writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Maneki Neko

door Ghislaine

Hoofdstuk 40

Het aanhoudend rinkelen van de telefoon bezorgde Marc een stevige hoofdpijn. Zijn afschuw van medicijnen zorgde ervoor dat hij het innemen ervan, uitstelde tot zijn lichaam hem een halt toe riep. Wazig en dubbel zicht. Een teken dat het genoeg geweest was. Het noodzaakte hem om Chris op te zoeken. Vaak had de patholoog was medicijnen in voorraad waarmee banale pijntjes mee op te lossen waren. Na nog eens vijftien telefoontjes hield hij het voor bekeken en begaf zich naar het mortuarium. Zoals gewoonlijk brandde ook hier nog het licht.
"Dag witte? Weeral hier. Koffie of wat anders," vroeg Chris die aan zijn bureeltafel zat met een dampende mok koffie. De geur hiervan alleen al, maakte Marc misselijk.
"Een Dafelgan Forte. Barstende hoofdpijn werkt niet."
Chris stond recht en rommelde in de bruine ladekast onder het raampje dat uitgaf op de parking. Meestal zag hij alleen voeten en wielen.
"Brufen ook goed?"
"Doe maar."
"Een uurtje pauze zou je goed doen niet," stelde Chris vast terwijl hij een glas met water vulde en Mark de tablet in zijn handen duwde.
Marc dronk het glas in een teug leeg. Die grote tablet had hij niet eens gevoeld. Dorst sprak ook een woordje mee. Die droge mond was hij gelijk ook kwijt.
"We hebben een dertigtal bijzondere ontdekkingen gedaan en een evenredig aantal corpussen zonder aanwijsbare doodsoorzaken. Allen blijven tot overmaat van ramp ook naamloos."
"Welke bijzondere ontdekkingen," vroeg Marc.
Chris ging naar de blauwe deur. Nadat hij de code had ingetoetst opende de deur automatisch. Het duurde even voor de patholoog terugkwam met een groene gelabelde doos. Een teken dat de inhoud onderzocht was door het technisch labo van Mathieu.
"Wat hier ligt, is zo'n miljoen waard."
"U zei?"
"Yep. Mathieu heeft geen plaats om dit lang in bewaring te houden. Daar loopt ook teveel vreemd volk over de vloer. Niet dat onze mensen zich zouden schuldig maken aan diefstal, maar men kent niet iedereen. Zeker niet uit zonevreemde korpsen."
"Niet een spoor gevonden," vroeg Marc.
"Nope. Ik vraag me af wat die Lucky Cats in de koffers beteken."
"Een typisch kenmerk van een seriemoordenaar. Ze nemen iets weg en laten iets totaal anders achter. Zo werkt het voor hen," lichtte Marc toe.
"Tja, ik ben geen rechercheur hé. Maar ergens vermoed ik dat je twee moordenaars moet zoeken. Misschien wel drie gezien de laatste slachtoffers die op mijn tafel lagen."
Marc had even tijd nodig om deze denkpiste te volgen. In heel het radarsysteem draaiden enkele wieltjes in een verkeerde richting.
"Leg me dat eens uit," vroeg hij omdat er iets niet helemaal strookte met het dossier.
"Van de tot nu toe onderzochte koffers, heb je eenzelfde modus operandi, necrofilie. Dan tellen de laatste slachtoffers uit het rusthuis wel mee."
Marc grinnikte. Aan Chris was een goed rechercheur verloren gegaan.
"Wat je wil zeggen is dat de koffers twee targets hebben, die elkaar kennen en de laatste recente moorden gepleegd zijn door een copy- cat," resumeerde Marc de stroom van informatie.
"Het kunnen ook broers zijn. Of iemand die een vriend in zijn moorddadige bedrijvigheid heeft opgenomen. Mij verontrust enkel het niet vinden van een doodsoorzaak," zei Chris die zich niet echt wilde bemoeien met dit al moeilijk dossier. Alle kleine beetjes informatie leidden tot een oplossing, vond hij als patholoog.
Deze bevindingen gaf genoeg stof om over na te denken. Marc stond op en bedankte Chris.
Terug in de briefingszaal zonk hem echter de moed in de schoenen. Chris had bij wijze van spreken een bom onder het mogelijke profiel gelegd. Een dominante figuur die de moorden pleegden en een zwakkere die de slachtoffers zocht. Het enige wat in het ganse profiel overeind gebleven was, was dat het dat het om een mannelijk target ging. Over de leeftijd begon hij te twijfelen. Zijn eerste inschatting leek onmogelijk waardoor hij de leeftijd met tien jaar verhoogde. Zo kwam dit te liggen tussen de dertig en vijftig jaar. Dan bleef er nog een ander probleem open liggen. Lijken zonder organen. Het potentieel gevaar voor vergissingen. Een toxicologisch rapport zonder organen of bloed maakte de zaak alleen maar moeilijker. Het duidde enkel de juiste richting aan, maar daar bleef het ook bij. De printer braakte aan de lopende band papier. Scherm lezen bezorgde hem nog meer hoofdpijn die niet van wijken wist. Hij nam de stapel van de machine en las alles vluchtig door. Zodra hij weer achter zijn bureautafel zat, sorteerde hij de afgeprintte lijsten volgens geografische volgorde. De grote uitvaartcentra eerst om met de kleinste te eindigen. Daarna begon de controle op een naam. Een iemand had door de jaren heen de kans gezien om zijn buit onder te brengen bij zijn baas. Met een groene markeerstift duidde hij diegene aan die absoluut buiten de profielleeftijd vielen. Eens dat klaar, begon hij met oranje strepen te trekken over de vrouwelijke werknemers. Tussen alle bedrijvigheid in, opende hij inkomende mails en printte ze af. Met een rode markeerstift tekende hij bloedlijnen bij iedere mannelijke werknemer met de passende profielleeftijd. Hij reisde het land door zonder uit zijn bureaustoel te komen. Met de kleinere uitvaart bedrijven vlotte het iets minder. De stapel papier was drie keer zo hoog dan de grote en middelgrote uitvaartcentra. Super gefocust markeerde hij blad voor blad. Marc ging zo danig op in zijn werk, dat het 'You got mail" van het omnia solvit bord hem bijna de gordijnen in joeg.
"Onderzoeksrechter De Wulf gevonden in Ronse en in kritieke toestand naar het ziekenhuis gebracht. Collega's van Antwerpen hebben haar nog niet kunnen ondervragen. Toxicologische onderzoek verschijnt op je computer. In bijlage vindt je twee videobestanden. Nakijken!"
"Doe ik."
Het hoofd van Pascal verdween. Voor hij zich weer over de stapel papier boog, open hij het toxicologisch onderzoek. De hoge dosis Gammalinoleenzuur viel hem op, alsook Catharsiskever en verkrachtingsdrugs. Een bloedverdunner en de zogenaamde Spaanse vlieg. De verkrachtingsdrugs sprak voor zich. Wat had het eerste te maken met seks? Voor dat antwoord diende hij Chris weer te storen. Het videobestand bezorgde hem bijna een hartfalen. Het target had alles gefilmd!


Hoofdstuk 41

Ondanks dat de zon scheen, hing er boven het Mussenhof nog een nare nevel, die stonk. Johannes Bosmans liep samen met onderzoeksrechter Leon Vankampenhout de site af. De brandweerlieden en mensen van de civiele bescherming waren druk met het bergen van lichamen. Elke lijkzak die ze droegen bezorgde hem de koude kriebels. Johannes verachtte de dood, zeker op deze manier. Kwaad opzet. Volgens de brandweercommandant was de oorzaak een overgezaagde gasleiding en dat niet alleen. Verscheidene kleinere brandhaarden vormden een spoor waarvan men de oorzaak niet kon duiden. Dat was de reden waarom Michele Bono met zijn speciaal opgeleidde hond hier rondliep. De Rottweiler liep onophoudelijk met zijn neus op de zwart geblakerde vloer.
"Ocharme Narco. Dat moet ongelofelijk hard stinken," bekloeg Johannes in de gedachte de mooie hond. De stank was voor zijn neus al penetrant genoeg. Wat moest dat dan voor een hondenneus wel niet zijn. Honden roken honderd keer sterken dan een mens. Narco ging zitten en blafte. Een teken dat ook op deze plaats een brandhaard geweest was. Het enige wat Johannes zag, leek op zand. Zuivere roetzwarte zand.
"Hoe," richtte hij zijn vraag naar Michele.
"Mogelijk bevat dit zand residu van brandversnellers," legde de jonge politie- inspecteur uit.
"Het zal je neus waar wezen," mompelde Vankampenhout, die al een hele tijd met een zakdoek voor zijn neus liep.
"Ik pas. Vindt het zo al niks voor mijn neus," antwoordde Johannes, "Narco mag zijn snuffel hebben."
Maar dankzij de Rottweiler kon men ervan uitgaan de het mogelijk om een massamoord ging. Voor een terreuraanslag was deze locatie van weinig strategisch belang. Ongewild volgde Johannes de hond op de voet en liet de onderzoeksrechter in zijn eentje aanmodderen. Verwrongen staal wankel op z'n poten. Het kraakte zodra Narco erop, eraf en weer op sprong. Ging zitten en sprong er af. Duidelijk geen brandhaard. Maar waarom had de hond getwijfeld? Michele lichtte toe, dat het niet altijd zo makkelijk was om verschillende segmenten van brandversnellers die gemixt werden te onderscheiden, zelfs voor een speciaal opgeleidde hond. Dat hier iets gezeten had, wat mogelijk dit bed in lichterlaaie gestoken had, liet geen twijfel. Aan het kader van de vernielde branddeur ging de hond zitten en blafte. Johannes boog zich over de hond heen en zag het skelet van een dier liggen. De onderzoeksrechter vroeg om uitleg.
"Een kat. Lijkt me hoogst onwaarschijnlijk maar men weet nooit. Moest het wel zo zijn, dan mogen ze van mij die rotzak opknopen," klonk het bitsig van Bono, terwijl hij de hond aanlijnde. Voor Johannes was dit een aanknopingspunt voor de moorden die hier eerder hadden plaats gevonden. Hij nam zijn Smartphone en belde naar Marc Bonnarens. Mogelijkerwijze had dit misschien wel te maken met het dossier waarmee het Santiago team bezig was. Vankampenhout nam het gesprek over en verzocht om de naam van de zaakvoerder. Het gesprek duurde Narco wat lang. Ongedurig draaide hij cirkels rond de benen van zijn baas. Blafte tot ergernis van Leon, die Marc niet meer naar behoren verstond.
"Neem straks contact met je op. Hier wordt een beestje wat lastig," waarna Leon de telefoon terug gaf aan Johannes, die het in zijn jas liet verdwijnen.
"We gaan het resterende stuk van de brandgang onderzoeken," meldde Michele.
Johannes rilde al. Hij mocht dan een bonkige door de wol geverfde politieman zijn. Van brandladders afkruipen, stond niet in zijn lijst van favoriete bezigheden. Hoewel omhoog geen probleem vormde. Soms snapte hij van zijn rare vorm van hoogtevrees geen meter. Zwarte geblakerde muren, scheve deuren en een stuk waar men nog druk was met het afvoeren van lijkzakken. Ook al geen prettige manier om terug te keren naar buiten. Johannes hoopte van harte dat alle bewoners van dit deel van het rusthuis zonder pijn gestorven waren. Met zijn kin op zijn borstkas liep hij achter Bono en Vankampenhout. Klauwende roetzwarte handen, half in de deuropening. Geschrokken bleef hij staan. Wanhoop, pure wanhoop straalde dit beeld uit. Gruwel in heet diepste van zijn betekenis. Hij balde zijn linkerhand tot een halve vuist. De hand die hij zelf lang geleden verbrandde aan de lasbrander bij het herstellen van het tuinhek. Die pijn vergat men niet zo snel.
"Lijden. Hoe banaal klonken de woorden nu aan de overlevende van deze slachtoffers. Neen, meneer, mevrouw, uw vader of moeder heeft geen pijn gevoeld. Leugens," dacht hij wrang. Hoewel hij veel leed en horror gezien had, leugens om troost waren toch misplaatst, vond hij. De werkvloer maakte politiemensen hard. Veel te hard. Kon men de jonge mensen in de politieschool hierop voorbereiden? Hij dacht van niet. Hij prees zichzelf enkel gelukkig met een vrouw waaraan hij veel kwijt kon. Ook gruwel, zodat de drankduivel kansloos bleef. Beter een koel pintje in goed gezelschap dan dat het een vergeetput werd met een vals kantje. Het vooruitzicht dat hij zo weer op die hoge ladder naar beneden moest,zat hem niet lekker. In gedachte verzonken, botste hij tegen Vankampenhout op. Narco ging als razend te keer tegen een brandweerman. Michele had alle moeite om de Rottweiler tot bedaren te brengen. De beroete mannen verdwenen, maar Narco werd enkel driester. Michele liet de lijn los, waardoor de hond vrij spel kreeg. Narco verdween in de kamer waar net de twee brandweerlui waren buiten gekomen. Kamer in, kamer uit, drie keer blaffen weer de kamer in en uit. Michele betrad de kamer als eerste, Leon volgde en Johannes talmde en bleef in de deuropening staan. De kamer was nagenoeg leeg op enkel kleine vaten na. Geen bed, verrassend weinig schade en een grote kartonnen doos in het midden van de vloer. Voor het karton toonde Narco weinig interesse, voor de vaatjes ging hij door het lint. Blaffen, springen net zolang tot Michele er de deksels afhaalde. In de laatste dreven de lijkjes van zes cavia's .
"zie dat jullie dit stuk verdriet te pakken krijgen,"klonk het woedend van de jonge inspecteur, die een groot dierenliefhebber was. Johannes lichtte het deksel van de kartonnen doos. An Ravels! Ze mistte haar gordel, haar pantalon en haar slipje. Zonder een woord verliet hij de kamer en liep op de brandladder toe. Zijn pas verminderde aan het overlopende stuk beton, dat scheef in de gevel stak.
"Godvermiljaardenodeju," joeg de kraaien op de vlucht. Hij waagde de sprong, zijn linkervoet verloor grip, maar hij wist zich vast te klampen aan de steunen. Het optrekken van zijn enorm lijf verliep moeizaam. Het kostte kracht van elke spier. Als hij dan eindelijk op de zwart geribbelde vloer zit, haalde hij opgelucht adem. Onder hem reed een zwarte Audi A4 met gierende banden weg.
"Fuck."


Hoofdstuk 42

De motor draaide nog, al klom de temperatuur tot het kookpunt. De man achter het stuur keek tevreden terug om een geslaagde missie. Om dat te vieren, trok hij een blikje Jupiter open. Tien keer beter dan pilletjes. Roy nam voor alles en nog wat pilletjes. Pijn in zijn teen, een pil. Pijn in zijn goesting, een pil. Elroy was met dezelfde saus overgoten. Voor alles en nog wat, hup naar de medicijnkast.
Medicijnkasten waren soms een bron van inspiratie. Leuke inspiratie. Al had Elroy zich in een medicijntje verslikt. Een beetje teveel van goede dingen in een drankje verpeste de cocktail.
Een goede cocktail had een evenwichtige balans. Elroy had het lieve lesbische kind teveel yin gegeven maar te weinig yang. Zodat ze lang nadat Elroy al zijn zaad kwijt was, nog met haar kontje lag te wippen.
Wippen had voor Roy een andere betekenis. De associatie met de speeltuin. Net door diens speelsheid, had Elroy een speciale tafel gebouwd. Geen speeltuig voor slome Roy. Hij zou er zich geen raad mee geweten hebben. Net zo min als bier.
Bier, gin, wodka en Irisch koffie hadden ze dat dik flikkenmens opgevoerd. Yang om haar heropvoeding succesvol te maken. Perfectie. Net zo perfect als de naad van het bierblik waarover zijn zwaar beringde vinger voer gleed.
Gleed zijn vinger niet over een perfect mooie vulva? Hij liet zijn vinger voor de zekerheid nogmaals over de rand van het blikje gaan. Neen, zo perfect was het kutje niet geweest. De tafel was perfectie. Elke stoot die hij gaf, kwam terug. Ze masturbeerde zichzelf op zijn hand.
Een hand die een vuist werd. Een mokerhamer. De opening werd steeds groter. Anneke Ravels had een onverzadigbare put. Tot aan zijn pols ramde ze. Van puur genot begon ze te brabbelen.
Brabbeltaal die overging in gillen, zodra ze op haar hoogtepunt was. Dat gaf zo'n klere herrie dat het hem moeite kostte om er plezier aan te beleven. Maar hij had haar heropgevoed. Daar was het hem om te doen. Al deed hij weinig moeite.
Zijn geniale tafel was zo gemaakte dat An het grootste werk presteerde. Na een paar orgasmen kreeg ze haast en zette de zeilen bij.
Zeilen in de wind deed een schip varen van punt A naar B. Zij was op het B punt beland. Zijn pak kleurde hoop.
Hoop op een onvoorwaardelijk einde. Toen ze eindelijk de haven bereikte, was voor haar de lol eraf. Ook de missie zat erop. Diegene die daarna kwam, hield er andere maatstaven op na.
Koud, hard en stil.
Stilte viel echter te betwisten. Roy, de brave ziel kwam uit zijn lappenmand. Eiste tekst en uitleg waarom de vloer rood kleurde. Niemand verschafte uitleg. Roy moest zijn kop houden en braaf z'n pilletjes slikken. Dan verdween het rood vanzelf weer. Wat op verzet van Elroy stuitte. Die hield alles op een juist tijdstip, wat van Roy niet gezegd kon worden. Een luiaard en een hyperkineet, daar zat ruzie tussen.
De ruzie tussen die twee deed hem een radicaal besluit nemen om die kemphanen te liquideren. Dit keer ging het meisje in een doos. Retour aan afzender.
Het terugbrengen van dit pakje was bijna faliekant afgelopen. Stomme hond. Het beest had hem bijna verraden. Hij begreep niet waarom mensen zo gek waren met nestbevuilende vlooien bakken. Mocht de Rottweiler alleen geweest zijn, had hij er raad mee geweten.
Het hele geweten gedoe, deed zijn bloed nog koken. Spiky , de stomme idiote straathond. Het was door zijn geblaf dat pa door het lint ging. Het pak slaag had de man duur betaald. Ma vond het met haar dronken kop nog grappig. Het meisje op de stalentafel genoot en sperde haar slanke beentjes ver open. Of deed ze het voor de grap? Er was een duidelijk onderscheid in grapjes. Pa kon nergens nog mee lachen, nadat hij ontdekt had, dat koude , stille meisje zijn voorkeur genoten. De stalen tafel was zacht genoeg om grappige spelletjes te spelen.
Grapjes haalde hij heel graag uit. Grappige grapjes, geen flauw meisjes gedoe. Hij was altijd een brave jongen geweest. Misschien moest hij eens een grapje uit de oude doos in een nieuw jasje steken. Met dat plan in zijn achterhoofd, stuurde hij de wagen weer de weg op.

 

feedback van andere lezers

  • GoNo2
    Ik volg je!! Ben ik nu een stalker?
    Ghislaine: Neen hoor, wel een super lieve collega
  • danvoieanne
    Graag gelezen
    we wachten op het vervolg :-)
    Fijn weekend en vriendelijke groet.
    Ghislaine: Dank u voor het lezen
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 4

Uitstekend: 2 stem(men), 100%
Goed: 0 stem(men), 0%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 2 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .