writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Eradi en het land van Millo: Hfst.10(a): 'De Cytal toren'

door eradi

**Ik had reeds dit deel gepubliceerd, maar uiteindelijk door zelfbeoordeling niet goed bevonden. Hierbij dus de aanpassing voor jullie**





Een dichte zwarte rook overspoelde het dal. Een brandgeur verspreidde zich doorheen het bladerdek en het struikgewas. De eens zo kleurrijke bloemen waren nu verdord en vervangen door pekzwarte roet, zover het oog reiken kon. Zwart, niets anders dan zwart. Het leek wel een stofwolk van zwartgebladerd zand dat hen het zicht ontzegde.
Toch was er licht in de duisternis. Een gigantische toren, hoog boven de bomen uit. Hij veroorzaakte een schemering, een lichtinval op ons viertal, dat verstomd staarde vanuit het struikgewas.
De toren was centraal gelegen in het dal. Enorme rotsblokken deskundig op elkaar geplaatst tot één verwoestend geheel. Omringd door bomen was de voet niet zichtbaar van hieruit. Donderwolken omcirkelden de top van de toren.
Een lichtflits. Gevangen door de drietand van de toren, zweefde een helderblauwe bol. Het leek wel op water, maar ziet zo vloeibaar, glas, maar niet zo vast. Een blauwe waas in de hemel daalde neer op de bomen rondom, op het hele dal, een luguber toneel.
De schepper van het blauwe licht door bliksem opgewekt. Eradi was gefascineerd. De toren deed hem denken aan Batil. Wat was hij de hoofdstad snel vergeten, met zijn pracht en glorie, maar barbaarse gebruiken. Een levensles, een mening, een filosofie. Veilig geborgen was hij in het klooster, onwetend voor dit alles. Zijn gezelschap liet hem niet toe het kind te zijn dat hij was.Hij had zijn eigen rechten en plichten, maar ook een verantwoordelijkheid ten opzichte van de groep. Hij maakte zich zorgen, daar komt het op neer. Zorgen om zichzelf, om zijn gezelschap, om alles rond hem heen. Te veel zorgen, dat was een feit. Zorgen die ouders droegen, alleen had hij die niet. Nooit was hij zonder zorgen.
Met pijn in het hart probeerde hij zich te vermannen. Nu geen tijd voor verdriet. Later, veel later ... dan misschien. Zou Adene ouders hebben? Zo onbevreesd, onbedaard, zo onbezonnen gecontroleerd en toch zichzelf in het gareelhoudend. Zo volwassen.
Hij staarde haar aan, een blauwe schijn op haar gezicht. Helderblauw als van een mooie zomerdag. Zomer, zon, het leek wel een eeuwigheid geleden. Warmte... ja, die had hij wel. Bij elke blik van Adene, elk woord dat ze sprak. Hij wou haar opeten om zo dicht bij haar te zijn, haar vasthouden en nooit meer loslaten.
Adene was nog steeds verstomd. Ongeloof. Eradi hoorde haar nauwelijks ademen. Zijn arm had ze nog steeds bij zich geklemd. Ze was verbonden met hem, samen alleen. Ze wreef met haar vrije hand de haren uit het gezicht. Zwarte pellen roet bleven in haar hand achter. Ze gluurde even opzij. Nu pas viel het op hoe Eradi haar aanstaarde. Hun blikken kruisten elkaar, geen woorden werden vuilgemaakt. Ze glimlachte even en bloosde. Eradi's ogen fonkelden.
"Gaat het?" kwam Betran tussenbeide. Hij leek wel de enige die rustig bleef. Op Gilliam na natuurlijk. Deze bleef opvallend stil en niemand die wist wat hij van plan is.

 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .