writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

zuigelingenzorg 1973

door puk

Zuigelingenzorg in 1973

Bij het eerste belgerinkel trekt ze zich aan de armleuning van de bank overeind. Als ze de tien stappen door de kamer heeft volbracht rinkelt het ding in het halletje boven haar hoofd. Even wilde ze dat ze in het ziekenhuis een paar dagen meer tijd had genomen. De bel gaat voor de derde keer als ze de deur open doet. De bezoekster zet een stevige schoen op de drempel, steekt haar een hand toe en zwiept haar tas naar de deuropening.
' Wijkverpleging, waarom ben je nog niet op het zuigelingenbureau geweest? Ik wil de baby zien.' Het donkere blauw van het uniform laat de grijze lucht achter de balustrade van de galerij fel afsteken.
' Mijn zoon slaapt en ik maak hem voor niemand wakker.'
' Het is zo ongeveer tijd voor de voeding, dus dat kan best. De baby is toch een meisje?' Haar benen tintelen, haar spieren protesteren tegen de inspanning. De wijkverpleegster lijkt te balanceren op de boom die aan de overkant staat. Als ze in de diepte kijkt wordt ze misselijk. 'Mijn zoon eet gelijk met ons om een uur of zes.' Schoenen kraken, gesteven stof ritselt, de tas klikt open en papieren knisperen. De bezoekster ademt hoorbaar in en recht haar rug. Ze ademt uit door haar neus en kijkt van het papier naar de deuropening.
' O,o,o, je moet toch echt de tijd nemen om een baby te voeden. Dat kan toch niet tijdens het eten? En juist die eerst weken zijn zo belangrijk. Waarom ben je nog niet op het bureau geweest? Hier staat toch dat het een meisje is.' Ze diept een pen op uit de tas en krabbelt op het papier.
Dan dringt het tot de jonge vrouw door dat de wijkverpleegster het niet over haar zoon van anderhalf heeft. Ze houdt zich vast aan de deur en probeert haar duizeling te verbergen. Maar haar stem trilt als ze vraagt hoe de wijkverpleging aan die gegevens komt.
' Van de gemeente natuurlijk en van het ziekenhuis, wij krijgen bericht bij elke aangifte in onze wijk.'
' Maar er is geen aangifte gedaan.'
' Onzin, er wordt altijd aangifte gedaan.'
Haar benen lijken wel uit watten gemaakt, ze kan met moeite haar knieën stil houden.
' Nee hoor, wij hebben ons kindje niet aangegeven. Dat was niet nodig.' De wijkverpleegster drukt haar tas tegen de deur, de vrouw houdt de deur met al haar kracht tegen.
' Meisje toch, je moet altijd aangifte doen. Laat me nu bij de baby.' Steunzoekend bij de muur hoort ze iemand kalm zeggen:
' Niet als het kind binnen een dag sterft.'
De tas ploft op de grond als de wijkverpleegster steun zoekt bij de deurpost.
Dezelfde stem klinkt nu onnatuurlijk koel:
' Als u de baby wilt zien moet u niet hier zijn.'
Ze beseft dat het haar eigen stem is en verbaast zich over haar uiterlijke kalmte, terwijl haar longen schrijnen, haar buik steekt en de melk stuwt in haar borsten. De wijkverpleegster lijkt te krimpen, de vrouw kijkt naar die hooghartige ogen. En ziet eerst ongeloof dan begrip toeslaan, de lenzen verliezen hun glans en blijven leeg naar het papier staren. Plotseling krijgt ze medelijden met de bezoekster. Het mens ziet eruit of ze flauw gaat vallen op de galerij. Ze zwaait de deur open en loodst haar bezoek naar de kamer. In de halspiegel ziet ze een grauwgeel gezicht met een bloedende onderlip. Ze haalt haar tand van haar onderlip. Nu voelt ze ook de kramp in haar buik, de misselijkheid en het tintelen in haar benen. De kat blaast naar de gast en gaat voor de deur van haar zoontjes kamer zitten.

Na de eerste slok koffie met veel suiker krijgt de verpleegster weer wat kleur. Bij de tweede lijken haar ogen weer wat te zien. Na de derde slok komt haar spraak terug.
'Wat vreselijk, dat ik daar zo bij je aan de deur kom en naar je kindje vraag. Ik weet niet wat ik moet zeggen. Ik zal meteen een klacht indienen, wat een stomme fout. Dat mij dat nu moet overkomen, ik ben helemaal van slag, ik dacht dat ik flauw viel.' De gastvrouw stelt haar gast gerust: zulke dingen kunnen gebeuren, iedereen maakt fouten, nee ze voelt zich niet gekwetst, ze begrijpt dat de verpleegster haar werk doet. Ze haalt een nat washandje voor het hoofd van haar gast, gebruikmakend van elk steuntje dat ze tegenkomt en weerstaat het verlangen haar gloeiende hoofd in de koelkast te steken. Ze ziet haar handen een kop koffie inschenken, haar gast gebruikt de telefoon.
Even later vertrekt de wijkverpleegster ondersteund door de gealarmeerde collega. De kat blaast als ze langs lopen. Haar zoontje roept. Zijn lach en warme armpjes om haar nek helpen haar terug naar de bank. Ze leest een verhaaltje voor en ze maken een puzzel. Ze eten wat fruit en het kind wil drinken. Ze zet haar lievelingsplaat op en op de klanken van Boudewijns Testament kruipt de kat op schoot.

Het kopje van de wijkverpleegster staat nog op tafel als haar man thuiskomt.
'Heb je visite gehad? Was het gezellig?'
Het duurt nog wel even voor hij begrijpt waarom ze begint te huilen.








 

feedback van andere lezers

  • vlaaike
    heel ontroerend, mooi gevoel voor detail in je tekst!
  • harmandi
    Tja, wat moet ik hier nu van zeggen? De tranen prikken achter mijn oogleden. Is dit echt gebeurd? Zo niet, dan weet je bijzonder goed hoe je te verplaatsen in een ander. Petje af!
    puk: Dank je, het is helaas echt gebeurd.
  • Vansion
    knap gebeeldhouwd profiel van madam zuigelingenzorg - en , mijn eigen ervaring indachtig, zeker niet overdreven.
    de kat speelt suggestief mee ...
    puk: Dank je, echt gebeurd helaas.
  • drebddronefish
    Mooi, dat weet ik dan ook alweer, als man dan toch:-)
    groetjes
    puk: Dank je.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .