writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Vluchten in scherven

door jbrouns

Het is kwart over elf 's avonds. Ik ben net teruggekeerd van mijn stamkroeg. Mijn badkamer is bezaaid met spiegelscherven en bruin versleten bloed. Het deert me niet. Ik heb alleen maar aandacht voor mijn zojuist verworven gesprekspartner. Ik ben hem daarnet, toen ik in een chaotische staat van emotionele verwarring verkeerde, tegen het lijf gelopen. Hij stond me met engelengeduld op te wachten, gewoon hier, in mijn eigen woning. Zonder een woord van uitleg suggereerde hij meteen dat ik zijn aanwezigheid in dit zoveelste crisismoment wel eens op prijs zou kunnen stellen.

'Zo is het, want zonder mij ben je niets, hélemáál niets!'

Ge hebt gelijk, gij hemels geschenk. In al zijn glorie ving God één mijner tranen op in zijn altruïstische bokaal en zond terstond uw luisterend oor ter vertroosting. Gezegend is dat oor! Ja, want met eindeloos geduld aanhoort het medelevend mijn klaagzang. Na jaren van onbegrip en eenzaamheid denk ik, neen excuseer, weet ik pertinent zeker dé vertrouwenspersoon van mijn getergde ziel gevonden te hebben. Zonder enige vorm van schroom openbaar ik u de inhoud van mijn hart. De kleppen krijgen de overstroming van emoties haast niet verwerkt.

'Pardon? Wat bazel jij allemaal?'

Mijn vriend, ik bazel niet. Laat mij u vertellen over mezelf, dan begrijpt u de enorme mate van importantie van uw aanwezigheid. Ziet u, mijn leven is één grote keten van pijnen. Reeds vanaf het prille begin, sedert mijn ingeplant zaadje van denkvermogen wortel schoot, had ik onvrede met ons aller lot. Doch wat mij het meest stoorde, en nog immer stoort, is de lichtzinnigheid van het mensdom. Het loopt plompverloren heen en weer zonder enig doel of wat dan ook. Geloof me, er zit nog meer wijsheid in het rondtollen van een kip zonder kop, dan in de drijfveer van de mens, want deze neemt geen enkel greintje verantwoordelijkheid op zich teneinde het bestaan waardevol te maken. Ik vraag u, mijn vriend, zijn ze werkelijk allen zo kortzichtig? Is hun enige waarheid betreffende hun existentie het huwen, voortplanten en sterven en vooral niet te vergeten: hun gat af te vegen nadat ze gescheten hebben?

'Dat is ook het enige waar het om draait.'

Neen, jullie soort mensen moeten nu eindelijk eens van dat idee afstappen! Dáárdoor heerst er zelfs in het meest onbenullige microscopisch klein dierenleventje meer orde, discipline en organisatie dan in ons vervloekt mensenbestaan. Ja, inderdaad, misschien is het wel een vloek die op de mensheid rust? Wellicht zijn we gestraft door God en heeft hij ons lomp geschapen na die slapeloze nacht van de engelenrevolutie. Hij moest toch ergens zijn woede op bekoelen, de sadist! En nu kijkt hij naar ons, want hij ziet alles, en lacht. Ja mijn vriend, hij lacht wanneer hij ziet dat we te pretentieus zijn om zelfs maar enkele van zijn simpele natuurwetten te accepteren. Hij lacht wanneer hij ziet hoe wij alles vernietigen dat paradoxaal genoeg net voor ons noodzakelijk is om te leven. Hij vindt het allemaal prima. Vooral de diepgelovigen, daarmee amuseert hij zich kostelijk. Die aanbidden hem in al zijn glorie en blablabla terwijl het gewoon een verwend kind is dat met de marionetten speelt.

'Man wat zit je toch te zaniken over die God! Dat boeit niet! Die bestaat niet eens.'

Oh, maar het zou u wel moeten boeien beste vriend. Stelt gij uzelf dan nooit dergelijke vragen? Ik wel hoor. Ik stel me geregeld de vraag waar mijn wijsheid mezelf plaatst. Ik bedoel, … ik behoor ook tot het mensdom. Ben ik dan eveneens vervloekt? Zou de Schepper zich vergist kunnen hebben? Een moment van onoplettendheid? Mijn geest per ongeluk in dit miserabele lichaam? Of is er een kortsluiting geweest in het universum waardoor mijn protonen en al die andere -onen zich hier gematerialiseerd hebben?
Uw hoofdschudden, mijn waarde, beaamt mijn wijsheid. God vergist zich nooit! Ik ben een ruimtewezen met een missie, een metafysische apostel met als taak het hoopje ellende op deze wervelende bol voor de eigen ondergang te behoeden.

'Prima apostel. Zo je wilt. Maar zou je tussendoor niet even deze ellendeling een biertje kunnen bezorgen? Dorst weet je wel.'

Het spijt me beste vriend. Geen bier in mijn huis. Wanneer ik u trouwens goed aanschouw, lijkt het me dat u reeds genoeg blondines tot u genomen hebt.
Wees zo vrij om te aanhoren hoe zwaar mijn roeping me hier valt. Ten eerste moet ik mijn banale ruimtepak van zijn dagelijkse behoeften voorzien. Maar ten tweede ben ik ook nog eens geplaagd met menselijke gevoelens. Ik koester de liefde die ik ontvang uit het godenrijk maar smacht naar wat ordinaire affectie, een tedere aanraking, een kus, en seks. Ja, seks. Mijn vergankelijke lichaam schreeuwt om seks, seks, SEKS! Als het leven al zwaar is voor een aards persoon, hoe zwaar is het dan niet voor een spiritueel iemand?
Ach, een mens moet leren zich tevreden te stellen met de kleine vreugden van het zijn, zoals ik nu tevreden ben met uw aanwezigheid.

'Nou dat is niet wederzijds. Wat een gelul.'

Ha ha, gij komiek, gij plaagt me ha ha. Laat me u nu vertellen wat me voor onze ontmoeting hedenavond zo ontsteld heeft.
Ge weet ondertussen dus dat het mijn roeping is om op onze geteisterde wereld orde, discipline en verantwoordelijkheid te kweken. Dat begint uiteraard in mijn eigen omgeving, mijn eigen huis. Elk deeltje, hoe miniem dan ook, heeft zijn eigen plaats in het universum. Mij kan nooit verweten worden dat er iets niet op zijn plaats is in mijn leefwereld. Het is de harde les die ik de mensheid moet bijbrengen: ze de gewoontes aanleren om geen enkel stukje ruimte verloren te laten gaan. Het is algemeen bekend dat mensen gewoontedieren zijn. Het is dus gewoon een kwestie van ze de juiste gewoontes aan te leren. Hierin heb ik een voorbeeldfunctie.

'En je bent goed bezig apostelke, je bent geweldig goed bezig.'

Dank u mijn vriend. Om me met mijn menselijke behoeften, die ik zoals gezegd helaas met me meesleur, te verzoenen, heb ik mezelf drie weloverwogen gewoontes toegestaan. Zo drink ik graag koffie, 's morgens stipt om acht uur één kopje zwart en om precies half één 's middags een kopje met tien milliliter halfvolle melk. 's Avonds drink ik van acht tot elf precies tien glazen bier, echter op voorwaarde dat de kraag exact twee centimeter is.

'Twee vingers breed moet die zijn kerel, twee vingers.'

Neen mijn waarde, precies twee centimeter zeg ik u! Enfin, de laatste gewoonte die ik mij toesta is het bedrijven van de liefde, enkel en alleen na de consumptie van de tien glazen bier. Ik weet het, ik heb ook mijn kruis te dragen. Indien goed onderhouden is het vrouwelijke lichaam een tempel van schoonheid, althans tijdelijk. Helaas heb ik nog niet van het geluk mogen proeven deze laatste gewoonte in praktijk te realiseren.

'Wat! Godverdomme, jij bent nog een maagd! Zie hem daar staan in zijn strakke pak, de playboy die meent dat zijn leeftijd nog altijd met het cijfer twee begint. Nog altijd maagd.'

Tja, het zij zo. Dat is het noodlot. Gij ziet er trouwens niks anders uit. Verberg uw tranen mijn vriend. Te zien hoeveel mededogen gij betoont steunt me enorm, maar ik ben het niet waard.

'Tranen? Welke tranen? Van het lachen ja. Dat moet ik morgen de anderen vertellen, wat een klucht.'

Lief van u, dat ge u zo sterk houdt, al weet ik dat ge vanbinnen met mij meelijdt. Maar luister, nu kom ik er eindelijk aan toe u te vertellen wat er vanavond voorgevallen is.
Zoals het mij is toegestaan ben ik naar mijn stamkroeg getogen om mijn tien biertjes te ledigen. Wat er zich echter in een tijdsspanne van nog geen drie uren heeft afgespeeld kan ik zelfs nu nog maar met moeite vatten.

'Laat me raden: de kraag was maar anderhalve centimeter?'

Nee, dat zou ook verschrikkelijk zijn geweest, maar wat ik heb meegemaakt is veel erger. Het ging al onmiddellijk mis bij mijn binnenkomst. De immer voor mij gereserveerde tafel in de hoek verleende gezelschap aan een volledig in het zwart geklede dame. Onthutst wierp ik een verwijtende blik op Daniël, de kastelein die nochtans van mijn gewoontes goed op de hoogte is. Hij beantwoordde de blik met een verontschuldigend schouderophalen.
Woedend maakte ik aanstalten om die kroeg voor eeuwig de rug toe te keren. Ik kreeg de gelegenheid niet. De knappe dame stond op om me staande te houden. Ge had haar moeten zien, een pareltje waarvan de erotische schittering zelfs nog feller blonk dan die van Liza Minnelli in 'Cabaret'.

'Ah, nu wordt het eindelijk interessant! Je hebt haar toch niet weggejaagd zeker?'

Laat me nu even vertellen. Het is ongelooflijk. Weet u wat ze zei? Ze zei: 'Het spijt me ten zeerste meneer, vergeef me mijn onbetamelijke gedrag. Daniël heeft me ingelicht dat dit tafeltje in feite het uwe is. Maar sta me toe u er even op te wijzen dat het tafeltje zelf mij inviteerde er plaats aan te nemen.'
Kunt u geloven dat ik helemaal van mijn stuk was? Zij bleek net als ik in staat te communiceren met onbezielde materie. Ik gebaarde Daniël met een hoofdknik dat hij daar een voorbeeld aan mocht nemen wat betreft goede manieren. Vreemd. Het leek wel of hij knipoogde naar de schoonheid, een domme grijns op zijn gelaat. De onnozelaar! Dacht hij nu werkelijk kans te maken bij haar? Ik zag dat zij hem een beleefd knipoogje terug gunde, veel te goedhartig. Naïef zijn en zo'n figuur hebben, een gevaarlijke combinatie. Ik moest haar beschermen. Wellicht had de Heer haar om die reden naar mijn tafeltje gezonden, het kon onmogelijk toeval zijn. Neen, in het universum zijn er vaste wetten, bestaat niet zoiets als toeval.

'Als jij het zegt. Maar vooruit, vertel verder.'

Goed. Ik liet haar toe aan mijn tafeltje.
'
Tja dat dankt je de koekoek! Natuurlijk liet je dat toe man!'

Zoals het hoort liet ze me zelf eerst plaats nemen. Vervolgens vlijde ze zich tegenover mij neer. Als het mij was toegestaan om te vloeken zou ik zeggen dat ze dit op een verdomd gracieuze manier deed. Voor het eerst dacht ik begrip en liefde gevonden te hebben in de vorm van de mooiste verschijning die ik ooit heb mogen aanschouwen. Haar classificeren onder de noemer 'mens' zou botweg een grove belediging zijn.
Vanuit het nevelige gebied mijner ziel verscheen een reeds lang verloren gewaande hoop. Mocht ik dit schepsel beminnen, ik zou de hemel kussen op zo'n intense manier dat de woorden van Jimi Hendrix nog maar een glimp van hun schittering overlaten.

'En? Heb je haar geneukt?'

Onderbreek me toch niet steeds! Zo krijg ik nooit mijn verhaal verteld! Steeds maar weer van die stijlloze opmerkingen, gij laag mens!
Maar goed. De tijd vloog om in haar betoverende gezelschap. Er was geen moment van wederzijdse verveling. Ik vertelde haar openlijk over mijn zware levenstaak, ondanks de angst dat ze dan zou afhaken zoals zovele anderen. Mijn angst, ontsproten uit wereldvreemde naïviteit, bleek volkomen ongegrond te zijn. Niet alleen accepteerde ze mijn gewoontes, maar had er dusdanig begrip voor dat ze er zelfs mee instemde haar te helpen bij het uitroeien van haar eigen slechte gewoontes. Speels ondeugend - oh vriend, mijn hart gaat bij de herinnering alweer tekeer - voegde ze eraan toe dat het wellicht niet eens meer zo lang zou kunnen duren eer ik aan het uitvoeren van mijn nog nooit uitgevoerde gewoonte toekwam. Ze bereikte een nooit eerder waargenomen stemmetje in mijn onderbuik met de insinuatie dat de nacht nog jong was. Haar slanke hand gloeide op mijn pols.

'Jij ladykiller! Grrrrrrrrraaaaauuuuwww!'

Mijn gehele wezen werd euforisch. Mijn geest bedankte zijn 'broeders' voor dit geschenk. Ziel en lichaam zongen in harmonische stemming: Wij gaan neuken! Wij gaan neuken!

'Goed! Zo moet ik het horen kerel.'

Ongeduldig dronk ik in één teug mijn zevende glas bier leeg. De klok gaf twee minuten voor half elf aan. Nog tweeëndertig minuten, drie biertjes, dan moet het gebeuren, dacht ik. Dan weet ze wat haar te doen staat. Die minuten beloofden een heuse beproeving te worden, maar beproevingen zijn mij niet vreemd.
Ze begon nerveus met haar fraai achterwerk op de stoel te schuifelen. Ze voelde natuurlijk ook de belangrijkheid van dit moment, het grootse dat er te gebeuren stond.
Toen, plots - het is werkelijk onvoorstelbaar - stond ze met een felle beweging op. Een bierviltje tuimelde op de grond. Met een verleidelijk knipoogje zei ze: 'Ik wil nu gaan lieve schat. Nodigt u me niet uit voor een kopje koffie?'

'Alright! Een poes voor de hond, waf waf, miaaauuuuwww.'

Ach beste vriend. Hoe had ik me in haar vergist! Ik schreeuwde onthutst: 'Seks! U had naar seks moeten vragen om elf uur! Dat wist u toch!'

Totaal buiten mijn zinnen rende ik de kroeg uit. Alles werd zwart, wazig, alsof ik niet meer bestond, weggevaagd van de bol, foetsie. Gelukkig trof ik toen u hier aan om me weer bij mezelf te doen komen. Ik weet niet wat er anders zou gebeurd zijn. Ik ben u enorm dankbaar. God's genade kent geen grenzen.
Wel? Vertel me nu eens, wat denkt gij hier allemaal van? Is dat niet het meest tactloze, achterlijke voorstel dat ooit over een vrouwenlip kwam? Ze was toch verdomd - excuseer mijn taalgebruik - op de hoogte van mijn gewoontes.

Vragend kijk ik mijn vriend aan. Hij buigt ietwat beschaamd zijn hoofd. een hoofd dat zoveel op het mijne lijkt, valt me nu pas op.
'Kom op' moedig ik hem aan, 'ik waardeer ten zeerste uw mening. Waarom zwijgt ge nu?'
Amper verstaanbaar mompelt hij: 'Ik heb haar geneukt.'
Woede overvalt me. Ik ruk de spiegel van de muur, beuk en stamp erop los als een waanzinnige. Mijn gesprekspartner lost op in duizenden identiteiten. Hij vlucht. Net zoals de dame vluchtte daarnet, maar met dat verschil dat hij vlucht in scherven. Of doen we dat allemaal, vluchten in scherven? In de illusie dat die ons geluk brengen?
De scherven vinden hun plaats bij de hoop die er al lag. Vers bloed druppelt. Hoe vaak flikt hij me dat nog? Kon ik maar door het leven zonder hem.
Ik staar in eenzaamheid naar de blinde muur. Ik wacht op de ochtend. Ik wacht op mijn koffie zwart.

 

feedback van andere lezers

  • muis
    Een mooi maar lang verhaal:) Doet me denken aan "Een gesprek met God":)
    Het heeft me geen seconde verveeld.
    groetjes
    jbrouns: Mercikes voor de fb en voor de moeite die ge gedaan hebt om dit (lange) verhaal te lezen. 'Een gesprek met God' ken ik niet? Groetjes
  • Ghislaine
    Masterart.
    jbrouns: Wow, dat zou ik zelf niet durven zeggen, maar hartelijk dank voor zo'n mooie reactie, groetjes
  • annedanvoie
    Graag gelezen je verhaal,
    Mooi,
    Groet,
    Anne danvoie
    jbrouns: Bedankt Anne, ik heb het graag geschreven, groetjes
  • ERWEE
    Prima stuk, Johnny.

    Paar kleinigheden:

    Ziet u, mijn leven is één groot keten van pijnen. => grote keten

    Maar luister, nu kom ik eindelijk eraan toe u te vertellen ... => Maar luister, nu kom ik er eindelijk aan toe u te vertellen ...

    Zoals het zich hoort liet ze me zelf eerst plaats nemen. => Zoals het hoort liet ze me zelf eerst plaats nemen.

    maar had er dusdanig begrip voor dat ze er zelfs mee instemde haar te helpen bij hij uitroeien van haar eigen slechte gewoontes. => (wellicht) ... te helpen bij het uitroeien ...
    jbrouns: Mercikes, zoals steeds weer heel zinvolle verbeteringen. Groeten
  • Henny
    Ik en mezelf, dat zijn soms hele gevechten. Toch mee en dan smakelijk moeten lachen.
    jbrouns: Bedankt Henny, dit is een van mijn favoriete personages, lekker wacko. Niet te hard met hem lachen aub, hij heeft het al zo zwaar ;-) Groetjes
  • Vansion
    geen seconde ontboeid - straf personage - heerlijk gesprek
    jbrouns: Dat doet me goed te horen van iemand waarvan ik weet dat ze kritisch leest en het rechtuit zegt wat niet bevalt, bedankt zeg.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .