|
< terug
Het bloedbroederschap VIII
Het hele dorp was in rep en roer, er werden meerdere inbraken gepleegd deze nacht en zelfs het plaatselijke museum had men niet ontzien. De politie was met een onderzoek gestart maar men had nog geen aanwijzingen uit het publiek ontvangen. Ook bij de decaan was men naar binnen geslopen en beneden kasten geopend maar naar eerste vaststellingen werd er niets ontvreemd.
Aan de tijdschriftenwinkel stonden meerdere vrouwen hun verhaal te doen. De een kakelde nog harder dan de ander en men verwees naar een buitenlandse werknemer die hier pas een baan had kunnen bemachtigen. Deze baan was al heel lang vacant geweest maar men vond geen gegadigde voor dit zware en ondankbare werk.
"Ja" meende mevrouw Muller, "kijk maar eens hij is hier pas een week of zes aan het werk en hij rijdt nu al met een auto rond, voor die tijd had hij geen nagel om aan zijn kont te krabben".
"Zie je wel" viel een andere vrouw in, "dat heb je als je te goed voor ze bent, als je ze een vinger reikt nemen ze de hele hand".
Kende jij dan die man vooraleer hij hier is komen werken, vroeg een van de omstaande vrouwen, zij was blijkbaar verrast door de aantijgingen van mevrouw Muller.
Nee, antwoordde deze en keek met een vernietigende blik in de richting vanwaar men met scherp schoot.
Een derde viel in de rede en meende dat men daar geen bewijzen voor had en dat men niet zomaar lukraak mensen beschuldigen kon van iets dat nog niet eens bewezen was. Ook de vrouw van de decaan beklaagde zich over het gedrag van sommige medeburgers maar kon of wilde hier geen namen noemen.
Een politiewagen stopte op het plein waar deze winkel lag en er stapten twee geüniformeerde mannen uit en liepen regelrecht de tijdschriftenwinkel in. Alle ogen waren op de eigenaars van dit pand gericht en men hoorde zacht geroezemoes en men wees zelfs op de winkel. Even late vertrokken de agenten weer en hielden onder aan de het begin van het dorp weer halt.
"Zie je wel het is daar waar die Indiër werkt" zei die van Muller, en ze wees met een dreigende op en neer dalende hand in de richting waar de auto zich bevond. Enkele van de vrouwen beaamden het betoog van deze vrouw.
Arno en Erica kwamen van bij tante Sophie gewandeld en zagen deze toeloop van mensen daar bij de dagbladhandelaar. Het was Erica die naar de menigte toeliep en vroeg wat er precies gaande was. Een vrouw van middelbare leeftijd meende dat zij nog groen achter de oren was en zich hier beter kon verwijderen, maar een ander hoorde dit en vertelde wat er die nacht was voorgevallen en dat er nogal wat mensen bestolen werden.
Peter kwam van onder uit het dorp gelopen met een portemonnee in zij handen die hij als een trofee omhoog hield..
"Kijk eens", riep hij en liep naar Erica en Arno toe, "kijk deze heb ik zojuist bij de brug gevonden maar er zit niks in, kijk maar, helemaal niks".
Een van de vrouwen rende op Peter toe en riep heel ontdaan:
"Hela, dat is de mijne, hoe kom je daaraan" en ze rukte de beurs met volle macht uit de jongen zijn handen
Peter die zich van geen kwaad bewust was keek heel angstig naar die vrouw en begon te wenen.
feedback van andere lezers- Ghislaine
Een goede spanningsboog opgebouwd.
Hoeselaar: Dank je wel Ghislaine, ja, het mag niet te abrupt gebeuren om het geloofwaardig te houden.
Leuk dat je me weer las - henny
Zo, dit is een heel verrassende wending. Heel knap!
Hoeselaar: Tja ik kon onmogelijk zo verder gaan er moest iets gebeuren
Willy - yrsa
Compliment voor de geweldige cliffhanger!!! En voor de rest sluit ik me aan bij de voorgangers :)
Hoeselaar: Dank je wel voor je bezoekje en ten tweede voor de opbouwende kritiek
willy - miepe
en beneden kasten waren! geopend maar naar eerste vaststellingen werd! niets ontvreemd.
Even lateR
onder aan (de het begin van..... zou ik weglaten) het dorp
op de menigte toeliep
in zijn handen
praatjes in het dorp! héééél interessant, Hoeselaar!
Hoeselaar: Heb dank voor de zinvolle hulp
Willy
|
