writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

H1 Indonesië: d4 Anging Buleh / De Witte (blanke) Hond.

door Francis

H1 Indonesië: d4 Anging Buleh / De Witte (blanke) Hond.

Als dorpsoudste met de bijnaam Pisaulima (vijfmessen, waarom heb ik nooit begrepen en werd mij ook niet uitgelegd en mocht er ook niet meer naar vragen) de deur open doet staat de lange magere Sumatraan met een witte Sari en een wit overhemd in de deur opening. Hij had een gelederd gezicht en gemene snor onder vriendelijke ogen in een chocoladebruin gezicht. Hij leek op Averell van de Daltons. Dat hij het nodige meegemaakt had stond op zijn gezicht getekend en was daarom waarschijnlijk benoemd als raadsheer van de blokken twintig tot drieendertig. Hij had geen officiële functie maar zijn wil was wet, wat voor mij moeilijk te accepteren was daar ik hem met een hand dubbel zou vouwen als het moest. Des zenuwachtiger was ik geworden door zijn 'verplichte' uitnodiging.

In het lijzige Bahasa Indonesia vermengd met wat Jakartaanse straattaal begint hij langzaam maar zeker zijn verhaal te doen.
Hij vraagt mij hoelang ik nou in de flat woon waarop ik hem schuin aankijk en begin met één mondhoek naar beneden te lachen. Niet naar de bekende weg vragen blikte ik naar hem. Nerveus reikt hij mij een open pakje sigaretten aan om er één uit te pakken, wat nogal iets is in Indonesië daar het sterft van de armoede. Ik pas ervoor wat daar beledigend is. Of je nou wel of geen honger of dorst of rookt. Nee is taboe. Hij vervolgde: "Het zit zo," met zijn handen langzaam zwaaiend zijn verhaal begeleidend: "Sinds jij hier woont werken jouw vrienden niet meer, waaronder Domingues, Franky, Jaya..."
"Ja, ja," brak ik hem glimlachend om die naam af.
"En?" Want anders kreeg ik nog een naam of acht op mijn brood en ik verwachtte niet veel goeds.
"Hun vrouwen Francis, hadoe hoe moet ik je dit nu vertellen?"
Hij had het echt moeilijk en ik zag tranen in zijn ogen komen.
Ik kreeg meelij met de geharde man, er moest nogal wat aan de hand zijn. Ik ging naast hem zitten op de grond op de rieten tikar (mat) en slaat een arm om zijn schouders en zeg dat hij zich niet zo druk moest maken en mij alles kon vertellen. Hij knijpt met duim en wijsvinger in zijn ooghoeken en zegt dat hij hoofdpijn heeft.

"Francis je moet weg." Zegt hij met tranen in zijn ogen mij aankijkend.
"Verhuizen!" "Er is geen andere weg."
"Weg?" "Waarom?" Dit vond ik echt lauwtof nieuws.
"Francis, ik ben verdrietig maar ook blij omdat ik altijd alles te horen krijg dat weet je."
"Wat is er met hun vrouwen," boos op mijn bovenbenen slaand daar ik in hurkzit zat.
"Ik zweer het je Pisau ik heb er geen één gepakt, zo ben ik niet dat weet je toch, wie zegt dat?"
Hij lacht, de viespeuk die er bekent stond dat hij het constant flikte als ze alleen thuis waren.
"Nee dat niet, was dat het probleem maar, ze hebben een potje gemaakt."
"Een potje, wat voor potje?" Vraag ik minnetjes.
"Ik weet dat je voor niemand bang ben Frans maar ze hebben een moordenaar ingehuurd en het is mijn taak dat jou niets overkomt."
"Ze hebben al een half jaar gespaard en een half miljoen Rp. met zijn tienen betaald, ik weet alleen niet aan wie en al had ik het geweten dan had het nog niet opgeschoten want vanaf dit moment ken jij niemand meer vertrouwen." Met de nadruk zwaar op niemand.
"Ze werken nooit alleen zie je, je eigen bediende kun je nu zelfs niet meer vertrouwen en je moet eten, begrijp je wat ik bedoel?"
"Nou dan ontsla ik ze toch ik vreet wel buiten de deur."
Ik begreep maar al te goed wat hij bedoelde met die gifmengers daar.
"Francis," probeert hij met moeite kalm te blijven maar begon steeds witter weg te trekken.
"Je moet ook slapen en er komt een onbewaakt moment dat je de lul bent, ik kan ook niet vierentwintig uur wakker blijven om je te beschermen," verontschuldigd hij zich.
"En eerlijk gezegd moet ik ook nog net doen dat ik aan hun kant staat."
"Weet je hoe ze je noemen Francis?"
"De witte hond," beantwoorde ik. "Nou en?"
"Francis ik heb ook vernomen dat je in Priok, Kramatonga, Blok M en Jakarta Centrum gezocht word."
"Wie ik?" De onschuld zelve spelende.
Ik had overal bonnen staan van omgerekend in honderden guldens had me zwaar misdragen, gevochten en zelfs mensen overvallen werd me verteld.
"Jij bent toch de Witte hond?" "Mm,"antwoord ik.
"Er word niet alleen in Oost Jakarta over je gepraat, sterker je word haast in heel Jakarta gezocht."
"Waarom ga je niet naar je vader toe, die is toch verhuist naar Cikampek?"
Een stad die honderd kilometer buiten Jakarta ligt, en dus zeer droog op mijn brood viel. Jakarta was mijn thuis.
"Ga daar naar toe, daar ben je veilig!"
"Ga je spullen maar inpakken."
Met open bek pak ik nu toch maar een sigaret aan en keek uit mijn ooghoeken naar de twee vensters door de vitrages naar buiten of er iemand mij stond op te wachten.
"Pintyam pisau Pisau?" "Leen me een mes Mes," wat zijn bijnaam was.
"Ah begitu!" "Ja zo!" Zegt hij opgelucht en pakt uit de kleine keuken een ouwe verroeste maar scherp geslapen klewang. Ik hoefde nu alleen twee verdiepingen om mijn zooitje in te pakken, om vervolgens mijn bediende te ontslaan en daarna geruisloos zien te verdwijnen uit de Flatwijk Pulomas. Het liefst ongeschonden natuurlijk.
Ik geef Pisaulima een pluk wiet een stevige handdruk en bedank hem voor het slechte nieuws, en nam afscheid.
"Leg jij het de jongens uit?" Vraag ik hem.
"Bij Domingues ga ik zelf wel even langs."
"Doe dat nou niet jongen vraagt hij geschrokken."
"Pisau mond dicht ik heb geen keus, hij is mijn maat."
"We sterven voor elkaar en als dat nu gebeurt gebeurt het maar."
"Hadoe branie...," zegt Pisau.
"Niks branie!" "Niet meer dan normaal!" "Nou de mazzel."

Met mijn rug tegen de muren van het trappenhuis de deuren in de gaten houdend, loop ik naar boven en regel mijn zaken. Eenmaal alles kant en klaar, sluip ik door de smalle steegjes tussen de flat naar Blok zevenentwintig waar Domingues woonde die niet thuis was.
Balen!
Zijn boer Franky die ook in een scheiding zat en depressief op bed lag nam verbaast het nieuws in zich op. De stakker wist niet dat zijn eigen vrouw meebetaald had om mijn nek af te snijden en dat hield ik zo. Hij geloofde me niet dat ik weg ging en ging weer slapen.
"Je bent gek," zei hij hard lachend voor hij zich omdraaide in bed.
Ik schreef een brief aan Domingues in het Nederlands daar zijn oma Nederlands sprak, dit niemand iets aan ging, gaf deze aan zijn vrouw en nam afscheid.
Ik sloop weer terug naar mijn flat en liet mijn bediende een taxi voorrijden tot pal voor mijn deur wat normaal verboden is voor mensen met auto's die niet in de wijk wonen. Maar ik gaf vijfduizend Rp. mee voor de portier om te kopen bij de slagboom en beloofde haar er nog eens vijf als ze daadwerkelijk terugkwam, wat ik zeker wist want ik hield haar enigste kleine plastic tasje met voor haar, van waardevolle spulletjes voor de zekerheid bij me. Ik vertrouwde haar gek genoeg wel, en vertelde haar het verhaal waarop ik hoorde dat ze het al wist. Die bediendes (berbantus) weten alles, die lullen alles aan elkaar door. Kwaad vraag ik waarom ze me niet gewaarschuwd heeft.
"Ik weet het pas sinds vanmorgen," zegt ze geschrokken.
En dan bedoelen ze zes uur 's morgens he? En het was nu één uur!
Nee echt vlot waren ze daar niet allemaal. Maar ze was voor haar doen, binnen een uur, vrij vlot terug met een taxi en dat voor tien minuten lopen naar de weg?

Ik stond achter de gordijnen te gluren toen hij aan kwam rijden, rende met de klewang in aanslag mijn Samsonite de trappen afgooiend naar beneden. Ik gooide mijn koffer in de achterbak van de taxi, liep naar de deur van Pisaulima en sloeg de klewang met een harde klap in zijn deur die vibrerend bleef steken. Net voor ik mijn deur van de taxi dichtslaat zie ik Pisau verbaast naar het hakmes in zijn deur kijken, draai mijn raam open en zeg: "I'll be back!" met het accent van Swartzenegger, en geef hem een saluut van een soldaat.
Met open bek en handen in de zijde kijkt hij mij met geknepen ogen tegen het zonlicht in na.
"Toeter eens," beveel ik de chauffeur.
"Nee ingedrukt houden tot aan de weg!"
"Tot we de wijk uit zijn!"
Hij kijkt mij niet begrijpend aan in zijn achteruitkijkspiegel en als hij stopt met claxonneren geef ik hem een tik op zijn schouder: "Turus!" dat hij door moet gaan.
"Ya pak," zegt hij.
"Mau kemana pak?" Vraagt hij waar ik heen wil.
"Stasion aja!" "Doe het station maar!"

 

feedback van andere lezers

  • Mistaker
    Weer heel graag gelezen, echt gers!

    Enne dat zeepje moet je toch echt zelf oprapen hoor ;-)

    Greta xx
    Francis: Ja duh!
    Ah joh pak jij m effen?! niet zo lullig!
    Gr xx
  • sproet
    vlot geschreven en graag gelezen. is spannend.

    liefs, trees
    Francis: Jofel Sproet
    xx
  • lief
    the return of the Big White Dog!

    gers!

    ggl liefs
    Francis: Jofel Lief dank je
    xx
  • minimal
    zeg, 't is zaterdagavond, je zou beter ene gaan pakken...
    doei
    xx
    mini
    Francis: Meisje ik ben een doordeweeks feestnummer, het weekend kijk ik relaxed voetbal en kom ik een beetje bij (lounging), raar maar waar.
    Maar iig bedankt voor je zorg.
    xx Frans
  • killea
    BAck on edge.

    xx
    June
    Francis: Stepped on when I was nine and never went off.
    xx Frans
  • klaver4
    effe inpikken op dit verhaal (slapelooshied, kut zeg, het houdt echt niet op), ga binnenkort de voorgaanden lezen; het lijkt wel of jij echt wel overal hetzelfde tegenkomt...;o)
    En toch bent blijven leven... :o)
    gr
    dicky
    Francis: Je gaat toch niet twijfelen aan me, is t niet? Was natuurlijk wel gehard door het junkenleven in Nederland en gehard op de straat, dus dat is mijn ondergang en redding geweest.
    Gr Mate
  • Ivan
    Grts.
    Ivan
    Francis: Bedankt Ivan
    Gr frans
  • dichtduvel
    Je hebt daar prima stof voor een mooie film, grtz, j
    Francis: Zou wel lekker wezen
    Gr frans
  • Mephistopheles
    Je bent net als mij een natuurtalent als het op problemen aankomt. Vier jaar geleden zat ik een tijdje in Bangkok. Kreeg daar bonje met drie kathoi's of ladyboys (je weet wel, knappe wijven met een adamsappel en een plasser) die vier straten lang jacht op me maakten, gewapend met bakstenen en zakmessen. Ik heb die dag een Olymisch record sprinten verbroken, ik zweer het je.
    Francis: dat heb ik in antwerpem meegemaakt precies de zelfde situatie 20 achter me aan met messen
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .