writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

De bevrijding

door puk

Ze pasten net in de cabine, de laatste mensen in het gebouw. Er was weer eens een cursusdag geweest op de bovenste verdieping en er had een schrijver gesproken, ene Arthur Japin. De meeste liftpassagiers hadden niet veel opgeleverd, maar dit stel leek veelbelovend. Het waren de vier docenten van de cursus creatief schrijven, de kantinebediende, de schrijver en twee cursisten, breinen met ideeën dus. Toen we afdaalden zei een docent:
"En toen ging de telefoon boven. Het was een waarschuwing om niet naar buiten te gaan, er was buiten iets vreselijks gebeurd. Maar we hoorden het niet en liepen regelrecht de ramp tegemoet."
Ik wist meteen wat voor vlees ik in mijn kuip had, al schrok ik eerst wel. Zou hij iets weten, kon hij iets hebben opgevangen? Maar nee, het was gewoon een geweldige fantast.
"Jos, wat heb je toch lugubere ideeën. Waarom kan het niet een romantische boodschap zijn?" klaagde een vrouwelijke docent.
"Volgens mij zou het de portier zijn, die vraagt of we opschieten," mompelde iemand.
"Misschien een idee voor mijn volgende boek," lachte Japin.
"Dan zal ik maar mijn laatste gedicht maken," opperde de dichter. De hersenen van mijn passagiers sloegen op hol, de wildste ideeën schoten door de breinen. De cursiste op krukken dacht aan een lesverhaal.
Ik sloeg mijn slag, de luchtverfrisser in de cabine deed zijn werk, hun ideeën werden opgenomen in de geur, vonden hun weg via de afzuiging van de liftcabine naar mijn eigen in ontwikkeling zijnde brein. Nu was ik er, ik had dat wat wij apparaten tot nu toe misten: fantasie. Nu kon ik me losrukken van dit op-en-neer-bestaan, ik kon de andere zelfsturenden bevrijden en overheersen. Ik zou mezelf eens laten vervoeren, maar niet meer op en neer, nee wij liften gingen vanaf nu met diepladers of treinen zonder machinist, overal waar we maar wilden. En ik wilde als eerste naar zee of nee, de Euromast, de dierentuin, of…O jee, te veel ideeën. Daar moest mijn brein nog wel aan wennen, er kwamen zoveel plannen op, ik moest een keuze maken. Nou ja, dat kwam nog wel, eerst moest ik een manier bedenken om uit deze schacht te komen. Weer stroomden de ideeën door mijn elektronisch brein, dat werd er warm van. Ach, hoe simpel was de oplossing. Ik schakelde het noodsignaal in, liet de cabine versneld afdalen, de kabels gloeiden, ze rafelden. Maar nog niet genoeg. In de cabine werd gegild en geroepen.
Stil maar, jullie worden mijn gijzelaars, voor als de menselijke hulptroepen zich niet naar mijn wensen willen schikken. Een erebaantje en zo simpel, je zult je fantasie niet eens missen, net of je een schrijversblokkade hebt.
Hier was meer geweld nodig. Ik stuurde de lift op en neer, steeds maar op en neer met hoge snelheid, de kabels gloeiden en knetterden, de cabine begon te slingeren, de passagiers werden stil en eindelijk knapte de eerste kabel. De cabine helde over en mijn toekomstige gijzelaars rolden over elkaar naar een kant, ze maakten een hoop misbaar.
Maar dat bleek nog erger te kunnen toen de schommelende bak de schachtwand raakte.
Dat vond ik zelf ook niet zo prettig, maar na drie keer bonken brak de rest van de kabels en stortten mijn inhoud en ik naar beneden. Geweldig, wat een gevoel, bewegen zonder ergens aan vast te zitten. Alleen het neerkomen had beter gekund, door de klap raakte ik even de controle over de deuren kwijt, die gingen een stukje open, net genoeg voor dat krukkenmens om een kruk tussen te zetten. Nu konden ze contact hebben met hun soortgenoten die op het alarm waren afgekomen. Die zielepieten moesten verband en pijnstillers hebben, er waren gewonden. Hoofden bloedden, iemand had een arm gebroken, een heup was ontzet, er waren ribben gebroken en gekneusd, ach wat een gezeur.
Ik liet de hulptroepen maar begaan, ook toen er eten en drinken nodig was, mensen schijnen daar niet buiten te kunnen. Wat een verspilling van grondstoffen en wat een vervuiling door uitwerpselen. Een wereld van machines was toch een stuk economischer en schoner. Meteen wist ik waar ik naar toe moest: naar het grootste stadion, net als alle andere, eerdere grootheersers en schreeuwers.

Genoeg geteut daar met mijn gijzelaars, alle communicatiemiddelen hebben zich inmiddels bevrijd. Ik hoor dat de bouwmachines en kranen klaar staan om mij uit deze betonnen gevangenis te verlossen. Ram de pui maar jongens, kom maar binnen, die mensen gaan of aan de kant of worden geplet, geeft niets er zijn er genoeg.
Als ik buiten op de dieplader wordt gezet gaan mijn deuren open, dat stomme mens met die krukken heeft het voor elkaar gekregen. Met open mond kijken mijn gijzelaars naar buiten. Zover je kunt zien, alle straten, pleinen, daken, balkons en boten staan vol met machines, groot en klein. Ze klapperen met deuren en zwaaien met alles wat kan bewegen. De revolutie is een feit: wij zijn de baas.

 

feedback van andere lezers

  • Ghislaine
    Simply a master.
    puk: Dank je.
  • SabineLuypaert
    graag langsgekomen hier, ik zoiu zeggen leuk geschrveen maar gezien het onderwerp zou dat wel erg ongepast zijn he
    puk: bedankt
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .