writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Overleven

door lin

Zachtjes schuifelend, zich een weg zoekend in het pikkedonker van de nacht, komt ze bij de deur van haar slaapkamer. Eigenlijk moet ze dit niet doen, maar ze kan niet anders. Ze zoekt steun langs de muur en opent de deur. Op de overloop brandt gelukkig een nachtlampje. Als ze de deur achter zich sluit, komen er tranen in haar ogen. Ze vermant zich. Dit is onzin. Dit moet ze niet over zich heen laten komen. Altijd is ze sterk, niemand die haar ooit ziet huilen.
De deur van de slaapkamer aan de linkerkant opent ze heel voorzichtig. Ze veegt nog eens door haar ogen en gaat behoedzaam naar binnen. Het is hier ook niet helemaal donker. Een nachtlampje in de vorm van een dolfijn werpt een blauwig licht door het slaapkamertje. Met weemoed denkt ze terug aan het moment waarop zij het lampje kocht...

--Ze bevindt zich op de markt in Saint Antonin, een klein dorpje in Frankrijk. Uitgenodigd op een familiefeest van een nichtje dat in Cazals woont, is het hele gezelschap na een spetterende feestavond de volgende morgen naar de markt getogen. Een gezellige uitstalling van allerhande kraampjes siert de straatjes van het oude vestingstadje. De koopwaar varieert van grote bollen roodpaarse knoflook tot en met boeken, kleding en kinderspeelgoed. Zoals altijd, wordt ze daar als een magneet naar toe getrokken. Peter is thuis gebleven, bij zijn grote broers. Ze moet wat voor hem kopen. Struinend tussen de spulletjes kijkt ze opeens op en haar ogen ontmoeten de ogen van de Fransman, die het kraampje beheert. Hij schrikt even en mompelt iets in de trant van "ces jeux, si bleux" en kijkt gauw een andere kant op. Ze moet opeens aan Peter denken. Die heeft ook van die helblauwe ogen. Dan ziet ze een nachtlampje in de vorm van een dolfijn en besluit onmiddellijk het te kopen. Peter is helemaal gek van dolfijnen.--

Peter ligt in zijn bedje. Een warm moedergevoel overweldigt haar. Gelukkig slaapt hij. Een luchtvlaag, die bij het openen van de slaapkamerdeur eventjes vrij spel heeft, krijgt grip op de gordijnen en laat ze zachtjes bewegen. Het maanlicht dat door een kiertje van de gordijnen naar binnen glipt, danst om zijn gezichtje. Dankbaar drukt ze een kus op zijn voorhoofdje. Oei, dat voelt wel warm. Hij zal toch geen..? Nee, die hitte is vast een gevolg van de zwoele nacht.
Ze loopt naar het venster en opent het bovenraampje nog iets verder. Het maakt een krakend geluid en Peter beweegt in zijn slaap. Ze sluit de gordijnen en loopt weer naar het bedje. Eigenlijk wil ze hem oppakken en tegen zich aandrukken. Dan denkt ze terug aan het moment waarop hij geboren werd...

--Kerstmis was het en de weeën werden heftiger en heftiger. Dat vond ze niet vreemd, overtuigd dat het een kerstkindje zou worden, hoewel ze pas over twee weken uitgerekend was. Ze ging gelijk krijgen! Net als bij de oudste drie jongens begon ze te timen: vijf minuten tussen elke wee. Nog even wachten met bellen dus. Als het vier minuten was ging ze bellen. Eerder niet. Ze wist inmiddels wel waar ze aan toe was na drie geboorten! Haar man kwam de kamer binnen juist toen ze de volgende wee kreeg en vroeg bezorgd hoe het ging. "Prima", antwoordde ze, maar hij zag wel aan haar grimas dat ze zich groot hield.
"Ik ga toch vast bellen!" vervolgde hij "want misschien gaat het wel heel hard deze keer! De vorige keer had je al niet zoveel tijd meer nodig, en als dit weer zo'n klein mormeltje wordt, floept hij er straks ineens uit!".
Hij stond op en liep naar de telefoon. Ze wilde antwoorden dat hij nog even moest wachten, maar werd overspoeld door een nieuwe wee en liet hem begaan.
De verloskundige constateerde nog maar vier centimeter ontsluiting en besloot nog even naar huis te gaan.
"Bel maar zodra het heviger wordt", zei hij.
Het werd niet heviger. Twee dagen lang bleven de weeën om de vier minuten komen. Toen was ze op. Lichamelijk, maar ook emotioneel. De verloskundige vond eindelijk ook dat er iets moest gebeuren en maakte telefonisch een afspraak met het ziekenhuis. Ze wilde dat helemaal niet, na drie perfecte geboorten gewoon thuis, maar ze vocht er nu niet meer tegen. Dat kon ze niet meer ophbrengen.
In het ziekenhuis aangekomen ging men aan het timen, en ja hoor, nog steeds om de vier minuten weeën en vier cm ontsluiting. Alles werd in gereedheid gebracht om de geboorte verder op te wekken. Een plotselinge aandrang deed haar zich naar het toilet haasten en daar aangekomen braken de vliezen. Het vruchtwater stroomde langs haar benen naar beneden. Ze drukte op de rode knop in het toilet en werd vliegensvlug weer op bed geholpen. Overspoeld door de ene na de andere wee, hoorde ze een verpleegster na 30 minuten zeggen:
"Ik zie een handje! De baby komt zwaaiend ter wereld!".
Toen kreeg ze haar vierde zoon op haar borst gelegd en de tranen vloeiden rijkelijk toen ze zag dat alles in orde met hem was. Het handje had niet naast dat hoofdje moeten glippen, want daardoor was de druk niet groot genoeg geweest om de geboorte vlot te laten verlopen. Maar alles was verder goed met hem, al zou het uiteindelijk weken duren voordat Peter zijn handje uit zichzelf ging bewegen. Later was daar niets meer van te merken.--

Ze pakt zijn handje zachtjes vast en knielt bij zijn bedje neer. Het is niet eerlijk, vecht ze tegen haar tranen. Het is zo verschrikkelijk niet eerlijk. Ze had nog zo lang van hem willen genieten. Ze had hem willen zien opgroeien en zijn kinderen geboren willen zien worden. Zijn oudere broers zijn inmiddels allemaal uit huis, daar hoeft ze zich geen zorgen meer om te maken. Die zijn goed terecht gekomen. Alleen Peter is er nog. En ze houdt zoveel van hem en hij van haar.
"Ongelukje, zeker?" zei men soms als ze doorhadden dat Peter een nakomertje was.
"Nee hoor", antwoordde ze dan altijd naar waarheid, "helemaal zo gepland".
Ze gaat met haar hoofd op zijn dekbedje liggen en merkt niet dat de slaapkamerdeur zachtjes open gaat. Haar hand wordt voorzichtig losgemaakt uit die van Peter en ze laat zich ophelpen en zachtjes de kamer uit geleiden.
"Ik weet het", zegt ze, "maar ik kan er niets aan doen, ik moest hem even zien".
"Dat weet ik, schat", antwoordt haar man, "maar je moet toch echt even slapen".
En daar ligt ze nu weer, wijdopen ogen, de slaap wil al dagen niet meer komen. De slaappillen, die de huisarts meegegeven heeft, gebruikt ze liever niet. Ze krijgt al genoeg medicijnen.

--"Mevrouw, het is uw beurt!"
De verpleegster houdt de deur open van de ruimte waar de MRI gemaakt zal worden. In het kleedhokje moet ze haar haarspelden verwijderen, maar verder mag alles aan blijven. Ze schudt haar blonde krullen los en loopt de onderzoekskamer binnen. Daar wordt haar verzocht plaats te nemen op een smalle brancard, waar haar hoofd in een soort klem wordt vastgemaakt. De brancard schuift dan vanzelf een groot apparaat in. De verpleegkundige controleert nog eens alles en zegt dat ze achter een scherm gaat plaatsnemen, maar dat ze mag roepen als er iets is.
De zuster loopt vervolgens weg. Ze bijt haar tranen weg en blijft stil liggen, zoals haar gevraagd is. Ze kan ook niet veel anders. Er klinken allerlei geluiden om haar heen en af en toe verschuift de brancard iets. Regelmatig krijgt ze op afstand het verzoek haar adem even in te houden. Dan, na wat een eeuwigheid lijkt, komt de verpleegster weer naar haar toe.
"Een ogenblikje geduld nog hoor, misschien zijn er nog wat beelden nodig".
Er zijn nog wat "detailopnamen" nodig en de geluiden beginnen opnieuw.
Na afloop loopt ze in tranen het ziekenhuis uit. Ze kan ze niet meer bedwingen, hoe goed ze ook haar best doet. Natuurlijk is het mis in haar hoofd. Er zijn niet voor niets detailopnamen nodig. Eigenlijk weet ze het ook wel, maar ze kan het nog steeds niet geloven. De zon schijnt buiten. Er zitten mensen op een bankje in het park, waar ze langs loopt. Ze lachen luidkeels. Onbegrijpelijk vindt ze dat. Dat je het op zo'n moment in je hoofd haalt om te lachen... Peter, die kan zo ongelooflijk lief lachen. Als baby al won hij iedereen direct voor zich. Maar nu nog is het zo'n knap, prachtig ventje. En zo slim...--

"Mam, ben je wakker?" hoort ze opeens een stemmetje naast haar bed. Ze ziet een paar helderblauwe kijkertjes.
"Ja, zeker, en je weet het hè? Als ik niet wakker ben, mag je me altijd wakker maken! Dat heb ik je toch gezegd!"
"Maar dat mag niet van papa!"
"Dan zal ik dat nog eens tegen hem zeggen. Ik wil mijn Bikkeltje altijd zien, als hij mij wil zien. Zal ik nog eens een verhaal vertellen?"
"Ja! Die van Stekel wil ik nog wel een keertje horen".
Ze weet dat dat één van zijn lievelingsverhalen is. Dat heeft ze ook speciaal voor hem geschreven en op de verhalensite gezet. Ze gaat wat rechter in de kussens zitten, trekt Peter op het bed naast zich en begint te vertellen. Als het verhaal uit is, slaakt Peter een diepe zucht en slaat z'n armpjes om haar hals. Zijn neusje komt tegen die van haar en opeens voelt ze zijn tongetje over haar neus bewegen. "
"Dat doen Zwartpootje en Vosje ook in het verhaal, hè mama?"
Nog voordat ze kan antwoorden komt haar man de slaapkamer in en pakt Peter op.
"Ik ga hem even naar school brengen", zegt hij, " Ik ben zo terug."
Peter zwaait naar haar als hij de slaapkamer uit wordt gedragen.

--Jaren geleden lijkt het. Haar buurvrouwtje van drie deuren verder was in verwachting van haar tweede kindje. Ze was al een week overtijd, toen op een avond haar man aanbelde en vertelde dat het niet goed was gegaan met de baby. Het kindje was gestorven nog voor het geboren was en morgen zou de geboorte opgewekt worden. Ze stond als aan de grond genageld, wist niet wat ze moest zeggen en vroeg of ze even naar haar toe mocht.
"Liever niet nu", zei de buurman, "wacht maar een weekje, ze wil even niemand zien en we moeten dit eerst samen verwerken".
Ze schreef haar toen een brief waarin ze zo goed mogelijk haar gevoelens probeerde te verwoorden. Dat het haar zo erg leek om je kind te verliezen en dat je als ouders je kind niet hoorde te overleven.
Zijzelf zou haar zoons in elk geval niet overleven..--

"Pap, ik mocht toch van mama haar altijd wakker maken, had ze gezegd?"
"Ja, mijn Bikkelkerel, dat heeft ze inderdaad gezegd. Alleen was ze vergeten te vertellen, dat er ook een moment zou komen, waarop ze voor altijd zou gaan slapen."
"Pap?"
"Ja?"
"Kom eens met je neusje, dan krijg je er een likje op!"




Opmerking:
Omdat in het verhaal hierboven melding wordt gemaakt van het verhaal "Stekel" dat ik voor kinderen schreef, zal ik dat binnenkort hier ook op de site zetten.

 

feedback van andere lezers

  • ivo
    ontroerend mooi - een zeer mooi verhaal ..
    lin: Tsjonge, dat heb je snel gelezen! Dank je wel Ivo voor je waarderende reactie!
  • Ghislaine
    Heel emotievol neergeschilderd. Werkelijk een plaatje.
    lin: Dank je wel Ghislaine
  • Theo_Roosen
    Ontroerend verhaal. Schitterend weergegeven. Theo.
    lin: Dank voor deze waarderende woorden Theo.
  • SabineLuypaert
    weer prachtig Lins geschreven, zucht
    lin: Ja, echt lins.... Dank je wel Sabine voor je inlevingsvermogen en reactie!
  • RolandBergeys
    Knap geschreven, gevoelig, mooi!
    lin: Fijn dat je dit verhaal las Roland. Het is inderdaad heel gevoelig..
  • Maarten
    Inderdaad, prachtig gevoelig... een totaalpakket dit verhaal waar elk element mooi samenvalt! Proficiat lin... Maarten x
    lin: Dit is heerlijke feedback waar ik van ga blozen! Dank je Maarten, fijn dat je mijn verhalen leest, lieve groet, lin
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .