writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Verdeeld

door bellehelene

Geheel op mijn ongemak sta ik voor hem, zo kinderlijk te wezen, hij weet het. Hij veracht mijn gedachten, mijn handelingen, hij kijkt kinderlijk terug. Zonder het te willen vormen zich de woorden " och jongen toch" in mijn hoofd. Het is niet hij die enig medelijden verdient, hij ziet er nog klein uit in mijn ogen. Zie ik zijn walging of de mijne in zijn ogen. Weer dat gevoel, moet ook hem overtuigen, moet ook hem mijn onschuldige blik geven, hem strelen met mijn afstandelijkheid. Ik kijk ronden zoek vrij wanhopig naar afleiding, het huis van de onbekende mens, de deur en zijn leven. Ik dacht: "Wat jammer voor de deur, geheel verdeeld, zomaar doorgesneden, alleen nog het krakend gejank om aandacht bij elke aanraking." Ik glimlach, voel me ziek worden, wat is het toch, het zwarte in de blik, het mooie aan de dood, het pijnigen van mezelf met deze gedachten. Hoe wonderlijk was mijn onschuldig zijn en daar na mijn schuldig zijn, beide waren duidelijk, waren een gevoel van lust en drang, maar nu. Ook nu is er lust, maar naar wat, is het naar de angst en de pijn die na zo een prachtige zonde volgt, naar de pijn van anderen, of de uitlokking van elkaar. Ik zie mezelf spelen, spelen met verwarring.
Ik verlang naar de zomer, naar het simpel zorgen maken over domme dingen, naar het simpel domme dingen doen. Dingen die niet dom zouden moeten zijn.
Ik had een vriendje van niets en een kans , een kans op nog iets minder. Daar zat hij dan, de jongen die zo naar me opzag, de jongen die onvoorwaardelijk van me hield, zijn ogen vroegen me "maar waarom dan?" Ik antwoordde zijn blik, straffer dan zou mogen. Hij zat daar met een boel meelijhebbende mensen, en ik met een ander. Uitdagend ging ik naar hem toe, kuste hem en lachte, vernield keek hij me aan, ik voelde het aardig branden in mijn hele lichaam. De andere jongen keek me lachend aan ik lachte terug, met een zoete stem zei ik tegen het mensje voor me "Hij is maar een vriend". Ik zag hoop in zijn ogen, hij kon alles vergeten, alles vergeven, ik lachte de verbouwereerde mensen toe.
Samen op de fiets voelde ik zijn gekwetste hartje kloppen, ik voelde zijn wraak tegen me leunen. Hij ging zich weer helemaal concentreren op het goed maken van wat ik vernield had. Hij had lief in waan, ik voelde mijn angst hiervoor. Dit was niet wat ik wou, ik wou vechten voor hem, ik wou het goed maken, ik wou iets doen. Plots overviel mij weer eens dat gevoel, dat, dat me zo onbegrijpelijk boos maakt. Ik voelde elk principe in mijn lichaam tegen trekken, ik voelde elke vezel van zijn hart zich spande, uitgeput van al die moeite keek hij, nu eindelijk kwaad, naar me.
Ik had alles op alles gezet, hij zag hoe ik mijn "gewone vriend" verleidde, hij keek langzaam toe. Woedend was hij weggelopen, een week later ging ik naar hem heen, nam zijn hand en keek hem aan, zo zacht als ik kon. En hij kon vergeten en vergeven, weeral, met spijt liet ik hem staan, weeral.
Maar dat was vroeger, nu geeft zelfs dat geen plezier niet meer, ik moet iets vinden. Ik kijk wanhopig in het rond, de wereld gaat door. Ik wil even alles stop zetten, rond wandelen in het rijk der doden, zou dat de honger naar spanning stillen? Ik zie flitsen door mijn hoofd van vroeger, van de jongen die mij bezat, van de jongen die ik bezat, van de jongen, die toen leefde nu nog enkel smeekt, en van mij. Ik denk aan de mensen die me vroeger verschrikten, en me nu enkel intrigeren. 'k Vecht tegen de grijns op mijn gelaat, vecht tegen elke gedachte.
Terug bij "de realiteit" neem ik afscheid van de vriend voor me, ik zie hem morgen , weer alleen met mezelf grijp ik het stuur van mijn fiets en rij er vandoor. De huizen flitsen weg, ik draai vanbinnen, iets vanbinnen klampt zich aan iets anders vanbinnen vast. Verkrampt rij ik verder en verder, de automatiek overmeestert mij. Tot ik plots, alsof dat ook automatisch is, met mijn beide handen de bandjes van mijn rugzak aantrek. Al vorens ik besef dat ik niet zonder handen kan fietsen, rij ik keihard tegen een paaltje aan de zijkant van het fietspad. Het brandt lichtjes in mijn been, ik lach, stel me recht en fiets weer verder. Een paar mensen aan de rand van de weg kijken me bezorgd aan, ik lach langs ze heen.Thuis ontsmet ik de wonde, het was slechts een schaafwond. Ik ga naar boven, even geniet ik van de stilte, maar wanneer ze mijn gedachten hoorbaar lijkt te maken zet ik muziek aan. Ik adem op het ritme van het liedje, het ritme gaat door ook ik blijf ademen hoor ik, maar toch voelt het als of alle zuurstof weg is. Ik kramp in één, overnieuw en overnieuw, maar alles blijft, geen zuurstof niets, stik dan toch denk ik. Mijn lichaam blijkt zich steeds maar te vullen met lucht, maar toch voel ik me verschrikkelijk leeg. Ik denk aan woorden van mijn moeder : "Hoewel mannen denken dat ze een vrouw kunnen vullen, dat is niet zo."Misschien is lucht wel mannelijk, wie weet hé.

 

feedback van andere lezers

  • muis
    Hey bellehelene, een mooi verhaaltje met een grappig einde toch wel:)
    Een paar opmerkinkjes:
    -derde regel: doeningen => kan je beter handelingen schrijven
    -iets verder: uit al mijn ogen => al weglaten, je hebt er maar twee
    -Ik kijk rond en zoek vrij wanhopig naar...is eenvoudiger
    -Ik had alles op alles gezet...verleidDe
    -ik kramp ineen => in één is aan mekaar geschreven.
    Goed verhaal, groetjes
    bellehelene: bedankt :)
    heb de dingetjes veranderd
    xxxxx
  • duivelstrikje
    Ambrosia, ik ben nu echt doodeerlijk, ik vind dat je prachtig kunt schrijven.
    bellehelene: bedankt
    dat maakt me blij
    ik denk hetzelfde over jou fien
    xxxxx
  • ivo
    dit is een adembenemend verhaal
    zeer mooi

    als ik de inhoud lees en tot me neem dan zie ik een geest die zo sterk ontwikkeld en zo intelligent is, dat het zelfs opvalt dat de geest het zelf weet en er ook last van heeft ...
    Een verhaal dat voer is voor psychologen ... vooral om in een casus de zelfreflectie te ondergaan ...


    bellehelene: Ja ok dat heb ik al meer gehoord
    maar geloof me het is uiterst ongemakkelijk en ongezond
    heel erg bedankt
    xxxxx
  • thijl
    Een goed verhaal over verlangens naar..., dat bereiken en dan bemerken dat het niet bevredigt, maar teleurstelt na het bereiken. Vaak is de aanloop prettiger dan de sprong. Dus op naar de volgende aanloop!

    Een paar vrijblijvende tips:

    met een zoete stem zij = zei
    Het brand lichtjes = brandt
    bellehelene: bedankt
    xxxxxx
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .