writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Stekel

door lin

Omdat dit verhaal in mijn verhaal "overleven" wordt genoemd, publiceer ik het hier ook.


Er was eens een konijnenmoeder die twaalf babykonijntjes had.
Oei wat waren ze lief, klein en schattig.
Eerst hadden ze nog niet eens hun oogjes open. Toen die oogjes open gingen, kwamen de pootjes ook in beweging en gingen de kleintjes op onderzoek uit.
Moeder konijn kende al die kleine konijntjes precies bij naam. Hoewel ze allemaal op haar leken, waren ze toch steeds net ietsje anders:
Zo was er Bleekneusje, Stampertje, Witoortje, Sniffertje, Grijshaartje, Bruinstaartje, Pluisnekkie, Duwertje, Kleintje, Spitssnuitje, Zwartpootje, en uiteraard haar evenbeeld: Moedertje
Ze woonden in een prachtig konijnenhol, uitgegraven door vader Stamper. Het hol had wel 5 uitgangen en allerlei plekken en kamers waar je heerlijk in kon ravotten.
Heel gezellig hoor, maar moeder konijn had wel precies verteld wat er wel en niet mocht aan de kleintjes.
"Luister goed kinderen", zei ze op een dag heel ernstig.
Ze hadden allemaal door dat moeder iets bijzonders te vertellen had.
"Buiten ons hol is het niet zo veilig als hier binnen", ging ze door.
"Er zijn buiten dieren die erg graag konijntjes eten. Er woont hier in de buurt een vos, die is roodbruin en heeft een pluimstaart. Die jaagt vaak op konijnen. Ook grote vogels met scherpe snavels eten graag konijntjes. Als je dus zomaar naar buiten gaat, word je misschien gevangen en opgegeten! Weet je wat je moet doen? Altijd goed om je heen kijken en vooral je oren omhoog steken en luisteren. Waarschuw anderen voor gevaar door met je pootjes op de grond te trappelen zoals papa en stampertje zo goed kunnen. Dat betekent ook, dat je weg moet rennen als je pootjes hoort stampen. Je kunt alleen maar goed wegrennen als je weet waar je heen moet. Ons hol heeft 5 uitgangen. Zorg dus dat je altijd vlak bij een van die gangen bent, zodat je je kunt verbergen als er gevaar is."
Die raad hadden ze goed opgevolgd. Vooral Zwartpootje bleef altijd in de buurt van een van de uitgangen totdat hij er volledig van overtuigd was dat er geen gevaar was. Dan pas durfde hij iets verderop een worteltje te gaan zoeken.
"Bangerik", hoorde hij wel eens roepen door één van zijn zusjes of broertjes, maar dat maakte hem niets uit. Dit vond hij het veiligst.
Op een dag lag Zwartpootje lui in de zon vlak bij een van de uitgangen van het konijnenhol. Hij genoot van twee libelles die in de meidoorn voor hem tikkertje aan het doen waren. Kon ik maar vliegen, dacht hij dromerig. Zijn vader en moeder waren eten aan het zoeken en zijn broertjes en zusjes hoorde hij in de verte ravotten. Ze waren vast verstoppertje aan het spelen! Zwartpootje kreeg honger. Hij wist dat er om het konijnenhol heen niet veel eten meer was te vinden. Dat was allemaal al opgegeten door hem en zijn broertjes en zusjes. Zwartpootje rekte zich uit en ging op onderzoek uit. Langzaam raakte hij verder van het konijnenhol af. Hij keek nog eens om. Ja, hij zag het hol nog steeds. Gerustgesteld ging hij nog iets verder weg. Een kolonne rode mieren liep over het pad voor hem. Behoedzaam sprong hij daar overheen. Hij was eens in zijn neus gebeten door zo'n beest en dat deed goed zeer! Hij liep nog iets verder. Als hij nu het volgende heuveltje op zou klimmen, zou hij nog steeds het konijnenhol kunnen zien! Behoedzaam ging Zwartpootje de heuvel op. Opeens gingen zijn oren recht overeind staan. Hij hoorde iets! Hij hoorde een dier janken leek het wel. Zwartpootje wilde eigenlijk rechtsomkeer maken en snel één van de ingangen van zijn huis induiken, maar iets hield hem tegen. Het gejank klonk zo zielig.... En heel zachtjes. Alsof niemand het mocht horen. Heel voorzichtig liep hij door, zich steeds achter de struikjes verbergend terwijl hij verder kwam. Nu was het geluid heel dichtbij. Zwartpootje keek om het laatste bosje heen en zag een dier dat hij niet goed kende. Zijn eerste reactie was: wegrennen, maar iets zorgde ervoor dat hij dat niet deed. Het dier was toch wel een beetje groter dan hijzelf was, roodbruin, een pluimstaart, spits snuitje en erg verdrietig. Toen het dier hem zag werd het stil. Zwartpootje raapte al zijn moed bij elkaar, ging naar hem toe en vroeg:
"Waarom huil je zo?"
Even bleef het stil. Toen antwoordde het dier:
"Ik zit vast!"
"Kun je niet los komen dan?"
"Nee, er zit een stekel helemaal vast in mijn poot".
"Wil je dat ik eens kijk?"
"Graag, maar als je me losmaakt, eet ik je op hoor!"
"Wat?"
"Kan ik ook niets aan doen. Dat voelt zo. En ik zit al twee dagen vast dus wil ik wat eten. Mijn vader brengt weleens een konijntje mee om op te eten. Jij bent toch ook een konijntje? Auw wat doet het zeer!"
"Als je me opeet, maak ik je niet los."
"Dat snap ik. Daarom waarschuwde ik je ook. Als je me losmaakt heb je me gered. Dan ga ik niet dood. Maar doordat ik zo'n honger heb, zou ik je wel eens dood kunnen maken en opeten. Maar je eet je redder toch niet op? Dus waarschuwde ik je"
"Zal ik eerst eens naar die stekel kijken?"
"Goed, maar kom niet te dicht bij mijn mond, want je ruikt teveel naar een lekker hapje", zei het dier dat in de struik vast zat.
Zwartpootje twijfelde eerst nog, maar liep toen met een boog om het beestje heen (het leek nog het meest op de vos waar moeder altijd voor waarschuwde) en zag dat er een grote stekel van de struik dwars door een pootje heen was gedrongen. Er kwam wat bloed vanaf, maar zo te zien had het erger gebloed, want op de grond lag een opgedroogde donkere vlek.
Zwartpootje ging zitten en dacht na.
"Hoe heet je eigenlijk?" vroeg hij toen, "ik heet Zwartpootje".
"Vosje" klonk het klaaglijk.
"Dus toch!", dacht Zwartpootje en dacht nog langer na. Hij voelde ook honger in zijn eigen buik en snapte hoe Vosje zich moest voelen. En dan nog die pijn in zijn pootje.
"Ik kan gewoon terug lopen naar mijn hol", zei hij.
"Ja, dat kan", antwoordde Vosje.
"Dan ga jij misschien wel dood", zei Zwartpootje.
"Dat denk ik wel", antwoordde Vosje.
Zwartpootje ging liggen en dacht nog veel langer na. Vosje begon weer zachtjes te janken.
"Ruik ik nog steeds naar een lekker hapje?" vroeg Zwartpootje.
"Om eerlijk te zijn begin je steeds lekkerder te ruiken", antwoordde Vosje eerlijk.
"Wat zou jij doen als je mij was?" vroeg Zwartpootje.
Nu dacht Vosje even na. Hij had pijn en kon niet zo goed nadenken. Toch probeerde hij het. Hij dacht en dacht en dacht. Hij ging liggen met zijn kop op zijn pootje dat niet zeer deed. Zwartpootje ging ook liggen met zijn kop op zijn pootjes, waardoor hun neusjes vlak bij elkaar kwamen te liggen.
"Ik heb geleerd van jou weg te rennen"
"Ik heb geleerd jou te vangen en op te eten"
Stil lagen ze naar elkaar te kijken.
Het tongetje van Vosje kwam uit zijn bekje en voelde aan Zwartpootjes neus. Gauw trok hij zijn tongetje weer terug. Toen kwam het tongetje van Zwartpootje en kriebelde over Vosjes neus. Daar moest hij om lachen. Ze gingen iets dichter bij elkaar liggen. Vosje merkte dat hij moe was en duizelig. Hij legde zijn kopje tegen Zwartpootje aan en viel in slaap.
Zwartpootje dacht ook nog steeds na en wist opeens wat te doen.
Heel zachtjes liet hij het kopje van Vosje van hem af glijden. Toen ging hij snel wat wortels zoeken en daarna begon hij aan de tak te knagen waar Vosje aan vast zat. Precies waar de stekel in het pootje verdween knaagde hij de tak weg. Af en toe kreunde Vosje in zijn slaap. Vosje had er zelf niet bijgekund, maar Zwartpootje lukte het wel. De stekel zat nog wel in het pootje vast. Vosje deed één oogje open en zag wat Zwartpootje had gedaan.
"Ik ben los, je hebt me gered" zei hij zwak, "maar ik ben te moe om je te vangen en op te eten."
"Als je honger hebt, eet dit dan maar op", antwoordde Zwartpootje en bood hem wat wortels aan.
Vosje begon wat te knabbelen, vond het niet echt lekker, maar door zijn honger at hij toch een aantal worteltjes op en voelde zich meteen wat beter. Hij probeerde op te staan, maar jankte flink toen hij de doorn in zijn pootje pijn voelde doen.
"Kan die er ook nog uit?" vroeg hij aan Zwartpootje.
Zwartpootje keek hem ernstig aan en zei toen:
"Misschien wel, maar daar ga ik je niet mee helpen! Til je zere pootje maar op en probeer thuis te komen. Als ik je nog verder help dan eet je me op. Daarom laat ik die stekel in je poot zitten, zie je. Dan ben ik sneller dan jij!"
Vosje keek hem aan.
"Wat slim!" zei hij, "maar ik heb toch geen trek meer in je. Je hebt nu de geur van een redder, maar dit is voor jou wel veiliger. Je weet maar nooit".
Zwartpootje en Vosje gingen ieder een andere kant op. Vosje strompelend, Zwartpootje snel weghuppend, want hij zag dat de zon al wat lager stond.
Vosjes stekel werd door zijn vader er met diens tanden uitgetrokken. Wat waren vader en moeder Vos blij dat Vosje weer thuis was! Het duurde nog wel even voordat hij weer goed op alle vier zijn pootjes kon staan, maar vanaf die dag was hij regelmatig op de heuvel te vinden waar hij had vastgezeten.
Zwartpootje had thuis op zijn kop gekregen omdat hij zo laat thuis kwam, maar was ook steeds weer even op de heuvel gaan kijken of hij Vosje zag.
Toen ze elkaar voor het eerst weer zagen wilde Zwartpootje meteen wegrennen.
"Stop", had Vosje geroepen. Je ruikt nog steeds naar een redder en een vriend. Zwartpootje naderde toen heel voorzichtig maar rook ook geen gevaar meer rond Vosje. Ze likten even elkaars neus en gingen tegen elkaar aan liggen in het zonnetje en Zwartpootje mocht even zien waar de stekel had gezeten.
Vanaf die dag ontmoetten Vosje en Zwartpootje elkaar regelmatig op de heuvel en werden de beste vrienden!

 

feedback van andere lezers

  • ivo
    gewoon prachtig ...
    lin: Ik ben even stil..
    Dank je wel Ivo voor je gewoon prachtige waardering.
  • muis
    Heel spannend verhaaltje. Ik vroeg me voortdurend af wat die vos zou gaan doen: konijntje opeten of niet?
    Pluisnekkie en Sniffertje zijn heel originele namen, ook leuk klinkend.
    En dan wat constructieve feed back:
    Ik zou op de tweede regel 'oei,...' weglaten. Het klinkt nu zoals: spijtig genoeg zijn ze lief.
    Bij "heel gezellig hoor, maar moeder Konijn.." zou ik dat in twee zinnetjes kappen. Dat Moeder Konijn haar kleintjes vertelde wat ze mochten doen, in een aparte zin.
    Dit verhaaltje zal ik mijn geheugen houden voor mijn petekindje, ze gaat er blij mee zijn.
    Goed geschreven en graag gelezen!

    Groetjes

    lin: Bedankt muis voor je inderdaad heel constructieve feedback. Ik zal de opmerkingen meenemen bij het herschrijven.
    Ik lees dit verhaal regelmatig voor aan kinderen op school en ze vinden het een prachtig verhaal! Ik weet zeker dat je petekindje het ook zal waarderen. Succes ermee!
  • Ghislaine
    Mooi om voor te lezen aan de kindjes van de klas.
    lin: Dat doe ik dan ook graag! Dankjewel voor je fb!
  • SabineLuypaert
    zaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaalig (smile) met grote brede genietgrijns
    lin: Ik weet het Sabine. Verheug me steeds al op je reactie!!
  • ERWEE
    Eindelijk eens een sprookje met een positief einde.
    Mooi lin.
    lin: Fijne reactie Erwee. Ja, als ik voor kinderen schrijf moet het positief eindigen..
  • aquaangel
    ik ben niet zo'n kinderverhaaltjestiepe maar dit is wel heel leuk
    xx

    aquaangel | www.waterengel.nl
    lin: Dan vind ik dit een extra leuke reactie!
  • RolandBergeys
    leuk, jawel!
    lin: Beetje stekelig toch.. ;) Bedankt Roland
  • Henny
    Een erg leuk verhaaltje met een slim konijntje en een dankbare vos. Het is mooier om de cijfers voluit te schrijven, maar of het in kinderverhalen ook zo is weet ik niet zeker.
    lin: Dank voor je fijne reactie Henny. Die cijfers moeten inderdaad voluit.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .