writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Tegel duizend.

door lin



Steeds als Annet buiten is, telt ze de stoeptegels waar ze overheen loopt. Dat doet ze al heel lang. Het begon na de verhuizing, toen ze voor het eerst met haar moeder naar haar nieuwe school liep. Verlegen als ze is, keek ze naar beneden. Wilde liever niet weten waar ze overal langs kwam en ze begon vanzelf stoeptegels te tellen. Die eerste keer, wist ze nog precies, waren het er van haar huis tot de school 312 geweest. Ze kon toen nog nauwelijks tellen. Elke keer moest ze haar moeder stoppen en vragen: mam, wat komt er na 99? En wat na 110? En na 199?
Haar moeder had haar geduldig geantwoord en af en toe de opmerking gemaakt, dat ze dat nog niet allemaal hoefde te weten als je naar de basisschool ging.
Op school aangekomen, bleef het getal 312 gelukkig goed in haar hoofd zitten en na school werd er weer geteld. Ze liepen nu iets anders en ze kwam op 324 uit. Dat fascineerde haar. Vanaf die tijd liep ze stoeptegels te tellen en elke keer als ze lopend een zelfde weg aflegt probeert ze uit of ze met minder stoeptegels kan doen.
Dat spelletje ging ze steeds leuker vinden. Ze kon naar school lopen voor 301 stoeptegels, naar de bakker voor 233 en naar haar vriendinnetje voor 499.

Annet probeert het nu overal uit. Omdat ze zoveel naar de grond kijkt, vindt ze ook nogal eens wat op straat. Geld, een haarspeldje, een sleutel, prachtig kiezelsteentje, en het mooiste dat ze ooit had gevonden: een hondenhalsband, die nog naar hond rook!
Annet is bijna negen jaar en zou graag een hond hebben, maar dat mag niet van haar ouders.
Als ze er om vraagt is het antwoord steevast: "Nee, Annet, hoe vaak moet ik het nog zeggen? We hebben drie kinderen en dan kan er echt geen hond meer bij. Ik zou knettergek worden van dat dier. Hij moet minstens twee keer per dag worden uitgelaten. Hij eet behoorlijk wat en een hond ruik je altijd in huis."
Hoe Annet ook protesteerde, het werkte niet. Ze zou hem altijd uitlaten, ze hoefde geen zakgeld meer, ze zou een rustige hond kiezen en hij mocht bij haar in de slaapkamer slapen, zodat niemand anders hem rook. Niets hielp. Het mocht gewoon niet.
Stiekem bedacht Annet dat ze kon doen alsof ze een hond op straat had gevonden, die geen baas had. Misschien mocht ze hem dan houden? Maar ze wist eigenlijk wel zeker, dat daar weinig kans op was. De hond zou door haar ouders gewoon naar het asiel gebracht worden.

Op een zondagochtend gaat Annet met haar ouders naar oom Sjaak en tante Linda. Haar twee zusjes gaan ook mee. De auto is stuk, dus dat wordt lopen. Annet begint direct de stoeptegels te tellen, want dit is een lange weg en ze is benieuwd of ze over de duizend zal uitkomen. Ze weet dat ze wel weer de nodige standjes zal krijgen, omdat ze niet genoeg oplet of omdat ze loopt te murmelen, maar ze zal koppig doorzetten. Vandaag is ze onvermoeibaar en als ze bij 990 is met tellen, kijkt ze om zich heen. Ze lopen op een pleintje waarop wat speeltoestellen staan en een zandbak. Vlak bij de zandbak zit een kleine witte hond met een schattig snuitje. Hij kwispelt met zijn staartje. Annet telt de tegels vanaf waar ze gebleven is tot aan het hondje. Dat waren er tien! Dat moet ze onthouden, duizend.
"Annet ziet weer een hondje!" zegt een van haar zusjes als haar moeder roept dat ze door moet lopen.
Ze komen bij het huis van oom en tante aan en tot haar schrik merkt Annet dat ze na de 990 niet meer doorgeteld heeft! Nu kon ze eindelijk over de duizend komen en nu vergeet ze te tellen! Plagerig vraagt haar oom als ze binnenkomen: "En Annet, heb je nog iets gevonden onderweg?".
Annet antwoordt niet, hangt haar jas op en loopt door naar binnen. Hoeveel tegels zouden het geweest zijn? Kon ze nog naar buiten? Nee, dat lukt niet want er wordt al een 'lang zal hij leven' ingezet. Misschien op de terugweg?

Na de verjaardag komt er niets meer van stoeptegels tellen, want ze worden door neef Joost naar huis gebracht in zijn auto. Jammer. Nu wist ze nog niet hoeveel het er waren. Maar één ding weet ze wel: op stoeptegel duizend zat een wit hondje!

De week erna zijn er weinig stoeptegels te tellen. Van alle wegen die ze loopt waren de tegels al geteld. Onwillekeurig denkt Annet veel aan het witte hondje. Zou het bij iemand horen? Was het de weg kwijt? Het had geen hondenriem of halsband omgehad dus de halsband die Annet had gevonden kon wel eens van hem zijn. Of was het een haar? Allemaal vragen waar Annet mee worstelde, maar natuurlijk geen antwoord op kan krijgen. Zou ze soms eens proberen om weer op dat pleintje terecht te komen? Misschien zat hij nog steeds op stoeptegel duizend.
Dat gaat ze doen! Morgen is het toch zaterdag, dan kan ze wel even naar buiten en proberen of ze het pleintje kan terugvinden.
Zo gezegd, zo gedaan. De volgende ochtend gaan vader en moeder boodschappen doen om tien uur en Annet zegt dat ze thuis wil blijven. Haar vader en moeder zetten haar twee jongere zusjes in de auto en verdwijnen naar de supermarkt. Ze zullen zeker een uur wegblijven vertellen ze Annet en ze zijn nog niet weg of Annet gaat op pad. Ze weet dat haar oom en tante een wijk verder wonen en dat je onderweg een bruggetje tegenkomt. Dat weet ze nog wel te vinden en daarna zou ze wel zien.
Annet sluit de deur achter zich en begint te lopen. Ze telt onvermoeibaar de stoeptegels waar ze overheen loopt.
"Zebra's tellen niet mee", zegt ze in zichzelf terwijl ze de weg oversteekt.
En terwijl ze aan de overkant over de stoeprand heen stapt: "En stoepranden ook niet".
Ze blijft tellen en ziet in de verte het bruggetje al verschijnen. Daarvoor moet ze door het park heen. Er loopt een fietspad van asfalt door het park, tot over de brug en daardoor hoeft ze een hele tijd niet te tellen. Pas na het bruggetje komt er weer een stoep langs te liggen, weet ze en dan pas kan ze doortellen. Ze is inmiddels tellend bij stoeptegel 553 aangekomen. Ze kan nu even rustig om zich heenkijken. Ze ziet in de verte hoge flats opdoemen, ziet kinderen spelen in het gras en ziet eendjes zwemmen onder de brug. Die gaat ze wel eens voeren met haar zusjes, maar ze heeft nu geen brood bij zich. Daar begint de stoep weer. Ze moet naar die flats toe weet ze, dus kan ze het beste hier na het park oversteken en dan linksaf. Of is het rechtsaf? Nee, het is linksaf. Dapper loopt ze door en telt verder. Na een paar keer linksaf en rechtsaf te zijn gegaan, waarbij ze toch steeds even twijfelt, komt ze in een straat die ze helemaal niet kent. Ze kijkt om zich heen. Ze is bij 612. De flats zijn nu rechts van haar, dus ze moet naar rechts. Die straat loopt helemaal rond en buigt dan naar links. Nu komt ze nog verder van de flats af! Ze voelt een klein beetje paniek opkomen. Ze telt nog wel door. Ze telt net 830 als ze een hoek omgaat en tegen iemand opbotst.
"Kun je niet uitkijken?", snauwt een oudere man tegen haar.
"Sorry! 830", stamelt ze en loopt gauw door. De man kijkt haar verbouwereerd na. Nu gaat ze de goede kant op! Ze loopt verder richting flats, 890, 900, 980 en opeens blijft ze staan. Daar, 20 tegels bij haar vandaan zit weer het witte hondje! Het is hetzelfde hondje ziet ze. Maar de plaats waar ze hem vond, is niet dezelfde. Ze weet eigenlijk niet waar ze is en er komen tranen achter in haar ogen. Maar wat is dat? Een auto stopt langs de stoep en haar neef Joost, die het hele gezin na de verjaardag naar huis gebracht had, stapt uit.
"Hé, Annet, wat doe jij hier? Ben je soms een beetje verdwaald?"
Annet voelt nu de tranen over haar wangen glijden en knikt alleen.
"Malle meid! Kom, breng ik je even naar huis", zegt Joost en houdt het autoportier voor haar open. Dankbaar gaat Annet in de auto zitten en maakt de gordels vast. Haar neef stapt aan de andere kant in en ze rijden weg. Annet ziet nog wel door het autoraampje het witte hondje met een schuin opgeheven kopje naar haar kijken.
"Joost?"
"Eh, ja?"
"Zeg je niks over mijn verdwalen aan papa en mama?"
"Ligt er aan. Wat deed je daar eigenlijk?"
"Ik zocht naar een hondje dat ik eerder gezien had toen we naar jullie toeliepen pas."
"Ken je dat hondje dan?"
"Nee, maar ik wilde weten of het er nog was."
"Malle meid! Ik heb mijn ouders al eens iets horen vertellen over hoe graag jij een hondje wilt, maar dit kan eigenlijk niet hè? .
"Toch heb ik hem weer gezien, Joost, net toen jij me vond".
Joost draait een hoek om waardoor hij zijn aandacht weer bij de weg moet houden en zegt daarna:"
"Dat kan haast niet hetzelfde hondje zijn geweest, want je zat aan de andere kant van onze wijk!"
Annet is stil de rest van de weg. Als ze bij hun straat aankomen vraagt ze Joost te stoppen en vraagt hem nogmaals niks tegen haar vader en moeder te vertellen. Joost belooft het, als zij belooft niet meer te verdwalen. Annet stapt uit, bedankt Joost en loopt naar haar huis. Gelukkig. Haar ouders zijn nog niet thuis! Annet gebruikt de sleutel aan haar sleutelkoord en laat zichzelf binnen. Nog geen vijf minuten later komt de rest van het gezin thuis. Haar ouders beginnen de boodschappen weg te ruimen en vragen gelukkig niet wat Annet allemaal gedaan heeft in de tijd dat zij weg waren.

's Avonds kan Annet maar moeilijk in slaap komen. Ze ziet steeds het hondje zitten op de stoeptegel. Hoe kon het hondje nu weer op stoeptegel duizend opduiken? Ze snapt er niets van. Zou ze het aan iemand vertellen? Wie zou haar nu geloven? Ze moet het gewoon nog een keer proberen! Ze zou eigenlijk een heel andere kant op moeten lopen en kijken of het hondje dan weer op stoeptegel duizend zou zitten. Maar dan moet ze wel zorgen om niet te verdwalen! Met die gedachte slaapt Annet in.

Een week later komt er een goede gelegenheid om het plan tot uitvoering te brengen. Haar zusje van zes jaar zwemt op woensdagmiddag af. Haar ouders en kleine zusje gaan mee, maar Annet mag thuisblijven. Ze doet of ze zich niet zo lekker voelt en haar moeder stelt voor om dan maar thuis te blijven.
"Dat warme zwembad is dan niks voor jou!"
En daar is het Annet het helemaal mee eens. Ze hoort de auto van haar ouders nog niet wegrijden of ze is al buiten en gaat dit keer de andere kant op. Ze heeft voor de zekerheid stoepkrijt bij zich om de weg te markeren. Dan kan ze niet verdwalen. Langzaam tellend loopt ze door allerlei straten. Links, rechts, rechtdoor, weer rechts, langs winkels, langs een sporthal, nog even! Ze is al bij 866. Annet kijkt om zich heen. Naast de sporthal komt…. het zwembad! Ze loopt even door, 982, en is dan bij de parkeerplaats van het zwembad aangekomen. Iets verderop tussen de auto's begint weer de stoep en daar…..zit vlak bij een boom…. het witte hondje. Zenuwachtig telt Annet het aantal tegels tot aan het hondje, het zijn er 18! Het hondje zit weer op stoeptegel duizend! Perplex kijkt Annet om zich heen. De deur van het zwembad gaat open en er komt een grote hoeveelheid mensen lachend naar buiten.
"Gefeliciteerd, kleine! Heel goed gedaan!", hoort ze een van de mensen zeggen. Het diplomazwemmen is klaarblijkelijk afgelopen. Oei, daar ziet ze opeens het hoofd van haar vader voor de zwembaddeur verschijnen. Hij kijkt gelukkig achterom om iets te zeggen tegen iemand die achter hem staat en heeft haar niet gezien. Snel loopt Annet weg. Gauw terug naar huis, voordat haar ouders haar hier zien. De terugweg gaat veel sneller dan de heenweg. Niet alleen omdat ze niet hoeft te tellen, maar ook omdat ze goede markeringen heeft gezet met stoepkrijt.
Thuis aangekomen, is ze er gelukkig als eerste. Kan ze even uithijgen. En nadenken over het vreemde voorval. Ze begrijpt er echt niets van. Een kwartier later komen haar ouders thuis.
"We zijn nog even bij McDonalds wat gaan halen om het te vieren!"zegt haar vader.
"Denk je dat je dat aankunt?"
"Ik probeer wel wat!" antwoordt Annet. Ze is gek op McDonalds eten, dus dat wil ze toch eigenlijk niet missen.
"Toch zou ik maar niet teveel eten als ik jou was! " waarschuwt haar moeder.
En dat doet ze dan ook maar niet.

Annets verjaardag nadert. Over een week plus een dag is ze jarig. Acht dagen nog. Het vreemde is, dat haar ouders haar nog helemaal niet hebben gevraagd wat ze voor haar verjaardag wil hebben. Dat zou wel komen, omdat ze de laatste jaren altijd steevast antwoordde: "Een hondje, anders hoef ik niks!" en misschien vroegen ze het daarom maar niet meer. Als de dag van haar verjaardag nadert wordt ze toch wel heel nieuwsgierig. Wat zou ze cadeau krijgen? Op de ochtend van haar verjaardag staat ze al heel vroeg op en doet haar gordijnen open. Wat ziet ze daar voor het hekje zitten? Toch niet het witte hondje? Het lijkt vast te zitten aan het hekje met een koord. Ze wrijft haar ogen nog eens uit en geeft dan een gil van opwinding. Ze rent naar de slaapkamer van haar ouders, die wakker schrikken en geeft ze allebei een dikke zoen.
"Dank je wel. Dit is het allerliefste en allermooiste dat ik kon krijgen!"
en nog voordat een van haar ouders kan antwoorden rent ze de trap af naar beneden en doet de voordeur open. Naast de voordeur staat een grote hoeveelheid hondenvoer, een hondenmand en er ligt een hondenriem. Ze loopt naar het hekje toe en maakt het witte hondje los en pakt het op. Het hondje likt onmiddellijk haar gezicht. Tranen van blijdschap komen in haar ogen. Opeens ziet ze een penning zitten om de halsband. Ze bekijkt de penning en daar staat alleen het nummer 1000 op! Verbouwereerd kijkt ze naar boven, naar de slaapkamer van haar ouders, die staan naar haar te wijzen en naar elkaar. Ze hebben toch geen ruzie? Annet loopt met het hondje naar binnen en haalt daarna de rest van de spulletjes ook binnen. Dan gaat ze op de bank zitten. Een naam! Hij moet een naam hebben.
Haar ouders en zusjes komen nu ook binnen.
"Ik noem hem Duizeltje" zegt ze. Haar zusjes komen voorzichtig ook aaien en vader en moeder kijken vertederd naar het tafereeltje.
"Maar het laatste woord is hierover nog niet gesproken!" zegt haar moeder tegen haar vader. Die haalt alleen zijn schouders op.

Vanaf die dag zorgt Annet voor Duizeltje en ze is er zoveel mee bezig, dat ze helemaal vergeet om stoeptegels te tellen. Dat kan ook moeilijk als je Duizeltje bij je hebt. Die trekt je steeds alle kanten op!

 

feedback van andere lezers

  • Henny
    Een schitterend kinderverhaal Lin, en wederom met plezier gelezen.
    lin: Hoi Henny! Ook hier verzeild geraakt! Leuk! En dank je voor de reactie op mijn kinderverhaal! Doet me goed.
  • ivo
    idd een schitterend verhaal ... zeer goed uitgebalanceerd geschreven
    lin: Fijne reactie Ivo. Dank je wel daarvoor.
  • Draakje
    Mooi. Mijn nieuwsgierige aard zoekt nog naar de verklaring van het hondje, en hoe het opeens bij haar terecht kwam, maar verder...
    Een werkje uit de duizend :)
    lin: Niet zoeken. Dat doen kinderen ook niet. Gewoon accepteren! Dank voor je reactie Draakje.
  • SabineLuypaert
    ik werd helemaal warm van binnen en vraag me niet warom ik nun snotter, meer dan een uitstekend
    lin: Sabine, niet snotteren hoor. Fijn dat je het verhaal zo kon waarderen! Bedankt voor je reactie.
  • Ghislaine
    Uitstekend +9
    lin: Dank je wel voor je lovende reactie Ghislaine!
  • RolandBergeys
    Heel knap, Lin!
    lin: Leuk dat je ook kinderverhalen leest! Dank voor je waardering Roland.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .