writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Sorane 1 Een nieuw begin - hoofdstuk 2/17

door Jelsi

2
Het keerpunt
-Aqunok moet de laatste zijn die ik zoek. Hij wil de macht over heel de stad en misschien nog veel meer. In ieder geval moet hij toch weten wie hij die opdracht gegeven heeft. Dat kan niet anders.-
Nadenkend staat ze op en loopt op de kast toe. Een druk op een geheim knopje opent een bergplaats. Even kijkt ze kijkt ze naar de gespecialiseerde wapens. Maar in haar gedachten is ze bij de overeen-komst die ze met de agenten gesloten heeft. Ze beseft dat haar leven helemaal zal veranderen als ze met hen samenwerkt. Dan denkt ze opnieuw aan haar vermoordde stiefouders. Hoe meer ze er aan denkt, hoe meer ze van haar vermoeden overtuigt raakt.
-Als mijn vermoeden klopt, dan zal hij voor de moorden zwaar boeten. Alleen zal ik hem ditmaal aan het gerecht moeten uitleveren.- denkt Sorane.
Even zucht ze, want ze zou hem liever gewoon neerknallen. Maar dan zou ze op de vlucht blijven, want ze nu juist niet wil. Want ze streeft naar rust. Geld heeft ze genoeg, want haar werk betaalde goed. Ze neemt de pasporten uit haar zak en kijkt er even naar. Het paspoort dat op de naam van Sorane Cobanon, de familienaam van haar echte ouders, neemt ze uit het hoopje. De rest legt ze in de kluis. Dan glimlacht ze even, want ze weet al wat haar te doen staat. Snel neemt ze twee kleine vuurwapens uit de kast. Eén steekt ze met een snelle beweging in haar schouderholster. Het andere verdwijnt bijna onzichtbaar tussen haar riem op haar rug. Even kijkt ze eens om zich heen en drukt dan op de geheime schakelaar, waardoor de bergplaats terug afgesloten wordt.
Even later rijdt ze met een snelle sportwagen uit haar schuilplaats naar de stad terug. Daar kent ze een jongeman, die voor een zware crimineel werkt. Ze parkeert haar wagen in een bewaakte garage en steekt het verschuldigde bedrag in de automaat. Maar als ze aanbelt aan het appartement van de jongeman, blijkt hij niet aanwezig te zijn. Even kijkt ze naar de gesloten deur.
-Da's pech.- denkt ze.
Dan kijkt ze even naar haar polshorloge en loopt dan naar de lobby. In een van de zetels gaat ze zitten en neemt een elektronisch tablet van de tafel. Even leest ze het menu op de scherm en tikt dan op een van de items. Al na een paar seconden verschijnen de gevraagde krantartikels op het scherm. Al lezend schuift de tijd maar langzaam voorbij. Langzaam wordt het steeds drukker in de hal en plots valt haar oog op diegene die ze verwacht. Alon merkt haar echter niet op en loopt naar de lift toe. Snel legt Sorane het tablet neer en volgt hem. Als Alon op de activeringsknop drukt van de anti-zwaartekrachtlift, hoort hij een stem achter zich
'Hai, Alon. Hoe is het er mee?'
Verbaasd kijkt hij om.
'Sorane Nador. Wat doe… ' stamelt hij verschrikt, terwijl hij denkt:
-Verdomme ze hebben me door.-
Toch blijft hij kalm en glimlacht zelfs. Al heeft hij geen enkele kans tegen deze huurmoordenares, maar hij zal zijn leven duur verkopen.
'Ik wacht al een tijdje in de hal hier, want ik moet je dringend spreken.'
Even weet hij niet wat hij moet denken, maar dan beseft hij dat er teveel getuigen zijn.
-Ze wil me ergens naar toe brengen, waar ze zonder pottenkijkers kan toeslaan.- denkt hij, terwijl hij naar zijn achterzak tast.
Hij voelt het handvat van het wapen, dat hij altijd bij zich draagt. Zonder dat Sorane het merkt, glimlacht hij.
-Misschien kan ik haar te snel af zijn.- denkt hij.
Maar als hij de weg naar zijn appartement wil inslaan, zegt Sorane plots.
'Nee, Alon. We moeten nog hoger.'
Alon kijkt verbaasd naar de mooie vrouw, terwijl ze nog verder naar boven zweven. Hij voelt zich steeds minder op zijn gemak.
-Ze zal toch niet naar het dak willen. - denkt hij, maar beseft dat het haar doel moet zijn.
En hij krijgt gelijk. Aarzelend, terwijl hij zijn wapen in de hand neemt, volgt hij de roodharige en stapt een paar passen achter haar in het warme zonnelicht op het dak. Zijn hand, met zijn wapen houdt hij achter zijn rug.
'Alon, je moet me helpen. Ik wil een baan, die mij zo dicht mogelijk bij Aqunok brengt.'
Verbaasd kijkt hij haar aan.
'Ben je niet hier om mij te..'
'Om jou. Wat bedoel je? Je dacht toch niet dat ik je kwam doden.'
'Ja.. toen ik je zag.Jij hebt de reputatie van een genadeloze moordenares. Dus ik dacht..'
'Alon, toch… ken je mij dan zo slecht. Heb je daarom je wapen achter je rug in de hand?'
'J…ja.. wist je het?'
'Zeker. Ik heb zoiets als een zesde zintuig voor die dingen.'
Alon steekt het terug in zijn holster op zijn rug en kijkt Sorane aan.
'Waarom wil jij voor Aqunok werken.'
'Ik wil zo veel mogeloijk over hem en zijn organisatie te weten komen.'
'Jij zit toch niet achter hem aan, om hem te doden.'
'Nee, Alon.Al zou dat mischien beter zijn ,maar ik heb mijn woord gegeven.'
'Je woord.. Wat bedoel je?'
'Dat kan ik niet zeggen, Alon.'
'Je vertrouwd mij niet, Sorane.'
'Toch wel, maar..'
'Je werkt toch niet voor de politie.'
Sorane kijkt de jongeman verschrikt aan.
'Dus toch.'
Sorane die beseft dat ze zichzelf verraden heeft, kijkt de jongeman met gemengde gevoeldens aan.
-Wat nu. Hem doden. Nee, dat kan ik niet.'-
Alon glimlacht.
Toen je daarstraks naar me toenkwam, dacht ik dat ik ontmaskerd was.'
'Ontmaskert? Wat?'
Ik ben een agent, Sorane.'
Sorane kijkt hem met verbaasde ogen aan.
'Waarom?', hoort ze hem vragen.
'Strafvermindering, Alon. Ik ben dit leven moe.'
Even denkt Alon na en richt zich dan tot de roodharige.
'Ik zal proberen je te helpen, maar dan moeten we wel samenwerken.'
'Misschien geen slecht idee. Dan kan je mijn verslagen aan je contacten doorspelen.'
-Als Sorane dit zegt, wordt hij weer wantrouwig. Misschien wil ze niet alleen hem, maar ook zijn helpers uitschakelen. -
Opnieuw twijfelt hij, wist hij maar of ze de waarheid spreekt.
-Verdomme, ik heb al teveel gezegd. -
Sorane, die zijn wantrouwen gemerkt heeft, glimlacht:
'Ik weet dat je met Malon Garent en zijn partner Erine Rand samenwerkt. Zij zijn ook van mijn opdracht op de hoogte. Dus als je een bevestiging wil, neem dan volgende week met hen contact op.'
Alon kijkt haar verschrikt aan.
'Nee, ik denk dat je de waarheid spreekt, Sorane. Maar geef toe dat jij met jou beroep, niet zo snel vertrouwen wekt.'
'Als ik eerlijk moet zijn, dan moet je weten dat ik heb nog een andere reden heb om Aqunok aan het gerecht uit te leveren. Ik denk dat hij de laatste is van de groep die mijn stiefouders vermoordden. De andere daders heb ik al gedood. Alleen hij leeft nog.'
'Jij hebt hen gedood, zeg je.'
'Ja, alle zeven, behalve één. Als ik kan bewijzen dat hij het is, dan moet ik voor een maal afwijken van mijn pad.'
'Wat bedoel je nu weer?'
'Normaal zou ik hem gewoon neerschieten, zoals ik met de anderen gedaan heb, maar ik heb beloofd dat ik hem ongedeerd voor het gerecht zou brengen.'
'Als dat je doel is, dan zal ik alles doen om je te helpen, maar zonder mijn opdracht in gevaar te brengen.'
'Laat ons samenwerken, Alon. Misschien kunnen we samen de nodige bewijzen verzamelen.'
'Dat kan ik niet, Sorane. Ik kan je aan enkele personen voorstellen, maar samenwerken. Nee, dat is niet mogelijk. Mijn opdracht komt op de eerste plaats. Aqunok is niet de grote baas, maar een vreemde mysterieuze vrouw die ze de meesteres noemen. Ik wil haar ontmaskeren.'
'De meesteres. Hoe ziet ze eruit.'
'Dat weet niemand. Misschien Aqunok zelfs net. Ik heb mij al diep in de organisatie ingewerkt, maar diegenen die haar al gezien hebben spreken met ontzag over haar.'
'Toch kunnen we elkaar helpen, Alon. Ik ben bekend als een, wat je noemt een top huurlinge. Al mijn opdrachten heb ik met succes uitgevoerd. Ik ben er van overtuigd dat we elkaar kunnen helpen.'
'We kunnen het altijd proberen, maar we moeten wel op onze hoede zijn.'
'Jij wordt mijn liefje, lieve schat.', zegt Sorane spottend.
Alon staart haar aan en zegt:
'Niet te ver drijven, Sorane. Straks wordt ik nog verliefd op jou.'
'Tja, dat lijkt me ook niet gepast, maar als je liefje kan ik je steeds zonder ons verdacht te maken opzoeken. '
'Misschien heb je gelijk, maar dan moeten we onze rol wel goed spelen.'
Even later lopen beiden het appartement van Alon binnen. Al snel heeft Alon een plaatsje voor haar en Sorane begeeft zich een paar weken later voor het eerst naar haar nieuwe baan. Sorane voert verschillende kleine opdrachten, als bewaakster van transporten uit, in dienst van de organisatie. Hierdoor wordt ze door belangrijkere leden van de organisatie opgemerkt en krijgt steeds belangrijker taken. Ze komt ook meer en meer te weten over de organisatie en haar werking.
Op een dag zitten ze beiden naast elkaar in de zetel te praten, zoals altijd. Maar deze maal is de sfeer anders. Beiden hebben het al een tijdje gemerkt, maar gaven er niet aan toe. Plots ligt Sorane echter in de armen van Alon en drukt haar lippen op die van de agent.
Meer dan zes maand gaan voorbij, Sorane en Alon zijn intussen en vast koppel, die hun werk doet binnen de organisatie van Aqunok. Sorane voert in opdracht verschillende opdrachten uit. Maar dan keert het tij. Als Sorane op een dag komt ze terug van een opdracht en parkeert haar wagen op de normale plaats. Als ze uitstapt, blijft ze verrast staan als ze een gesprek hoort tussen twee lijfwachten. Ze hebben het over een paar verraders. Een agent, heeft zijn verdiende straf al gekregen. En andere agent slaagde erin om te vluchten, maar ze zitten hem op de hielen. Ze schrikt hevig en weet even niet wat te doen. Maar een paar ogenblikken later heeft ze zichzelf onder controle. Toch voelt ze zich onrustig en beseft dat ze nog meer dan anders op haar hoede moet zijn.
'He, Sorane. Jij moet bij de baas komen.', zegt een lijfwacht plots, terwijl hij naar haar toestapt.
'Wat?? waarom?'
'Dat weet ik niet. Maar we moesten je zodra we je zagen verwittigen.'
'Weet je waar hij is, Sonon.'
'Ik denk in het hoofdgebouw. Want ze hebben een paar infiltranten opgespoord.'
'Dan moet ik..'
'Ja, Sorane. En ik zou me haasten, want hij was niet te spreken. Zo woedend heb ik hem nog niet veel gezien.'
Snel haast Sorane zich terug naar haar wagen en even later zien ze haar de autoweg oprijden. Zodra ze echter uit het zicht verdwenen is, begint ze sneller te rijden. Ongeveer een half uur later bereikt ze het appartementsgebouw, waar ze met Alon een flat heeft. Alles lijkt rustig, maar schijn bedriegt. Als ze de flat betreedt, voelt ze dadelijk dat er iets scheelt. Langzaam trekt ze haar wapen en sluipt op haar hoede naar binnen. Maar nergens vindt ze een teken van onraad. Als ze de keuken wil betreden, verstart ze. Op de vloer ligt Alon in zijn bloed. Hij heeft twee kogels in zijn lichaam en nog een derde tussen zijn ogen. Sorane knielt naast de jonge agent, terwijl tranen over haar wangen lopen.
'Alon, het spijt me. Ik kwam te laat.', fluistert ze.
'Te laat voor wat, Sorane. Hij was een agent en een verrader.', zegt een stem plots.
Sorane schrikt en blijft doodstil gehurkt zitten. Enkele seconden gaan voorbij voor ze langzaam opstaat. Als ze zich omdraait zit ze twee gewapende mannen voor haar staan.
'Ik hield van hem.', horen ze haar fluisteren.
'Hij verdiende de dood. Je weet wat we met verraders doen, Sorane. Ik hoop dat jij ook geen... Nee, jij niet. Daar ben ik zeker van. Of heb ik het mis. Het zou mij spijten als ik die mooie meid moest doden.'
'Wie heeft Alon gedood?' vraagt ze met ingehouden woede.
'Ik ga hem het genadeschot, meid.', glimlacht de man naast de eerste spreker.
Sorane kijkt de man aan, die hevig schrikt van haar blik. Haar ogen lijken hem te doorboren.
Dan richt ze haar blik weer op de eerste man en zegt bijna kalm:
'Je hebt het mis, moordenaar.'
De twee willen hun wapens dadelijk op Sorane richten, maar is te laat. Sorane vuurt twee en treft ze allebei tussen de ogen. Nog voor ze op de vloer liggen is Sorane al buiten, maar hier staan zes anderen, die haar onder schot houden.
'Wapen weg, Sorane.'
De roodharige steekt haar wapen weer in haar schouderholster en kijkt de vier mannen en twee vrouwen één voor één aan.
'Ze hebben Alon gedood.', fluistert ze.
'Dat weten we, Sorane. Alon was een agent. We hadden de opdracht om hem en zijn handlangers te doden. Etan en Dorn waren ons voor.'
'Was... Alon een agent.. Nee, dat kan niet..', fluistert ze, met geveinsde ontsteltenis.
'Toch wel. Waar zijn Etan en Dorn.'
'Ik wist het niet. Ik dacht dat ze moordenaars.....'
'He, Dorn en zijn maat liggen hier morsdood.', meldt een van de vrouwen, die naar binnen liep
Ze kijken Sorane ontsteld aan.
'Heb jij hen gedood, Sorane.'
'Ja, een van hen zei dat hij Alon het genadeschot gegeven had. Dat maakte me zo woedend dat ik hen allebei...', zegt Sorane, terwijl ze snikkend tegen de muur leunt.
'Ontwapen haar, we brengen haar bij de baas. Hij moet beslissen wat we met haar doen'
Even later rijdt het groepje met Sorane, hun gevangene, weg in twee wagens. Verschillende uren later staat Sorane voor de drie topleden van de organisatie. Aqunok, Atos en Berana.
'Je leven hangt aan een zijden draadje, Sorane. Je vriend, Alon, was een agent. En jij staat bekend als een huurmoordenares. Hoe verklaar je dat?' vraagt de vrouw
'Toen ik Alon ontmoette was hij lid van deze organisatie, dank zij zijn hulp had ik dadelijk werk, dat ik met succes uitvoerde. Daardoor klom ik hogerop en kreeg steeds belangrijker taken. Ik had nooit gedacht dat Alon een agent kon zijn, want hij genood het vertrouwen van belangrijke leden van de organisatie.'
Even kijkt Aqunok Sorane nadenkend aan.
'Dat verklaart nog niet waarom jij Etan en Dorn koelbloedig vermoordde.', zegt hij met trillende stem.
'Toen ik mijn vriend dood in zijn bloed zag liggen, verstarde ik. Maar Dorn zei spottend dat hij hem persoonlijk gedood had. Daardoor brak er iets in mij los en voor ik het besefte had ik geschoten. Toen Etan naar zijn wapen greep, verdedigde ik mijn leven en doodde hem ook.'
'Dat kan ik begrijpen, Sorane. Ik zou misschien hetzelfde gedaan hebben, hopelijk wist je niet dat hij Alon een agent was, want anders kom je hier niet levend weg.', merkt Berana op.
'Als ik op de hoogte was gebracht, dan had ik hem zelf gedood. Alleen zou het dan niet zo snel gegaan zijn.', zegt Sorane met koele stem.
'Wat bedoel je, Sorane? Hij is dood en ongevaarlijk.'
'Ja, heer. Dat klopt, maar hij heeft mij de waarheid niet verteld. Zijn dood is een te lichte straf voor zoiets.'
'Sorane, ik denk dat jij niet al te slim bent. Als Alon jou de waarheid vertelt had, dan had hij zijn doodvonnis zelf uitgesproken. En als ik jou woorden mag geloven, dan had je hem ter plaatse afge-maakt.'
Sorane kijkt naar de vloer, omdat ze niets meer kan zeggen, hopelijk geloven ze haar, want ze zou nog willen leven. Al was het alleen maar om diegenen, die de opdracht voor het vermoorden van Alon gegeden hebben, te straffen.
'In orde, Sorane. We zien wel of we je nog kunnen vertrouwen. Meld je op je werk morgen. Vandaag hebt je vrijaf, zodat je de begrafenis van je vriendje kan regelen. En denk goed na wat je de politie vertelt, want anders ben je er geweest.'
'Ik ben geen verrader, heer.', zegt ze nog voor de deur achter haar dichtschuift.
Als ze een paar uur later aan het appartementsgebouw aankomt, wemelt het van de politie. Aarzelend loopt ze naar binnen en wordt door Erine opgemerkt.
'He, jij bent toch Sorane Nador het liefje van Alon.'
'J.jaa, agente.'
'Kom hier, ik neem je mee naar het bureau.'
Erine boeit Sorane en beiden lopen naar de lift. Beneden in de hal worden ze door Malon opgewacht.
'Heb je haar kunnen grijpen. Misschien heeft zij onze jonge vriend wel gedood.'
'Dat zoeken we wel uit, Malon. Het is haar beroep, dus ze zou het kunnen gedaan hebben. In dat geval wacht haar een zware straf, bovenop wat haar nog te wachten staat. Maar ik heb mijn twijfels. Uit Alon's woorden een paar weken geleden, meen ik te kunnen opmaken, dat ze beiden van elkaar hielden.'
'Tja, maar zou dat haar weerhouden om hem…'
'Ik hoop van wel. Maar als ik het mis heb, zou niet ik in haar plaats willen zijn.'
'Ik ook niet. Ik hoop alleen dat ik het mis heb, want Alon was een goede vriend van mij. In dat geval zou ik haar misschien zelf door haar mooie misdadige hoofdje schieten.'
'En dan voor de rest van je leven in de cel zitten voor moord. Ik ken mijn rechten ook, agente.'
'Was jij het, Sorane.'
'Nee, agent. Er waren twee anderen die de agent zijn verdiende loon gegeven hebben. Spijtig genoeg kon ik niet geloven, dan Alon een agent was, want anders hadden die twee nog geleefd, zodat ik hen kon bedanken.'
Malon kijkt Sorane even in de ogen en dadelijk merkt hij dat haar oog een andere taal spreken. Van Alon weet hij dat hij van Sorane hielt. Maar hij voelt dat Sorane voor Alon hetzelfde voelde. Nu begrijpt hij Sorane beter. Ze wist zeer goed wie die twee moordenaars waren, voor ze hen doodde. Maar hij moet zijn rol verder spelen, dus roept hij woedend uit, terwijl hij haar een klap in haar gezicht geeft.
"Vuile huurmoordenares. Als ik kon zou ik je ter plaatse neerknallen, maar ik ben een agent.'
De klap is zo hevig dat de roodharige achteruit wankelt en tegen Erine opbotst. Nu blijkt dat Sorane haar boeien al los had. Ze grijpt de verraste Erine plots vast en rukt haar opzij. Malon, die volledig verrast wordt, kan niet opzij springen. Samen met Erine valt hij op de vloer. Sorane rent intussen naar de uitgang toe, maar enkele agenten roepen haar na.
'Halt, of we schieten.'
Maar Sorane weet echter dat ze niet kunnen schieten, want er is teveel volk aanwezig. Maar ze merkt wel dat er andere agenten buiten in haar richting rennen. Ze ziet maar een uitweg, de trap. Dadelijk rent ze erheen, gevolgd door enkele agenten. Erine en Malon staan intussen weer opgestaan. Erine opent een papiertje, dat Sorane in haar hand drukte en leest de tekst.
'Wat is dat?'
De agente geeft het papiertje aan haar partner en die leest:
(Mijn taak is nog niet voorbij, vrienden. Diegene die de dood van Alon bevolen heeft, zal boeten.)
'Verdomme, ze zal hem toch niet..'
'Vermoedelijk wel, Malon. Je weet toch wel wat ze met de moordenaars van haar ouders gedaan heeft. En als ze de laatste opdrachtgever vind, dan is die er ook geweest.'
'Ik hoop dat ze tot bezinning komt, Erine. Want anders kan ze haar kwijtschelding vergeten en blijft ze heel haar leven een opgejaagde.'
Intussen heeft Sorane de vierde verdieping bereikt en ziet een openstaande deur. De agenten, die haar volgen, zien haar nog juist in het appartement verdwijnen. Maar als ze binnenkomen, zien ze alleen een verschrikt gezin die naar een openstaand venster staart. Sorane is naar buiten gesprongen en schiet aan een touw naar boven. Op het dak kijkt ze even naar de agenten die beneden op de straat staan te kijken. Dan valt haar blik op het gebouw aan de overkant, maar ze beseft dat de afstand te groot is.
Snel haast ze zich naar de andere kant van het dak, maar ook hier is de afstand te groot.
-Zo te zien zit ik hier in de val. - denkt ze.
-Toch niet, Sorane. Ik kan je helpen als je wil.- klinkt een stem plots.
Verschrikt kijkt ze om zich heen, maar ziet niemand.
'Waar ben je?' zegt ze.
-In je hoofd, Sorane. Ik ben het Pentagon dat je meegenomen hebt. Ik word een Hypsoon genoemd. -
Even is staart Sorane nadenkend voor zich uit, maar dan vraagt ze.
'Wat bedoel je, mij helpen.'
-Zo. -zegt de stem weer.
Op hetzelfde moment, wordt ze in een groen licht gehuld, waardoor haar omgeving vervaagd. Als ze, een seconde later, weer duidelijk kan zien, is haar omgeving helemaal veranderd. Ze staat in een appartement, maar in een ander gebouw. Ze kan het dadelijk zien aan de luxueuze stijl van de meubels.
'Een overbrenger. Dat kan toch niet?' fluistert ze verbaasd, terwijl ze naar de deur loopt.
-Ik heb nog meerdere mogelijkheden, Sorane. Maar ik mag ze alleen in uiterste nood gebruiken. -
'Had je mij dan niet kunnen helpen om het leven van Alon te redden.'
-Dat mag ik niet. Het behoort tot mijn programma om u in beperkte mate bij te staan. Dat is ook de reden waarom ik je beïnvloedde om mij mee te nemen. -
'Mij beïnvloedde. Hoe???'
-U dacht aan een vreemde aantrekkingskracht. Dat was ik, die een straling uitzond, die u moest opmerken.-
Even kijkt ze nadenkend voor zich uit.
'Nu zou ik toch wel willen weten waarom je mij uitgekozen hebt.'
-Je moet niet praten Sorane. Eraan denken is voldoende. Ik heb je echter niet uitgekozen, maar hogere machten grijpen soms in levenslopen in, om hun doelen te bereiken. -
-Hogere machten. Wat bedoel je? -denkt Sorane, in een poging om te kijken of het lukt.
-Sommigen zouden hen goden noemen, maar of het goddelijke wezens zijn, weet ik niet. Mijn programma is naar hun wil gemaakt. -
-Misschien je mij helpen om bewijzen tegen Aqunok te verzamelen. -
-Dat behoort niet tot mijn programma, Sorane. Ik moet je beschermen tot de tijd gekomen is om afscheid te nemen. -
-Spijtig, ik had je hulp goed kunnen gebruiken, denk ik. Maar wat bedoel je met afscheid nemen.-
Maar haar Hypsoon antwoordt niet meer, dus trekt ze haar schouders op. Ze heeft intussen de lift bereikt en zweeft naar beneden. Enkele uren later bereikt veilig en wel de villa van Aqunok.
'Hoe ben jij ontkomen? Je werd toch gearresteerd.'
'Dat klopt, maar zo gemakkelijk laat ik mij niet in de cel steken. Het is niet de eerste maal dat ik uit de handen van de politie ontglip.', glimlacht de roodharige.
'Ontkomen, Sorane. Ik denk eerder dat ze je lieten gaan.'
'Ben je gek geworden, Oran. Het scheelde niet veel of ze hadden mij gehad, maar ik heb altijd een paar bruikbare dingetjes bij mij.'
'Die zullen je echter niet veel helpen. Steek je handen omhoog. We brengen je naar Aqunok. Hij moet over je lot beslissen.'
'Ik ga zelf wel, jongens.', zegt Sorane glimlachend.
Op hetzelfde moment draait ze om haar as en voor de twee iets kunnen doen, slaat ze het wapen uit de hand van Oran. Zijn vriend trekt dadelijk zijn wapen, maar voor hij het kan richten, wordt hij door haar rechtervoet geraakt op de borst. Naar adem snakkend valt hij achterover. Oran werpt zich op dat moment op de roodharige, maar ze duikt onder zijn armen door. Voor hij van de verrassing bekomen is, grijpt Sorane zijn beide polsen vast en bindt ze bliksemsnel tegen elkaar.
Machteloos kijkt hij toe hoe ze naar de lift rent. Maar hij ziet niet dat ze in de koker haar hand omhoog steekt en plots naar boven schiet. Veel sneller dan de stijgende golven. Als de lijfwachten op het verdiep van Aqunok de lift bereiken, is Sorane al voorbij. Dertig meter boven hen, ziet ze hen naar beneden kijken.
'Zoek haar. Ze kan niet ver zijn.', zegt een van de mannen. Terwijl de lijfwachten in verschillende richtingen uitzwermen om haar te zoeken, laat Sorane zich uit een ventilatie gat, op de bovenste ver-dieping zakken. Even kijkt ze om zich heen en glimlacht als ze niemand ziet. Op haar hoede stapt ze naar de trappen toe en daalt af. Vier verdiepingen lager hoort ze stemmen die naar boven komen. Snel verdwijnt ze door een deur en haast zich de gang in. Maar de lijfwachten die naar boven komen hebben detectors bij en ze vinden het spoor van Sorane, al weten ze niet dat zij het is. Met getrokken wapens volgen de man en de twee vrouwen het spoor. Een paar minuten later bereiken ze een flat, waar diegene die ze volgen naar binnengegaan is. Maar in de flat is niemand aanwezig. Verbaasd kijken ze om zich heen. Ze snappen er niets van.
Een van de vrouwen brengt het hoofd van de lijfwachten op de hoogte, maar komt zo te weten dat ze nog geen enkel spoor van Sorane gevonden hebben. Sorane die hangt intussen aan de buitenwand van de building en laat zich naar beneden zakken. Als ze op haar doel aankomt, probeert ze het venster te openen. Op dat moment wordt ze opgemerkt en ze openen het vuur op Sorane. Deze probeert opzij te zwieren, maar ze verliest haar houvast en stort naar beneden. Sorane probeert snel haar arm naar de dakrand te richting maar ze draait te snel om haar as, zodat ze geen kans maakt om haar doel te raken. Plots verdwijnt haar omgeving en een seconde later staat ze opnieuw in een flat. Ze trilt hevig en kijkt verbaasd om zich heen. Een paar minuten weet ze niet wat te zeggen, ze dacht al dat ze dood was.
-Uw tijd is nog niet gekomen Sorane. Tot dan moet ik in uiterste noo…. -
-Jaja, daar heb je al iets van gezegd. Waar zijn we hier? -
-In een appartement naast dat waarin Aqunok zich bevindt.- zegt de stem van haar Hypsoon.
-Had je mij niet eerder hier kunnen brengen. Dan had ik geen halsbrekende toeren moeten uithalen, die mij het leven hadden kunnen kosten. -
-Nee, Sorane. Alleen in uiter…. -
Maar de roodharige luistert al niet meer. Ze opent de toegangsdeur tot de flat en kijkt de gang in, in beide richtingen, maar ziet niemand. Snel sluit ze de deur achter zich en opent even later langzaam de deur van Aqunoks flat. Ze ziet er niemand en gaat snel naar binnen.
'Ben jij dat, Orgon. Hebben jullie Sorane al?'
'Ik ben Orgon niet, Aqunok, maar Sorane. Je mensen hebben mij evenmin kunnen tegenhouden als de politie.'
Aqunok komt met getrokken wapen uit de kamer waar hij zich bevond, maar als hij merkt dat Sorane geen wapen in haar hand houdt, steekt hij zijn wapen weer in zijn schouderholster. Dan kijkt hij Sorane aan.
'Ik wil een verklaring van jou en laat het geloofwaardig klinken anders kom je hier niet levend weg. Waarom woonde jij met die verrader samen.?'
Even glimlacht Sorane, maar wordt dan weer erngstig en antwoordt
'Ik was op hem verliefd. Ik dacht dat hij ook van mij hield, maar hij maakte misbruik van mijn vertrouwen. Gelukkig voor hem, kwam ik het te laat te weten, want anders had hem, zoals ik al eerder zei, zelf langzaam om het leven gebracht. Niemand zou ooit geweten hebben wat er met die verrader gebeurd was.'
Aqunok kijkt haar nadenkend aan.
'Ik geloof dat je de waarheid spreekt, Sorane. Voorlopig hoort jij tot mijn lijfwacht, zodat ik je in het oog kan houden. Misschien kan ik je capaciteiten, als huurmoordenares, wel gebruiken. Maar pas wel op, één misstap en je komt alsnog onder de grond te liggen.'
Op dat moment komen enkele lijfwachten binnen en blijven verrast staan.
'Hoe kan dat, jij viel toch naar beneden.'
'Ik denk dat jij een bril moet gaan kopen, Itana. Je ziet toch dat Sorane hier voor ons staat. Over enige tijd zullen we haar misschien nieuwe taken geven, voorlopig staat ze onder toezicht.'
Door nieuwe taken leert ze ook nieuwe mensen kennen. Alleen heeft ze nu geen enkel contact meer met de agenten. Een paar weken later lijkt ze dat het gevaar geweken. In het restaurant ontmoet ze Rinar Ver-on, een jongeman die op het kantoor van Atos, de rechterhand van Aqunok, werkt. Ze weet dat hij dit leven moe is. Maar hij vreest dat Aqunok zijn familie zwaar zou aanpakken als hij uit de organisatie stapt. Sorane zegt hem echter niet de volle waarheid, maar verteld hem dat ze er ook uit wil stappen, nu Alon dood is. Ze vreest dat Rinar, haar zou kunnen verraden als hij de volle waarheid kent.
'Maar om dat te doen heb ik gegevens nodig, die moeten voorkomen dat Aqunok, mij laat doden.'
'Wat ga je dan met die gegevens doen, Sorane?' Aqunok zal je toch doden en de gegevens vernietigen.'
'Nee, Rinar. Dat kan hij niet, want de gegevens zullen op een veilige plaats bewaard worden, zodat hij ze nooit kan vinden. En als ik geen natuurlijke dood gestorven ben, dan zullen die gegevens aan het gerecht overgemaakt worden. Als je mij helpt dan zorg ik er ook voor dat jij en je familie veilig zijn.'
Eerst twijfelt hij, maar dan stemt hij toch aarzelend toe.
'In orde, Sorane ik zal het proberen, maar ik hoop dat jij je woord houdt. Anders zijn ik, Ora, mijn zus en mijn ouders er geweest.'
'Wie is Ora?'
'Een jonge vrouw, die opdient op de vergaderingen van Aqunok. Ik leerde haar een tijdje geleden kennen en we werden verliefd op elkaar. Allebei zijn we dit leven moe, maar tot nu hadden we geen kans om eruit te raken.'
'Misschien kan zij helpen, Rinar. Maar we moeten wel zeer voorzichtig te werk gaan. Als ze het te vroeg ontdekken zijn we er allen geweest.'
'Je moet me wel iets beloven, Sorane. Als ze mij pakken, zorg dan dat mijn zus, mijn ouders en Ora in veiligheid gebracht worden.'
Even kijkt Sorane de jongeman aan en knikt dan.
'Ik zal mijn best doen, Rinar. Maar als we het goed aanpakken en alles volgens mijn plan uitvoeren, zijn we in veiligheid voor ze het ontdekken.'
'Ik hoop het.'
'Om de bereiken wat we willen, moeten we wel enkele risico's nemen, Rinar. Maar ik voel dat we zullen slagen. Laat Ora contact met mij opnemen in de grote trainingzaal. Zij wordt onze tussen persoon. Voorlopig mag jij geen contact met mij opnemen.'
'In orde. Sorane. Maar is dat niet te gevaarlijk voor Ora. Ik ben opgeleid in de gevechtskunsten, maar zij niet.'
'Dat is geen probleem, Rinar. We kunnen dat als reden opgeven, waarom een dienstmeisje mij steeds opzoekt. Ik zal haar opleiden en wel een paar trucjes bijbrengen. Misschien zal je jou zelfs nog iets kunnen leren.', glimlacht Sorane.
Rinar staat als eerste recht en geeft Sorane nog een hand, terwijl hij zegt:
'Bedankt voor de goede raad, Mevrouw Cobanon. Ik laat Ora weten dat u haar wil helpen om iets meer te zijn dan een dienster.'
'Je moet me niet bedanken, Rinar. Als Ora een goede leerlinge blijkt te zijn, dan kan ze meer nut hebben voor de organisatie. Ik zorg wel voor je liefje.', glimlacht Sorane.

 

feedback van andere lezers

  • Ghislaine
    Dit volg ik met bijzondere interesse.
  • Feniks
    Erg filmisch verteld.
    Het lijkt wel een scenario voor een politieserie...

    groeten
    feniks
    Jelsi: De eerste vijf hoofdstukken zouden een politie serie kunnen zijn, maar na de 'dood' van Sorane veranderrt dit helemaal.
  • Vansion
    Twee hoofdstukjes gelezen.

    Dit heeft beeld van doen om hapbaar te worden.
    Maar dat weet je al.

    Lang geleden dat ik je las...

    Jelsi: Dat klopt, zoals altijd... er is nog werk aan...

    Bedankt..
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .