writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Lotsbestemming 5/5

door Jelsi

"H…h.oe?"; stottert hij.
"Verrassing."; zegt Dirk stil, terwijl hij zich verbaast afvraagt, hoe het komt dat ze hem kunnen zien.
"Dus je bent niet dood, man. Maar deze maal ontkom je niet meer."; sist de moordenaar.
Dan richt hij zijn wapen op de journalist en vuurt hem leeg in het lichaam van de dode. Met grote ogen kijkt hij Dirk, die hem glimlachend aankijkt.
"Je miste de eerste maal ook niet, moordenaar. Maak dat je wegkomt of…"
Met een luidde klap valt het wapen van de man op de vloer, terwijl hij Dirk met grote ogen van angst aanstaart. Dan gaat er een rilling doorheen zijn lichaam en voor ze iets kunnen doen, maakt hij zich uit de voeten. De man duwt de deur ruw open en rent dan naar zijn wagen. Irene staart intussen haar man aan.
"D..dirk, je leeft nog. Hoe kan dat?"
Dirk kijkt zijn vrouw aan, niet goed wetend wat te zeggen. Hij vraagt zich ook af, of de begeleider wel zal toelaten dat..
'Dirk. Je hebt toestemming om afscheid te nemen, maar niet meer.'; hoort hij plots de stem van de begeleider.
Dirk glimlacht als hij antwoordt op de vraag van zijn vrouw:
"Toch wel, Irene. Ik wilde je nog een maal zien, voor ik mijn weg verder zet naar de toekomst. En gelukkig maar, ik was maar juist op tijd."
'Dat behoorde tot de planning, Dirk.'; hoort hij plots de stem van de begeleider.
Even is hij afgeleid en hoort Irene maar nipt zeggen.
"Dus je bent een geest."
"In zekere zin, lieveling. Ik ben wat we allemaal in essentie zijn, tot we naar onze volgende bestemming op weg gaan."
"Welke bestemming, Dirk."
"Dat kan ik je niet uitleggen, lieveling. Ik weet zelf niet wat dat betekend."
"En wat gebeurt er met ons, Dirk?"
"Ik kan niet blijven, Irene. In deze wereld ben ik onstoffelijk."
"En ik moet hier alleen…"
"Ja, Irene. Je moet je leven verder zetten. Wie weet zien we elkaar ooit nog weer."; fluistert Dirk hees, terwijl zijn gedaante langzaam weer doorzichtig wordt.
Irene merkt het ook en ziet hem plots een handkus naar haar toe werpen. Ze glimlacht even en doet hetzelfde naar hem. Maar ze weet echter niet dat hij het gemerkt heeft, want hij was al verdwenen. Langzaam gaat ze op haar bed zitten en kijkt naar het portret van zichzelf en haar man, dat op het nachttafeltje staat.
'Zou ik dat gedroomd hebben.'; denkt ze, maar dan valt haar blik op de muur naast de deur, waar zes kogelgaten te zien zijn.
"He, het is dus toch geen droom…."; fluistert ze en kijkt opnieuw naar het portret.
Langzaam voelt ze haar sombere gedachten wegvloeien, om plaats te maken voor een nieuwe levenswil.
'Dank je, Dirk.'; denkt ze, zonder te weten dan hij nog steeds naar haar staat te kijken.
Nog even wuift hij naar haar, maar glimlacht als hij beseft dat ze het niet kan zien. Op hetzelfde moment is hij weer op de vreemde witte wereld.
De volgende morgen staat Irene op en kleedt zich aan. Als ze beneden komt ziet ze de openstaande deur en glimlacht, terwijl ze terug denkt aan de gebeurtenissen van de vorige nacht.
"Die was wel geschrokken."; fluistert ze.
Als ze een uur later in het station voorbij een krantenwinkel loopt, valt haar oog op een artikel.
- Gangsterbaas gedood bij een zwaar verkeersongeval. -
"Een gek geworden bestuurder reedt rond drie uur deze nacht tegen grote snelheid in op de wagen van de gangsterbaas. Beide voertuigen branden helemaal uit. Volgens getuigen werkte de bestuurder in het geheim voor de gangster, maar niemand weet in welke mate de man op de hoogte was van de daden van zijn opdrachtgever."; leest ze stil.
Irene betaalt de krant en loopt met een glimlach op haar gezicht naar het perron om op de trein te wachten.
Intussen voelt Dirk zich in opperbeste stemming. De begeleider kijkt toe hoe hij steeds meer vooruitgang boekt. Maar nog steeds staat de vroegere journalist aan de rand van het plein naar de vreemde oude man te staren. Op een dag neemt hij een besluit en loopt het plein op. De begeleider schrikt hevig als hij het merkt, maar hij kan niets doen.
Dirk blijft naast de oudste staan en kijkt naar het beeldhouwwerk dat bijna af is. Zonder naar hem te kijken werkt de man verder tot het af is. Langzaam legt hij zijn werktuigen neer en kijkt dan naar zijn schepping. Voor Dirk iets kan zeggen, ademt de man diep in en blaast dan de lucht naar het beeld toe. Even lijkt het alsof het beeld bewoog, maar op hetzelfde moment is het in het niets verdwenen, alsof het er nooit geweest is. Even blijft Dirk naar de plaats staren waar het beeldhouwwerk stond.
"Mag ik iets vragen?"; vraagt hij plots.
De oudste blijft even onbeweeglijk staan.
"Eindelijk, na een paar miljoen jaar, durft iemand eens tegen mij te spreken."; fluistert hij opgelucht.
Dirk kijkt hem aan, terwijl de oude man zich omdraait.
"Over een paar minuten ken je al de antwoorden op uw vragen, jongeman."; antwoordt de oude man.
Als ze elkaar in de ogen kijken, wordt de oude man in een fel witte gloed gehuld. Dirk schrikt er even van en merkt dan, dat de witte gloed van de man loskomt en naar hem toeschiet. Even is hij in de gloed gehuld, maar dan verdwijnt de gloed in zijn lichaam.
"Bedankt, Dirk De groot. Neem plaats op mijn stoel."; hoort hij de man tot zijn verbazing zeggen.
Dirk voelt zich op dat moment tot alles in staat. Zijn lichaam lijkt een kracht te bezitten, die hij nog nooit gevoeld heeft. Dan kijkt hij de oude man aan en vraagt:
"Wat is…"
"Niets jongeman. Mijn taak zit er op. De jouwe begint pas, tot er iemand komt om met jou te praten."; zegt de man met grijze haren ernstig.
Dirk gaat zitten en voelt de drang op beelden te maken in zich opkomen. Tussen zijn handen wordt een vreemde stof gevormd, die langzaam maar zeker vorm krijgt. De oudste kijkt even toe en zegt:
"Niet slecht voor een beginner, maar vergeet niet om hen leven in te blazen, want aan dode dingen heeft niemand iets."; zegt de man en draait zich om.
Dirk kijkt de man verbaasd na, terwijl hij naar de rand van het plein toestapt. In de verte ziet hij de begeleider staan. Hij zou naar hem willen toestappen en van alles vragen, maar hij kan het niet. De drang beelden te scheppen is te groot.
Aan de rand van het plein, ziet de begeleider de oude man op zich toestappen. Even kijkt de oude man nog naar zijn vroegere werkplek.
"Hopelijk zit hij er niet zo lang als ik."; hoort hij de oude man glimlachend zeggen.
Terwijl de man in de richting van de straat verdergaat, werpt de begeleider nog even een blik naar Dirk. Hij probeert juist om zijn eerste beeld een vaste vorm te geven, maar het mislukt. Ontmoedigd ziet hij het in elkaar zakken.
'Je zult het nog wel leren, Dirk. Je hebt tijd genoeg.'; denkt hij.
Dan draait hij zich om en volgt de oude man.

 

feedback van andere lezers

  • Vansion
    Even een ideetje ... omdat jij toch met beelden bezig bent ... en voor moest je hiermee ooit iets willen doen ...Die handkus, dat afscheid, als je dat nu zou vervangen door het reiken van de twee handen naar elkaar (onmogelijk te raken gezien zijn onstoffelijkheid) dan gebruik je een oeroud beeld dat vaak in de literatuur terugkomt (bv. bij Vergilius).
    Waarschijnlijk ken je wel de afbeelding op de koepel van de Sixtijnse kapel, waar Adam naar God reikt en hun handen elkaar net niet raken.
    Maar een ideetje hé.... Ik kon het niet laten.

    Fascinerend: proberen je eerste beeld vaste vorm te geven ... daar zul jij wel ervaring mee hebben ... ;)
    Jelsi: Dat ideetje had ik zo ongeveer ook. Alleen heb ik het niet uit de sixtijnse kapel, maar uit een film, die ik ooit eens gezien heb. Ik vind dat het al teveel gebruikt is en daarom heb ik maar voor een handkusje gekozen.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .