writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

*Clandestien* - 4. voor de spiegel

door Vansion

De lucht bewoog. De straat glansde van de regen. De straatstenen waren glad. Door het raam ebden ontelbare voetstappen weg in een zee van ongebondenheid. De wind speelde met de verstrooide gedachten van de mensen. Zwiepte ze onsamenhangend tegen de muren van haar huis en van de huizen aan de overkant die zich hurkten als voor een vrijblijvend onderonsje midden in april. De tocht zocht kieren in de muren.
Ze liet zich niet kennen. Geen spier van haar gezicht vertrok. Verdoofd zat ze te glimlachen zoals voorheen, verzoend door haar bloedeigen spel. Het bureaublad voelde zacht aan, strakke huid als van een hengst. Haar droge handpalmen werden week als ze erover streek. De lieve stilte droeg haar onmerkbaar. De kralen rond haar hals wogen niet eens zo zwaar.
Ze dronk water uit het glas, traag, met lange teugen. Haar blik werd zacht. Het huis stond trouw en stil rondom haar vreemdheid.
Begreep ze nog wel wat ze zag? De lucht leek onherkenbaar. Ze zag de mensen voor de eerste keer. Alleen het huis kon de verslagenheid nog bergen die niet meer tot schrijven kwam. De witte zolderingen hadden haar angst gezien, toen ze haar voorhoofd nog kon laten leunen tegen de kale muur. Woorden zijn rad als messen, vinnig, zwart. Spreken verengt, omkadert, ontwijkt, verbergt. Nooit meer schrijven was de boodschap van het huis dat alles had bewaard. Alleen de leegte brengt verlangen op zijn tijd. En hoop. Misschien. Ooit. De deur was dicht nu. De mensen vluchtten voor de regen. Het huis was enkel teken nog. Voor Rien die straks zou komen binnenwaaien. Ze sloeg haar ogen dankbaar op. Een weinig wonen was nog niet verboden. Dat was haar recht.
Ze stond op. De stoel bleef staan, onbewogen door het lege vel papier dat blank verzonk in enkel liggen. Haar pen moest nu maar wachten. Licht stapte ze naar de spiegel. Ze zag. Ze zag de vrouw die ze nu was. Geworden was. Oud, kleurloos, mager en ontvleesd. Haar gezicht liet alle rimpels zien. Ze zou ze kunnen tellen. Ze zou ze kunnen strelen. Haar grijze ogen spraken van gelatenheid en van vergane trots. Haar hoge jukbeenderen verraadden nog hoe mooi ze was geweest. Op haar lippen was alle angst nu opgelost. Ze zocht. Ze zocht waar haar spijt gebleven was en haar berouw. De sporen van haar tranen. Maar haar wangen waren al lang geen wangen meer. Nutteloze repen vel tussen ogen en mondhoeken. Ze knoopte haar bloes los en ontblootte haar smalle schouders. Schouders kunnen zoveel dragen. Haar schouders hadden alles kunnen dragen. Haar handen hadden kunnen werken. Verwerken. Herwerken. Graan vermaald, water geput, illusies stukgeslagen, schijn doorbroken, vruchten geplukt, voedzaamheid gezocht, gestolen, afgedwongen. Die kleine eigenwijze handen aan het uiteinde van haar lijkwitte armen. Ze rekte zich uit. Kaarsrecht mag je niet uitdoven. Ouderdom siert met diepe sporen van wat onherroepelijk geweest is. Ouderdom bewijst vergane glorie, al wat geleden is. Elke spiegel is ook een achteruitkijkspiegel. Ze schrok op. Ze zag het raam dat vlijtig van achter haar rug in de spiegel wenkte. En haar verstand stond stil. Alsof ze niet meer wou denken, nu ze niet meer tot spreken kwam. Maar het raam was niet meer weg te denken. Het raam was zicht op buiten, op de wereld als haar echte huis, op de ... Het woord viel, ongenadig: de toekomst. Dat wat eenieder toekomt. Dat wat hoe dan ook komt, gestaag en op je af. Dat wat zal komen. Dat wat komen moet, dreigend, machtig, verplicht te ondergaan.
Er werd gemorreld aan de deur. Een stem doorbrak de plotse zwaarte in de kamer. De stem van Rien, onwezenlijk, vroeg, blij, jong, bevrijdend. Een engelenstem.
- Hallo ?
Rien huppelde de trappen op en bleef even in het deurgat staan. Dan kwam ze dichterbij en ging ook voor de spiegel staan. Ze knoopte snel haar bloesje los en lachte schalks naar het kinderlijfje in de spiegel. Haar huid was wit, anders wit, melkwit, zuiver, blank. Alles aan haar was ongerept. Geen twee lege borsten die tot niets meer dienen. Een rimpelloos ontspannen buikje. Twee vastbesloten schoudertjes, vrij en onbevangen, bereid.

 

feedback van andere lezers

  • commissarisV
    Een ietsje te barok, voor de rest o zo mooi.Alles komt uiteindelijk op hetzelfde neer: de opgang- de top- het haast onbewogen maar dan steeds sneller en sneller naar het verval afglijden. Het is zo en zal zo altijd zijn. Het schrijven en kleuren en bouwen duren wat langer, dus is de boodschap voor allen: blijven schrijven,blijven kleuren en blijven bouwen.dat is ons lot, amen.
    Vansion: Ja. Veel te barok. Teveel ego ook. Potsierlijk dus. Hoop dat mijn recente dingetjes beter zijn ...(?)
  • drebddronefish
    Een contrapunt dat kan laten vermoeden dat men soms wel eens schrijft om los te laten, maar naar mijn mening, door een gelijkaardige revelatie is er geen verval, enkel het zijn met het kleed van het leven, dat me steeds interessanter voorkomt...
    Vansion: zeer de vraag wat het verschil is tussen loslaten en vasthouden ...het één bestaat niet zonder het ander ... zal ik wel nooit snappen ...
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .