writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

met Alzheimer bij de dierenarts

door pisatelj

Een doordeweeks dagje ten huize Peynsaert. Vanmorgen gingen we met de poes naar de dierenarts. De kat -poes klinkt vreemd voor zeven kilo vet vlees - heette oorspronkelijk Musti. Pa herdoopte hem tot Alzheimer. Alzi voor de vrienden
We hadden de kat niet op voorhand gewaarschuwd. Dat was een eerste blunder. Toen we zijn kooi met draaghandvat op tafel stelden en het traliedeurtje opendraaiden, wisten we hoe laat het was. De kat was nergens te bespeuren. Tien op tien voor intuďtie. We zochten het hele huis af. Pa raakte aardig opgefokt. Hij haat te laat komen. Goed, mijn pa haat alles, maar te laat komen háát hij. Die haat vonden we probleemloos terug in zijn zoekactie. Sneuvelden: één vaas -de enige die ons restte na de vorige zoekactie, die naar zijn autosleutels -, een raampje in onze antieke woonkamerdeur -ouder dan het huis zelf -, verschillende porseleinen posturen, twee fotokaders en de stofzuiger. Die laatste kwam anders aan zijn einde dan de vorige kostbaarheden. Pa liep hem niet omver, maar schakelde hem in bij de speurtocht. Musti heeft een heilige schrik van dat zoemende geraas. Dus, pa gewapend met de stofzuiger het hele huis door. Tot zo ver de kabel reikte. Dat punt bereikte hij halfweg de trap. Hij mocht trekken en snokken zoveel hij wilde, verder kwam hij niet. Tot dan de kabel brak, de stofzuiger in slow motion -ik zweer het! - trede per trede afstuiterde en open op de grond terechtkwam. Laat ons vooral even stil staan bij dat 'open'. Volle stofzak, jawel. Tenminste, die wás vol. Stond beneden aan de trap: moeder. Kapsel grondig verknoeid, kleren idem. Gelukkig zaten haar ogen potdicht. Pa's eerste verweer: "Jij bent degene die stofzuigt." Pa's tweede verweer: "Wie maakt die snoeren ook zo kort!". Pa's derde verweer: "Ik heb altijd gezegd dat die trap fout gezet is." Moeder nam haar haarspeld uit haar dot en klemde deze stevig tussen de vingers van haar ene gebalde vuist. Met de andere had ze al een paraplu beet. Een flink zware met lekker veel metaal aan. Ze heeft er ooit onze krantenboer mee verwond. Die wilde een spin van haar boezem tikken. De spin kwam er ongeschonden vanaf. Die wel. Dat voorval herinnerde pa zich kennelijk ook, zo bleek uit zijn vierde reactie: "Paola, kalm, denk om de kat." Mijn pa die zich bekommert om de kat…
In elk geval: vierde keer, goede keer. Ma liet haar wapens zakken. Terwijl ma en pa officieel de wapenstilstand sloten - dat wil zeggen met een gebaar waarin vast wel iemand een kus zou herkennen -, vond ik de kat. Netjes verstopt ónder de trap. Tot dan de stoflawine kwam. Moeder: "Och, dat arm beestje, hij ziet helemaal grijs." Pa; "Nou en? Da's toch zijn kleur?" Moeder: "Nee, dat beestje is normaal zwart met witte strepen." Pa: "Altijd geweten dat we geen kat hadden, maar een schizofrene zebra." Pa wachtte drie tellen tevergeefs op een glimlach van moeder. Hij keek mij aan. Ik trok mijn mondhoek eens scheef. Pa rolde zijn ogen. Ma zei: "Doe niet zo." Wij vroegen NIET: "Hoe dan?" en kregen dus ook niet als antwoord: "Zo." Met de kat terecht konden we vertrekken. We -vooral pa eigenlijk - ramden hem in zijn kooi. "Pas toch op, je doet dat beestje pijn."was een zin die wij negeerden. De kattige kolos ging de auto in. Bij moeder op schoot. Bijzonder comfortabel. "Dat beestje moet toch ook wat van de weg kunnen zien!" Pa's ogen rolden. Mijn mondhoek haalde eens goed links uit. Nog even, dacht ik, en ik sla iemand KO met mijn onderlip. De kat had geen oog voor het landschap. Zat voornamelijk te trillen. "Wat voor vieze geur is dat? Net rot vlees." Van de zenuwen bleek Musti ook winden te laten. "Geluidloze bommen", in de woorden van mijn vader. We draaiden de raampjes open. Ma zei "Zo krijgt hij straks ook nog eens een verkoudheid, dat arm beest." De raampjes gingen dicht.

"Zit niet zo te smiezen. Ik weet het heus wel, hoor. Jullie doen altijd alsof ik de domste koe ben."

"We kunnen de dierenarts om uitsluitsel vragen."

Pa kreeg geen klap. Ma geeft geen klappen. Ma weent. Verrekt luid. De kat werd er niet rustiger op.

In de wachtzaal zat een oud dametje met een keffend mormel. Ik vroeg mij af of werkelijk álle oude dametjes zo'n gefrituurd kapsel hebben. Het is met oude dametjes een beetje als met Chinezen. Je kunt ze met de beste wil van de wereld niet uit elkaar houden.
Mijn moeder raakte meteen in gesprek met 'Stramme Botten Kraken 's Nachts Harder Dan In De Living' Ja, volgens pa was dat haar indianennaam uit de tijd dat ze in een commune leefde. (Pa heeft zich nooit losgemaakt van de sixties.) Tegen de tijd dat de deur van de praktijkkamer open zwaaide, wist mijn moeder alle details van alle operaties die 'Stramme botten enz.' ooit onderging. Het waren er vijftien, dus dat wil zeggen dat die dierenarts zijn tijd nam. Het oude dametje stond op. Pa zei: "Slimme hond die zijn terminale baasje naar de dierenarts brengt." Moeder dook weg achter de brochure 'Uw hond topfit in zes weken'. Toen hij ook nog "Wees maar niet bang, je voelt er niks van. Een klein prikje en daarna geen centje last, in alle eeuwigheid, amen", riep, liet ze haar hoofd op haar knieën zakken. Deze keer weende ze niet. Dát maakte het gevaarlijk. Pa zweeg. In de wachtkamer weerklonk nu enkel de piepende neus van Alzi. Daarom zaten we daar. De kat was al maanden quasi verkouden. Mijn moeder was te bang om eerder te komen. In haar gedachten spookte reeds het woord 'Endlösung' rond. "Die komt niet terug, tenzij in gelatinevorm.", had pa gezegd. Toen heeft ze twee volle dagen niet tegen hem gesproken. Geen idee of hem dat opviel.
Na een kwartier onaangename stilte (in het Sloveens kan je dat met één woord zeggen, namelijk 'molk', om maar even te bewijzen, dat ik toch íets weet) was het eindelijk de beurt aan Alzi. Het oude dametje verscheen zonder de keffer. "Die dierenarts weet ook niet wat gründlich is".

"Wat scheelt er aan?" vroeg de dierenarts toen we de kooi op tafel gooiden.

"Hoofdpijn, vreemde draaiingen in de maagstreek, stress en reuma in beide handen."

"Aha, kijk eens aan. Maar ik had het eigenlijk over de kat."

"Alzheimer."

"Hij is al maanden onafgebroken verkouden, mijnheer. Hij kan erg moeilijk ademen."

"Ja, hij vergeet het gewoon. Komt door die Alzheimer."

De dierenarts bleef koelbloedig. Maakte enkel oogcontact met moeder.

"We zullen eens een kijkje nemen."

Met één handige beweging werd Musti's bek wagenwijd opengesperd.

"Tandvlees ontstoken. Verschillende zwellingen. Uw kat heeft herpes, mevrouw."

"De viezerik!".

"Oei, oei! Is het erg?"

"Herpes is een virus. Dus dat zal altijd blijven terugkomen. Met antibiotica los je zoiets niet op. De enige oplossing die ik u kan voorstellen is het trekken van de tanden."

"Ik heb al valse."

"Natuurlijk als zijn nieren niet in orde zijn, heeft het geen zin. Om dat te controleren moet ik bloed afnemen. Dan kunnen we meteen ook controleren op kattenaids."

"Maar waarom zijn tanden? En hoe kan hij dan eten?"

"Astronautenvoedsel voor katten. Dan moet hij natuurlijk wel de ruimte in."

"Dat is geen probleem, mevrouw. Zijn hoektanden blijven, de rest verwijderen we. Na verloop van tijd verhardt het tandvlees. Uw kat zal perfect korrels kunnen eten. Als u het niet doet, zal de herpes zich steeds op het gebied rond de tanden zetten. We kunnen ook antibiotica geven, maar dat is geen blijvende oplossing."

"Dat is afhankelijk van de hoevéélheid antibiotica waarover we spreken…"

"Zal ik bloed afnemen?"

"Ja, doet u maar. Hij is nog te jong om al te sterven. Zo'n brave jongen."

"Op school altijd de beste punten. Elke zondag haalt hij koffiekoeken. Nadat hij de auto gewassen heeft."

"Hij is echt braaf, hoor. Hij zal niets doen. Hij is alleen een beetje bang. Niet waar, brave jongen? Nu ben je niet op je gemak, hé?"

"Ik vond hem voor hij Alzheimer kreeg toch stukken spraakzamer."

De dierenarts liet de kat uit de kooi. Kreeg daarbij een eerste klauw. Ma verzekerde de dierenarts dat hij anders erg rustig was. Brillenman in de witte jas pinde de kat vast op de operatietafel. Voor eventjes dan. Alzi verzette zich bijzonder kranig. Pa zei: "Jezus, je zou hem sympathiek gaan vinden." De kat maakte het geluid van een raceauto. Hij schoot alle kanten uit, stampte wild met zijn achterpoten. Dat ging zo tien minuten door. Uiteindelijk zat er genoeg bloed op de operatietafel om de dierenarts op aids te testen.

"Zo gaat het niet. Ik zal hem een kalmerend middel moeten geven. Het spijt mij. Het is zijn eigen schuld."

"Alleen maar kalmeren?"

"Dat werkt pas over tien minuten. Hij zal er helaas ook van overgeven."

De kat ging in een grotere kooi. Braakte inderdaad zijn ontbijt uit.

"Spijtig dat hij niet op één plek blijft zitten. Hij smeert heel uw kooi aan, mijnheer."

"Ja. Niet erg.", zuchtte de dierenarts en hij nam een dweil.

Bij de tweede poging bleek dat kalmeermiddel maar aan de flauwe kant.

"Ze zullen lachen in het labo, als ik hen zo'n klein drupje bloed stuur. Maar voor een aids-test volstaat het. Dat is op vijf minuten gepiept."

"Piept aids? Dan moet u niet langer twijfelen. Die heeft het te pakken."

De dierenarts ging in de weer met iets dat op een zwangerschapstest leek. Ik ben vertrouwd genoeg met die dingen om daar slecht op te reageren.

"Kunt u niet tegen bloed?"

"Euh, ja. Zoiets."

"'t is zo gedaan, hoor. Eventjes wachten… Hm, het ziet er naar uit dat de test positief is."

"Oef, dat is al een opluchting."

"Euh, ma. De test is positief."

"Dat is toch goed nieuws!"

"Nee, ma. De kat heeft aids."

"Maar hoe kan dat?"

"Of hij is homofiel. Of hij spuit heroďne."

"Moeten we hem laten inslapen?"

"Hij zal in elk geval levenslang medicatie moeten nemen."

"Och, voor die paar daagjes."

"En verder?"

"Zoals ik al zei; de tanden trekken. Daar zou hij al veel baat bij hebben."

"Levert dat wat op? Da's toch ivoor, niet? Als u ze overneemt, wil ik van mijn kant erg redelijk zijn."

"En zijn nieren?"

"Ja, als die ook niet functioneren zoals het hoort, wordt het moeilijk natuurlijk."

"Hij plast als een meisje. Dat weet ik. Zegt dat iets over de nieren?"

De dierenarts richtte zich voor het eerst tot mijn vader.

"Mijnheer, de plasgewoonten van uw kat zeggen niets over de nieren."

"Wanneer hebben we de resultaten van die bloedtest?"

"Die zijn morgen al beschikbaar."

"De vraag is of Alzi morgen nog beschikbaar is…"

"Kijk, mijnheer, als u uw kat dan zo nodig dood wilt, doe het dan zelf. Werkelijk, ik kijk de andere kant op. Welke methode verkiest u?"

Dit was meer reactie dan mijn pa verwachtte. Twee seconden, maar ook niet langer, wist hij niks te zeggen. Dan herpakte hij zich:

"Welke methode verdient uw aanbeveling?"

"De meeste opteren voor het klassieke spuitje. Efficiënt, snel, proper."

"Maar?"

"Als ik eerlijk ben, raad ik u een spade aan. Veel leuker. Een welgemikte slag op de hals en dan maar zien hoe ver het bloed spuit."

"Verkocht. Spijtig van dat kalmeermiddel, dan spuit het vast niet zo ver."

"U heeft een punt, maar we hebben nog wat tijd. Ik loop even om die spade. Ik ben zo terug."

Vertwijfelde blik van moeder.

"Bruno, wat haal je uit? Als je dat arm beestje ook maar aanraakt, spreek ik nooit meer tegen jou."

"Ach wat, die gifmenger speelt maar blufpoker. Dat zie je zo."

Vijf minuten later stond de dierenarts daar terug mét spade. Pa kreeg deze overhandigd.

"Gaat u rustig uw gang. Ik doe of mijn neus bloedt."

"Bruno, ik zweer het je, raak dat beest niet aan."

Pa wilde zich niet geven tegenover die dierenarts.

"Bent u niet bang dat heel uw praktijk onder het bloed komt te zitten."

"Och, wel nee, gaat u rustig uw gang. Daar zijn kuisvrouwen voor."

"Ach zo zit dat. Dat laat zijn personeel opdraven voor zijn grillen. Nou, bedankt, hier heb je de spade terug. Kom, we zijn er vandoor. U heeft vast nog een boel kippen en schapen te neuken.Hoewel, u ziet er meer het type uit dat graag een paard pijpt."

Moeder redde vliegensvlug de kat, dropte hem in zijn kooi en stoof weg. De dierenarts liet de spade op ons afsuizen. We hoorden de priemende klap in de deur. Visite betaalden we niet. De kat brachten we naar een andere dierenarts. Pa moest verplicht in de auto blijven zitten. Alzi's tanden werden inderdaad getrokken. De dierenarts verzekerde ons dat hij over een week weer de oude zou zijn. Moeder haalde opgelucht adem. Toen we naar de auto stapten zei ze:

"Het eerste jaar vind je zoiets nog grappig. Maar na 20 twintig jaar vraag je je toch echt af waarom je ooit gevallen bent voor zo'n mafketel."

Dat is liefde. Trouw aan iemands zijde blijven. Ook als die persoon het nodig vindt om bij elk familiefeest bier te promoten als het beste haargroeimiddel. En vervolgens ten overstaan van iedereen een pint over zijn hoofd kapt. Of elk buurtfeest verknalt door een zelfgemaakt krantje met alle buurtroddels uit te delen. Of geen voet in een kerk zet zonder tegenover de priester de Hitlergroet te maken

Onvoorwaardelijke liefde.

Zo eindigde de dag voor mij in schoonheid. Ook toen pa bij het instappen vroeg:

"Wat is het nu uiteindelijk geworden? De spade of het spuitje?"

 

feedback van andere lezers

  • tati
    Hilarisch dit verhaal. Heb genoten van de humor. Oh arme dat katje. :o)
    pisatelj: de kat heeft echt bestaan, maar het verhaal zelf is wel uitgevonden. Gelukkig maar he.
  • lin
    Hilarisch verhaal. Heel onderhoudend. Op de eerste regel staat:

    Vanmorgen gingen we met de poes naar de dierenarts.

    Die zinsconstructie klopt niet. Vanmorgen gaan we, of deze morgen zouden we gaan, maar niet vanmorgen gingen we.

    Verhaal heeft me geen moment verveeld! Groetjes, lin
    pisatelj: Erg leuk, merci voor de reactie!
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .