writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Taalsstrijd?

door puk

"Kroep der in jongske, da kah ut spul vedan." De Twentse bijrijder zet de laatste rolstoel in het busje vast. De chauffeur wil net in het busje stappen. Hij kijkt de Tukker verbaasd aan en trekt vragend zijn wenkbrauw op. Hij woont al jaren in Lelystad en rijdt met zijn gespecialiseerde taxi mensen vanuit allerlei uithoeken naar verschillende bestemmingen overal in het land. Vandaag zit er een groep mensen uit het Enschedese revalidatiecentrum in zijn taxi. Gelukkig, verzucht hij, ze komen niet allemaal uit Twente. Die gasten daar praten nooit geen helder Hollands.
Hij kijkt zijn begeleider nog eens aan, maakt die man nu een grap of niet? Eerlijk gezegd heeft hij geen idee, aan de mans gezicht is niets te zien. Geprikkeld snauwt hij meer dan zijn bedoeling is:
"Ik ken nog lopen, hoor. En jij ben jonger as ik. Welk spul mot er waar vandaan?"
Nu kijkt de bijrijder verbaasd naar de chauffeur. Uit het busje klinkt luid gelach. Iemand verklaart:
"Hij zegt dat je moet instappen, dan kan ons tochtje beginnen."
"Toon, douw die deur dan toe, ik ga rijen. Alles vast daar achter?" Als de deur is dichtgeklapt trekt de bus meteen op. Vanuit het gezelschap achterin klinken kreten:
"Ho, dat raam is los."
"Ik mot nog op de rem."
"Drukken man, ik hou het niet meer."
"Mijn poten zitten los."
Meteen trapt de bestuurder op de rem en de bijrijder tuimelt bij de enige vrouw in de taxibus op schoot.
"Hoge nood, Toon? Zo gauw hoeft nu ook weer niet," grapt de vrouw. Ze knipoogt naar haar buurman. De chauffeur doet een greep achter zijn stoel en komt zwaaiend met een schroevendraaier van zijn plaats.
"Kon je toenet niet gaan? Toon, help haar eruit, ik heb de lift ontgrendeld. Wat een gesanik. Ik maak dat raam wel vast. Welk is het? En die poten?"
Toon duwt de rolstoel van de vrouw in de gleuf in de vloer en drukt de rem en de klemmen vast. De man naast haar wijst:
"Denne bow dieje Holnder, maar ikke hol wal von u betje win."
"Nou ik vind het tochtig, ik wil het raam dicht," verkondigt zijn achterbuurman, terwijl Toon de benen van de man in de beensteunen gespt.
De getergde taximan kijkt met vuur in zijn ogen toe, sjokt dan terug naar zijn stuur.
"Raam los, dat raam was alenig open."
Achter hem ruziën ze voort.
"Tochtig? Wie is tochtig? Die Holnders praot o-er als wel los, finik, "moppert Toon. De vrouw lacht, maar bloost:
"Ikkeben niet tochtig hoor, ook niet met Toon op mijn schoot."
"Hoe zit ut, mot je nu nog of niet?" vraagt de chauffeur wat wrevelig, zijn duimen slaan een roffel tegen het stuurwiel, dan draait hij zich weer van het stuur naar de passagiers. Hij trekt zijn schouders op en spreidt zijn armen uit, wijst dan van de vrouw naar de deur. Die giechelt en zegt:
"De stoel staat nu goed hoor, ik moest hem allen even aandrukken."
Nu schudt de man het hoofd en zet zijn pet op, zo lijkt het ten minste alsof hij de baas is in de bus. Praten geeft hij op. De bus rijdt weg. Toon rent naar voren en trekt aan de hendel van de lift.
"Zotte, man, ie haj de lifte nog los. Zo, nu kant loos."
Duimen roffelen weer tegen het stuur, de pet wordt achter op het hoofd geschoven, zijn lippen worden tot smalle streepjes getrokken.
Eindelijk zit iedereen en alles dan goed vast. De tocht kan beginnen, de bestuurder loodst de bus veilig de snelweg op.
"Wat gaan we eigenlijk doen, Toon?" vraagt een van de passagiers even later.
Toon lacht en kijkt naar de man achter het stuur:
"Wie gaot kieke naar un Los Hoes."
Van achter het stuur klinkt gekreun, daar gaan we weer.
"Een Los Hoes, wat voor losse hoes?"
Iedereen lacht. Dan kan de Groninger in het gezelschap het niet laten en vraagt:
"Wie goaj volgede wekke weer fort, goaje met of kaje 't niet wachten?"
"Dat doet de deur dicht, nou ben ik het sat. Hier, kennen jullie mijn dialect leren."
De taximan geeft een mep op de knop van de cd-speler, zijn pet gooit hij op het dashboard. Het stemgeluid van André Hazes schalt uit de luidsprekers. Luidkeels stemmen de passagiers met hem in en al gauw galmt het uit alle kelen.
De chauffeur zucht. Eindelijk spreekt iedereen dezelfde taal.

 

feedback van andere lezers

  • lin
    Moeilijk stukje, als je de dialecten niet kent!
    Even kijken naar:
    "Die gasten daar praten nooit geen helder Hollands."
    want "nooit geen" = "altijd"

    gr, lin
    puk: Ja en dat is nooit geen is dus een typische amsterdamse foute uitdrukking, waarmee de man dus geplaatst wordt.
  • ERWEE
    Leuke story, waarbij altijd opvalt dat sommige dialectwoorden geen grensen kennen.
    En dat is reeds de tweede keer dat ik in een stuk of een fb (elders) de naam van Hazes tegenkom vanochtend. Is er iets met die man dan?

    Even dit:

    De taximan geeft een mep op (de) knop van de cd-speler => denk niet dat die haakjes moeten bij '(de)'
    puk: Nee, ik verbeter ze.
    Hazes staat voor mij voor een bepaald type, zowel de man zelf als de mensne die er van houden. Ik merk dat ik hem vaker gebruik, meestal als slecht voorbeeld.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .