< terug
Korbeek dijle
Het was zondag. De avond ervoor was hij met ons meegekomen. Het was laat en
hij zocht een slaapplaats in ons stamcafé. 's Namiddags was ik bezig wiet en
tabak te vermengen. Ik dacht voor de tv te genieten van een luie
zondagmiddag.
De kamer waarin ik zat, was de achterkamer van een vrijstaand huis. Ik zat
aan de tafel, met links van mij het televisietoestel. Achter mij was een
raam, met daarnaast een deur die uitgaf in een hok dat tot keuken omgebouwd
was. Rechts van mij de trap. Wie van buiten in het hok binnen wilde,
stond voor het venster.
Ik zat aan de tafel met daarop tabak vermengd met wiet. Ik draaide me om in
de richting van de televisie en zag in mijn linkerooghoek een beweging voor
het venster. Er stonden twee mannen met deukhoeden die zouden gaan
aankloppen. Ik nam de krant met de tabak en de wiet, hield ze zo onzichtbaar
mogelijk voor mijn lichaam en schoof het hele pakket onder de kast waarop de
tv stond.
Ze klopten aan. Toen ik de deur opendeed vroegen ze me of Pienter daar was.
Ik kon hen geruststellen, hier was geen Pienter. Hij was hier nochtans
gezien, beweerden de twee heren met deukhoed. Toen besefte ik dat Pienter
misschien onze logé was.
"Wacht ik haal hem."
"Wat ruikt hier zo sterk? Wat is die indringende geur?" vroeg een deukhoed.
"Wierook," zei ik niet al te overtuigend. Een smoes die ze ongetwijfeld
eerder hadden gehoord.
Of ze een huiszoeking mochten doen. Waarom zouden ze?
Ze riepen er een drughond bij. Een agent begon mij te ondervragen. Daarbij
keek hij naar mijn gezicht. De minste zenuwtrek zou hen vertellen dat de
hond warm was. 'k Had de truc door. Ze vonden niks, maar we moesten wel
mee voor een verklaring.
"Tijdens een bezoek in Amsterdam kwam ik in een groot park, en daar
ontmoette ik enkele bekenden."
"Wie?" vroeg de agent.
"Ik ken geen namen. Ik heb hen ontmoet tijdens een of ander muziekfestival
en," zo ging ik verder, "ze zaten in een grote kring bij elkaar. Eentje
haalde een zwarte brok uit een zilverpapiertje."
"Hasj," zei de agent.
"Hij brokkelde wat van het klompje in een sigaret, en die werd dan
doorgegeven. Ik heb er ook eens van getrokken, maar ik ben er ziek van
geworden. Als dat hasj is, wel, dan hoeft het niet voor mij."
De agent zat me sprakenloos aan te staren.
Plots nam hij een blad papier, stak dat in een aftandse typemachine en zei.
"Begin eens bij dat park".
© Verf korbeek dijle 1972
feedback van andere lezers- kronos
het slot vind ik mega, waar is de tijd !
precies of je dit meegemaakt hebt ... verf: gelukig ons dat de tijden veranderen
nu gaat alles?veel minder gestreseerd
gr...ed - Hoeselaar
Ben geen voorstander van drugs maar het hier geschrevene is wel goed.
wilhelm verf: dat is uw recht
maar het is niemands recht druggebruikers te
stigmatizeeren
te criminalizeeren
te folteren
dank u voor uw reactie
gr....ed - gono
Ik haat drugs, alle drugs! verf: zuiverheid is vergif
de zuiverheidsgedachte van het rasisme zie zuid afrika
zie irak
zie 9/11
zuiverheid de iluzie van een gek
dank u voor uw reactie
gr....ed - DensPowells
Zeer entertainend. Je laat de lezer een pak interpretatie, da's mooi. Goed geschreven. Smashing eindzin. verf: dank u
gr....ed
|