writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Hangjongeren

door Gaya

Hangjongeren

Ze staan er weer, zal de rust ooit weerkeren? Hoe vaak ze zichzelf deze vraag al niet gesteld heeft…
Lotte staat in de slaapkamer van haar jongste dochter en kijkt door de roze vitrage het schoolplein over. Het plein, gescheiden door parkeervakken, ligt vlak naast het hoekhuis waar zij met haar twee dochtertjes woont. Ze herkent de vier grootste raddraaiers direct. Ze behoren bij een groep van vijftien tot twintig pukkelige hangjongeren. Dagelijks, soms tot diep in de nacht, hangt de groep of een deel ervan, op het plein rond. Politie, jeugdwerkers; zelfs de burgemeester is het bekend wat er zich, inmiddels drie jaar lang, naast haar huis afspeelt.
Ze is al vaak naar buiten gestapt: vriendelijk, boos of verdrietig; niet een keer heeft ze de rebellerende pubers duidelijk kunnen maken dat hun geschreeuw en ronkende scooters voor overlast zorgen en haar kinderen uit de slaap houden. Het lijkt ze niet te deren.
'Ga maar verhuizen!' Is vaak hun tegenreactie, waarna ze zich grijnzend van haar af keren. Een kluit aarde tegen haar ramen als de jongens - uren later - eindelijk huiswaarts keren, is meestal de consequentie. Ze belt nu maar meteen de politie als het weer eens de spuigaten uitloopt, wat de verstandhouding uiteraard ook niet verbeterd heeft. De jongens zien de dienders vaak van verre al aankomen en zijn gevlogen voordat de agenten in actie kunnen komen. De lege chipszakken, bierblikjes en sinds kort ook wietzakjes zijn dan de stille getuigen. Haar idee om een - vooral hoog - hek rond het schoolplein te plaatsen, is door de wethouder van tafel geveegd.'Te duur mevrouwtje, maar vooral blijven bellen bij overlast, we doen wat we kunnen.' Jaap, de wijkagent met wie ze regelmatig gesprekken voert, leeft ook mee. Na hun laatste gesprek, heeft hij haar zijn mobiele nummer gegeven.'Als ik dienst heb mag je mij rechtstreeks bellen, Lot.' Hij gaf haar nog een bemoedigend schouderklopje bij het afscheid. Haar hand glijdt zoekend over de achterzak van haar spijkerbroek, waar een bobbel de vorm van een mobiel laat zien.
Lotte ziet de jongens elkaar een sigaret doorgeven waar ze om beurten een haal van nemen. Met de kin in de lucht, proberen ze van de ingehouden rook kringetje te blazen. Een van hen strijkt verveeld met een aansteker langs de wand van het houten schuurtje waarin het buitenspeelgoed van de school opgeslagen staat. Twee anderen duwen elkaar doelloos heen en weer.
Lottes ogen dwalen van de jongens naar het blauwe bordje dat aan de schoolmuur hangt.'Verboden toegang' leest ze zachtjes hardop. Ze vernauwt haar ogen tot spleetjes; het lukt haar nog steeds niet om de tekst eronder te lezen.
Een van de jongens kijkt haar kant uit. Automatisch doet ze een stap achteruit... Ze kunnen haar niet zien; dat is zeker. Ze heeft het vanaf het plein gecheckt, maar toch…
'Mam! Waar ben je?' Lotte keert zich meteen van het raam af en loopt naar de gang.
'Ik ben hier, boven…,' ik kom eraan!' Ze trekt de openstaande slaapkamerdeuren een voor een met een klap dicht en loopt breed glimlachend de trap af naar beneden: ' Zo, even de bedden rechtgetrokken, moet ook gebeuren hè…'

De meiden vermaken zich met waterballonnen in de tuin. Ze heeft getracht in de tuin te lezen maar ze staat nu toch weer boven en staart weer over het plein.
Witte rook dwarrelt tussen de jongens en het schuurtje, ongeveer op borsthoogte, omhoog. Wat ze doen en waar het vandaan komt kan ze niet zien. Lotte begint op de bovenverdieping heen en weer te lopen; keert steeds terug bij het raam. Ze loopt naar beneden de tuin in en rent dan de trap weer op naar boven. Ze ziet meteen dat de jongens verdwenen zijn; de rook niet. Met een ruk trekt ze het rolgordijn van de dakkapel naar beneden en loopt, in tegenstelling tot daarnet, nu rustig de trap af naar beneden. In de woonkamer laat ze eveneens de rolgordijnen zakken en begint wat losliggende rommel op te ruimen. Daarna loopt ze de tuin in.
'Jullie mogen een ijsje uit de vrieskist pakken! Wel het papier in de vuilnisbak gooien hoor!' Hoort ze zichzelf roepen met een stem die hoger klinkt dan anders. Weer binnen, grijpt ze de telefoon uit de houder en rent, voor de zoveelste keer die dag, de trap op terug naar boven. Ze duwt het rolgordijn iets opzij en kijkt naar buiten. Donkere pluimen met daartussen nerveus bewegende vlammen schieten aan de zijkant van het huisje naar buiten. Lotte knijpt hard in de telefoon in haar hand en voelt met haar andere hand naar het mobiel in haar broekzak. De gedachte dat de vlammen kunnen overslaan naar het schoolgebouw ernaast, schiet door haar hoofd. Ze kijkt naar de telefoon in haar hand en weer naar buiten. In de verte komt een man aan fietsen. Lotte loopt van het raam weg, om er even later als een magneet naar terug te keren. Ze ziet de fietser voor haar huis staan en met een hand, terwijl hij met de andere zijn fiets vasthoudt, in zijn jaszak graaien. Lottes vingers zoeken over de toetsen van de telefoon in haar hand en drukken 112 in. Even schrikt ze als een barse mannenstem opneemt en vraagt wat haar melding is: 'Er is brand op het plein in de Schoolstraat.' Trillend op haar benen geeft ze met rustige stem antwoord op de door de man gestelde vragen. Klik, de verbinding is verbroken. Als ze naar buiten kijkt ziet ze de fietser voor haar huis armbewegingen richting de brand maken, een mobiel tegen zijn oor gedrukt.

Enkele minuten later staat het parkeerterrein vol buurtbewoners, brandweer en politie. Vooraan staat een jongen, zijn pet diep over zijn ogen getrokken. Zij herkent direct een van de vier pukkelige pubers …

De deurbel gaat, Lotte loopt naar de voordeur. De agent op de stoep vraagt of hij even mag binnen komen om haar wat vragen te stellen.
Tegenover elkaar aan tafel vertelt ze dat er die middag vier jongens op het plein stonden, zoals zo vaak, en noemt hun namen. Verder is haar niets opgevallen en de brand was in volle gang toen ze 112 belde. De agent knikt, maakt notities en vertrekt…

Lotte vouwt de streekkrant dicht. Een artikel zonder details vermeldt: dat het buitenspeelgoed van de basisschool door brandstichting in vlammen is opgegaan en de school bespaard is gebleven. Het onderzoek is gaande en brandstichting wordt niet uitgesloten. Enkele jongeren zijn reeds aangehouden.
Via, via, heeft Lotte inmiddels vernomen dat de vier jongens, mede door eerder gepleegde strafbare feiten, voorlopig niet op het plein zullen terugkeren. De jeugdrechter gaat zich over hen buigen.
Drie weken later staat er een hek rond de school, een hoog hek…
'Vooral blijven bellen bij overlast,' is de zin die nog regelmatig door haar hoofd gonst, maar soms is het beter om dat niet al te snel te doen…

 

feedback van andere lezers

  • ivo
    hangen of gehangen worden ... de problematiek van jongeren die geen toekomst zien in deze wereld is niet zo simpel, integendeel zelfs ...
    Gaya: Is zeker niet simpel, ligt ook meestal niet aan de jongeren zelf. Alles heeft een reden... alleen kunnen mensen die met deze problemathiek geconfronteerd worden hier weinig mee.
    dank voor je fb. alles goed met je?
    H. gr. G.
  • stater
    een maatschappelijk probleem uitstekend verwoord, Karin..! nu nog de 'hangouderen'..? ;-)

    groet, Eli Stater
    Gaya: Dank voor je fb, ms ben ik een beetje laat met mijn reactie...
    Wb die hangouderen... die maken niet zo'n herrie, nemen alleen meer plek in.:)Groetjes Gaya
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .