writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Brief aan M.: hen (deel II)

door fugaz

Hij stak nog een sigaret aan en bleef verijlt in het deurgat staan. Geen woord kon hij uitbrengen. Niets van alles wat hij wou zeggen, al was het maar om toch enige reactie te geven, kon hij kwijt. Zijn stem was, samen met zijn droom (zijn Utopia), gesmoord. Hij had gedacht hierover te kunnen redeneren, zoals hij over alles redeneerde - of toch probeerde. Niet om tot een terugkeer te komen, eerder om verantwoording te vinden voor wat nooit gezegd is. Hadden ze niet genoeg gepraat? Ze praatten bijna nooit. Er gingen triviale beschuldigen van de ene naar de andere zijde. Beschuldigingen die niets met iets te maken hadden. Was er een probleem? Was het onmogelijk de klok even terug te draaien? Waar was de wil, de moeite om dit te doen? Er was waarschijnlijk nooit een wil geweest. Wat niet gezegd is kan ook niet misbegrepen worden en moet aldus niet verdedigd of verhelderd worden.
"Het was een uit de hand gelopen flirt.", had hij ooit eens gehoord. Was het iets degelijks, hoe pijnlijk dit ook kan zijn? Hij kon het begrijpen, doch niet van zich afzetten.
Er vonkten herinneringen doelloos en onsamenhangend door zijn hoofd. Flitsen die noch plaats noch tijd kenden. Enkel het gevoel dat ze achtergelaten hadden. Het was stil in hem, doods. Hij leek plots helemaal leeg - hoewel het gebeurde niet zonder zijn weet was uitgebleven. Helemaal leeggezogen, zoals hij ooit gedroomd had leeggezogen te worden, als was het maar om te weten hoe het voelde. Hij voelde niets. Zelfs leegte zou nog een fractie van gevoel moeten zijn, om te voelen hoe de leegte kan voelen, maar alles was weg. Verdwenen, zoals zij straks van hem zal verdwijnen, in de mist van het bestaan verijlen tot er niets meer rest. Ze zal niet meer verankerd zijn aan de gewoonte om de gewoonte te doden. Ze zal niet meer hoeven te dromen van haar Utopia, ze zal er één beleven. Toch tot die tijd dat ze opnieuw gebogen en snikkend in een kop koffie zal staren. Dromend van een Utopia, sterker en mooier dan haar vorige. De extase van de vernieuwing zal haar terug doen hunkeren en kermen wanneer ze, na een ongekende moeite en onrust, zal indommelen. Vredig en onschuldig zal ze 'ik wou dat je hier was' zuchten.
Zijn leegte sleepte hem weg. Hij kon haar aanwezigheid niet langer verdragen en ging de kamer uit, her en der assen op zijn pad achterlatend, alsof er nog een reden zou zijn om de weg terug te vinden. Miauwend druilde de poes rond hem, ze had waarschijnlijk een even grote aversie gekregen van haar als hij. Of ze zou het donkere aura, dat haar beschermde, niet langer kunnen verdragen en gewoon instinctief voor iets beter gekozen hebben. De leegte als iets beter dan de triestesse. Het had een mooie odyssee kunnen worden. Het dragen van de verliezen door de verweeldering van het winnen. De draaglijkheid van het bestofte oneffen pad dat leidt naar verheldering en emancipatie van het eigen zijn. Het hoopvol naïef opbouwen van verwachtingen en het streven naar de verheerlijking ervan. Het modale compenseren door je af en toe mondain te voelen. Hadden ze het niet gekund? Hebben ze het niet geprobeerd? De mogelijkheid om te berusten in dromen voor ze in nachtmerries muteren. Lonkte Gregor Samsa door elke naaf, elke spleet van hun eenheid, verontschuldigend geselend? Ze waren misschien niet opgewassen tegen de rauwheid van het realisme. Is één iemand hiertegen bestand?
"Je hebt me bezorgd gemaakt dat het zou duren. Nu maak je me bang dat het voorbij is.", brieste hij naar de kat, die als telepathisch medium naar haar, ongestoord zichzelf overlaadde met likjes.
In de bellendende kamer zat zij, nog steeds in kop gapend, haar verdriet met tranen te vullen. Ze zou het niet zo bedoeld hebben of toch? Het was haar droom, die noeste nachtridder die haar schelm vervangen moest. De drang naar Darwinistisch egoïsme, de drang naar vervullende evolutie. Het schonk haar voldoening, niet te moeten beseffen dat alle progressie verloren was. De betrachting hiernaar zou zich tegen haar keren en alle verleden evoluties zouden haar stilaan overtuigen van de onbereikbaarheid van haar verlangens.
Haar tranen drongen gestaag maar zeker weg en verse lucht, nieuwe hoop, verdrong haar vergalling van haar aanwezigheid. Ze nipte even en liet de koude, vertraande koffie in eenzaamheid achter zich. Ze stond op en ging buiten, liet de morgenstond op haar schijnen en zocht de mogelijkheid om het duel met zichzelf te winnen. Er is noch een winnaar noch een verliezer, er is gewoon niets. Haar lichaam was leeggezogen door haar frustraties. Geen participatie in de complementariteit die tussen hen was ontstaan toen het lot hen nog gunstig was. Of was die gunstigheid juist de verdoeming die de tijd voor hen gepland had? Is er een diepere betekenis te vinden in de vervlakking van het voortschrijden?
Hij stond voor het raam en zag haar schemering door de gordijnen. Zoals zij vanaf nu slechts een schemering zou zijn voor hem, althans zo zou het moeten zijn. Even schemerig herinnerde hij zich hoe hij naar haar verlangd had toen ze steeds langs de kant van de weg stond te wachten. Met een hart vol vervulling had hij rusteloze nachten om haar doorstaan. Ze hadden elkaar gesproken en hij voelde tintelingen door zich heen stralen. Hij wist dat ze hem in vervoering bracht zoals hij haar in vervoering bracht. Ze droomden van hand in hand te kunnen kuieren en de prille liefde te voelen. De schuchterheid door verlangen te laten overstemmen. Hij had, verlegenheid schaamrood merkbaar, zijn liefde aan haar voorgedragen. Zij had, dronken van hem, geluisterd en haar nieuwe droom gevonden. Voor haar was hij haar nieuwe verdringing van de realiteit. Ze reedden over de lotsbestemming die hen te beurt was gevallen en zonken steeds dieper weg in hun oceaan van verlangen en liefde. Hij had getracht haar te kussen, zij had verlangd gekust te worden. Hij glimlachte en vroeg haar of ze hem graag zag.
"Ja, Ik zie je graag.", had ze hem toevertrouwd.

 

feedback van andere lezers

  • Ghislaine
    Prima.
    fugaz: thanks
  • geertje
    "Zelfs leegte zou nog een fractie van gevoel moeten zijn"

    deze zin vind ik subliem,
    je hebt duidelijk geschreven met meer zórg, voor de lezer.
    meestal val ik over schrijffouten maar ik sta nog recht
    dus... mooi
    groet,
    fugaz: Wel ja, ik heb er idd wat meer aandacht aan gegeven

    dank je voor de goede fb

    ik vind het trouwens ook een sublieme zin

    gtz Jurgen
  • teevee
    ...belenDENde kamer zat zij, nog steeds in de kop...

    Het hele verhaal 'straalt pijn uit' en een wrange nasmaak!
    fugaz: toch nog een schrijffoutje gevonden, goed
    alvast bedankt
  • Das
    Donkdergrijs is een mooie kleur om in te schrijven en jij kan dat goed. Sommige woordkeuzes doen het 'stuk', sta me toe het zo noemen, haperen. Vraag mij af of ze een bijdrage leveren dan wel afbreuk doen aan het geheel. Maar hey, ik ben, gelukkig, niet gemachtigd om daar over te oordelen. Ik vind het schitterend hoe dan ook.
    fugaz: Wel, de geschriften komen nog steeds meer uit het hart dan uit het ratio (hoewel ik dit probeer te overstijgen - wat nog niet onmiddellijk lukt) en dan kunnen bepaalde woordkeuzes het geheel een knak geven, maar ik ben er nog niet aan toe om naar die pefectie te streven

    gtz Jurgen
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .