writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

racisme ?

door ivo

In de tijd toen het bordje "verboden voor vreemdelingen" wettelijk nog mocht, was er in onze buurt een kleine kruidenier. Het was een vreemde man en was zijn vrouw niet zo lief en behulpzaam geweest, de zaak zou geen jaar hebben bestaan. Op de toonbank lag een dik boek, gevuld met lijstjes van gezinnen die op de 'poef' kwamen kopen. Zij schreef elke bestelling zeer nauwgezet op en elke vrijdag werd er afgerekend. Want dan kwamen de vaders met hun weekloon thuis.

Voor onze beruchte wijk was men beducht. Alhoewel in ons huis de achterdeur nooit op slot was (er was toch niets om te stelen) voelden wij er ons best veilig. De bakker bracht dagelijks het brood en legde het zonder zak op de drempel voor onze deur. Niemand in onze wijk haalde het in zijn hoofd om een brood te stelen. De sociale controle was zeer groot. En onze ouders lieten vaak hun handen meer dan wapperen tegen ons oren of ons achterste. De buurjongen ietsje verder kreeg van de riem als hij iets had uitgespookt waarvoor de politie moest komen.

Mijn broer had het ooit aangedurfd om tegen mijn moeder grof uit de hoek te komen. Mijn moeder nam de stoofhaak en ging hem achterna. Verschrikt liep hij rond de tafel en zo doorheen het heel kleine salon naar de voordeur, maar de zucht van mijn moeder was hem te dichtbij. Dan naar de keuken, waar mijn zus voor de achterdeur de afwas deed en er geen doorkomen was. Dan maar terug naar de woonkamer, rond de tafel om dan door het salon naar de hal te lopen in de hoop iets meer tijd te hebben om de voordeur te openen. Maar de stoofhaak bleef te dicht in zijn buurt. Na enkele rondjes zo gelopen te hebben terwijl wij het haast in ons broek deden van het lachen, waardoor mijn moeder nog nijdiger werd en mijn broer nog meer in paniek geraakte, keerde mijn moeder zich plots om. Enkele seconden later liep hij achteromkijkend recht in haar handen. De stoofhaak zag er sindsdien iets meer gebogen uit. Al een geluk voor mijn broer dat de stoelen in de woonkamer redelijk zacht van zit waren.

Aan de overkant van de grote straat, waar onze wijk aan grensde, lag de wijk van de burgerij die het veel beter had dan wij. Onze kruidenier was die klanten al lang kwijtgespeeld. Die gingen met zijn allen naar de supermarkt. Wij konden daar zelfs niet komen, want kopen op de poef, was daar niet mogelijk. De kruidenier probeerde te concurreren met de GB en zette soms de gekste prijzen op zijn koopwaar. En als het inderdaad te gek was, dan stonden de oude klanten terug in rij om zich te goed te doen aan de stomme prijzen die hij vroeg.
Niet voor niets werd zijn winkel genoemd naar zijn vrouw. Wiske, de eenvoud zelve. Zij zag er dan ook heel vermoeid uit. Ze was het blijkbaar beu om telkens weer tegen haar man in te gaan.
Als er dan zo'n hele rij kopers in de winkel stond, dan gooide hij ons eruit. "Jullie kopen toch maar alleen op de poef, daar wordt ik niet rijker van." De week daarna verontschuldigde Wiske zich dan voor het gedrag van haar man, maar hij had het ook zo moeilijk. Hoe vaak had René zich niet in de winkel beklaagd dat hij aan de verkeerde kant van de wijk een winkel was begonnen. "Aan deze mensen verdien je geen cent" riep hij dan uit en gooide het poefboek in de hoek van zijn zaak.
Maar het moment dat de zotte prijzen weer voorbij waren en hij zijn graag geziene publiek weer naar de GB zag vertrekken, stond de winkel terug vol met de mensen uit onze wijk.

Ook op de parochie werd onze wijk niet graag gezien. Sommige gezinnen behoorden duidelijk tot een andere klasse, maar al de anderen waren van zo'n laag allooi dat zelfs de pastoor er zijn neus voor optrok. Elke woensdagmiddag was er film in de grote parochiezaal en dan mochten wij allemaal gratis naar Tarzan of Hercules of Ben Hur of een andere grote film komen kijken. Er werd ook limonade en chips verkocht, maar daar hadden wij geen geld voor. Mijn broer had gezien dat de misdienaars gratis limonade kregen van de pastoor. Daarom was hij ook misdienaar geworden.
Deze beslissing heeft mij ooit rode kaken bezorgd. Bij mij thuis was de soep dan wel niet vet, maar katholiek waren m'n ouders zeker en vast. Wij moesten elke week naar de kerk. Geen gezeur of geen gejammer, want dan hadden we een week geen tv. Omdat mijn grootmoeder als huishoudster bij een rijk iemand diende, hadden wij zomaar voor niets een tv gekregen, en stond als enig waardevol ding in ons klein woonkamertje te pronken. Elke avond konden we BRT en RTBF en enkele Hollandse zenders bewonderen.
Op een zondagavond moest ik mijn wekelijkse plicht nog vervullen en tegen mijn gewoonte in ging ik naar de kerk die het dichtst bij ons huis lag. De pastoor had geen misdienaar en dacht dat ik mijn broer was. Er was geen ontkomen aan, hoe ik het hem ook probeerde uit te leggen. Al een geluk dat er maar weinig volk in de kerk was, want met dat witte ding omgekeerd en binnenste buiten aan stond ik daar wat naast de pastoor te lummelen. Ik wist niet wanneer en hoeveel keer ik moest bellen. Ik wist wel ongeveer wat er gebeurde, want als je elke week dezelfde film ziet, dan weet je ook wel wat er gebeurt. Maar om dan plots als een figurant mee te spelen! Hierdoor was mijn broer ook zijn plaatsje kwijt als misdienaar en had onze wijk nog maar eens bevestigd dat we voor niets deugden.

Mijn moeder moest niet veel van de parochie hebben. De mensen die deel uitmaakten van de parochieraad keken op ons neer. Terwijl de vrouwengilde en de KWB van de verdere parochie ons gezin met veel liefde en aandacht bejegenden. Ons moeder ging altijd naar de mis op die andere parochie en wij gingen er naar de jeugdbeweging.

Ons gezin werd gedoogd, maar zeker niet geholpen. Want als er dan eens een probleem was, dan waren het de gezinnen die het nog veel moeilijker hadden dan wij, die ons hielpen. Het COO, commissie van de openbare onderstand, wou ons gezin niet helpen. Mijn vader werkte in een fabriek en had een inkomen. Of hetgeen de brave man verdiende nu voldoende was of niet dat konden de hoge pieten van de burgerij zich niet aantrekken.
Mijn vader had een groententuintje en werkte daar heel hard in. Maar als de oogst er was, dan zag je de pastoor met zijn dikke sigaar proberen wat van die heerlijke groenten te pakken te krijgen. Iets waar mijn vader oostindisch doof voor was. In het begin had mijn vader hem nog enkele kolen meegegeven. Maar, toen mijn zus terug naar huis werd gestuurd omdat haar kousen gestopt waren en ze zo niet haar eerste communie kon doen, was dit toch wel een beetje te veel van het goede. Mijn moeder vertelde altijd dat de COO ons niet wou helpen omdat de pastoor hier een stokje had voor gestoken. Of dit de waarheid was, heb ik nooit geweten.

Niemand van de jongeren uit de buurt durfde in onze tuin een worteltje stelen. Ze wisten dat als wij dit te weten kwamen, de wraak niet zoet zou zijn. De tuintjes van werken van de Akker daarentegen waren ons geliefkoosd jachtterrein, vooral als de aardbeien rood en zoet klaar hingen om geoogst te worden. Als gedreven Apaches slopen wij doorheen het hoge gras om de rijpe oogst van eigenaar te doen wisselen. Het werd een wedstrijd tussen de burgerij en onze wijk. De tuinders hadden heel wat vallen en hindernissen klaargezet en het was aan ons om slimmer te zijn.
Een ijzeren ton vol met vieze beer uit de beerput werd in de grond gestopt en afgedekt met hooi. Toen mijn buurjongen er bijna inzakte en wij hem nog net konden redden, wisten we dat het serieus werd. Of toen één van de tuiniers in de schemer op ons zat te wachten met zijn riek. We konden hard lopen, maar die man ook. Pas toen we terug op ons terrein waren konden we hem van ons afschudden. We hadden in een groot netelveld een kamp gebouwd. Een grote put met heel veel zand op, waarop we netels en ander onkruid hadden gepoot, zodat het onzichtbaar was voor iemand die niet wist wat het was. We kenden de kleine paadjes om veilig tot het kamp te komen zonder dat een netel ons gestoken had. Voor wie niet thuis was in deze wirwar van paadjes werd het netelveld een een marteling. Daar we ongezien in ons 'kamp' konden verdwijnen was het zoeken naar ons een verloren zaak. Zeker in de schemer

Het systematisch uitgesloten worden van het sociale leven, was voor mij als kind niet zo erg, ik voelde dit erger aan als er een verjaardagsfeestje was, ik werd nooit uitgenodigd. Voor mijn ouders was dit bitter.Ik had mijn vrienden in de wijk. In de zomervakanties ging de achterdeur 's morgens om negen uur op slot en werd ze pas om vijf uur terug geopend. Want mijn moeder wou met rust gelaten worden en wij maakten veel te veel ambras in huis. Maar ook omdat mijn vader in ploegen werkte en hij heel vaak lag te slapen.
Mijn ouders gingen altijd op zaterdag bij de overburen kaarten en dat maakte wel veel goed.

Wij waren geen lieverdjes, dat was waar, maar het uitgesloten worden, maakte ons nog veel gevaarlijker.
Ik moest gaan werken op m'n veertiende en dat maakte dat ik ietsje aan geld kon binnenbrengen. De tijden waren toen ook al iets verbeterd waardoor het asoiciale veel minder zichtbaar werd. Vanaf mijn twaalfde zat ik elke avond op café, enkele straten verder en werden wij alsmaar gewelddadiger. De brommertjes (Zundapp, Kreidler, Puch en Honda) werden ons vervoermiddel. Zonder verzekering en brommerplaat maakten wij de buurt onveilig. En als de concurrenten met hun brommertjes doorheen onze straat kwamen, dan gingen de blaffeturen (rolluiken) naar beneden. Niet dat ik hier fier op was, integendeel zelfs. Toen we ooit aan de Boomgaardstraat een café kort en klein hadden geslagen, besefte ik dat wat ik deed niet goed was. Ik wou er uit maar wist niet direct hoe.

Op mijn zestiende had ik het wel allemaal gezien en had ik mijn leventje in de wijk opgegeven om op een totaal andere leest verder te gaan. Mijn oude wijkvrienden waren uit mijn gezichtsveld verdwenen. Later hoorde ik van mijn moeder dat sommigen in de bak zaten en enkelen als vreemdelingenlegioensoldaat waren vertrokken.

De uitsluiting had zijn sporen nagelaten en dit niet alleen bij mij.

 

feedback van andere lezers

  • jbrouns
    Heb eens een 'oud' verhaaltje er tussenuit gepikt, en ben content dat ik dit gedaan heb. Mooie nostalgische sfeer weergegeven. Er zit voor iedereen wel iets herkenbaars is, dat heb je goed weten over te brengen.
    Groetjes
    ivo: ja idd een oud verhaal, ik herinner me nog wel dat ik het geschreven heb, maar dat is haast een jaar geleden, toen ik elke dag een verhaal en gedicht online zette, hiervoor heb ik geen tijd meer, jammer genoeg ... dank je wel
  • Theo_Roosen
    Een stukje nostalgie die ik maar al te goed herken. Ik ben opgegroeid in de beruchte seefhoek, jij blijkbaar in Berchem.
    Het ging er inderdad zo aan toe. Wel heb ik het geluk gehad te mogen verder studeren maar zelfs dat moet je relativeren.
    Mijn ouders waren kleine middenstanders en niet bemiddeld en ook ik heb, nietegenstaande mijn studies stteeds moeten vechten tegen dat soort van racisme, zoals jij het noemt. Je afkomst blijft je achtervolgen, enkele uitzonderingen te na gesproken. Bedankt voor je mooi verhaal ivo. Het deed me deugd !
    ivo: zo is het Thro, mijn grootmoeder kwam uit de seefhoek en bij de KWB van St elegius hadden mijn ouders banden, mss hebben ze elkaar ooit gekend.
  • mariagarquez
    Mooi geschreven, mooie weergave van een jeugd. Wel begrijp ik je titel niet.
    ivo: bedankt ... het lezen zoals het is ..
  • aquaangel
    leuk verhaal

    in het rijtje (zundapp, Kreidler en Honda) Zundapp ook met hoofdletter..

    en ik zou (gevangenis) wegglaten, ik denk dat iedereen wel weet dat de bak de gevangenis is.

    liefs
    ivo: ik pas aan en bedankt voor de score
  • SabineLuypaert
    Er staat ergens -> aangedrufd … die oostindische doofheid vind ik geweldig (wou ik even zeggen). Graag gelezen, ik zag wel beelden van Hells Kitchenachtige taferelen vor bij deze beschrijving, ferm zenne, het lijkt bijna te levendig om fictie te zijn
    ivo: het was geen fictie hoor, dit is 100% bio - onversneden maar de versheidsdatum is al heel lang verlopen, voor sommigen staat er zelfs zoveel haar op. Racisme dat was het voor mij in ieder geval ..
  • ERWEE
    Inderdaad de toenmalige vorm van racisme.
    Goed neergezet!
    ivo: bedankt Erwee
  • Ghislaine
    Als rascist word je niet geboren. Het leven en de ervaring doen dat helaas soms wel. Mij moet je ze niet leren kennen, ik ken ze en verdomd beter dan ze zichzelf kennen.
    ivo: bedankt Ghislaine, voor het lezen van een verhaal al uit de oude doos voor me, Je hebt groot gelijk Ghislaine ... jammer dat je op 1 april er niet bij bent, had best met je wat willen babbelen ...
  • thepuppy
    ik heb het gelezen en dit moet onder "drama" komen.
    Waarom?
    Omdat het een samenvatting is van je leven en niet van één dag.


    Groetjes,

    thepuppy
    ivo: mss wel thepuppy ... maar het is zo moeilijk die categorie?n, want het zou ook onder gevoelens kunnen staan, niet dan? Het kan als drama gelezen worden maar ook onder andere categorie?n en eigenlijk heb ik dat nog niet zo goed door ..

    bedankt voor het lezen ...
  • secret
    veel dingen herkenbaar
    zelf ben ik wel 30 keer verhuisd en elke keer kwamen we weer in zo een wijk terecht
    oosterparkbuurt in groningen of wat in sommige steden het rooie dorp wordt genoemd.
    mijn pa zat daar op zijn best
    zijn kinderen worden afgerekend op het dragen van zijn naam
    liefs
    ivo: bedankt secret .. het leven herkent het leven ... en oeps, velen zitten vaak in hetzelfde schuitje ook al is de situatie totaal anders ..
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .