writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Ik ben er nog! (Voorstelling Jan de Lichte)

door dannycant

Jan de lichte… De hel nabij!


(Auteur; Cantaert Danny)


Jan de lichte leeft! En hoe…!


Ruim 250 jaar na zijn dood, spreekt dit illustere heerschap nog meermaals tot de verbeelding en brengt zijn naam in onze streken telkens weer de herinnering aan diepdonkere tijden.
Het volk bezat niets, de rijken alles… Dat staaft de legende dat hij stal van de gegoeden en het schonk aan de schooiers!

Vagebond en struikrover, sociale dief. Moordenaar of schelm… het zijn maar enkele van de synoniemen die verbonden zijn met zijn naam en die dan ook nog steeds het waarom van zijn daden in vraag stellen!
Daarom dus dit boek!

Tegen een historisch verantwoord tijdschema en correct juiste locaties, een bevolking die gebukt gaat onder de vele oorlogen die hier voor verdeeldheid en bittere armoede zorgden, schets ik één beeld van hoe een volksjongen kon uitgroeien tot een beruchte bendeleider en moordenaar om uiteindelijk op amper 25 jarige leeftijd een méér dan afschuwelijke dood te sterven!
Op 14 november 1748 wordt hij op de Markt in Aalst geradbraakt.

Maar zijn dood schonk leven aan de legende en vele plaatsen in onze Vlaamse Ardennen houden deze in ere. Roepen herinneringen aan deze verderfelijke periode op en kenmerken zo de levenswijze van het gespuis dat geen andere uitwegen zag.
Jan zou de dag van vandaag behoren tot wat men noemt 'een kansarm gezin,' maar dan in héél woelige tijden! Overleven is de boodschap en stelen was in die periode de makkelijkste manier om dat te doen! Ook hij had waarschijnlijk een droom! Vrouw, kind en/of huisje, maar de omstandigheden beslisten daar anders over en die poog ik de lezer mee te geven.

Dit boek komt er hoe dan ook! Met de nodige steun als het kan… helemaal alleen als het moet!
Net 50 jaar na het boek Dat Louis Paul Boon uitbracht, acht ik de tijd rijp om in zijn voetstappen te treden met mijn versie van onze vermaarde volksfiguur. Op amper een boogscheut van zijn vermeende geboorteplaats ben ik immers opgegroeid met de verhalen en speelden we als kind maar al te graag 'het rovertje zijn' na.
Het eindresultaat mag nog voor het einde van dit jaar worden verwacht en de aangewezen locatie om het met de nodige luister voor te stellen is daarbij zondermeer het Taverne, 'Jan de lichte' in Velzeke.

Uitbater Buyse Dirk, bezieler van het eerste uur om in een schitterend decor de geest van Jan de Lichte meer dan levendig te houden en ik, zullen jullie dan graag uitnodigen om onder het drinken van een overheerlijk 'Jan de Lichte bier' die voorstelling in de gepaste sfeer te laten bijwonen.
Het belooft een onvergetelijk spektakel te worden, helemaal in de geest van toen en zo keren we dan héél eventjes terug in de tijd.

Natuurlijk houden wij jullie over de vorderingen en het verdere verloop op de hoogte.



(Een laatste deelfragmentje...)




Na een zoveelste bocht langs de Denderoever zien we de sluis eindelijk liggen, en met een kort handgebaar laat ik Louis en de rest achter wat braambesstruiken stilhouden. Op de andere oever wordt gevochten, zoveel is duidelijk, maar ook dat het een ongelijke strijd is heb ik meteen in de gaten. Daar hoef ik echt geen krijgsheer van één of ander leger voor te zijn. Er is een slachting aan de gang en die in uniform zijn daarbij overduidelijk aan de winnende hand! Maar er wordt amper geschoten en dit laat vermoeden dat ze nog niet hebben herladen.
Daar ligt onze kans! Onze enige kans. We hebben wapens zat en Schele Louis is een geoefende jager, dus wordt hij als eerste in stelling gebracht. Onzichtbaar voor de vijand, maar zelf met een breed schootsveld voor hem, wordt dit ongetwijfeld een kolfje naar zijn hand!
'Als je eenmaal begint, niet teveel missen he!' Geef ik hem nog aan overbodige raad mee. 'Wees maar gerust Jan,' antwoord hij met zijn guitige blik. Ze zijn heel wat groter dan Droesbeke zijn konijnen,' en nestelt zich zo goed mogelijk tegen de grond om aan te leggen!
Ook Dre en de anderen liggen wat later verdoken klaar om te vuren. Hun schutterscapaciteiten ken ik niet, maar de hoop dat ze toch een paar maal raak treffen is in elk geval aanwezig.
Als allerlaatste vlei ik mij naast Louis neer, richt mijn musket en schreeuw een tel later uit volle borst. 'Vuur!'
Het salvo dat volgt lijkt op het losbarsten van een hels onweer en klinkt oorverdovend. Maar door de vele kruitdampen zien we niet onmiddellijk het resultaat daarvan. Van dit oponthoud maak ik gebruik om Louis de drie resterende musketten toe te schuiven en verzoek Dre deze te blijven herladen zolang er nog van die 'Kostuums' op hun poten staan.
'Maak gewoon een pad voor ons vrij, Louis, wij stormen erheen en redden wat er nog te redden valt! Of we die overzijde halen ligt geheel in jullie handen, maar dan kan het nog alle kanten uit. Stel me dus niet teleur, wil je!'
Niet eens op een antwoord wachtend, spring ik recht en voeg de daad bij het woord!
Het brugje over gaat vlot en zonder kleerscheuren, maar wat ik er aantref maak me moedelozer dan ooit. Zieltogende lichamen, her en der verspreidt, maken de aanblik van het slagveld tot een luguber tafereel en even vrees ik dat niemand dit kon overleven.
Met af en toe een schot op de achtergrond, vermoedelijk van Louis die onze rugdekking ter harte neemt, hoor ik aan mijn linkerkant toch een kreunend geluid. Nauwelijks hoorbaar, maar er fluistert iemand mijn naam en dit laat mij geschrokken halthouden.
Bebloed, maar in elk geval levend, zit daar Peters mij met een ietwat verwijtende blik toe te smijten om daarna minzaam mee te geven dat ik best een beetje vroeger was gekomen.
Zijn grauwe gezicht laat mij danig schrikken. 'Jij toch ook niet, stamel ik met moeite. Hoeveel moeten er nog sterven in deze hel hier op aarde?'
'Ho Jan, rustig maar! Dood ben ik nog lang niet. Ik zie er dan wel niet uit, maar al bij al vallen mijn verwondingen mee en na wat oplapwerk kan ik best nog wel een tijdje mee!'
Opgelucht door deze woorden laat ik hem even om poolshoogte van onze situatie te nemen. Zij die mij gevolgd zijn, hebben hier en daar nog de handen vol met een overblijfsel van die Franse hoerenlopers die het vertikken zich over te geven. Maar het zijn er niet veel meer en hun weerstand wordt steeds zwakker.
Dre en Louike leveren intussen prima werk door ervoor te zorgen dat een paar vluchtenden ook niet al te ver wegkomen. Elk schot treft doel en weet ze te stoppen. Na verloop van tijd word het dan ook een stuk rustiger en na het korte overzicht ben ik overtuigd dat we hier in elk geval onze slag hebben thuisgehaald. Niet zonder moeite en met de nodige kleerscheuren, maar toch. Ik leef nog altijd.
Intussen is Stevens erin geslaagd om recht te krabbelen en wil kost wat kost nagaan hoe het zijn mensen is vergaan en inderdaad., de tol is bijzonder zwaar.
Drie doden, en al de anderen met bloederige wonden, maar een totale afslachting is het gelukkig niet geworden. Al scheelde het weinig.
We verzamelen de gekwetsten in het sluiswachterhuisje en gebieden de wachter met zijn wijf deze goed te verzorgen. Een dokter was natuurlijk handiger geweest, maar het vrouwke weet van aanpakken en gaat ijverig aan de slag.
Met een ketel warm water begint ze zonder morren de wonden schoon te maken, roept intussen hare vent wat propere vodden te zoeken en tracht zo in elk geval de meeste bloedingen te stoppen. Wat haar nog schijnt te lukken ook.
Pieter van Cauwenberge is er duidelijk het ergst aan toe en dreigt alsnog aan zijn verwondingen te bezwijken. Getroffen in volle borst, laat elke ademteug hem kronkelen van de pijn en smeekt hij mij toe om aan dit lijden een einde te maken! Een verzoek dat ik nauwelijks zie zitten. Hij is immers een jeugdvriend en maar één jaar ouder.
Toch getuigt deze smeekbede van zoveel moed dat het weigeren ervan zijn opoffering zou banaliseren, hoewel die totaal was en nog steeds is.
Mijzelf doden lijkt zoveel eenvoudiger dan het karwei die ik moet volbrengen, maar terwijl ik mijn mes trek ontwaar ik in zijn ogen die zweem van voldoening ten teken dat zijn beproevingen bijna achter de rug zijn. Dit geeft mij de kracht om ermee door te gaan!
Nog voor ik kan toeslaan, verlost een laatste zucht dan toch mijn bezwaard gemoed en bespaart zijn heengaan mij de latere spookbeelden om het doden van een vriend. Ik had zo al genoeg te verwerken!
Langzaam sluit ik zijn ogen en voeg weer een kerf aan mijn al van haat doordongen hart toe. 'Hoeveel kan een mens zo hebben', flitst het door mij heen en strompel ontdaan de verkwikkende buitenlucht in.
Maar tot rust komen is niet aan de orde!
Ik geef opdracht om de lijken te verzamelen. Vooral de Franse dan! Een paar hun uniform uit te trekken en ze daarna onder de mesthoop te smijten. 'Stinken gaan ze toch,' geef ik nog mee!
Die van ons wil ik netjes begraven. Dat is het minste wat ze verdienen!
Gelukkig is Dre ook die mening toegedaan en samen graven we de ondiepe kuil die wat later hun laatste rustplaats wordt.
We worden er stil van, maar veel tijd om te rouwen is er niet. Ons uiteindelijke doel is immers nog lang niet gehaald en nu opgeven zou betekenen dat onze vrienden hun leven voor niets hebben gegeven! Hoe laf zouden wij dan wel niet zijn?
Ook een gebed prevelen is er niet bij. Dat heb ik al veel langer opgegeven! Vlak na de moord op mijn vader. Want een moord was het, Laat daar geen twijfel over bestaan. In koelen bloedde!
We bedekken de lijken met de uitgegraven aarde en lopen daarna naar de sluisdeuren om na te gaan in welke stand deze zich bevinden. En we hebben geluk. De juiste deuren staan open! De verwachte platbodem kan er zo in en dit is ook nodig om de val te sluiten. Eens binnen kan die immers geen kant meer uit.
'Laten we hier een drietal van onze mannetjes neerpoten, Louis. In Frans uniform en samen met de sluiswachter kunnen zij dan voor het ontvangstcomité spelen en lijkt de toestand enigszins normaal! Voor de opvarenden dan toch.' 'Eens de boot binnen en de sluispoort dicht, slaan we onze slag en zitten ze als ratten in de val.'
Een paar tellen later is ook dit geregeld en net als we op het punt staan om naar het huisje terug te keren, merkt Louis op de andere oever een wat onduidelijk figuur onze richting uit strompelen.
'Er leeft er nog ene,' schreeuwt hij ons toe en meteen legt hij aan om deze met één welgemikt schot omver te knallen! Toch lijkt me dit geen Frans soldaat te zijn! Waarom zou die anders in godsnaam onze richting en een zekere dood tegemoetlopen, hij zou wel gek wezen en gebied daarom Louis om zeker nog niet te vuren!
'Laat ons wat korter bij gaan, maar houdt in elk geval je wapen in de aanslag! Je weet immers nooit!'
Hoe dichter we komen, hoe meer ik de indruk krijg dat we dit heerschap kennen en inderdaad, groot is de verbazing als we uiteindelijk het bebloede bakkes van Luitenant Peter ontwaren! Hij haalt nog net het brugje om daar volledig in elkaar te stuiken en weer rijst de vraag wat er verdomme allemaal aan de hand is?
De verschillende steekwonden over zijn lichaam zijn zichtbare tekens van een ware slachtpartij waarbij het een wonder mag heten dat hij in deze staat nog tot hier is geraakt. Maar hij ademt en is bij bewustzijn!
De aanblik van zijn zieltogende vriend is bij Louis bijzonder zwaar aangekomen en die verkeert zowat in alle staten. Hij die hem altijd als een vaderfiguur op sleeptouw nam, ligt nu hevig bloedend aan zijn voeten en voor het eerst merk ik een gevoeligheid die tot op heden bij hem heel diep verscholen lag. Hij laat zijn tranen de vrije loop.
Machteloos knielt hij naast Peter om deze tegen beter weten in toe te fluisteren dat alles nog wel goed komt! Dat het zo erg nog niet is!
Die weet natuurlijk beter en met een flauwe glimlach probeert hij zijn van pijn vertrokken gelaatsuitdrukking wat te verzachten, maar dit gaat moeizaam en verder dan een grimas komt hij niet meer.
Met gebroken stem herhaalt hij meermaals de woorden 'hem te vergeven', 'dat het hem spijt'! Maar onwetend van het waarom daarvan probeer ik hem rustig te houden en spreek hem zachtjes toe dat er helemaal niets is om spijt over te hebben. 'Dank zij U zijn we immers hier, Peter en het is nog lang niet gedaan!'
'Toch wel Jan, ik heb jullie gebruikt voor mijn eigen hebzucht en bewust die kar in de modderbrij gestuurd. Dat geld wou ik immers voor mij alleen en heb daar zo mijn redenen voor. Maar het achtergebleven viertal kon ik niet de baas en moest lijdzaam ondergaan hoe zij er met de buit vandoor trokken. Zelfs de paarden hebben ze mee. Toch zoek ik geen medelijden, want het is mij verdiende loon. Het loon van een verdomd laffe verrader,' en zijn stem stokt!
Louis is danig geschokt door wat hij te horen krijgt, dat merk ik overduidelijk aan zijn snuit! Ongeloof en frustratie druipen ervan af.
Hoe vaak trokken ze in het verleden er niet op uit om dagenlang het bos van Raspaille onveilig te maken en meermaals was ik daar een deelgenoot van. Altijd weer een avontuur en nooit vergaten we dit af te ronden met een devoot bezoek aan de Uffraken kapel, het voorportaal van het vlakbij gelegen Dominicanenklooster en de plaats waar telkens wel wat soep en brood werd verdeeld onder de talrijke bedevaartgangers.
Tanden vlogen er vaak in het rond, vooral rotte en vele kwamen er dan ook bidden om van hun snerpende pijnen verlost te zijn. Tevergeefs, want de weinig lachende gezichten lieten toen al doorschemeren dat daar ook niet elke dag mirakels voor het grijpen lagen. Zelfs niet na het drinken uit de Steenborre bron.
In dat woud kan je gewoon verdwijnen, dagenlang, en daar zou ik later nog heel wat gebruik van maken, maar nu gaat alle aandacht naar de stervende luitenant en vooral Louis die niet kan vatten waar het mis liep tussen hen! Nog eenmaal staart hij in zijn ogen, laat hem los en loopt vervolgens zonder verder omkijken naar de rand van het bos.
Weinige ogenblikken later is Peter niet meer en delf ik alweer een put om een dorpsgenoot in achter te laten. De gruwel lijkt niet eens meer te stoppen en steeds meer walg ik van de onrechtvaardigheden die mij dwingen tot zaken die ik nooit heb gewild. Er kleeft bloed aan mijn handen, teveel bloed en dit zal me de rest van mijn aardse bestaan achtervolgen!
'Hadden die zakken ons dan ook maar gewoon met rust gelaten, Velseke links laten liggen! Dan was het nooit zover gekomen.' 'Maar de ene tegenslag na de andere! Dit kan je bezwaarlijk toeval noemen. Iemand doet blijkbaar heel wat moeite om deze missie te kelderen en blijkt daar nog aardig in te slagen ook!
Toch komen daar maar een paar onderkruipers voor in aanmerking! Het lijstje is echt niet lang, maar één naam loopt er als een draad doorheen en de gedachte dat die aan de grondslag van zovele moorden ligt is zo ongeloofwaardig dat ik die voorlopig naar de achtergrond verdring. Het kan haast niet, niet hij!
Dat Jean-Francois één van de aanstokers is, dat weet ik wel zeker! Maar wie heeft hij dan nog allemaal bij de kloten om zo slaafs uit te voeren wat hij hen oplegt? Voor genoeg geld doe je natuurlijk veel, maar mijn verdachte zou daardoor verzaken aan alles waar hij voor staat en dit weiger ik voor nu te aanvaarden. Het kan haast niet…! Of wil ik het niet?


 

feedback van andere lezers

  • ivo
    graag gelezen

    en blij je hier terug te zien!
    dannycant: Blij terug te zijn..... dank je en groeten
  • Ghislaine
    Welkom terug Danny en met zo'n binnenkomer kan het niet fout lopen.
    dannycant: Fijne reactie, waarvoor dank.... groetjes
  • muis
    Mij mag je steeds op de hoogte houden van dit spektakel en wanneer je roman uitkomt.
    Ik heb het niet helemaal gelezen omdat het vrij lang is, maar je hebt wel een vlotte en aangename schrijfstijl.
    Groetjes en zeker tot later
    ...euh...signeer je het boek dan ook even?
    dannycant: Met alle plezier zal ik dat doen..... groetjes
  • Vansion
    oh ... zie je na lang weggeweest plots weer opduiken en vraag mij ogenblikkelijk af hoe het met JDL gaat ...
    groet van eentje van de bende

    (dit stukje al eerder gelezen ... vandaag geen geduld voor commentaar ... maar dat komt nog wel ...)

    dannycant: In november komt het boek uit... Uitgave gebeurt door De Louis Paul Boon stichting en in eerste druk op 500 exemplaren.
  • cehadebe
    Ik begrijp nu waarom ze je kozen, prachtig en boeiend neergezet, proficiat
    dannycant: Mijn dank daarvoor en groetjes
  • aquaangel
    super ;)
    dannycant: Dank je.... fijne reactie.... groetjes
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .