writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Het prinsesje dat niets wilde… van niemand!

door Peerke

Er was eens een koning en een koningin.
Ze waren heel gelukkig in hun koninkrijk en zelfs gezegend met een prachtige dochter.
Het ontbrak de koning, de koningin en hun dochter aan niets.
Ze hadden alles wat hun hart zou kunnen begeren, en daar zat nou net het probleem.
De mooie prinses wilde dat alles helemaal niet.
De prinses wilde niets… van niemand!
Er was van alles geprobeerd om de prinses haar zin te geven.
In plaats van het normale gouden bestek at de prinses al met het ordinaire zilveren.
In plaats van de gebruikelijke twaalf paarden had de prinses er maar vier.
De prinses had zelfs maar twee speelkamers, terwijl een doorsnee rijke prinses er normaal minstens vijf heeft.
Maar de prinses wilde helemaal geen speelkamer. Ze wilde niets… van niemand!
De koning en de koningin hadden vaak gesprekken over hun dochter.
Het kon natuurlijk niet dat ze niets van niemand kreeg, maar ze probeerden haar zo weinig mogelijk te geven, en hoopten dan maar dat ze daar ooit tevreden mee zou zijn.
Toen de prinses achttien jaar oud werd besloten de koning en de koningin hun dochter bijna niets te geven voor haar verjaardag.
Dat zou de prinses vast fijn vinden.
Het kostte de koningin veel moeite bijna niets voor haar dochter te kopen.
Ze zag de mooiste sieraden die tegelijkertijd ook nog eens heel duur waren.
Ze waren zó duur dat de koningin ze wel móest hebben.
Een klein oud hol stukje goud zou de koningin aan haar dochter geven.
Dat was bijna niets, en de koningin kreeg dat gratis bij al die dure sieraden.
De koning had ook moeite bijna niets voor zijn dochter te kopen.
Hij zag drie prachtige paarden en kon ze natuurlijk van de koopman kopen, omdat hij immers de koning was. Even dacht de koning aan zijn dochter, die niets wilde.
Toen zag de koning achter de paarden een oud grijs ezeltje staan, en dat vond hij bijna niets. Die zou hij dan aan zijn dochter geven.
De koning kocht toen de paarden, hij had geld genoeg en ze konden mooi bij de andere paarden op stal staan.
Het ezeltje kreeg hij er gratis bij, die kon achter de stal staan om aan zijn dochter te geven.
Een oud ezeltje was een goed cadeau, want dat was bijna niets.
Als de prinses op haar verjaardag toch een móói cadeau wilde hebben dan had de koning tenminste prachtige paarden achter de hand in de stal.
Die dag werd er gezongen, er hingen slingers en alle fanfares uit het koninkrijk speelden de hele dag in de paleistuin.
In het koninkrijk verderop leefden ook een koning en een koningin, en zij hadden drie zoons.
De oudste zoon wilde de hand van de prinses vragen om zo over twee koninkrijken te kunnen regeren als hij getrouwd was met de prinses.
Hij vertrok op die ochtend vroeg met drie schatkisten vol goud naar het kasteel van de prinses.
Toen hij op het hof arriveerde werd hij ontvangen door de prinses zelf.
'Wat heb je bij je?', wilde de prinses meteen weten.
'Drie schatkisten vol goud prinses, tot de nok gevuld…'
'Wie ben je?', vroeg de prinses verder.
'Ik ben de prins van een koninkrijk verderop.
'Ik wil niets… van niemand!', liet de prinses de prins weten.
'Maar het zal U aan niets ontbreken als U met mij trouwt, prinses', probeerde de prins nog maar eens.
'Daar was ik al bang voor', antwoordde de prinses. 'We vieren mijn verjaardag vandaag, niet mijn huwelijk, beste prins. Bedankt en goede terugreis naar huis verder…'
De prins stond met een mond vol tanden en kon diezelfde dag weer terug naar huis.
De tweede zoon wilde ook de hand van de prinses vragen en merkte dat zijn oudere broer die ochtend vroeg al weg was gegaan. Snel nam hij de twee beste paarden van het land en spande een gouden koets voor met diamanten ingelegd. Hij gaf zijn paarden de sporen en snelde achter zijn oudere broer aan.
Toen hij bij het kasteel van de prinses aankwam werd ook hij ontvangen door de prinses zelf.
'Wat heb je bij je?', wilde de prinses van hem weten.
'Een gouden koets prinses,met diamanten ingelegd…'
'Wie ben je?', vroeg de prinses verder.
'Ik ben de prins van een koninkrijk verderop.
'Ik wil niets… van niemand!', liet de prinses de prins weten.
'Maar het zal U aan niets ontbreken als U met me trouwt, prinses', probeerde de prins nog maar eens.
'Daar was ik al bang voor', zuchtte de prinses.
'Bedankt hoor voor je cadeautje en een goede terugreis naar huis verder, ga je nu te voet?'
Ook de tweede prins stond met zijn mond vol tanden en kon weer vertrekken.
De derde prins wilde ook graag naar de prinses, maar hij wilde haar alleen feliciteren met haar verjaardag. Hij vertrok later die dag en maakte geen haast.
Hij kwam langs een dorp waar een meisje op een bankje zat te huilen.
'Wat is er beste meid', vroeg de prins.
'Mijn vader heeft een belangrijke opdracht gekregen om een cadeau voor de prinses te smeden, maar hij kan zijn werk niet doen omdat hij zijn hand gisteren brak', snotterde het meisje.
'Dan ga ik jou vader gewoon helpen met zijn werk', sprak de prins geruststellend.
Hij zocht de smid op en smeedde de smid's werk op aanwijzingen van de smid zelf.
Het gesmede cadeau werd prachtig en de smid en zijn dochter waren de jonge prins erg dankbaar.
Toen de smid vroeg wie hij was wilde de jongen niet vertellen dat hij eigenlijk een prins was en zei: 'O, ik ben gewoon niemand hoor…'
Vrolijk liep hij door in de richting van het kasteel van de prinses.
Ondertussen was de koning naar de stallen gelopen en hoorde een luid gebalk.
Hij keek wat er aan de hand was en zag de oude ezel met een pijnlijke snuit hard balken. Het arme dier had kiespijn.
Maar zijn dochter een ezel geven met kiespijn, dat kon natuurlijk niet.
De koning stuurde de ezel het bos in en pakte een prachtig paard uit de stal. Hij liet er schitterende teugels omheen leggen en bracht het naar de prinses.
'Ik wil niets… van niemand!' riep de prinses naar haar vader, die het dier weer terug bracht naar de stal.
De jongste prins liep inmiddels in het bos en hoorde een luid gebalk.
Hij liep erop af en zag de ezel.
'Wat is er aan de hand ezel?', wilde de prins weten.
'Ik heb vreselijke kiespijn', balkte de ezel.
'Dan gaan we daar samen wat aan doen', zei de prins.
'Ik ben op weg naar het kasteel om de prinses te feliciteren, en dan loop jij maar met me mee dan zullen ze je vast helpen', opperde de prins.
Samen gingen ze verder op weg naar het kasteel.
De koningin liep naar haar schatkamer en wilde daar het holle stukje goud ophalen voor haar dochter.
Ze keek ernaar en zei tegen zichzelf: 'nee, dat kan ik toch niet geven, dat is helemaal niets'.
Ze gooide het holle stukje goud uit het torenraam en pakte een van haar mooie kettingen.
Maar de prinses wilde nog steeds niets. Van niemand.
Op dat moment liep de jonge prins onder de kasteelmuur door met de balkende ezel.
Er viel iets op zijn hoofd en hij zag het holle stukje goud.
'Dit is jouw geluksdag ezel', sprak de prins.
Hij herinnerde wat hij van de smid had geleerd en maakte van het oude stukje goud een kroon voor de kies van de ezel.
Die had geen pijn meer toen de kroon op de kies gezet werd en balkte daarna alleen nog maar van plezier.
'Wacht je even hier', zei de prins tegen de ezel. 'Ik ga even de prinses feliciteren met haar verjaardag en ben zo weer terug.
De prinses ontving de prins.
'Gefeliciteerd prinses', zei de prins.
'Wat heb je bij je?', wilde de prinses van hem weten.
De prins dacht aan de ezel die buiten op hem stond te wachten, maar dat was niet zíjn ezel, die zou hij niet weggeven. Toen bedacht hij zich dat hij een stukje goud op zijn hoofd had gekregen, maar daar was de ezel enorm mee geholpen, dus dat ging hij haar ook niet geven.
'Niets!', zei hij daarom maar vrolijk.
'Wie ben je?', vroeg de prinses toen verder.
De prins had geen zin om tegen de prinses te zeggen dat hij een prins was, terwijl hij zonet nog tegen de smid had gezegd dat hij eigenlijk niemand was.
'Niemand!' antwoordde de prins daarom.
De prinses straalde.
'Ik wilde niets hebben… van niemand; en van jou kreeg ik niets, en je bent niemand.'
'Jij hebt me het mooiste verjaarscadeau gegeven wat ik wenste', ging ze verder.
'Ben jij dan niet een prins die met me wil trouwen om mijn rijkdom en macht?' vroeg ze door.
'Nee hoor', sprak de prins, 'mijn oude ezel is meer prins dan ik'.
'Daar begrijp ik niets van', zei de prinses.
'Loop maar mee, prinses', sprak de prins, en hij liet haar de oude ezel zien die op zijn zere kies een kroon droeg.
'Zie je wel, prinses. Wie is hier nou een prins? De ezel met zijn gouden kroon of ik, die niemand ben.'
'Het maakt me niet uit wie de prins is. Ik wilde niets, van niemand,en jij hebt die wens kunnen vervullen.'
De prinses liep naar haar ouders en zei dat ze gelukkig was.
De koning herkende het oude ezeltje en schaamde zich dat hij het dier aan zijn lot had overgelaten. Het ezeltje heeft het hem vergeven.
De koningin herkende het stukje goud en ze vond de kroon van de ezel prachtig.
Met de ezel in de stal leefde de prinses en de prins nog lang en gelukkig en ze werden een heel goede koning en koningin, en ze bleven bevriend met het koninkrijk verderop.

 

feedback van andere lezers

  • eisenik
    droog verhaaltje :-)
    doet me wat denken aan elschot maar ik weet niet waarom :)
    Peerke: Zeg maar Willem...
  • lin
    Een sprookje helemaal volgens de regels en eerlijk gezegd vind ik dat wel een beetje jammer. Je weet vanaf het begin al hoe het verder zal gaan. Iets verrassender zou wat mij betreft welkom zijn.
    Toch is het een goed uitgeschreven verhaal.
    Let wel op enkelvoud/meervoud. Zoals al in de eerste zin:
    Er WAREN eens een koning en een koningin.
    En de laatste zin:
    Met de ezel in de stal LEEFDEN de prinses en de prins nog lang en gelukkig en ze werden een heel goede koning en koningin, en ze bleven bevriend met het koninkrijk verderop.

    Deze laatste zin zou ik ook wat omgooien. Nu lijkt het of de prinses en prins in de stal leefden...

    Groet, lin



    Peerke: Dank voor je uitvoerige feedback. Zal het wat aanpassen. Vind wel dat 'er was eens' wel kan: er was een koning en er was een konigin. Maar zet me aan 't denken waarvoor dank!
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .