writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Rederijkers

door ivo

Het paard werd gemaand om sneller te lopen. Met mijn harde hand sloeg ik mijn lieve dier in een nog hardere galop. Als ik op tijd kon zijn, dan waren de bewoners van de boerderij veilig. Een zoveelste slachtpartij, ik mocht er zelfs niet aan denken of mijn maag keerde van weerzin om;

Doorheen de bossen van de vrijhoven, die zich als paddenstoelen rond de stad uit de grond hadden gestampt, probeerde ik de richting te houden die ik voor ogen had. De pijn in mijn benen en mijn achterwerk deerden me echt niet, heel mijn lichaam was één gespannen spier, opdat mijn aandeel in deze strijd niet nutteloos zou geweest zijn. Zelfs de zweepslagen van de laaghangende twijgen deden het ritme dat ik mijn paard had opgelegd niet minderen.

Hoe had het toch zover kunnen komen ? Had ik maar naar de Deken geluisterd en me niet ingelaten in de belangen die me tot deze situatie had gebracht. Ik had als Factor een tafelspel geschreven. Gewoon, het welde uit me op, zoals het al altijd had gedaan. Dat gedicht werd nu bloedgeld voor hen die de taal liefhadden. Heel de rederijkerskamer werd geviseerd door de Spanjolen en het legertje plunderaars in hun zog.
De boerderij van de Luithagen, lag in het spoor van deze groep ongeregelde. De boerderij die zoveel moois bevatte en feitelijk niets met heel dit dispuut te maken had, zou het nu moeten afleggen, in ruil voor de velen, die het geweld reeds waren gevlucht.

Het vuur knetterde in de grote haard en de grote zware gordijnen waren reeds voor een tijdje al gesloten. De meid had de laatste houtblokken nog zorgvuldig in het vuur gelegd, zodat wij allemaal zorgeloos de avond konden doormaken.
Vader kon slurpend aan zijn pijp en zittend in zijn hoge stoel steeds weer de beste verhalen vertellen. Je kon het je niet voorstellen hoe spannend en levensecht hij elke anekdote kon maken.
Van hem zal ik dan ook wel de liefde voor taal en verhaal geërfd hebben. En toen ik als jongeman in de stad in de leer ging bij de financiers van de haven, was het de liefde voor de taal en het verhaal dat me aanzette om me aan te sluiten bij de Rederijkers. Het was niet simpel om in dit clubje iets van betekenis te zijn. Je moest voorgedragen worden en als men je goed genoeg vond, dan mocht je als beginneling aan de rand van de tafels enkel luisteren naar de oude leden, die hun werken voorlazen en waar men nadien de bespreking kon volgen. Er werd geacht dat een gezel zich niet inliet in de discussies die er letterlijk boven hun hoofd werd gevoerd.

De Rederijkers hadden gezien dat een ruzie of een conflict niet met wapens moest uitgevochten worden. Een geschil dat moet met de rede beslecht worden en niet met het zwaard. Vanuit hun godsdienstige ervaring groeide de overtuiging dat geweld en rechtvaardigheid niet samen ging. Over heel het land, tot in Nederland toe, ontstonden groepjes van wijze mensen die via de retoriek probeerden om de geschillen bij te leggen. Al snel hadden deze groepjes een eigen aparte stelregel gevonden om de gevoerde discussies in een gezamenlijke lijn te brengen, waardoor de maatschappelijke problemen via een gedicht of gelegenheidsspel werd verwoord zodat het niet zou uitdraaien tot een uitspatting van zinloos geweld.

Uiteraard kwamen de godsdienstige tegenstellingen ook in deze kamers aan de bod. Sommige liederen werden niet meer gezongen, omdat de tekst van het lied soms te veel overhing naar de argumenten van de 'anderen' kant
De kamers organiseerden wedstrijden onderling. Met deze wedstrijden zorgde de gilde dat er een alternatief was voor de ruwe zwaardspelen op de grote markt.
Ik kon mezelf laten gaan en mocht vrijelijk spreken, ik kreeg aanzien en werd geëerd voor hetgeen ik zette, vooral 's nachts op papier.

Nu de reformatie volop aan het woeden was, kon men enkel nog alleen voorzichtig te zijn. Het geloof was van persoonlijke keuze verschoven naar een politiek wapen. En hoe vrij de Rederijker zich ook voelden en hoe groot de afkeer ook was die zij hadden voor wapens, de realiteit haalden hen nu in.

De troepen van Alva hadden zich rondom Antwerpen gelegerd en de nietsnutten van verraders hadden de Spanjolen ingefluisterd, de hoeve, op Luithagen. Want het werd bewoond door Rederijkers. En waren deze verenigingen nu net niet de broeihaard van het verzet tegen de kerk en haar koning.

In de kroeg aan de rand van de stad. Daar waar de molen stond, aan Sint Jorispoort, waar ik me vaak begaf tussen de reizigers en kooplui. De lieden gingen en kwamen en voor enkele reaals aan bier vertelden ze me graag het laatste nieuws. Daar vertelden ze me dat de Spanjolen zich zouden wreken aan de bewoners van de Luithagen..
Toen ik dit hoorde, voelde ik me niet goed worden. Ik moet zelfs eventjes mijn bewustzijn hebben verloren. Want een pint met koud water bracht me terug naar de realiteit. Vrienden, neen eigenlijk familie .... het flitste door mijn hoofd

De hoeve van de Luithagen, daar waar ik ooit als jonge knul binnen werd genomen en het diepe 'echte' van het geloof had leren kennen. Deze mensen waren geen protestanten of katholieken, maar oprechte gelovigen die zich niets van politiek aantrokken. Ze waren verraden door laaghartige zure mensen. Het bloed zou zeker vloeien, de zwaarden zouden genadeloos, uit naam van een god die enkel wraak is, onschuldige knielend en biddend afmaken. Genade kennen deze mannen niet. De vrouwen zouden eerst onteerd, zeg maar verkracht, de ruwe beesten leren kennen op een wijze waarop geen enkel weldenkend mens wil denken, invoelen en uitvoerig beschrijven.

Het paard denderde over de ruwe wegen, en de donkerte van de paden kreeg af en toe wat licht van de sterren en de maan, tenminste als de wolken dit toelieten. Plots werd het licht heel groot, alsof de duisternis was gaan lopen.
Ik was te laat, het brandende gebouw verlichtte de omgeving alsof de openhaard net de laatste houtblokken tot zich nam en waar in de warmte van het vuur het meest onmogelijke verhaal werd verteld.

Het paard stokte, omdat ik het dier niet meer dreef, het ritme van het geluid, dat het galop voortbracht nam af, verslagen stond ik daar wenend te kijken. Ik hoorde het gegil en gehuil van de mensen waar ik zoveel van hield.

Ik zag haar liggen, de ogen waren nog open en keken mij rustig aan. Alsof ze me zeiden,"trek het je niet aan, ik ben waar ik al altijd wou zijn, en ja ze hebben mijn onschuld genomen, maar niet mijn geest, die is bij God". Haar benen waren nog bloot en het bloed sijpelde langs de binnenkant van haar dij, zo over de knie, onderbeen en voet, naar de grond dat het gulzig dronk.
Petrus de knecht die zich niet verzette, hing met handen gebonden aan een tak van een boom, terwijl de lange spiesen hem als een speldenkussen gebruikte. Hij kermde het uit. Hij smeekte om genade, maar enkel het buldergelach van de sadistische soldaten overstemde dit geluid. Vooral het gegil van moeder Hilde, deed me mijn oren bedekken. Het moet vreselijk zijn geweest om daar in de handen van die beulen, de dood zo te moeten groeten, zoals het hopeloze dier dat levend wordt opgegeten door haar belagers.

De haat die bij me aanklopte, om mijn hart te vullen, kon ik weigeren want .de liefde die sprak vanuit die dode maar nog open ogen, deed ook mijn hart veranderen. Ik had kunnen vechten, strijden, samen met hen sterven, maar dan wel met enkelen beulen met me mee.
Ik besefte echter, dat wat ik ook zou doen, ik niet wou worden zoals zij en me zelf niet wou verlagen tot daden die enkel maar getuigden over de wreedheid van de mens.

Ik keerde mijn paard en liet me volledig uit mijn lood geslagen terugkeren naar de stad waar ik woonde. De tranen stonden in mijn ogen en ik bibberde over heel Mn lijf. De pijn en vooral de bitterheid op mijn tong, zoals gal dat je braakt, als al het overige al is uitgekotst, was als een verschroeiend vuur in m' lijf. Ik schreeuwde het uit "Waarom mijn God, waarom ?"

Plots zag ik een schim lopen tussen de bomen. Bomen die als symbool voor de meerderheid die zweeg, het verdriet dat zich toonde, tot zich namen, maar nooit zouden reageren, laat staan vertellen.
Met de sporen porde ik mijn paard aan om tussen de bomen heen, een bibberend mens in te halen. Het was Marie, de meid, met een kind op de arm. Zij was de duivels van de inquisitie ontsnapt. Ze bloedde aan haar handen en gezicht.
Ze keek me met verschrikte ogen aan en wil heel hard gillen, maar plots die blik van herkenning. Eén enkele blik, dat me zoveel vertelde, een heel verhaal van verschrikking, bloed, en zoveel geweld.
Ik knipperde met de ogen, want zelfs die blik was te veel voor mijn arme ziel. Ik reikte haar mijn hand en trok haar samen met het kind op het paard. Ik maakte mijn mantel los en legde het over het stel dat ik tussen mezelf en het paard had getild.
Nu moest ik mijn paard weer aanmanen om sneller te lopen, de last die het dier nu droeg, was niet te vergelijken met de last die ik voelde aan schuld en verdriet. Gemengde gevoelens eigenlijk. Want had ik nu net niet enkelen gered van de hel die zich voltrok bij de rest ? Ik voelde haar warme lichaam rillend van kou en angst ...

Ik reed niet naar huis, maar maakte bewust enkele omwegen. Die Spanjolen waren ook niet gek en zochten naar de getuigen van hun wandaden. Niemand zou dit verhaal horen, want het officiële verhaal moest zijn dat het de Geuzen waren die de boerderij hadden gemolesteerd. Zodat deze duivels met een geldige reden de hagenpredikers in de buurt konden vervolgen en bestraffen in hun beestachtig bestaan met zwaardslagen en verkrachting.

Via Aarschot, Leuven en Hasselt zijn we gevlucht, naar het Noorden, zoals duizenden het al voor ons hadden gedaan, en zoals vele duizenden achteraf hetzelfde hebben gedaan.

De meid had de kleinzoon in haar armen geklemd. Zij is mijn vrouw geworden en de kleine mijn eerste zoon. nooit heeft iemand geweten wat er echt was gebeurd. De arme vrouw heeft nadien nog één woord gesproken. Zo vreselijk was het geweest. Door de shock van angst en afschuw heeft ze nooit nog iets gezegd, ook niet tegen mij, ook niet in het bed. Ze heeft me nog twee zonen en een dochter gegeven en ze was een pracht van een vrouw. Maar als we in elkaar ogen zagen, dan las ik nog altijd hetzelfde als in het bos, toen we elkaar voor het eerst terug hadden gezien.

De kleine jongen is opgegroeid en heeft zelfs nooit geweten dat hij van de Luithagen kwam. De liefde die ik had gezien en nadien gevonden via die dode open ogen, had mij gemaakt als predikant. Tegen haat en tegen geweld, predikte ik wekelijks in een kleine kerk. Ik en Marie hadden ons geloof echt niet verloren, door de verschrikking ons aangedaan.

 

feedback van andere lezers

  • Ghislaine
    Prima. Een tip waar je mee doet wat je wenst:

    .......mijn maag keerde van weerzin om. Dat kotsen hoeft daar niet achter aan. Iedereen weet dat keren van de maag vrijwel altijd overgeven betekend.

    Het paarde daverde??? denderde klinkt logischer in de contekst.
    zo de dood te moeten voelen kruipen als een laken......
    dat laatste klopt niet. Misschien als miljoenen insecten, die kruipen(naar plaats past het beter in het geheel)
    Hier en daar Hoofdletters vergeten na het punt.
    ..., toen we elkaar voor het eerst terug zagen of gezien. Voorlaatste alinea.

    ivo: bedankt, dat is nu echt heel zinvol se .. (k)
  • aquaangel
    Graag gelezen, maar wat een lengte!! Wel wat fouten
    opgerakeld, zodat je ze makkelijk kunt herstellen ;)


    Spanjozen 3x (Spanjolen 3x)
    ongeregelden (ongeregelde?)
    despuut (dispuut?)
    En toen ik als jongman in de stad (jongeman?)
    rethoriek (retoriek)
    gezamelijke (gezamenlijke)
    vrijlijk (vrijelijk)
    veraders (verraders)
    hoordde (hoorde)
    filtste (flitste)
    spiezen (spiesen)
    sadische (sadistische?)
    getilt (getild)
    voltrokt (voltrok/voltrekt?)
    toen we elkaar voor het eerst terug hadden ezien. (Gezien)

    grroetjesssss

    ivo: bedankt tja en ik had word erop los gelaten, toch niet volmaakt .. bedankt en idd zeer goed - tja en ik wou nog wat meer over de rederijkers schrijven, maar dan werd het nog langer ..
    dat is wat ik noem heel zinvol
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .