writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Jij, ik, je moeder en de verkiezingen

door pisatelj

Zondagmiddag. Ik lig een drietal uur in bed, net of ik zweef op een wolkje met gratis panorama. De vallei daar beneden ligt er bij alsof er een troepje pissige Ostro-Gothen is langsgegaan. Ik trek de lakens strakker over mijn gezicht, ik voel mij zo cliché in al mijn slordigheid.

In het slot van mijn deur rommelt nog onwennig de sleutel, die al meer dan een week je sleutelbos siert. Je klimt langs de steile, houten ladder naar boven. Ja, een hooizolder ware een passende setting voor ons. Mijn ziel schrikt recht -hij ruikt die van jou - en dan volg ik. Ik trek je naar me toe en wil je toedekken met de dekens, maar jij bedankt voor nog meer warmte, je bent hierheen gefietst.

Je ogen schitteren, bevrijd van zorgen, je bent thuis gewoon heengegaan. Toen je de deur achter je dichtsloeg en op je fietst stapte, deed je dat met de echo van hun gonzende preken in de rug. Je trapte er enkel sneller door.

We hebben het over vorige vrijdag. Je zus Pegah (14) en je broer Shahaab (12) vergezelden je vlak na schooltijd tot bij mij. Jij nam plaats in de zetel en studeerde, terwijl ik hen een gezelschapspel aanleerde. Af en toe keek je op van je cursus, ving flarden van mijn uitleg op en zag tevreden dat het goed was.

Je speelse zus en ik wisselden verbale plagerijen uit of deelden onze liefde voor Latijn. Stille Shahaab keek ongemerkt rustig zijn ogen uit en oordeelde voor zichzelf, knus verscholen achter de satijnen lichtdoorlatende gordijnen van zijn pupillen.

Ik was zoals ik altijd ben met kinderen: geduldig ontspannen en een clown die voor dommetje speelt. Zij amuseerden zich kostelijk, zoveel was bewezen toen je zus gealarmeerd vroeg, toen ik even naar de tafel staarde met van die ogen die zich gruwelbeelden lijken te herinneren:

'Je verveelt je toch niet, he?'

Ruk aan alarmbel, iedereen op de grond, handen in de nek.

'Nee, tuurlijk niet, waarom zou ik?'

Vers gesneden troostende oprechtheid.

'Weet ik veel. Het had gekund, toch?'

Sceptisch stemmetje, effe double-checken, maar eigenlijk al gerustgesteld.

'Nee, hoor, ik verveel mij heus niet.'

Noodzakelijke formaliteit tot valideren van oprechtheid.

'Dan is het goed.'

Serene neerwaartse blik en onderdrukte glimlach van fiere opluchting.

Nee, kleine, lieve, prettig ondeugende bolleboos, ik verveel mij niet. Als mijn blik zich kamikazegewijs te pletter stort op het donkere bruin van mijn keukentafel, ligt de verklaring elders, op pijnlijker terrein. Pijnlijker voor mij dan.

Ik zie jou en je broer, jullie discussiëren - altijd opgewekt van toon- over wie nu eigenlijk aan zet is. Aan jullie ogen -als blinden iets missen is het dit; het zicht op andermans ogen - kan ik merken dat jullie het onmiskenbare talent etaleren om vanaf heden mijn deur aan spaanders te lopen. Maar nee, ook dat is het probleem niet. Deuren genoeg in de wereld.

De giftige angel van vandaag is dat ik mij niet mag hechten aan jullie twee, omdat jullie ouders verder contact onmogelijk zullen maken. Allicht. In mijn hoofd schopt een klein gemeen kereltje met een tulband -hoe stereotiep, deze keer van mijnentwege- tegen mijn schuchtere vreugde en schreeuwt met raspende stem:

'Leuk dat het klikt, nou reuzenfijn dat het klikt, nog een uurtje zo en dan nooit meer. Nevermore, zei de raaf, nevermore, zei de raaf, nevermore zei de raaf. Hi hi, je gaat er aan kapot.'

Schop, schop en jullie applaus overstemt even zijn kreten als blijkt dat ik de eindzege op mijn naam mag schrijven. Als ze mij als kind lieten winnen, voelde ik me altijd vreselijk in de zeik gezet. Ook al kon ik -moeilijk kind- toen niet tegen mijn verlies. Dat maakt een extra bonuspunt voor jullie.

Mijn hand streelt door die zwarte krullige leeuwenmanen van je en ik zeg dat mijn moeder jou om de zelfde reden (nog) niet wil zien. Omdat ze ogenblikkelijk de tomeloze affectie die ze koestert voor haar zoon, onbaatzuchtig en ongeremd uit zou breiden naar de contouren van jouw lach.

Ja, mijn moeder is bang, net zo bang als haar Iranese equivalent. Bang dat ik binnen afzienbare tijd op de plek waar nu mijn hart zit, een gladde ijspriem voel die ondraaglijke withete koude uitstraalt, over elke rillende cel van mijn lichaam, telkens als ik denk aan wat wij hadden en nog meer als ik denk aan wat we hadden kunnen hebben. Ons wreed ontzegd door die mensen die halsstarrig vasthouden aan hun kortzichtig uitgestippelde routes in ongerept gebied waar men de wegen nog moet trekken.

Die bange moeder van jou, ik denk aan haar, zij denkt immers ook aan mij. Alleen heb ik nog dat beetje empathie dat mij laat gissen naar een waarom. Een waarom dat zij niet zoekt, niet behoeft en zou vertrappen bij ontvangst.

Voor haar is het simpel, ganz einfach: ik moet weg, weg ,wegger dan weg, zorgvuldig uitgegomd, uitgebrand, uitgeziekt, tot de derde huid diep weggesneden en tot drie maal toe gecremeerd en dan fijngestampt tot het fijnste zand, verdampt tot nietig vliedende lucht. Verreist enige arbeid, maar ach wat geeft dat, als ik maar grondig sublimeer en nooit weer condenseer.

'Of nee, hoooow, wacht eens effe', gaat het licht bij d'r aan. Nee, nee, nee, ze zet mijn urne op de schoorsteenmantel, ja, daar zo ja, heerlijk centraal. En elke keer als je later buiten haar lijntjes wil kleuren, maakt ze een vroom ingetogen knikje naar mijn gefrustreerde as en zegt, lekker warmlopend vanbinnen, haar lesje op:

'Weet je nog die keer? Toen was je ook zo zeker van je stuk. Maar uiteindelijk ben je toch gezwicht voor redelijkheid. Juist? Wat zou je het deze keer wel beter weten? Dus je ziet, dat gaat mooi niet door, je bent te jong, je weet zelf niet wat goed voor je is.'

De keuze gaat om meer dan ik. Het zijn verkiezingen die de rest van je leven bepalen. De opkomende kandidaten zijn: redelijkheid versus háár redelijkheid, vrije wil versus moederswil, groeien en bloeien versus eeuwig te jong zijn.

Mama staat met de roede en één wegwijzer naast de ene kant van het kieshok en aan de andere kant, zie je mij, een zak vol wegwijzers over mijn schouder geworpen, ook wegwijzers die van mij wegwijzen - ik kijk er een beetje bang naar, maar ze zitten er toch in- een kompas, een degelijke stafkaart en een spandoek met:

'Stem op jezelf Maryam, denk niet aan haar en denk niet aan mij, stem op jezelf, lieve Zwartbloesje, stem op jezelf.'

 

feedback van andere lezers

  • Klaver4
    Ik zie bij u toch iedere keer zelfde - voor mij zeer herkenbare verhaal - terug opduiken. Is een compliment.
    Uw ouders
    Ik spreek uit ondervinding!
    Ere wie ere toekomt hé, voor Uw ouders, geen slecht woord van mij!
    Maar de bevestiging van uw partnerkeuze: uw ouders, 9 op de 10, Gij moet uw madammen daar niet ten grave dragen.
    Gevaar het te blijven doen en uw "ik" parkeren...
    Door te blijven solliciteren naar zielsfnuikende bevelen...
    grzzzzzzzzz
    Klaver4
    pisatelj: van feedback gesproken

    merci, je feedback leest als pamfletten die dan weer fungeren als water voor de dorstigen

    Schrijversgroeten,

    Pisatelj
  • Lazey
    frustraties neergeschreven, helaas herkenbaar...
    pisatelj: innige deelneming in dat geval
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .