writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Zeventien na tien

door emmer

De pantograaf van de trein trek een spoor van gensters op de bovenleiding. Hij hoort het geknetter tot hier. Door de ijle vrieslucht dragen de geluiden verder.
Met een vinger gaat hij over het grijze aluminium van de ramen. Hij verzamelt druppeltjes condensatievocht. De ramen zijn al oud, enkel glas en het niet thermisch onderbroken aluminium. Maar niet zo oud als dit huis dat op sterven na dood is. Een oud werkmanshuisje, in een hoekje geduwd tussen de spoorlijn en de snelweg, afgeleefd en afgemat. De mazoutketel draait op volle toeren in wintertijd een hopeloos gevecht met de kou die nooit helemaal verdwijnt. Zo gaat het steeds, wel willen maar net niet kunnen. Hij kijkt uit over de dubbele spoorlijn, ziet de kleine tuin waar in de zomer wat gelig gras groeit aan beide zijden van een pad in betontegels maar waar nu een witte laag verse sneeuw ligt. De tuin eindigt in een kot waar de rommel zicht ophoopt en een eigen zielig leven leidt. Het toppunt van banaliteit. In de zomer liggen de jongens soms op de warme golfplaten van het kot en gooien kiezel naar de voorbijrijdende treinen. Hij heeft hun al duizendmaal gezegd het zo te laten, maar aan die jongens is niet te zeggen. Dus herhaalt hij het telkens weer gedwee pro forma en ook zij knikken en doen verder hun goesting.
Aan de eettafel lepelen de jongens hun goedkope ontbijtgranen. Zij zit voor TV, zoals ze dat altijd doet. Een herhaling van een herhaling van een of ander serie op de commerciële zender. Soms vraagt hij zich af ze nog in staat is werkelijkheid en fictie uit elkaar te houden. Hij schudt het hoofd. Ze heeft het gezien - uiteraard. Ze bezit een merkwaardige eigenschap om schijnbaar geabsorbeerd te zijn door haar TV en toch de verkeerde dingen rondom haar op te merken. Ze gooit een snerend 'Wat?' in zijn richting. 'Je kunttoch zelf wel voor iets te eten zorgen, of niet?' De jongens kijken op van hun kommen en grijnzen hem aan. Ze hebben plezier in hun ruzies en verbergen hun genot niet. Actie in de keet. Hij haalt zijn schouders op en gaat de keuken in, steunt met zijn handen op het aanrecht. Het liefst van al zou hij hier ter plekke zijn hoofd te pletter slaan op het goedkope witte melaminé van de keukenkastjes. Hij doet het niet, zo gaat het toch altijd. Even blijft hij zo staan en ademt diep in en uit, evenwicht zoekend. Dan neemt hij een potje aardbeienconfituur, de zak met brood uit de kast en een mes uit de schuif. Ontbijten doet zij al lang niet meer, ze leeft alleen nog maar op sigaretten en soap. Hij zet zich naast de jongens aan tafel en smeert een hard geworden boterham. Geen woord wordt gesproken.
Hij weet nog hoe het vroeger was. Het meisje waar hij verliefd op werd. Ze waren zo verschillend van elkaar, maar dat maakte hun dolle verliefdheid alleen maar meer wonderbaarlijk. Twee zo verschillende werelden die elkaar ontmoeten. Het gaf vuurwerk. Hij was negentien en veelbelovend, zij zeventien en werkte in de fabriek. Onbekende werelden voor elkaar die initieel interesse wekte. Het gevoel verliefd te zijn, gewild te zijn. Ze waren jong en mooi en de wereld lag aan hun voeten. De avonden die ze samen doorbrachten met het verkennen van elkaars lichaam, de eerste stappen in het land van genot. Toen kwam het kind en de problemen. Het kind was gewild, laat daar geen twijfel over bestaan, maar in hun jeugdige overmoed hadden ze de gevolgen verkeerd ingeschat. Hun beide ouders hadden het nog zo gezegd. Dat is waar ouders voor staan. Zij hadden elkaar en een kind van hun verliefdheid en hadden alle waarschuwingen genegeerd. Daar staat de jeugd voor.
De zomer kwam en zij werd dikker van het kind. Hij schreef zich nog in voor het tweede jaar aan de universiteit. De verliefdheid ging langzaam over en de liefde schoot geen wortel. Elke morgen kuste hij haar teder voor hij de trein op ging naar de universiteit, maar de passie ontbrak. Begin oktober werd het kind geboren en eind oktober kwam het bericht van de fabriek dat ze niet langer gewenst was. Problemen, weet je wel, slechte economische toestand, de schuld van de huidige conjunctuur en als het enigszinsanders kon dan hadden ze het zelf ook graag anders gezien, en met spijt in het hart want ze was een goede kracht, jammer maar helaas. Dat de hele fabriek een jaar later de deuren sloot was slechts een kleine triomf en helemaal geen geruststelling. Hij kocht een bromfiets en ging uit werken, liet de universiteit voor wat ze was. Werken deed ze nadien niet meer. Hij reed nu dozen af en aan in een magazijn, kwijnde weg in een wereld die niet de zijne was en waar hij nauwelijks enige band mee had. Minder dan achttien maanden later kwam hun tweede zoon, in een wanhopige poging te redden wat niet meer te redden viel.
Hij ruimt de tafel af. Zet de kommen van de jongens in de afwasbak en legt zijn mes er bij. Door het glas van de keukendeur ziet hij hoe de sneeuw in de tuin er zijn uiterste best toe deed om maagdelijk en onsterfelijk te lijken. Hij doet de grendel van de deur en draait de sleutel in het slot om. Dubbele beveiliging tegen inbraak, in een huis waar niet anders te stelen is dan vervlogen dromen. Hij stapt buiten en loopt met uiterste nauwkeurigheid daar waar de betonnen tegels onder de knerpende sneeuw moeten liggen. Het kot achter in de tuin is zijn toevluchtsoord, zij komt hier bijna nooit, hij des te meer. Een fles whisky die hij ooit voor nieuwjaar gekregen heeft staat verscholen in een van de kasten. In een van de schuiven ligt de medicatie die hij nooit gebruikt heeft. Hun dokter is een oude, grijzende man, die niet echt gelooft in al die nieuwerwetse ziekten als depressie en burn out. Met enige tegenzin heeft hij hem ooit een slaapmiddel en antidepressiva voorgeschreven. Plichtbewust maar niet overtuigd. Hij had de medicatie gekocht maar nooit gebruikt. Hij had het haar ook nooit verteld. Hij kon het niet, en daarbij, er moest geld in het laatje komen.
Diep in de schuif weggestopt vindt hij de slaappillen. Twee strips met telkens twee rijen van acht witte pilletjes met een gleufje in het midden om ze netjes doormidden te breken. Twee maal acht maal twee is tweeëndertig. De strips laat hij in zijn broekzak glijden en de fles neemt hij bij de hals. Hij kijkt op zijn horloge. Het is negen uur vierenvijftig, de volgende trein is er pas om zeventien na tien. Er is tijd genoeg. Zorgvuldig sluit hij de deur van het kot af en loopt dan via het poortje opzij van het huis naar de straat. Hij volgt het smalle pad tussen de snelwel en de haag naar de spoorweg. Een vierdubbele rij glinsterende sporen verdwijnt in een korte tunnel onder de snelweg. Hij schuift de tunnel in. Aan de andere zijde is een soort niemandsland waar afval gedumpt wordt. Hier komt maar zelden iemand, en zeker niet op een dag als vandaag. Hij sleept een oude band naar de wand van de tunnel en laat zich daar op neer. Een voor een duwt hij de witte pilletjes uit hun verpakking in de palm van zijn linkerhand, tot hij er een vijftal heeft. Hij brengt zijn hand naar zijn mond en slikt de pillen weg met een scheut whisky die in zijn keel brandt. Het gaat gemakkelijker dan hij dacht, en repetitief duwt hij meer pillen uit en drinkt ze weg. Hij voelt de kou niet meer. Zijn hoofd is voos en wee als hij een lichte trilling waarneemt. De trein van zeventien na tien.

 

feedback van andere lezers

  • SabineLuypaert
    een aangrijpende tekst, vooral deze zin sloeg me in het gelaat-> in een huis waar niet anders te stelen is dan vervlogen dromen.
    emmer: bedankt!
  • mistral
    1ste regel: de trein trekt (klein typfoutje),
    het verhaal raakt; raar hoe treinen een aantrekkingskracht uitoefenen op mensen die het opgeven. Mijn senryù gisteren en vandaag al twee verhalen met dit thema, zou het de herfst zijn ...
    emmer: ik ben de eerste dwarsligger na drie generaties dwarsliggers!
  • dichtduvel
    Zeventien over tien. Toch verdienstelijk debuut en zeker geen loos geëmmer. Jef
    emmer: merciekes!
  • gono
    In het begin van dit verhaal was het een dubbele spoorlijn, op het einde is het al een vierdubbele. Diene whisky en die slaappillen werkten wel goed hé? En een uurrooster van treinen zet ge niet in letters maar in cijfers.........Hoe gaat ge anders een wereldrecord op de 100 meter schrijven?
    emmer: vierdubbele rij glinsterende sporen (= 4 rails), maar goed, dit is inderdaad voor interpretatie vatbaar!
  • RolandBergeys
    -aan de eettafel lepelden, die verleden tijd valt wat uit de lucht, neen?

    -hij heeft hen gezegd, niet hun;

    -je kunt toch, tikfoutje;

    -twee verschillende werelden die mekaar ontmoetten, daar wel verleden tijd, ze hebben dat al gedaan;

    -toen kwamen het kind en de problemen, of: toen kwam het kind, en kwamen de problemen;

    -interesse wekten, meervoud (de werelden deden dat);

    -enigszins anders van elkaar (tikfout);

    -zij dokter is(...) en daarna ga je over naar hij had. Neen: hij heeft, als je consequent bent in je tijden.

    Toch is dit een boeiend verhaal qua gegeven, aan de stijl kan wat geschaafd worden.
    emmer: vanuit de buik, en minder stijl en taalfouten.
    maar ik houd er rekening mee.
  • littlefairytale
    Het rauwe desolate van verloren gevoel en dromen die niet waar werden kleeft nog aan mijn vel. Je raakt met je beschrijving en dat is wat echt belangrijk is, de gave om sfeer te kunnen laten ademen. Graag gelezen. tine


    emmer: graag gedaan, Tine!
  • erinneke
    erg graag gelezen
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .