writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Zwoel (vervolg van Vrouwelijke schoonheidsnijd, Soraya is gebaseerd op mijn lief)

door pisatelj

(een spaarzame post, want het verhaal telt ondertussen 8 pagina's)

Ik wilde Soraya bannen uit mijn gedachten, haar beeld wegdrukken in een donkere spelonk in een verre uithoek van mijn geest.

In gedachten liep ik voorop met een fakkel door smalle gangen, terwijl zij volgde en vrolijk commentaar leverde op de schimmelachtige wanden.

Ik trok de ijzeren deur van een cel voor haar open, zij trad binnen, met een glimlach, alsof we toneeltje speelden, maar telkens ik de deur wilde dichtslaan om die te vergrendelen en nooit meer open te maken, verstijfde ik.

Haar ogen waren te uitnodigend, te zeer vervuld van bijna kinderlijke vriendelijkheid.

Ik vond haar aardig en ik wist dat ik voortaan met haar zou optrekken, ook al zou ik naast haar schoonheid geheel en al verbleken.

Ook al zou mijn zelfvertrouwen er pijnlijk hard onder lijden, lijden onder het feit dat jongens altijd eerst haar zouden aanspreken, en mij pas, als zij geen interesse toonde.

Van sommige mensen kun je meteen voelen dat het je vrienden zullen worden. Daar is geen andere verklaring voor, dan omdat zij het zijn, omdat jij het bent. Op dat punt moet ik Montaigne gelijk geven.

Na de les stonden we zo lang na te keuvelen over de meest uiteenlopende dingen, van roddels over proffen en medestudenten, naar reizen en vakantie, familie, eetgewoontes -de Iranese keuken vond ze bij uitstek de beste ter wereld- muzikale voorkeuren en zo voort om weer terug te keren naar roddels over medestudenten.

In de loop van het gesprek kreeg ik tot mijn verbazing te horen dat ze nog geen vriendje had gehad.

Ikzelf hield wijselijk mijn mond, een samenvatting van mijn liefdesleven is niet om mee uit te pakken in een eerste gesprek met een ongerepte maagd. Ik wilde niet te veel gewicht leggen op het dunne ijs van een ontluikende vriendschap. Ik wist toen nog niet hoe ruimdenkend Soraya zijn kon.

Als een gehaaste conciërge ons aan de deur van de faculteit zette, beseften we dat we meer dan drie uur hadden staan praten.

Ik deed het voor de hand liggende en nodigde haar uit om mij bij te komen eten op kot. Zij pendelde.

Ik wilde doodgraag ons gesprek verder zetten, het gebeurde mij zo zelden dat ik het kon vinden met een andere vrouw. Eigenlijk had ik toen enkel mannelijke vrienden.

Ze ging meteen in op mijn aanbod en het schemerde al als we aankwamen bij het huis waar 11 studenten, waaronder ikzelf, een kamer hadden.

Mijn maag kromp vreemd samen als ik met haar door de inkomhal liep. Terwijl Soraya de trap opging naar mijn kamer, dook ik gauw de gemeenschappelijke keuken in om te zien of daar iemand zat. Ik beet op mijn lip en kwam tot het vervelende besef dat ik mij gedroeg als een egoïstische jaloerse tik.

Ik wist hoe vlot Frederik was in de omgang en wilde mijn nieuwe vriendin niet met hem delen.

Soraya plofte op mijn bed en voelde zich kennelijk meteen thuis, want ze schikte al mijn kussens (drie in totaal) achter haar rug, schopte haar schoenen uit ('mensen die hun schoenen aanhouden, lijken meteen weer weg te willen', verklaarde ze) en keurde op haar dooie gemak mijn kamertje.

'Dat kan er mee door, toch? Ik wil direct met je ruilen, als je het hier moe bent.'

Ik had eerder al aangegeven dat mijn kamer niet te veel voorstelde. Ze keek mij aan en verwachtte dat ik haar compliment blij in ontvangst nam.

Tot mijn eigen verbazing smolt ik onder haar blik. Om mij te onttrekken aan de glinstering in haar bezwerend donkere kijkers, ging ik mijn handen wassen en nam er express uitgebreid de tijd voor.

Achter mijn rug hoorde ik haar vragen (en bedacht tegelijkertijd: als seizoenen konden spreken, had zij de stem van de lente):

'Mag ik die schriftjes inkijken?'

Ik draaide mij bliksemsnel om en riep paniekerig uit:

'Nee, niet doen, dat zijn mijn dagboeken.'

Ze legde mijn beduimelde schriftjes met de klagerige hartskreten van een jonge vrouw die eeuwig puber leek te blijven, voorzichtig op mijn bureau.

Ze hoefde er niet voor op te staan, er bestaan auto's die ruimer zijn dan mijn kamertje toen.

'Zo, jij hebt een dagboek, wat enig nou!'

Ze herschikte de kussens en vulde nog aan:

'Ik heb nooit zoiets gehad, ik zou bij God niet weten wat ik zou hebben moeten schrijven. Zeker als kind niet, ik had heel mijn gevoelsleven strikt rationeel onder controle.'

Dat vond ik een vreemde uitspraak, ik had een beeld van mijn seksegenotes als van een collectief stel blèrsmoelen die 's nachts hun lakens doorweekten met hun tranen.

Tranen als gevolg van de gemene opmerkingen van hun vriendinnetjes, de afwijzende blik van die onbereikbare, veel te oude, veel te stoere jongen, een uitgaansverbod vanwege pa of ma, een onvoorziene modezonde of gewoon, zo maar, omdat wenen een gezellig slapen-gaan-ritueel is.

 

feedback van andere lezers

  • Ghislaine
    Een verlegen jongen is nog zo charmant.
    pisatelj: Dat vind ik ook wel ja, maar dan wel hopen dat ze hun schrik wat overwinnen natuurlijk.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .