writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Maneki Neko

door Ghislaine

Hoofdstuk 4

Alex en Marc zaten elk achter hun eigen computer. Pascal was nog bezig met het buurtonderzoek terwijl Morgane in haar notitieboekje zat te zoeken naar bepaalde interviews uit haar eigen buurtonderzoek. Niemand had haar iets zinnigs weten te vertellen over de bewoners van Tuinwijk nummer zes. Wel hadden ze allemaal het 'Stinkkot' als benaming gebruikt. En de enige die wel spontaan had gesproken, klapte dicht zodat ze naar de identiteit van de bewoner had gevraagd. Ze bladerde verder. Pieter Cox, eindelijk had ze het interview gevonden. Hij was de verpersoonlijking van een levende Kerstman..Op één enkel hiaat na. Hij zat in een rolstoel. Bovendien had ze hem gestoord tijdens de bereiding van het middagmaal. Spruitjes met zout spek en gebakken aardappelen. Het varkensvlees en de piepers beschouwde de man als een doodzonde op zijn anders zo strikt dieet. Al was daar niet veel van te zien. De rolstoel was goed gevuld met man. Ook de rest van de woning oogde hypermodern. De automatische stofzuiger was zijn trots. Het rotding had haar onderuit gehaald bij het verlaten van zijn woning. Ze hoorde nog zijn luide schaterlach, toen ze languit met de billen bloot op de blauwe loper in de gang lag. Nog nooit had ze zo snel een huis verlaten. Maar achter de andere voordeuren zat meer en veel dieper leed dan verloren potentie. Op Tuinwijk negentien woonden twee dementerende. In nummer eenentwintig zat een eenzame negentig jarige die iedereen heel goed gekend had, behalve de bewoners van nummer zes. Die kende ze niet en had daar ook niet de geringste herinnering aan. Morgane had de dame bedankt voor de hartelijke ontvangst en de koffie met heerlijk zelf gebakken cake. Aan de overkant van eenentwintig werd ze opgewacht door iemand van haar eigen leeftijd. Zo op het eerste zicht leek de jonge vrouw op een junkie. Vettige slierten haar tot op haar schouders, een jeansbroek die uit zichzelf bleef staan van het vuil en een coltrui die betere tijden had gekend. Toen de jonge vrouw zich voorstelde als Eline Meersman en er gelijk bij vertelde dat zij en haar broer zorg droegen voor twee oude dementerende, kreeg Morgane de indruk dat een buurtonderzoek in dit stuk Tuinwijk pure tijdsverspilling werd. Op het laatste blaadje van haar notitieblok stond een Duits nummerplaat.

Pascal Saenen belde aan bij het enige huis in Tuinwijk waar het licht nog brandde. Hij beende op en neer voor het raam om warm te blijven. Ondanks zijn warme jas, sneed de koude noordenwind door alles heen. Zijn handen werden stilaan gevoelloos. Na vijf minuten ging eindelijk de voordeur open, die even een zucht zalig warme lucht liet ontsnappen. De kolos die de opening versperde vroeg bars wat hij zo laat nog kwam doen.
"Een buurtonderzoek."
"Kijk flik. In dit huis bemoeien we ons met ons eigen zaken," klonk het van de fors gebouwde vent.
"Wie zijn we?"
Pascal gaf ondanks alles niet zo gauw op, al was het onbeleefde flik hem toch wel zwaar op de maag gaan liggen. De reus mocht niet op hetzelfde rietje doorgaan, want dan gingen alsnog de poppetjes aan het dansen. Een boete sorteerde vaak een goed effect.
"De familie Akkermans."
"Is dit uw vaste verblijfplaats? Zo te zien, bent u van mijn generatie en een beetje te jong om al in een bejaardewijk te wonen."
"Payback," dacht Pascal die stilaan genoeg kreeg van de vage antwoorden.
"Seg niet zagen. Niet op dit uur,"
"Dit kan ook op het politiekantoor, als u dit beter past."
"Ellendige kloot," dacht Pascal en liet het gezegde even doordringen bij de onwillige.
"Dat zal niet gaan. Ik kan niet weg en u binnenlaten is vragen voor problemen. Moeder heeft schrik van vreemde mensen.
"Alles gaat. Een kip gaat ook en haar knieën staan verkeerd."
Het gebulder dat volgde, leek Pascal overdreven. Hij had enkel een nuchtere vaststelling gedaan, geen dijenkletser. Maar het brak duidelijk de kolos zijn aversie.
"Hoe kom je erop? Die moet ik morgen aan moeder vertellen, als ze weigert te stappen tijdens haar kiné."
Wilde Pascal dat deze halve wilde meewerkte, dan deed hij er goed aan naar de toestand van de oudere dame te vragen. Pascal dacht gelijk aan een oud gezegde over vliegen vangen met stroop. Er volgde een korte uitwijding over een fikse valpartij waarbij de dame haar heup gebroken had, alsook hoe moeilijk het werkelijke verzorgen ging. Verrassend genoeg vertelde de baritonstem zijn beroep, dat van zijn vrouw en hun beider namen.
"Deskundige hulp waar u dan persoonlijk nog wat van opsteekt," onderbrak hij de waterval van informatie.
"Tuurlijk. De vrouw komt er zo aan. Moest ik nu niet gaan werken, dan trakteerde ik u op een frisse pint."
"Daar pas ik beleefd voor tijdens mijn dienst," waarna hij zich omdraaide en zag dat een zwarte Audi iets verder onder een lantaarnpaal stopte.
"Nog volk dat wakker is,"stelde hij vast en wist gelijk weer wat hij moest vragen. Gaston Akkermans, waar geen antwoord op terugkwam.
"Aan roddelen doe ik niet mee. Daarvoor moet je bij het vrouwvolk zijn man. Ik ga moeder in bed stoppen, me bokes klaarmaken en tegen die tijd is de vrouw weer hier Saluut."
De deur viel verrassend stil in het slot. Pascal besloot niet te wachten tot mevrouw Akkermans er was. Intussen zat zijn diensttijd er ook bijna op. Op straat passeerde de zwarte Audi geruisloos, zodat Pascal niet meer tijdig het kenteken kon noteren.



Hoofdstuk 5

De kille steriele ruimte van het forensisch mortuarium vertoonde een mozaikstuk van hallucinatie onwaarschijnlijkheid. De vloer lag bezaait met koffers in diverse uitvoeringen en merken. Het gaf iemand een goddelijk slecht karakter. Het echtpaar Buyschaart - Vanbrabant huiverde. Ze waren als forensische artsen veel tegengekomen maar dit sloeg alles. Het was te wreed voor woorden. Ze beschikten over te weinig ruimte om alle lijken op gepast wijze te onderzoeken en te catalogeren. Daarvoor hadden ze maar één voor de handliggende oplossing gevonden. De hulp inroepen van de begrafenisondernemingen zowel binnen als buiten de gemeente. Een taak die haar man Chris waarnam. Zij, Dorien was drukdoende elke koffer te voorzien van een sticker met de het karig opschrift : D. U. Deceased Unknown.
Niet alleen zij was ervan overtuigd, maar ook Chris,, dat men nog voor men deze resten ter aarde bestelden, ze allemaal een naam hadden. Zodat ze in hun laatste minuten op deze wereld weer mensen mochten zijn. Dorien kreeg het gevoeld dat de ogen op de foto's van vermiste personen haar beschuldigden aankeken, als ze even haar rug strekte. Het was alsof ze haar verweten dat ze niet de moeite loonden om gevonden te worden. De woorden, te min, te marginaal, dakloos, hoeren, tijdverlies en misbaar flitsten door haar gedachten. Ze waren totaal naast de waarheid. Elke botje, hoe klein ook was voor haar als antropologe de moeite. De moeite om zijn eigenaar terug te vinden. Maar hoe zij dacht, werd door veel rechercheurs anders bekeken en verwoord. Haar rugpijn werd een beetje dragelijker en ze begon opnieuw met stickeren. Nadat ze de laatste koffer, een zwart lederen voorzien had van een sticker, gingen de grote witte automatisch deuren open. Chris in het gezelschap van twee in het zwart geklede heren, die haar met een korte hoofdknik begroette.
"De koffers van één tot en met negentien blijven alsook zevenendertig. Met een beetje passen en meten kunnen er twee per koelcel gestockeerd worden. Maar die enkel voor de oudere koffers. Mag ik met klem eisen dat u deze koffers gesloten laat en ook het beroepsgeheid respecteert. Het gaan in dit geval om een delicaat onderzoek dat we niet in een of andere media willen terug vinden. Totale discretie!" klonk het eisend van haar. Intussen begon ze met het vullen van hun eigen faciliteiten. Haar zeurende rugpijn bemoeilijkte het werk. Een traag en moeizaam werkje voor de mortuariumvloer koffervrij was. Toen kon ze eindelijk aan de slag. Behoedzaam deed ze haar eerste koffer open. Zo'n naoorlogs bruin lederen ding, dat afgesloten werd met twee brede gespen op een andere kleur leder gestikt. Het corpus delict lag dubbel geplooid. De vingers staken in de oogkassen. Eerst nam ze een foto, daarna vulde ze het ante- mortumblad in. Om bij de botten te komen, diende ze eerste het vale vodje dat eens een truitje geweest was, door te knippen. Ze stak het in een plastic tas en verzegelde het door de rode plaktape te verwijderen. Daarna dateerde ze de tas op de witte sticker links onderaan. Daar mochten de mensen van het technisch team onder leiding van Mathieu Peeters zich op uitleven Heel voorzichtig haalde ze de voet uit de koffer, waarbij een teenbeentje loste, op de rand van de koffer afketste en op de vloer viel. Het geluid klonk als een donderslag. Vlug raapte ze het op. Fouten werken niet op prijs gesteld. Deze persoon was reeds geruime tijd overleden. Witte botten. Een zo goed geconserveerd skelet had ze nog maar zelden onder haar handen gehad, tenzij zie het zelf zo proper geprepareerd had.
"Kom je me even helpen? Dit is voor mij alleen te zwaar,"vroeg Chris, terwijl hij zijn handen in witte latexjes wurmde.
Koffer zevenendertig was een stuk van om en bij de twee meter. Zeker op verzoek ontworpen, want dit vond je nergens meer. Dorien twijfelde er aan of zo'n immens ding nog via het internet kon bestellen of kopen. Nadat de reuze koffer op de stalen tafel lag, keerde ze terug naar haar eigen onderzoeksruimte. Ze nam een rib, schraapte wat botweefsel weg voor verdere analyse en schoof het glaasje onder de microscoop. De rib ging onder een scanner niet groter dan een printer. Ze ging zo op in haar onderzoek dat ze zich wezenloos schrok van de luide krachttermen van haar man.
"Moet dat écht,"bromde ze boos.
"Je zou hetzelfde zeggen als je dit tegenkwam."
Nieuwsgierig ging ze naar de andere onderzoekstafel en staarde naar een lichaam dat nog bijna gaaf was op een immense buikwonde na. Hoe was dit mogelijk! Hadden ze een levende?
Ze hoorde haar man om een ambulance verzoeken met versterking van een medische urgentie arts. Dorien stak haar hand in de koffer. Het lichaam voelde niet echt koud aan. Aan de handen van het slachtoffer zag ze afweerwonden. Bij het inspecteren van de buikwonde, deinsde ze achteruit. Ze wendde zich af en ging langzaam weer terug naar haar eigen tafel.
"Je had me ook kunnen verwittigen van wat je echt gevonden had,"zei ze beschuldigend aan haar man. Hetgeen ze gezien had, reet een verse litteken weer open.
"Vrouw, we moeten er alles aan doen om deze twee erdoor te halen. Wat wij kwijt zijn, komt nooit meer terug. Maar verdient zij dit? Wil je haar dit aandoen? Werkelijk?"
"Wat als ze het niet redt of als ze al zover heen is dat redden niet meer kan? Kunnen we hen dit echt aandoen?"
Ze kreeg het woord 'baby' niet eens over de lippen.
"Helpen met de kruisproef om de bloedgroep vast te stellen. De rest ligt niet in onze handen maar we zullen alles geven wat in onze macht ligt," zei Chris, die weinig gediend bleek van haar tegenkantingen. Ze zag hoe hij daad bij het woord voegde. Ze volgde, hetzij dik tegen haar zin. Emotioneel deed dit zo gemeen pijn, dat ze liefst was weggelopen. Niet erg professioneel, maar dat nam ze dan op de koop toe.
"Bloedgroep O positief. Hebben we niet op voorraad. Kunstbloed kan ons uit de nood helpen tot er hulp komt."
Wat haatte ze de praktische kant van Chris; Alsof het voor hem de normaalste zaak van de wereld was, dit kindjes alles te geven wat in zijn macht lag, terwijl hij zijn eigen dochtertje langzaam had zien uitdoven. Ze begreep hem totaal niet maar zweeg. Het was hier niet de plaats noch de gelegenheid om hun persoonlijke ongenoegens te uiten. De automatische deuren zoefden open.
"Tony Gielen tot uw dienst. Waarmee kan ik helpen?"
Chris stelde hen beide voor en troonde de man gelijk meer naar de tafel waarop het slachtoffer lag. Dorien bleef naar het gele onding kijken omdat de deur hard dichtklapte. Veel te hard.
Geen wonder gezien de medische urgentie arts de knalgele wagen veel te kort op de deur had geparkeerd. Hopelijk bleef ze niet irritant open en dichtklappen. Een tweetal minuten later assisteerde ze twee artsen die onderling bleven overleggen wat de beste kansen waren voor moeder en ongeboren kind. Ze bemoeide zich er niet mee. Antropologie was een andere tak binnen het forensisch onderzoek. Hetgeen waar Chris en de arts mee bezig waren, was precisie chirurgie. Chris en Tony, besloten de wonde proper te maken, op risico dat er sporen verloren gingen, door het vuile zwaar beschadigde weefsel weg te branden en ze dan van een voorlopige hechting te voorzien. Het moedertje vocht voor het leven van haar kindje, zag Dorien op de monitor die piepte en lijnen tekende.
"Ze is erg verzwakt," stelde Tony, de urgentiearts vast.
"Hopelijk houdt ze het nog drie weken vol, voor haar kindje. Geeft ze het dan op, weet ze misschien dat het kind het redt" zei haar man, die omzichtig het meisje op het ambulancebed hielp leggen.
Dorien hoopt dat deze jonge vrouw er volledig door zou komen en het geluk mocht smaken om haar kind te zien opgroeien. Zo sprak haar verstand, maar haart hart sprak een totaal andere taal. Meer doorspekt met gemeenheid.
Schuilde er niet in ieder van ons een moordenaar?


Hoofdstuk 6

Hoofdverpleegster Janina Strauven liet haar wagen op de personeelsparking van rusthuis het 'Mussenhof' achteloos staan. Ze vergat zelfs de motor af te zetten door hetgeen ze bij het binnenrijden had opgemerkt. Van zulke dingen werd ze niet vrolijk. In geen tijd stond ze voor het hoge raam van het cafetaria en keer omhoog naar het balkon op de eerste verdieping. Met open mond zag ze een beschamend schouwspel. Léon Brepoels stond waarachtig poedelnaakt naar iedereen te zwaaien. Woedend trok ze het glazen raam van het cafetaria open
"Jaspers! Edemir! Naar één nu" sommeerde ze op een toon die geen tegenspraak duldde. De aangesprokenen maakten zich snel uit de voeten. Intussen nam Janina hun taken over. De vaatwasser was snel leeggehaald en weer gevuld. Nadat ze het apparaat startte, leegde ze de vuilnisbak. Ze kwam tot de vaststelling dat de onderhoudsdienst steeds vaker de kantjes eraf liep. Zoals wel eerder het geval was, hadden de vuilnisbakken weinig tot geen onderhoudsbeurt gekregen. Ze bracht de witte volle zak naar de stockruimte. Even deinsde ze terug toen ze de deur van het kot opende. Wat een stank. Nijdig sloeg ze de andere vuilbakken dicht en opende het raam. Het maakte niet uit welke tekst de directie boven de bakken liet hangen, iedereen veegde het bericht aan zijn laars. Deksels stonden open, de opgesloten aasvliegen vierden feest en het raam bleef potdicht. Terwijl de tekst duidelijk melding maakte van verluchten. Het leek erop dat alles wat hier rondliep en gestudeerd had, niet meer lezen noch nadenken kon. Het grijskleurig metalen vliegenraam voorkwam ongedierte. Zelfs was ze ook niet zo gesteld op ratten en muizen. De katten die over het terrein doolden, vormde eveneens een doorn in haar oog. Wat haatte ze die beesten. Wild trok ze aan de spoel met koord om de witte zak toe te binden. Het teveel dat door haar snok was vrij gekomen wond ze terug op de bol. De zak liet ze staan naast de groene container. Daarna haalde ze twee dozen luiers uit de blauwe rek en zag een bruin roestkleurig

 

feedback van andere lezers

Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 2

Uitstekend: 1 stem(men), 50%
Goed: 0 stem(men), 0%
Niet goed: 1 stem(men), 50%

totaal 2 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .