writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

mij-meren

door anneke

Hier zit ik dan, in mijn kamertje. Mijn 'oud en vertrouwd' kamertje, zoals ze wel eens in de volksmond durven zeggen. En ik elk gezegde schuilt een waarheid durven ze dan op hun beurt weer zeggen. En ja, als je er over nadenkt, is het vaak wel zo. Oud is het alvast, denk ik. Want wat is oud. Vanaf welke grens spreek je van oud? Bestaat het wel, een objectieve maatstaf die zegt dat iets oud is? Hoelang deze ruimte al bestaat weet ik niet en misschien is het ook beter er niet te lang bij stil te staan. Wat ik wel weet, is dat het al 20 jaar mijn eigen stekje is. Misschien iets korter, want ik heb geen idee op welke leeftijd deze ruimte werd omgedoopt tot mijn eigen privé-domein, mijn stekje. Ik kan er me niet veel van herinneren, voor mij is het er altijd al geweest.
Maar toch zijn er dingen die ik nooit vergeet, een beetje vaag soms, maar toch af en toe een beeld, een anekdote.
Bompa, papa en een vriend des huizes; 3 mannen zittend op de grond in het stof, een pintje in de hand. Het beeld dat ik niet beter kan omschrijven als het beeld van de Vlaamse, hardwerkende man. Zittend voor de muur hier naast me. Het is als een foto, een beeld dat niet beweegt, maar in men geheugen gegrift. In al de jaren dat ik hier in mijn bed lag, dacht ik nooit terug aan dat beeld. Één enkele avond wel, de avond dat mijn grootvader overleed. Toen ik dan ik men bed kroop en rondkeek, had ik het gerust stellende gevoel dat hij bij me was, voor altijd. Want zijn handdruk had hij nagelaten in de opbouw van mijn kamer.

Toch moet er een tijd zijn geweest dat dit kamertje niet het mijne was, dat het enkel de taak had van een muffe, in het donker gehulde zolderkamer.
Als elk klein brokje geluk moet ik in een wiegje gelegen hebben, vredig slapend ver van die toen onbekende ruimte die nu zo vertrouwd is. En ja, dat heb ik ook, maar de tijd tussen het kleine wiegje en het grote bed blijft een raadsel; een gat in het geheugen van elke mens die er aan wil terugdenken en dat enkel kan opgevuld worden door verhalen van ouders, grootouders en oudere mensen om je heen…
Ik zelf heb er nooit naar gevraagd, want het is gewoonweg zo vanzelfsprekend dat ik hier nu bijna elke nacht lig. Voor mij is het alvast nog niet van belang er iets over te weten, nu toch nog niet….
Later, als de kinderwens er is, dan wil je alles weten. Ik twijfel er niet aan dat dit een periode zal zijn waarin je elk zwart gat over je opvoeding zal willen opvullen. Een periode waarin je alles zal willen weten, hoe het moet en waarom; wat anders had gemoeten of wat ze anders hadden gewild. En dan klop je aan bij je moeder natuurlijk. Want wie anders kent alle antwoorden in onze ogen, wie anders kan de beste raad geven dan de vrouw die zo goed heeft gepresteerd. Een cirkel die rond blijft, altijd opnieuw en opnieuw hetzelfde ritueel, generatie na generatie.

Maar de kinderwens is er nog niet en de vragen al evenmin. 21 Jaar en een kind hebben. Ik zie het mezelf nog niet doen en een deel van mij wil het nog niet zien.
Ik heb middagen doorgebracht met kinderen van 6-7 jaar, spelend op de scouts. Genieten bij het zien van hun vele fantasie. De wereld van tovenaars en holbewoners, vliegende treinen en gevangen prinsessen, een grenzeloze verbeelding. Voor mij is dit de leukste leeftijd die kinderen kunnen hebben. De fantasierijke fase tussen sterke afhankelijkheid en het begin van de ontdekkingsfase. Een ontdekkingsfase die bij mij en mijn vrienden pas begon bij het binnentreden van die grote, onbekende middelbare school. De school waar we ons zoveel meer volwassen voelden dan die koters uit de lagere school. En dat terwijl we er zelf nog maar uit waren verdwenen.
Ons bezighouden met spelletjes op de speelplaats, elkaar achterna zitten en danspasjes oefenen in een afgelegen hoekje; daar hielden we ons niet meer mee bezig. We waren immers groot nu, kinderlijk zijn was nu taboe.
Op het laatste moment een taak afwerken of de leerstof voor een test herhalen om er de laatste letters in te krijgen. Het was wel of het stoer stond als je durfde spelen met je lot, als je met opzet niet veel had geleerd. Daar deed ik niet aan mee. Als sommige anderen bleef ik herhalen om niet te falen, bang om niet te slagen, ook al had ik voldoende gestudeerd. Toch was deze werkwijze geen garantie op succes en soms waren de ontgoochelingen dan ook groter dan ze moesten zijn.
Op een bank op de speelplaats de grappige uitspraken en stokpaardjes van leerkrachten nabootsen, lachen met hun kledij of overdreven opgemaakte gezichten kon niet achterwege blijven.
Maar wart zouden de tienerjaren van een meisje zijn (of 'jonge dames zoals we onszelf toen zagen) zonder de blik op de jongens om ons heen. Elke woensdag het tijdloze tienertijdschrift de 'Joepie' kopen om te samen te discussiëren welke zanger of filmster de knapste was. Vaak met Leonardo Di Caprio in de hoofdrol van het gesprek; knap, maar niet stoer genoeg, nog te veel jongensachtig. En dan Werner de Smet, Vlaams (en dus meer bereikbaar in onze ogen), stoer, onschuldig blond en een tikkeltje ruig, maar vooral: volwassen.
Volwassen meiden als wij vielen niet meer op jongens die mentaal enkele jaren achter waren op ons en nog spelletjes speelden.
Er waren ook nog de jongens buiten de wereld van film en showbizz. Vlak voor onze neus voetballend of in groepjes pratend. Gissend naar leeftijden en mogelijke liefjes, keken we ze vanuit ons plaatsje aan. En natuurlijk bij voorkeur een ouder iemand. Jongens van onze leeftijd konden ook wel eens op het verlanglijstje staan. Vaak dan nog iemand die je niet kende. Verliefd was je, want ja, hij was nu eenmaal knap. Verliefdheid bleef toen beperkt tot het knap vinden, het belang van het knap vinden was toen nog niet aan de orde. En om meer te weten over de jongen in kwestie was het niet moeilijk. Je hoefde je oren maar open te zetten bij je vriendinnen die maar al te graag alles vertelden wat ze wisten en plannen om zijn aandacht te trekken werden in groep maar al te graag gesmeed. We waren verliefd, maar niet puberaal, dat wilden we toen niet horen; we waren volwassen, rijp voor een relatie voor het leven…
Maar wat waren we toen nog kinderen, enkel zonder het besef dat we dat altijd zullen blijven. Hoe oud je ook wordt in het leven, een kind blijf je altijd. Zelfs al ben je 50, je bent altijd iemands kind. Een kind is niets iets van 1 moment, 1 middag of week, een kind is voor altijd. Het is niet iets wat je na een bepaalde leeftijd opzij zet. Een kind heb je elke minuut van de dag. Het is een verbintenis waar je aan begint en waar geen einde aan komt. En het is net dat vooruitzicht van een eeuwige verbintenis dat mijn kinderwens voorlopig tempert. Kinderen zijn leuk, maar er komt nu eenmaal veel bij kijken. Het beeld van huisje, tuintje, boompje, kindje kent veel bijval bij vriendinnen van mij. Ze dromen luidop van het leven als in de film. Ze zien de zon schijnen in de tuin terwijl de vaders met de kinderen spelen en de hond blaffend opspringt. De luiers, soms slapeloze nachten, maar vooral het soms opzij zetten van de eigen dromen lijken ze te vergeten. Eens kinderen hebben, wordt het jaar- en dagschema aangepast aan hun aanwezigheid. Zorgen dat op tijd het eten klaarstaat of de kinderen op tijd op school zijn of de opvang regelen.
Ook uitgaan zit er maar zelden in als ze klein zijn. Misschien heb ik hier een verkeerd beeld van, maar in mijn familie werd het maar al te vaak benadrukt dat uitgaan en kinderen hebben als water en vuur zijn. Het past nu eenmaal niet. Maar heeft mijn familie het niet fout, hebben ze dan slecht 1 eng beeld van uitgaan. Is uitgaan ook niet simpelweg eens gezellig gaan eten met vrienden of iets gaan drinken. Zien zij uitgaan niet te veel als dansen in een discotheek?
Het is niet dat ik iemand ben die uitgaat tot een stuk in de ochtend en dronken thuiskomt. Maar de vrijheid om te beslissen wat ik ga doen, wanneer ik wil en van het ene moment op het andere. Gewoon de vrijheid en niet te hoeven nadenken of dit past in de al volle planning die ik al heb.
Vrijheid, de vrijheid die ik nog maar net ontdekt heb reeds achter me laten, kan ik nog niet.
Mensen die dit lezen, zullen misschien wel denken dat ik niet of weinig om kinderen geef en dat ik de toekomst somber inzie, maar ergens is dat een verkeerd beeld. Ooit wil ik kinderen, enkel nu nog niet. Ik ben zelf nog een kind en wil dit nog niet van me afzetten. Stap voor stap, elke dag opnieuw evolueer ik. Het vertrouwde warme leven als kind, puber, student, verliest terrein. Kinderen krijgen is de grootste stap zetten in je leven en heeft zo een grote invloed op wat je doet en wie je bent, dat het doordacht moet gebeuren. Je moet er klaar voor zijn, weten wie je bent en wat je in het leven wil bereiken. Je moet het gevoel hebben een vorige levensfase te hebben voltooid voor je aan een andere kan beginnen. En niet enkel ik of jij, maar ook de partner waar we mee samenleven. Het ouderschap draait niet over ik of jij, maar over 'wij'.

 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .