writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

*Clandestien* - 45. SLOT: zoals de schrijver uit zijn pen kruipt

door Vansion

Hoelang duren verhalen? Hoe lang duurt een geschiedenis? Een jaar, een mensenleven of het aantal bladzijden van een boek? Werkelijk zijn de seizoenen. En de opeenvolging van dag en nacht. Want daar is geen ontkomen aan. Werkelijk is de weg die nooit een weg terug is. Maar daarbuiten is al wat ook nog tijd genoemd wordt fictie. Die verleden en toekomst al verhalend met elkaar verzoent. En nog niet en niet meer herleidt tot nooit meer en nog nooit. Afwezigheid is onzin, een hersenspinsel van de mens die zich verzet tegen verlies en zijn uiteindelijke verdwijning. Gemis bestaat alleen maar in je hoofd. Laffe hoop en dwaze spijt vermoorden de benieuwdheid die een mens leert leven.
Ik vertel je iets voor het slapengaan. Vandaag vertel ik je dat ik het laatste blad geschreven heb. En dat het een leugen is. Een toegegeven leugen. Die de waarheid laat zijn. De waarheid die louter is. Soms als een geheim. Maar altijd te ontzien.
Ik stap uit mijn verhaal, zoals de schrijver uit zijn pen kruipt . En voor de derde keer kraait de haan. Ik weiger te sterven in trouw aan het verhaal dat ik zelf geschreven heb.

In het begin was het woord en de chaos van de sterrenhemel. Mensen trekken onbestaande lijnen in de hemel die sterren met elkaar verbinden tot grote beer en kleine beer en leren hun kinderen wat ze zelf in de sterren geschreven hebben. Mensen verbinden woorden met elkaar tot zinnen die verhalen worden en leren hun kinderen van zin en samenhang. Wat verbindt een gebeurtenis met een andere gebeurtenis met een mens met een andere mens? Wat anders dan het woord waarin zin zich heeft gesteld?
De patronen waarin geschiedenis onthouden en begrepen wordt zijn telkens te herschrijven. Zo ook de lijn die ons verbindt.

Er is een kracht die mij belaagt met steeds weer nieuwe lijnen waarmee ik de oude overschrijven moet. Er bestaat geen kracht die groter is. Kosmisch. Hemels. Hels. Massief. Innemend mooi. Moordend mooi. Misdadig. Onweerstaanbaar. Spannend. Ontdekkend. Een kracht die niet te schenden is omdat die kracht zichzelf niet zoekt. Een kracht die doet werken, delen en ontplooien. Aan die kracht onderwerp ik mij met een eenvoudig 'ja'. Ik ben enkel bij gratie. Alles wordt warempel licht. Refero ergo fuero.*

* Vrij vertaald: Ik communiceer; ik laat sporen na (ik zal geweest zijn).
Anders gezegd: In omgang, in 'verkeer' manifesteert zich het bewijs van je bestaan.

 

feedback van andere lezers

  • Ghislaine
    Uitgeven deze boek Vansion. Dan wordt je Refero ergo fuero ietsje dieper.
    Vansion: Ik vind dit boek niet goed genoeg.
    Je hebt in zekere zin gelijk. Wat mij destijds deed zwijgen als een graf, doet mij nu weer schrijven. Tussenbeide periodes kwam het mij echter op léven aan. Dat is het belangrijkste. Anders blijven je woorden getuigen van doodsheid.
    Je was snel ... Heb zonet nog wat 'uitleg' toegevoegd ...
  • geertje
    Ik ben enkel bij gratie.
    SLOT: zoals de schrijver uit zijn pen kruipt.
    (deze twee spreken me NU het meest aan)

    tijd om weer even het "leefbeest" te leven
    en het "lees-en schrijfbeest" te laten rusten
    je schrijft ongelooflijk goed An

    jouw taalgebruik overtreft mijn taalgebruik
    vanuit je studies, maar ook vanuit je talent
    ik kan niet zonder autobiografische elementen
    jij schrijft vanuit "louter fictie" veronderstel ik
    hoewel: zijn die 2 wel te scheiden ?

    "clandestien" is af
    (daarin zijn we dan gelijken: als je begrijpt wat ik bedoel)
    ik zeg in jouw plaats even "oeff" bij mezelf
    tot lees'

    liefs, geertje


    Vansion: Geertje,
    Volgens mij is het onderscheid tussen fictie en werkelijkheid nauwelijks te maken. Ook als je autobiografisch schrijft, maak je er een verhaal van. Getuige het feit dat je jaren later totaal anders schrijft over exact hetzelfde.
    Ik vind niet dat autobiografie minderwaardig is qua genre. Wie dat beweert moet dat eens hard maken ...
    Voor mij is een verzonnen verhaal de enige brug naar de lezer die ik wil slaan. Anderen mogen anders zijn.
  • commissarisV
    Ik ben natuurlijk niet zo onderlegd in filosofie dan jij An. maar ik denk dat de essentie van je laatste stukje jou antwoord moet bieden op volgende Cartesiaanse vraag: ‘ De quoi puis-je être absolument certain?’ Je antwoord is dat je leeft in een wereld en dat je bent, bestaat door de anderen. Daar waar Sartre de anderen de ‘hel’ be- noemt, kunnen we ook niet zonder die anderen. We hangen (te)veel af van hen. Bekijken we enkel maar deze site. Hoezeer worden we, of we nu willen of niet, beïnvloed door ‘ le jugement des autres’. Er bestaat zelfs geen communicatie zonder deze andere individuen. Het ’in der Welt-sein, het ‘dasein’(Heidegger) in volle bewustzijn en volle ontplooiing is slechts mogelijk door diezelfde anderen. Ze zijn dus ook onze hemel, ze bevredigen (ten dele) onze hang naar onsterfelijkheid.

    Het gevoel om iets ‘af’ te maken, iets achter te laten zit diep in ieder van ons. Moesten we dàt niet hebben zouden we nooit de creaties van zovele kunstenaars kunnen bewonderen.

    Ik vind je tekst een beetje luguber, in de zin dat het bij me overkomt als een soort testament, als een ‘zich schrap’ zetten voor de ultieme tsunami, waarbij alles wat een mens betekent wordt weggeveegd; enkel de herinnering en eventueel een schilderij of eenzaam boek sparend. Ik hoop dat dit niet je (schrijvers) testament is en dat je nog vele vruchtbare schrijfsels zult voortbrengen… tenzij dit fysiek niet meer mogelijk zou zijn natuurlijk. Mijn besluit kan misschien wat hard klinken, het is enkel de gedachte van die ‘ander’, die zoals je weet toch wel eens de hel kan zijn.

    Vansion: Ik ben helemaal niet onderlegd in filosofie. Ik heb er wat kaas van gegeten, die voornamelijk uit gaatjes bestond. Ik hou van methodes en ik maak graag oefeningetjes. Clandestien is een pretentieloos oefeningetje dialectiek, niet al te serieus te nemen, want ik kan het nooit laten te spelen en te prullen met materiaal. Mijn prikacties maakten mijn ‘meester’ contemporaine filosofie misselijk.

    De “refero” moet je zo lezen dat het hem niet enkel om omgang met anderen gaat, maar om omgang met de je omringende concrete werkelijkheid van wat gewoon is gelijk het is. Omgang kneedt je hersenen en bepaalt grotendeels je toekomst, of je dat nu leuk vindt of niet. Dat is tegenwoordig geen filosofie meer. Het is wetenschap: zonder verkeer geen leven en geen ontwikkeling.
    “Ik ben” klinkt in mijn oren heel grotesk. We zijn allen maar een zeer onbeduidend deeltje van het geheel. Al laten we wel nooit meer te wissen minispoortjes na. Anderzijds is elke mens in staat met één enkel gebaar of zelfs woord miljoenen organismen te vermoorden of, erger nog, de bron van alle leven in de kiem te smoren. Beangstigend is dat …

    Zelf wens ik geen onsterfelijkheid en geen volgend leven. Ik ben innig tevreden met wat ik beleefd heb. Ik hoef ook niet zo nodig een werkstuk achter te laten of een testament te schrijven. Als Clandestien al iets zegt over mij (wat helemaal niet de bedoeling was) zou ik het nu (achteraf dus) eerder zien als een grondig afscheid van mijn eigen hoogmoed en van die ellendige overlevingsstrategie mezelf te paaien met ‘verschoning’ en mooie verhaaltjes.

    Tja, ik heb toen nooit gedacht dat ik ooit zou herbeginnen met schrijven. Dat is toch gebeurd. Misschien is het minder laf eerder iets te doen dan helemaal niets. Het ik-ik-ik-syndroom is in de loop van de geschiedenis nooit zo gevaarlijk geweest als vandaag. Als ik daar een millimeter van kan afpitsen wil ik dat ook doen. Niet door af te breken. Dat haalt niets uit. Wel door te suggereren hoe geweldig eenvoudig, echt leven kan zijn als je er ontvankelijk voor bent. Sobere, contente, eerbiedige mensen gunnen elkaar het licht onder de zon. Het leven is sterker dan de mens en zal zijn weg wel blijven vinden als wij niet teveel tegenwerken. Zoiets ...
  • aquaangel
    Ik lees van alles
    maar durf soms niet
    te feedbacken mede
    omdat ik vind dat als
    er zó goed geschreven
    wordt, ik ook niet hoéf te
    feedbacken

    misschien bang om stomme
    dingen te zeggen...

    liefs

    Vansion: Hey ... je indrukken formuleren is NOOIT stom. Ik wil voor iedereen leesbaar zijn en de spontaanste feedback (ook die van 'hey mie - nu word je wel echt saai') is vaak heel waardevol. Jij bent een doorgewinterde volbloed vrouw zoals ik je (te weinig) lees en ik stel jouw mening op prijs.
    Zoals reeds gezegd: Ik heb de (ook misschien stomme) indruk dat www.rdx.be beter, rijper en leesbaarder is dan dit werkje. Dat puntencarnaval interesseert mij geen ballen. Maar een reactie wel. Gelijk welke. Ook een 'bwurk' is welkom.
    Goed geschreven ... zonder pretentie ... dat weet ik eigenlijk zelf ook wel ... Maar goed geschreven maakt nog geen boeiend goed boek dat de moeite is om te lezen. Verre van. Een boek waar niemand iets aan heeft beschouw ik als een slag in het water. Het is onnozel daar zoveel tijd in te steken. Vandaar: goed geschreven of niet ... zeg wat je tegensteekt ... zeg wat je vals of onecht lijkt, zeg wat getuigt van teveel vuiligheid tussen de oren ... Zeg wat niet essentieel is ... etc... Dat heb ik graag ... Maar voel je niet verplicht hé. Lezen kan best fijn zijn. LEVEN is het eerste. groet.
  • backie
    Bwurk
    Vansion: :D
  • jean_loeckx
    Ik vond en vind deze epiloog schitterend.
    Te vroeg dat wel, veel te vroeg, maar schitterend.
    Er ontbreken alleen nog de zestig bladzijden daarvoor.
    Maar wat een epiloog.
    Een gebeitelde tekst.
    In het marmer waaruit altaarstukken gemaakt zijn.
    Rechtstreeks tegen het leven aangemetst en gekerfd.
    Een retabel, bijna een offersteen.


    En weeral die triptiek.

    Het eerste deel :
    Een meta-tekst of teksttekst.
    Vanzionistisch.
    Over de werkelijkheid van fictie en tegelijk over de fictie van werkelijkheid, zoals het hoort. Omdat gedachten ook gevoelens hebben en gevoelens ook recht hebben op een mening, zoals één van mijn Zuid-Amelikaanse thesen luidt.
    (Want er is evenveel fictie in werkelijkheid als werkelijkheid in fictie. De wet der helften of relaties. Zo denk ik.)

    Het middenluik is weergaloos.
    Punt.
    Geen weerga.
    En het deed me ook een beetje genietend denken aan :
    “When I have fears that I may cease to be
    Before my pen has glean'd my teeming brain,
    Before high-piled books, in charactery,
    Hold like rich garners the full ripen'd grain;
    When I behold, upon the night's starr'd face,
    Huge cloudy symbols of a high romance,
    And think that I may never live to trace
    Their shadows, with the magic hand of chance;
    And when I feel, fair creature of an hour,
    That I shall never look upon thee more,
    Never have relish in the faery power
    Of unreflecting love;--then on the shore
    Of the wide world I stand alone, and think
    Till love and fame to nothingness do sink.”
    (John Keats)

    Het derde deel is ietsje minder dan het eerste vind ik, en dat is
    spijtig want eindes, en zeker eindes van eindes moeten beresterk zijn.
    Je spreekt er over ...een kracht die je belaagt met lijnen...
    Die mét – op dit niveau gebeurt er mijns inziens niets meer mét, niets
    meer met middelen, er zijn hier geen werktuigen meer, geen handvaten, geen hendels,
    er is hier geen “waarmee” meer, alles is boord vanaf hier, boord en bodemloos. Die “mét” is me teveel en vind ik de achilleshiel van je derde deel.

    Ook dat soort fatalisme, die bijna rituele overgave, begrijp ik niet goed. Je hebt dat nog. Ik kan niet begrijpen dat iemand “bij gratie” wil “bestaan”.
    (Ik voel me eerder wederrechterlijk, wederwerkelijk weerhouden, verbannen naar de practische realiteit, de wereld der middelen, of de dictatuur der voldongen feiten. (cfr. je prachtige passage van Tanne “voor Zijn aanschijn” in Rdx.) De werkelijkheid van fictie.verbinden met de fictie van werkelijkheid.)

    PS
    Je kan niet uit je verhaal stappen, zoals een schrijver zich niet uit
    diens pen kan schrappen. En dat is in jouw geval maar zeer goed ook.

    Vansion: Fatalisme is dit niet. In geen geval. Wel overgave aan de loop der dingen. Opgave van de illusies van het ego. Protest tegen de omfloersende fictie.
    De mogelijkheid tot kiezen wordt hier niet uitgesloten, enkel gerelativeerd.

    Mijn antwoord is eigenlijk gewoon rdx . Meer kan ik echt niet zeggen. Als ik dat kon, zou ik mij niet verplicht voelen dat ding af te werken.
  • Leona
    een ware woordenwaterval
    (met de fb' en je reacties erbij dan)
    dit had ik nu eens graag in het écht meegemaakt, de hele groep bij elkaar, het zou een mooi moment in 'verkeer' geweest zijn

    Vansion: In het echt was ik al lang door de grond gezakt, Leona. Met de stellige opdruk: bloemen noch kransen.
    Ik vind het erg spijtig te lezen dat sommigen bang zijn om stommiteiten te feedbacken. En nog spijtiger dat die enkele lezers die ook eens kritiek durfden geven van de site verdwenen zijn. Enfin... stomme opmerking van mij ... Laat ons maar roeien met de riemen die we hebben hé ...
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .