writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Bosrit

door lin


De ruzie knalde weer door de kamer. Ze zei woorden waarvan ze wist dat ze onterecht waren. Hij deed dat ook. Het was weer helemaal mis. Ze liep naar de kapstok en pakte haar jas.
"Ja, ga maar weer! Verdwijn maar weer gauw. Doe je altijd als er ruzie is. Gewoon weglopen ervoor! Je kunt gew……."
Het geluid werd vager en vager terwijl ze in de schuur haar fiets van het slot haalde, erop sprong en als een waanzinnige wegfietste.
Het was waar. Ze vluchtte liever, dan dat ze de confrontatie aan ging. Waarheen dit keer? Ze wist het wel, het bos, naar haar eigen plekje waar ze even tot rust kon komen.
Er stond een harde wind. Haar lange haren zwiepten in haar gezicht, want ze had de wind in de rug. Heerlijk hard ging ze. Nog harder. Over de brug rechts en dan langs de dijk het fietspad op. Ze schakelde nog een tandje bij en met een flinke vaart fietste ze de haar bekende route. Gelukkig was er niet veel verkeer. Ze had geen zin om goed uit te kijken bij het oversteken. Ze wilde door. Daar kwam het bos al in zicht. Ze moest eerst nog rechtdoor langs de rotonde en dan bij de ANWB paddestoel het bospad in.
Op het bospad aangekomen kwam ze wat tot rust. Ze hijgde verschrikkelijk en haar neus liep. Ze minderde wat vaart omdat het bospad smal was en ze een tegenligger aan zag komen. Hé, die kende ze! Die kwam ze regelmatig tegen in dit bos. Ze zag aan zijn felblauwe trainingspak dat hij het was en minderde vaart. Toen ze op gelijke hoogte waren, groetten ze elkaar en reden weer door. Opeens hoorde ze achter zich piepende remmen. Ze schrok en kwam ook tot stilstand en keek om. De fietser was blijven staan. Hij wenkte naar haar, draaide zijn fiets om op het fietspad en kwam naar haar toe gereden.
"Hallo," zei hij. "We zien elkaar hier regelmatig, niet waar?"
Ze knikte afwachtend.
"Sorry, dat ik je aanhoud, maar het valt me op dat je eens in de zoveel tijd gehuild hebt vlak voordat we elkaar passeren. De strepen mascara staan nu ook nog in je gezicht."
Ze schrok en veegde gauw haar gezicht schoon. Waar bemoeide hij zich mee? Ze stond op het punt weer op haar fiets te stappen, toen hij vervolgde:
"Ikzelf gebruik het fietsen ook als uitlaatklep om het huis even te ontvluchten. Ik ga dan naar de Grebbeberg, bij Rhenen en bezoek de oorlogsgraven. Pas als ik weer volledig tot rust gekomen ben, rijd ik terug naar huis."
Terwijl hij sprak had hij zijn fiets tegen een boom gezet en liep op haar af. Het was een knappe vent, zo tegen de vijftig, schatte ze. Zijn haar had al aardig wat grijze trekken. Hij pakte een zakdoek en begon luidruchtig zijn neus te snuiten. Daarna veegde hij met zijn hand zijn snor en baard in fatsoen. Zijzelf had niet meer bewogen en stond nog met haar fiets in haar hand naar hem te kijken. Hij stond nu vlak naast haar.
"Zin om even op dat bankje daar te gaan zitten, om een beetje te kletsen? We komen elkaar zo vaak tegen, dat we niet bepaald vreemden meer voor elkaar zijn, toch?"
Hij wees naar een bankje dat tegen het struikgewas stond. Ze aarzelde. Ze wilde door. Ze wilde naar haar plekje. Ze wilde tot rust komen. En toch…
Hij bemerkte haar aarzeling en pakte haar fiets vast.
"Geef die maar even aan mij, dan zet ik hem tegen een boom voor je."
Daar stonden ze opeens tegenover elkaar. Hij pakte haar hand en merkte hoe ze verstarde. Gauw liet hij die weer los.
"Kom, dan gaan we even zitten"
Ze liep aarzelend mee en keek om zich heen. Als hij nou kwaad wilde, was dit geen goede plek. Het struikgewas was overal laag, de bomen klein en glad en je kon een behoorlijk eind kijken en dus ook bekeken worden. Gerustgesteld liep ze mee. Ze hijgde nog steeds een beetje en begon naar een zakdoek te zoeken, omdat ze behoorlijk snifte. Hij begreep wat ze zocht en haalde een pakje zakdoekjes te voorschijn en terwijl ze op het bankje gingen zitten, gaf hij er eentje aan haar. Ze snoot flink haar neus en gebruikte daarna de schone buitenkant van het zakdoekje om door haar gezicht te wrijven. Ze was aardig bezweet, net zoals hij, zag ze.
Ze zaten samen op het bankje en zeiden niets. Normaal gesproken zou ze nu bij haar eigen plekje zijn geweest, niet ver hier vandaan, waar ze altijd haar tranen even de vrije loop liet. Toen ze dat bedacht, stroomden de tranen vanzelf over haar wangen. Hij zag het, schoof naar haar toe en legde een arm om haar heen.
"Kom even tegen me aan zitten. Is het zo erg? Huil maar even door dan, dat lucht op, dat weet ik uit ervaring."
Ze liet zijn arm om haar schouders liggen en legde haar hoofd tegen hem aan. Zo bleven ze zitten. Langzaam werd ze rustiger. Hij gaf haar een nieuwe zakdoek en dankbaar snoot ze opnieuw haar neus. Ze zag bij hem ook strepen van tranen over zijn wangen lopen, maar zei er niets van. Het was stil in het bos. Het begon een beetje herfst te worden. Hier en daar verkleurden de bladeren naar een mooie rode, gele of bruine kleur. Er lagen ook al aardig wat bladeren op de grond. Het rook heerlijk. Ze keek naar hun fietsen. Allebei hadden ze een Giant racefiets met derailleur. Die van hem was zwart, die van haar blauw met grijs. Ze sloot haar ogen even en in haar gedachten beleefde ze de ruzie opnieuw. Het was weer eens om werkelijk niks begonnen, maar het escaleerde altijd door de woorden, die ze naar elkaar toe slingerden.
Hij streelde zachtjes door haar haren.
Geen woord had ze nog gesproken.
Opeens stond ze op.
"Ik moet gaan" zei ze.
Ook hij stond op. Samen liepen ze naar hun fietsen toe.
Ze wist niet wat ze moest zeggen en schaamde zich eigenlijk een beetje. Gelukkig nam hij het initiatief.
"Nou, meis, heel veel sterkte weer. Ik weet zeker dat we elkaar nog wel vaker zullen tegenkomen hier. Laat je niet op je kop zitten! Als het weer moeilijk wordt, pak je weer de fiets. Tot gauw!"
Na die woorden sprong hij op zijn fiets en na een laatste groet reed hij weg. Ze bleef een beetje verbouwereerd achter. Ze wist niet wat ze hiervan moest denken.
Ze pakte haar fiets en realiseerde zich opeens dat ze niet eens zijn naam wist en hij ook niet die van haar! Ze begon weer te rijden, maar niet naar haar eigen plekje. Daar had ze nu geen behoefte meer aan. Ze reed terug en liet het hele gebeuren nog eens de revue passeren. Zou ze ooit nog door dit bos durven rijden als ze verdrietig was?

 

feedback van andere lezers

  • RolandBergeys
    Ik vind dit zo mooi, hoor, ook met dit einde.
    lin: Er kon hier geen ander einde zijn dat dit. Dank je wel Roland!
  • Ghislaine
    Een beetje te cliché.
    lin: Echt waar? ;)
  • dichtduvel
    Natuurlijk, en zelfs meer en meer in de hoop die begrijpende man nog eens tegen te komen, Jef
    lin: Denk je Jef? Ik denk zelf van niet..
  • ivo
    ja watte .... het leven kan raar lopen ... ik had dit cliché nog niet gelezen *smile* ... er zat wel wat erotiek in de lucht maar het liep anders dan hoe het volgens mij altijd in zo'n verhaaltjes afloopt ..

    een mens kan een mens ontmoeten en dan is het kiezen hoe hij met die mens verder wenst te leven.
    lin: Voor jou een onverwacht einde dus. Mooi zo!
  • Theo_Roosen
    Ik vind het een uitstekend geschreven verhaal, maar je eindigt open. Als lezer blijf je toch een beetje op je honger zitten. Ik hoop dan ook dat je er een vervolg zult aan breien want het leest lekker. Theo.
    lin: Dank voor het lekker lezen, Theo, maar hiermee is het verhaal toch echt af..
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .