writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

het spinnenmeisje (7)

door pisatelj

Oma ging niet mee naar de Hallen. 'Ik heb geen talent voor uitzwaaien', had ze gezegd terwijl ze de tas volpropte met het beetje kleding dat Ragnya had, samen met de 100 gram broodrantsoen voor die dag en tot haar grote verbazing zag ze opeens een vurig oranje sinaasappel verschijnen in de hand van de oude vrouw. Net of haar oma de ondergaande zon had weten te plukken. 'H.. h.. h.. hoe…??', probeerde Ragnya. 'Zwijg stil jij en eet hem op voor er een pikkendief mee aan de haal gaat, verstaan?' Het meisje wist dat haar oma gelijk had. Ze wilde écht niet weten welke moeite haar oma zich getroost had om nu een sinaasappel te voorschijn te toveren. Het was van de nationale feestdag van drie jaar terug geleden dat de autoriteiten elk kind onder de twaalf jaar op zo'n lekkernij hadden getrakteerd.
Vandaag sloeg Ragnya dus niet de weg naar school in, de Hallen lagen in de meest noordelijke rand van de stad. Ze nam de kortste route door het stadspark, de stadsakker om exact te zijn, want elke boom was allang geveld en elk perkje omgetoverd in aardappelvelden.

Deze werden dag en nacht bewaakt door schildwachten en eender wie betrapt werd op het illegaal oogsten van aardappels werd zonder waarschuwing neergeknald en vervolgens opgeknoopt aan de verlichtingspalen. Zo waren die ook nog ergens goed voor, want licht gaven ze niet meer. De overtreders kregen een bord om hun hals met daarop teksten als: 'In het hachelijke uur van mijn landgenoten beroofde ik hun magen van hun zuurverdiende voedsel' of net iets bondiger: 'parasiet van het volk'.

Ragnya wist dat zulke taferelen haar ooghoeken belaagden als ze de weg door het park nam en dus hield ze haar ogen strak gericht op de grindbaan. Pas aan de uitgang durfde ze terug recht voor haar uit blikken. Net op dat moment zag ze een klasgenootje. Bleska woonde met haar moeder in een speciaal blok voor soldatenvrouwen. Haar vader vocht in het Veertiende. Het Veertiende was het regiment dat het leger gedekt had toen dat terug was gevallen op de verdedigingsgordel rond Teng. Iedereen die deel uitmaakte van het 14de had speciale privileges gekregen, betere behuizing voor de gezinsleden, dubbel (!) zo veel voedselbonnen en elk jaar extra naaistof. Bovendien waren ze nog eens verzekerd van een riant levenslang staatspensioen dat uitbetaald zou worden vanaf de eerste vredesdag. De vraag was hoeveel mannen van het 14de die dag ooit levend zouden meemaken.

Bleska was van nature sowieso al een trots kind en haar bevoorrechte positie maakte haar ronduit onhebbelijk. Ze stak graag anderen de ogen uit met haar geluk. Op een keer had ze in het zicht van de hele klas chocolade gegeten, zonder het minste brokje te delen. Voor Ragnya was dit haast mythisch voedsel, ze kon er de smaak zelfs niet van vermoeden. De andere meisjes beschouwden Bleska als het gelukkigste meisje ter wereld. Zo gelukkig zag ze er nochtans niet uit, vond Ragnya. Voor haar zag Bleska er onveranderlijk uit als een gemelijke kat die voortdurend op de loer ligt om te zien of er soms geen andere kat haar territorium binnendringt.

Bleska hief haar neus hoog in de wind toen ze Ragnya opmerkte en 'schreed' voorbij zonder gedag te zeggen. Er waren maar twee soorten évacués: kinderen die door alles en iedereen in de steek waren gelaten en dus een zekere dood tegemoet gingen als ze bleven en kinderen met familie in de regering of bij de legertop. Het laatste was zeker niet het geval, want die waren bij de eerste granaatinslagen op Teng al op bussen gezet. Bleska had haar oordeel dus snel geveld en keek Ragnya aan alsof ze een insect was dat ze elk moment kon vertrappen met de hak van haar roze muiltjes met zilveren punt. De lerares vond zo'n opzichtigheid te ver gaan, maar ijdele Bleska droeg haar muiltjes tot de schoolpoort, waarna het ongehoorde schoeisel in haar tas ging en ze minder opvallende en al wat afgesleten, maar nog steeds zeldzame, zwartlederen laarsjes aantrok.

Ragnya had geen zin om zich te storen aan het gedrag van zo'n omhooggevallen trien. Als Bleska zou weten wat de andere kinderen werkelijk van haar dachten, griende ze zich ogenblikkelijk dood.

Na nog een tocht van ruim een kwartier door de noordelijke wijken, waar de huizen nog relatief ongeschonden waren en je geen enkele bomtrechter kon vinden, nog niet, bereikte Ragnya de Hallen, de plek waar vroeger winter en zomer alle markten doorgingen. De markt was nu zoals zoveel activiteiten verhuisd naar de metro en de Hallen waren omgetoverd tot het grootste militaire magazijn van Teng. Alles wat de stad in of uit ging, passeerde langs de Hallen.

Het was in deze 'stad in de stad' dat de kleine reizigster Blok 124 C diende te vinden. En gauw ook, want ze moest er over tien minuten al zijn. Even dacht ze er over na om opzettelijk de bus te missen, maar het kleine meisje was te plichtsbewust en te bang voor de eventuele sancties om werkelijk aandacht te schenken aan die overweging. Met haar oproepingsformulier in de hand, liep ze tussen de barakken door.

Verschillende keren zag ze groene legertrucks bijna vanuit het niets voor haar opduiken, hun lading twee keer zo hoog als de truc zelf. Ze wist dat ze niet liep waar ze geacht werd te lopen, maar kon niet bepalen waar ze dan wél behoorde te stappen. Tot ze zich opeens van de grond geschept wist door een ongekend sterke kracht. 'God in de hemel, snoes, ga zo door en je hebt je laatste verjaardag gevierd.' Ze voelde hoe de onzichtbare kracht haar beter schikte en pas dan besefte ze dat in de armen lag van een potige soldaat met een rond gezicht onder een veel te kleine kepie. 'Gelukkig is ome Boban alert vandaag.'

Eerst had ze het eng gevonden, om niet meer met haar voeten op de grond te staan en geen controle meer te hebben, maar de goedige blik in Bobans ogen kalmeerde haar. Ze kwamen bij een klein karretje zonder dak met een aanhangwagentje waar lange rijen platte kisten op stonden. De soldaat liet haar over de deur heen in de passagiersstoel zakken en wipte daarna aan de andere zijde over de rand van het karretje, achter het stuur. Het koste hem zichtbaar moeite om die beweging vlot uit te voeren en hij kreunde geforceerd. 'Laat eens kijken', zei hij, als hij Ragnya's blad van haar overnam.

Ragnya keek naast zich en zag dat ze met Boban slechts twee meter had afgelegd: waarom hadden het er twintig geleken? '124 C', mijmerde Boban naast haar. 'Zo zo, snoes, je gaat ons verlaten. Wel des te beter, ik kan je geen ongelijk geven. Niemand verdient het om te sterven in deze rattenval, tenzij die idioten die deze oorlog begonnen zijn.' Hij zuchtte luid en zijn lichaam leek als een luchtballon die plots leegliep. 'Je hebt mazzel, hoor, snoes, ome Boban brengt je wel, ik moet toch die richting uit.' Niemand had haar ooit snoes genoemd en het woord 'mazzel' had ze ook nog nooit gehoord.

Boban herinnerde haar aan de clown in de enige circusvoorstelling die ze in haar leven ooit gezien had. Haar vader was thuis geweest van het front en had haar meegenomen. Moeder was toen al dood. Op weg naar het circus had ze enorm uitgekeken naar de tijgers en de olifanten. Ze was dan ook bijzonder teleurgesteld toen haar vader zei: 'Popje, weet je hoeveel vlees een volwassen tijger elke dag nodig heeft? Onze cavalerie kan zelfs haar paarden niet in leven houden, ik denk niet dat je strak tijgers te zien krijgt, laat staan olifanten.'

En inderdaad exotische dieren ontbraken in de voorstelling, op een klein aapje na dan, dat gekleed in een rood kostuum met gulden knopen en een blauwe fez op zijn kopje de show had gestolen. Maar de clown op het einde had ze het leukste gevonden. Terwijl het publiek hem uitlachte, keek zij stil toe, voor haar ging er een grote macht en wijsheid uit van zijn zelfspot. Hij zette niet zichzelf, maar het publiek voor gek. Haar vader die haar ernstige blik had opgemerkt, vroeg ontsteld: 'Vind je het niet leuk?'

Ze was zo geschrokken van de bezorgdheid en de gekwetstheid in zijn stem, dat ze met haar kleine handje de vingers van zijn hand had gegrepen en heftig van ja had geschud: 'Jawel, jawel, papa, het is beter dan ik het gedroomd heb en ik hoef geen tijgers.' Ze wilde nog toevoegen 'jij bent mijn tijger', maar ze slikte de woorden in en loste bliksemsnel haar greep om haar vaders hand.

Die spontane aanraking was het dichtste dat ze ooit zou komen bij een knuffel met haar vader. Haar vader was altijd de voorkomendheid zelve in zijn omgang met haar, maar fysieke genegenheid maakte hem erg onwennig en daardoor ook haar, hoe vurig ze ook verlangde om eens een keer haar armen rond hem te slaan.

Toen ze hem in het derde jaar van de oorlog, toen haar kant nog iet of wat een luchtmacht had, uit de lucht schoten, was die kans echter voorgoed verkeken. De gemeenste jongen uit haar klas, Zmaj, had gezegd dat neergeschoten piloten levend verbranden. De lerares had haar daarna van Zmaj moeten afsleuren, zijn gezicht zat onder het bloed en zijn linkerooglid lag open. Als ze toen geloofd had, wat hij beweerde, dan was ze gestopt met leven.

Ragnya liet haar blik over de handen van Boban dwalen. Zijn vingers waren niet rank en slank zoals die van haar vader, ze waren stomp en vlezig en sterk behaard. Misschien niet mooi, maar ze straalden iets goed uit, net zoals zijn gezicht dat deed, en daardoor wonnen ze aan schoonheid.

Haar vrijwillige chauffeur wierp lachend een blik opzij en riep luid, om zich verstaanbaar te maken in het lawaai van de voorbij razende trucks: 'Snoes, je zegt niet veel, maar je houdt je ogen en oren wijd open. Dat is geen slechte eigenschap in tijden van oorlog.'

 

feedback van andere lezers

  • Liesje
    ik blijf meegesleept worden in dit prachtige en ontroerende verhaal... doe zo verder! het is echt knap!
    pisatelj: dank je, dat betekent veel voor me :-)

    groeten,

    Pisatelj
  • Ghislaine
    Masterart.
    pisatelj: Bijzonder flatterende term mag ik wel zeggen, dank je :-)
  • Klaver4
    het blijft even meeslepend en mooi beschreven allemaal!
    psje: razende trucKs
    gr
    klaver4
    pisatelj: trucks is bij deze aangepast, merci,

    ik raak eerlijk gezegd zelf nogal meegesleept in dit verhaal,

    groeten,

    Pisatelj
  • sproet
    een buiging en een groet.

    liefs, trees :-)
    pisatelj: dank je voor zoveel lof,

    ik ben echt van plan om dit verhaal in boekvorm af te hebben nog voor het einde van het jaar,

    Groeten,

    pisatelj
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .