit. De man stapte op, zei niks en achter hem kwam een moslima die vreemd genoeg zelfs wilde betalen.
Terwijl Leon de dame haar wisselgeld gaf kwam de kleurling terug.
"Menier, de deur!"zei hij en hij wees naar de achterdeur.
Leon keek in zijn achteruitkijkspiegel en zag dat een viertal kleurlingen bezig waren de achterdeuren van de bus aan het openwringen. Leon opende dan maar de deuren.
De kleurlingen stapten op en inmiddels was het rood geworden. Leon reed door.
Halverwege het Sint-Jansplein kwam één van de kleurlingen naar voren gelopen.
Hij zei allerlei dingen in een vreemde taal die Leon niet begreep.

"U moet vooraan opstappen zoals iedereen meneer, trouwens heeft U een ticketje ?" vroeg Leon aan de zwarte man.
Deze was om een of andere reden heel erg gespannen.
Hij stond met gebalde vuisten voor Leon.
Leon wilde via de boordradio de dispatching oproepen want hij vreesde dat dit uit de hand zou lopen.
De kleurling bleef hem maar uitschelden en hem verwensen in één of andere taal.
"Als U vooraan opstapt is er geen enkel probleem!" zei Leon kwaad, hij kookte.
Even later draaide hij de Rooseveltplaats op en zette zich in het perron, dan opende hij alle deuren. Iedereen verliet de bus behalve de kleurlingen.
Leon keek rond. Op het plein was niemand te zien, zelfs geen enkele collega, wat uiteraard logisch was want dit was de laatste bus.
Leon voelde zich niet op zijn gemak en had zijn voet klaar om op de 'politiehulp gevraagd' knop te duwen onder het dashboard.
Maar het was te laat. De kleurlingen trokken de deur naar de chauffeurstoel open en sleurden Leon van zijn stoel. Ze gooiden hem in het midden van de bus en begonnen hem te stampen waar ze maar konden, hij kreeg klappen op zijn hoofd, stampen tegen zijn ribben.
Het werd zwart voor zijn ogen. De kleurlingen hielden pas op toen een voorbijganger merkte wat er aan de hand was.
De kleurlingen zetten het op een lopen en de voorbijganger belde een ambulance…



Eén jaar later.






Leon zat al sinds het incident in een revalidatiecentrum. Dokters hadden weinig hoop.
Hij was enkele minuten hersendood geweest en had maanden in een coma gelegen.
Leon zou nooit meer met een bus rijden hadden ze tegen Leon's broer gezegd.
Misschien komt hij nog uit de coma maar de kans is klein had een specialist gezegd…

"Goedemiddag mevrouw, wij zijn collega's van Leon Vertommen, wij komen hem bezoeken!" zei één van de zeven mannen aan de balie van het centrum.
Ze wilden al vroeger komen maar volgens Leon's broer had het weinig zin. Hij zou hen niet eens herkennen.
"Ah ja, Leon, eerste verdieping kamer negen, gaat U maar!" zei de receptioniste.

Leon was sinds twee weken uit de coma gekomen maar had hersenschade opgelopen, hij zou nooit meer met een bus mogen rijden en zeker nooit meer de oude worden.
Het was een serieuze klap voor Leon's familie. De daders werden nooit gepakt dus moesten
Leon's familieleden voor de zware kosten opdraaien.

"Hier is het!" zei Leon's beste vriend Armand tegen de anderen. Hij duwde zachtjes de kamerdeur open.
"Leon?" zei Armand zachtjes. Daar stonden ze dan, zeven volwassen mannen in de deuropening.
Leon zat in een aangepaste stoel, zijn armen en benen waren vastgebonden aan de stoel opdat hij er niet uit zou vallen, een kussen was achter zijn rug geduwd en voor zijn mond bevond zich een houder met een bekertje en een rietje. Leon hing als het ware in de stoel. Zijn mondhoek stond scheef en het speeksel liep op zijn pijama. Zijn linkeroog draaide weg, zijn handen waren verkrampt als de klauwen van een dode kip.
De mannen slikten.
Leon keek op. Eén oog staarde hen aan, een glazige blik, het andere oog draaide weg. Leon leek te willen rechtstaan maar het ging niet. Zijn mondhoek bewoog even alsof hij wilde glimlachen maar hij kon niet. Uit zijn rechteroog ontsnapte een traan die traag over zijn wang gleed.
De mannen werden er niet goed van.

Armand ging er als eerste naar toe en drukte even in zijn arm. Leon reageerde nauwelijks.
De anderen namen een stoel en zetten zich rond Leon alsof hij één of andere bezienswaardigheid was.

Het was stil in de kamer.

In Leon's hoofd was het nog stiller….voor altijd !

 

feedback van andere lezers

  • Ghislaine
    Je voelt het deprimerende karakter van het verhaal maar het mist nog enkele dingen. De busbestuurder voelt het onheil aankomen, maar lees niet de stress daaromtrent. Naar het einde toe, lees je een stervende man, maar hij voelt nog alsof hij werkelijk leeft. Beschrijf anders.
    De schoonheidsfoutjes: In het begin staan de dialogen niet op een apart regel. Ook de alinia afstand is te groot. Misschien in de overloop van het ene stuk naar het andere drie puntjes zetten. Met wat slijp en schaafwerk komt die goed.
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 1

Uitstekend: 0 stem(men), 0%
Goed: 1 stem(men), 100%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 1 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .